Organisatie | Maastricht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening subsidies evenementen in de openbare ruimte Maastricht |
Citeertitel | Verordening subsiedies evenementen in de openbare ruimte Maastricht |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, artikel 149
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-01-2006 | nieuwe regeling | 20-12-2005 Gemeenteblad 2005, C. no 107 | Onbekend |
In deze verordening wordt verstaan onder:
een negatief exploitatieresultaat van een evenement:
een door de organisator van een evenement plus de eventuele huurders van die organisator gezamenlijk gerealiseerd negatief exploitatieresultaat (baten minus lasten) van het evenement voor zover dit eenduidig aangetoond kan worden door de organisator c.q huurders op basis van door een accountant gecontroleerde boekhoudgegevens;
Deze verordening is slechts van toepassing op evenementen voor zover deze:
een stadspromotioneel karakter hebben (kwaliteit, allure, Europese uitstraling) en daarmee bezoekers en inkomsten voor bedrijven genereren of een “volksevenement” zijn die veel bezoekers uit de stad (en stadsregio) trekken of “breedtesport”en “breedtecultuur” stimuleren, gericht op actieve participatie en
Het college van B & W kan subsidie verstrekken aan de organisator van een evenement indien daarvoor door de raad in het evenementenfonds voldoende middelen in enig jaar beschikbaar zijn. Het subsidieplafond in enig jaar is gelijk aan de positieve stand van het evenementenfonds per 1 januari van dat jaar.
Het college van B & W kan incidenteel subsidie verstrekken aan de organisator van een evenement in de openbare ruimte met als doel om:
de navolgende activiteiten/initiatieven incidenteel te stimuleren:
Het college van B & W kan incidenteel subsidie verstrekken aan de organisator van een evenement in de openbare ruimte met als doel om de continuïteit van een evenement te garanderen bij een negatief exploitatieresultaat van een evenement.
De toe te kennen subsidie als bedoeld in artikel 4.1.1 in jaar n+1 bedraagt maximaal van 25 % van de opgelegde precariobelasting voor datzelfde evenement in jaar n;
De toe te kennen subsidie als bedoeld in artikel 4.1.2. bedraagt maximaal
25 % van de opgelegde precariobelasting voor dat evenement;
Het is mogelijk dat eenzelfde evenement in enig jaar zowel voor een subsidie als bedoeld in art. 4.1.1. als in art. 4.1.2 in aanmerking komt.
De organisator van een evenement dient om in aanmerking te komen voor de subsidie als bedoeld in artikel 4.1.1., uiterlijk 1 maand voor de aanvang van het evenement een subsidieverzoek in bij het college van B & W met een plan waarin wordt aangegeven welke activiteiten/initiatieven worden ontplooid die passen binnen de in artikel 4.1.1. genoemde activiteiten en initiatieven inclusief een begroting van de hiermee gemoeide kosten.
De organisator van een evenement dient om in aanmerking te komen voor de subsidie als bedoeld in artikel 4.1.2. uiterlijk binnen 3 maanden na afloop van het evenement een subsidieverzoek in bij het college van B & W met daarin een cijfermatige onderbouwing van het gerealiseerde exploitatietekort inclusief toelichting van de oorzaken en een bijbehorende accountantsverklaring.
Het college van B & W kan binnen de kaders van deze verordening nadere uitvoeringsregels vaststellen, ter nadere bepaling van de hoogte van de toe te kennen subsidies.
Deze verordening treedt in werking met terugwerkende kracht per 25 november 2005.