Organisatie | Epe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Klachtenregeling Epe 2015 |
Citeertitel | Klachtenregeling Epe 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | Onbekend | 11-12-2014 Digitaal Gemeenteblad, jaargang 2014 nr. 76515 | 2014-41623 |
Overwegende dat de bestuursorganen van de gemeente Epe klachten op een juiste, efficiënte, eenvoudige en toegankelijke wijze willen behandelen en hiervoor een klachtenregeling willen vaststellen, ieder voor zover zijn of haar bevoegdheid strekt;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 november 2014. nr. 2014-41619
en het positieve advies van de Ondernemingsraad;
Gelet op hoofdstuk 9: Klachtenbehandeling van de Algemene wet bestuursrecht;
Artikel 5 Afschrift klacht aan klachtenbehandelaar en beklaagden
De klachtencoördinator stuurt de klachtenbehandelaar en degene tegen wie de klacht is ingediend een afschrift van het klaagschrift alsmede van de daarbij meegezonden stukken.
De klachtenbehandelaar wint informatie in bij de ambtelijke medewerker(s) welke (mogelijk) betrokken is (zijn) geweest bij de gedraging waarover wordt geklaagd en onderzoekt eventuele met de klacht verband houdende schriftelijke stukken.
Epe, 11 december 2014
De raad voornoemd,
De voorzitter, Ir. H. van der Hoeve MPA
de griffier, V. Smit
Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders,
d.d. 11 november 2014
de burgemeester, Ir. H. van der Hoeve MPA
de secretaris, mw. C. Kats
Aldus besloten door de burgemeester,
d.d. 11 november 2014
de burgemeester, Ir. H. van der Hoeve MPA
Een ieder kan een klacht indienen over de wijze waarop een bestuursorgaan of een persoon werkzaam onder de verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan zich in een bepaalde aangelegenheid tegenover hem of een ander heeft gedragen.
Voor een burger levert het klachtrecht dus de mogelijkheid op om genoegdoening te krijgen in verband met onheuse bejegening door de overheid. Naast deze regeling zijn de bepalingen van Titel 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing (artikelen 9:1 tot en met 9:16).
Het klachtrecht vormt een aanvullende vorm van bescherming tegen de overheid.
Het klachtrecht kan worden onderverdeeld in intern en extern klachtrecht. Extern klachtrecht betreft de klachtbehandeling door de Nationale Ombudsman.
Intern klachtrecht betreft de behandeling en afhandeling van klachten door het bestuursorgaan zelf. Een klacht moet altijd eerst aan het bestuursorgaan of degene over wie geklaagd wordt kenbaar gemaakt worden. Dit is het zogenaamde kenbaarheidsvereiste.
Een klacht is een uiting van ongenoegen over de wijze waarop een bestuursorgaan of een persoon werkzaam onder de verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan zich in een bepaalde aangelegenheid jegens de natuurlijke persoon of rechtspersoon heeft gedragen.
Voorbeelden zijn: een ongeïnteresseerde of onvriendelijke bejegening, te trage afhandeling van een aanvraag, te laat of niet beantwoorden van brieven, een onvoldoende gemotiveerd antwoord, het niet toezenden van aangevraagde informatie, (herhaaldelijk) niet terugbellen ondanks de toezegging daartoe.
Klachten kunnen schriftelijk of elektronisch worden ingediend. Bij elektronische indiening moet wel aan de vereisten van artikel 9: 4 van de Awb worden voldaan. Op de website van de gemeente is een klachtenformulier beschikbaar. Eventueel verleent de klachtencoördinator ondersteuning om mondelinge klachten op schrift te stellen..
Er kan niet geklaagd worden over beleid of beleidsuitvoering in het algemeen. Algemene wensen over het optreden of het beleid van het bestuursorgaan vallen ook buiten het bereik van deze regeling. Dat geldt ook voor klachten van inschrijvers op inkoopprocedures.
Een klacht wordt bovendien niet in behandeling genomen wanneer artikel 9:8 Awb van toepassing is.
