Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waterschap Rivierenland

Beleidsregel inzake de berekening aftrek drinkwater vee Waterschap Rivierenland 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWaterschap Rivierenland
OrganisatietypeWaterschap
Officiële naam regelingBeleidsregel inzake de berekening aftrek drinkwater vee Waterschap Rivierenland 2014
CiteertitelBeleidsregel inzake de berekening aftrek drinkwater vee Waterschap Rivierenland 2014
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2015nieuwe regeling

09-12-2014

Waterschapsblad Waterschap Rivierenland. 2014. 8678.

201419254

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel inzake de berekening aftrek drinkwater vee Waterschap Rivierenland 2014

Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Rivierenland,

Overwegende dat het wenselijk is beleidsregels vast te stellen inzake de berekening van de aftrek op ingenomen water voor drinkwater vee;

Gelet op:

  • -

    artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    artikel 122k van de Waterschapswet en artikel 7.5 van de Waterwet;

  • -

    het bepaalde in het “Besluit vervuilingswaarde ingenomen water 2009”;

  • -

    het bepaalde in de “Beleidsregels inzake de toepassing van de tabel afvalwatercoëfficiënten bij berekening vervuilingswaarde verontreinigingsheffing en zuiveringsheffing 2010”;

B E S L U I T :

 

Vast te stellen de "Beleidsregel inzake de berekening aftrek drinkwater vee Waterschap Rivierenland 2014".

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a.

    de beleidsregel afvalwatercoëfficiënten: de “Beleidsregels inzake de toepassing van de tabel afvalwatercoëfficiënten bij berekening vervuilingswaarde verontreinigingsheffing en zuiveringsheffing 2010”, zoals vastgesteld door het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Rivierenland op 12 januari 2010;

  • b.

    het Besluit: het “Besluit vervuilingswaarde ingenomen water 2009”, Stb 2008, 609;

  • c.

    ingenomen water: geleverd drink- en industriewater en warm tapwater, onttrokken grond- en oppervlaktewater en opgevangen hemelwater;

  • d.

    de ambtenaar belast met de heffing: de krachtens of bij gemeenschappelijke regeling aangewezen ambtenaar van een openbaar lichaam, bedoeld in artikel 124, vijfde lid, onderdeel a, van de Waterschapswet;

  • e.

    BSR: de Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking Rivierenland.

Artikel 2 Bepaling vervuilingswaarde zuiveringsheffing en verontreinigingsheffing

  • 1.

    Deze beleidsregel geldt voor de berekening van de aftrek op het ingenomen water voor drinkwater verbruikt door vee als onderdeel van de aanslag zuiveringsheffing en verontreinigingsheffing.

  • 2.

    Deze beleidsregel is alleen van toepassing op bedrijfsruimten of onderdelen daarvan die behoren tot de in de tabel van artikel 2 van het Besluit bedoelde categorie van “niet vermelde bedrijfsruimten of onderdelen van bedrijfsruimten”, waarin vee wordt gehouden.

  • 3.

    Indien de belastingplichtige van een bedrijfsruimte en een onderdeel ervan, waarin vee gehouden wordt, de hoeveelheid ingenomen water aantoont met een watermeter, kan de belastingplichtige het door het vee verbruikt drinkwater in mindering brengen op de hoeveelheid ingenomen water op basis van de in artikel 3 geldende bandbreedtes, zonder dat de belastingplichtige het door het vee verbruikt drinkwater met een (tussen)watermeter hoeft aan te tonen.

  • 4.

    Met inachtneming van het derde lid zal de ambtenaar belast met de heffing van BSR de aanslag zuiveringsheffing of verontreinigingsheffing opleggen conform de bepalingen van de beleidsregel afvalwatercoëfficiënten.

Artikel 3 Te hanteren bandbreedtes voor aftrek drinkwater vee

Totale vochtbehoefte in liters per dag per stuks vee :

Cijfers ontleend aan het “Handboek melkveehouderij, editie 2006”.

 

Rundvee:

Droogstaand

30-60

Melkgevend- 10 kg melk per dag

30-60

Melkgevend- 20 kg melk per dag

70-100

Melkgevend- 30 kg melk per dag

90-150

Jongvee tot twee jaar

15-35

Vleesvee

20-60

Kalveren

5-15

Overig:

Paarden

25-50

Schapen

1,5-5

Geiten

2-6

Vochtbehoefte in liters per dag per stuks vee :

Cijfers ontleend aan het Ministerie van Landbouw en Visserij “watervoorziening op veehouderijbedrijven”.

