Organisatie | Súdwest-Fryslân |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 gemeente Súdwest-Fryslân |
Citeertitel | Handhavingsverordening Participatiewet c.a. 2015 gemeente Súdwest-Fryslân |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Artikel 8 b Participatiewet, artikel 35 eerste lid onder c IOAW en artikel 35 eerste lid onder c IOAZ
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-06-2018 | Nieuwe regeling | 18-12-2014 | Onbekend |
Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening ouderen gedeeltelijke arbeidsongeschikte werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Artikel 2. Doelstelling en opdracht college
Met inachtneming van de in lid 1 genoemde uitvoeringsplicht draagt het collegezorg voor een beleidsplan waarin zij aangeeft hoe fraude wordt voorkomen en opgespoordmet in achtneming van de vier (beleid)kaders van het concept programmatisch handhaven, te weten nalevingscommunicatie, optimalisering van de dienstverlening, vroegtijdige detectie en daadwerkelijk sanctioneren.In het beleidsplan worden de doelstellingen met betrekking tot handhaving bepaald en objectief meetbare doelen geformuleerd.
Artikel 3. Aangifte Openbaar Ministerie
Indien het niet nakomen van de informatieverplichting leidt tot een benadelingbedrag dat hoger is dan de aangiftegrens, laat het college middels de Sociale Recherche Fryslân proces-verbaal opmaken om aangifte te doen bij het Openbaar Ministerie.
De visie van de gemeente op het handhaven van wet- en regelgeving in het sociale domein is als volgt samen te vatten. Handhaving moet een onlosmakelijk en logisch onderdeel van de dienstverlening van de gemeente zijn. De kern van handhaven is, dat naleving van de dienstverleningsvoorwaarden wordt gestimuleerd of desnoods afgedwongen. Als handhaving een vanzelfsprekende plek krijgt in de dienstverlening van het sociale domein, dan kunnen participatie- en re-integratie doelstellingen (nog) beter worden gerealiseerd en blijft de kortste weg naar werk in beeld. De medewerker die niet fraude-alert is, zadelt de organisatie op met onnodige kosten (onterechte uitkering, controle en opsporing, terugvordering).
Het uiteindelijke doel van handhaven is de participatie van de klant te versterken en daarmee de bestaanszekerheid te vergroten. Tegelijkertijd is handhaving belangrijk om het maatschappelijk draagvlak voor het stelsel van collectieve sociale voorzieningen als vangnet te behouden. Als klanten hun plichten en afspraken nakomen moet dat winst opleveren in de vorm van werk, waardevolle participatie of een opleiding. Het niet nakomen van afspraken moet onaantrekkelijk blijven en ontmoedigd worden door goede voorlichting, een hoge pakkans en het stellen van voorbeelden.
Daarom moet de nadruk veel meer liggen op preventie (nalevingscommunicatie en optimalisering van de dienstverlening) dan op repressie (vroegtijdige detectie en daadwerkelijk sanctioneren). Dit vraagt om een preventiemodel waarin bepaalde aspecten goed zijn georganiseerd, zoals heldere, begrijpelijke, makkelijk toegankelijke en, indien nodig, herhaalde informatie over rechten en plichten, voldoende mogelijkheden voor de klant om in contact te komen met de verantwoordelijke medewerker en een volledig (digitaal) klantdossier met registratie van deze contactmomenten.
Dit sluitende preventiemodel rechtvaardigt de in sommige gevallen toch noodzakelijk geachte repressie. Immers, er is alles aan gedaan om de klant op het rechte spoor te houden. De klant weet en erkent dit ook en de organisatie kan onomstotelijk bewijzen dat alle preventieve middelen uit de kast zijn gehaald. De repressie kan en mag dan ook lik-op-stuk en streng zijn.
Dit artikel bevat enkele begripsomschrijvingen.
De strekking van deze verordening is dat deze geldt voor alle wetten die betrekking hebben op de verstrekking van bijstandsuitkeringen.
Artikel 2. Doelstelling en opdracht college.
De visie op handhaving is gestoeld op vier pijlers:
Op basis van deze visie zal het college, conform de bepaling in artikel 2 lid 2 van deze verordening, een beleidsplan vaststellen.
Artikel 3. Aangifte Openbaar Ministerie.
Indien een benadeling de aangifte grens overschrijdt, op dit moment € 10.000, -, danwordt de zaak overgedragen aan de Sociale Recherche Fryslân. Zij zullen dan eenstrafrechtelijke vervolging in stellen en in die gevallen waarin dit bewijstechnischmogelijk is overgaan tot het opmaken van een proces verbaal en dit proces -verbaal tervervolging opsturen naar Justitie.
Indien de toepassing van deze verordening tot onbillijkheden leidt, kan het college tengunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen.
Van deze mogelijkheid dient zeer terughoudend gebruik gemaakt te worden, om hetscheppen van precedenten tegen te gaan.