Klachten kunnen worden ingediend tegen ambtenaren, (leden van) het college, de burgemeester, de raad of een commissie. Wanneer niet een onafhankelijke klachtenbehandelaar wordt benoemd, moet er op andere wijze in de klachtbehandeling worden voorzien. In de regeling zijn een aantal functionarissen aangewezen die worden belast met de afhandeling van klachten.
In het vijfde lid is duidelijk omschreven dat een klacht gericht kan zijn tegen het college als geheel of een wethouder. De burgemeester maakt hier geen deel uit van het college omdat anders de situatie zich zou voordoen dat de burgemeester als klachtenbehandelaar een klacht tegen zichzelf zou moeten behandelen. Een klacht tegen de burgemeester, als bestuursorgaan (zie artikel 3, lid 4) of als lid van het college wordt behandeld door de loco-burgemeester.
In het tweede lid wordt in de ontvangstbevestiging aangegeven dat de klachtenbehandelaar de klacht namens de raad, het college of de burgemeester de klacht behandelt. Wanneer de klacht is gericht tegen de gemeenteraad en het college zelf adviseert de klachtenbehandelaar aan het bestuursorgaan.
Hier wordt inhoud gegeven aan het uitgangspunt van hoor- en wederhoor.
Het verslag van het horen mag in de vorm van beknopte aantekeningen worden opgesteld. Het beginsel van hoor en wederhoor moet gedurende de gehele klachtenprocedure in acht worden genomen. Klager moet daarom in de gelegenheid worden gesteld om binnen een redelijke termijn aan te geven of het verslag zijns inziens een goede weergave is van wat er gezegd is.
In dit artikel zijn de wettelijke termijnen vastgelegd. In de werkprocessen zal, met inachtneming van de zorgvuldigheid, worden getracht processen sneller te laten verlopen.
In de regeling worden voor verschillende situaties klachtenbehandelaars aangewezen. De klachtenbehandelaars worden in artikel 8 door de bestuursorganen, raad, college en burgemeester, gemandateerd om klachten af te handelen. Het afhandelingsmandaat geldt niet wanneer de klacht is gericht tegen de gemeenteraad en het college zelf. In deze gevallen adviseert de klachtenbehandelaar aan het bestuursorgaan, dat vervolgens zelf beslist. Ingeval de klachtenbehandelaars wel zijn gemandateerd om te beslissen sturen zij de beslissing op de klacht naar de klager. De ondertekening van de brief waarbij de beslissing op de klacht wordt bekendgemaakt, luidt dan, ingeval de klacht is gericht tegen een medewerker: Burgemeester en wethouders van Epe, namens dezen, de manager van de afdeling XX.
De brief moet voldoen aan de vereisten van artikel 9:12 van de wet. In de brief staat daartoe onder andere het gemotiveerde oordeel en de conclusie over de klacht, in ieder geval gesteld in de bewoordingen “(gedeeltelijk) gegrond en/ of ongegrond”. Tevens is het verslag als bedoeld in artikel 7, lid 3 bij de brief gevoegd. Ten slotte staat in de brief een verwijzing naar de Nationale Ombudsman, voor het geval de klager het niet eens is met de conclusie van het bestuursorgaan.
Als de klager tijdens de behandeling van de klacht aangeeft tevreden te zijn, eindigt de formele procedure en wordt het beëindigen van de procedure schriftelijk vastgelegd en gecommuniceerd naar de betrokken partijen. Als de procedure op deze wijze eindigt, staat niet de weg naar de Nationale Ombudsman open.
Jaarlijks wordt een jaarverslag uitgebracht over de uitvoering van de klachtenregeling. Het jaarverslag werd altijd uitgebracht door de gemeentelijke klachtenbehandelaar. Deze verplichting komt nu te rusten op de klachtencoördinator.
Klachten die voor het inwerking treden van deze regeling zijn ingediend, worden op basis van de oude regeling behandeld.