 

Varkens:

Fokvarkens

10-15

Zeugen met biggen

15-30

Mestvarkens

5-15

Artikel 4 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze beleidsregel treedt na bekendmaking in werking per 1 januari 2015.

  • 2.

    Deze beleidsregel kan worden aangehaald als “Beleidsregel inzake de berekening aftrek drinkwater vee Waterschap Rivierenland 2014”.

Aldus besloten in de vergadering van het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Rivierenland van 9 december 2014 te Tiel.

de secretaris-directeur, drs. H.C. Jongmans MPM

de dijkgraaf, ir. R.W. Bleker

Toelichting op ”Beleidsregel inzake de berekening aftrek drinkwater vee Waterschap Rivierenland 2014”.

A Algemene toelichting

Op basis van de beleidsregel afvalwatercoëfficiënten kunnen belastingplichtigen het deel van het ingenomen water dat niet wordt geloosd of afgevoerd, verdisconteren in de hoeveelheid ingenomen water ter bepaling van de heffingsaanslag. De beleidsregel afvalwatercoëfficiënten bepaalt dat het te verdisconteren deel moet worden gemeten met een (tussen)watermeter. De beleidsregel afvalwatercoëfficiënten geeft aan dat het verdisconteren van niet geloosd of afgevoerd afvalwater alleen mogelijk is voor de bedrijfsruimten of onderdelen daarvan die behoren tot de in de tabel van artikel 2 van het Besluit bedoelde categorie van “niet vermelde bedrijfsruimten of onderdelen van bedrijfsruimten”. De onderhavige beleidsregel geldt derhalve voor bedrijfsruimten, waarin vee wordt gehouden, maar die niet afzonderlijk genoemd worden in de tabel van artikel 2 van het Besluit. De beleidsregel geldt bijvoorbeeld voor bedrijfsruimten als maneges, kinderboerderijen en het hobbymatig houden van vee, maar niet voor melkveehouderijen. Deze laatste categorie van bedrijfsruimte wordt namelijk apart aangeduid in de tabel.

Meting is echter niet in alle gevallen (technisch gezien) mogelijk. De belastingplichtige moet in een dergelijk geval het te verdisconteren deel aantonen op basis van een onderbouwde berekening. Met deze beleidsregel stelt Waterschap Rivierenland bandbreedtes vast om de belastingplichtige een duidelijk kader te bieden voor een dergelijke berekening in de gevallen, waarin de aftrek niet gemeten kan worden.

Een aftrek voor drinkwater vee gebaseerd op deze bandbreedtes zal de ambtenaar belast met de heffing van BSR toetsen.

 

B Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Dit artikel geeft de voorkomende begripsbepalingen van de beleidsregel weer. De ambtenaar belast met de heffing wordt in de beleidsregel gekoppeld aan BSR. Dit geeft aan dat de ambtenaar belast met de heffing is aangewezen door BSR en geen relatie heeft met Waterschap Rivierenland.

Artikel 2

Lid 2

De beleidsregel afvalwatercoëfficiënten geeft aan dat het verdisconteren van niet geloosd of afgevoerd afvalwater alleen mogelijk is voor de bedrijfsruimten of onderdelen daarvan die behoren tot de in de tabel van artikel 2 van het Besluit bedoelde categorie van “niet vermelde bedrijfsruimten of onderdelen van bedrijfsruimten”.

De onderhavige beleidsregel geldt derhalve voor de restcategorie van bedrijfsruimten, waarin vee wordt gehouden, maar die niet afzonderlijk genoemd worden in de tabel van artikel 2 van het Besluit.

Artikel 3

Het artikel geeft de bandbreedtes weer voor het drinkwaterverbruik per aangeduid stuks vee per dag. De belastingplichtige kan de bandbreedtes gebruiken om de aftrek voor het drinkwater te onderbouwen. De onderbouwing staat uiteindelijk ter toetsing door de ambtenaar belast met de heffing van BSR, maar deze zal een aftrek binnen de bandbreedtes honoreren.

Artikel 4

Dit onderdeel regelt de inwerkingtreding van het besluit.