Hoofdstuk 3 De subsidieverlening
Artikel 5 Bevoegdheden
- 1.
Het college besluit tot subsidieverlening aan vrijwilligersorganisaties, tenzij de raad deze bevoegdheid aan zich houdt.
- 2.
Een wettelijke basis voor subsidiëring is niet vereist indien:
- a.
subsidiëring geschiedt in afwachting van de totstandkoming van een wettelijk voorschrift gedurende ten hoogste een jaar;
- b.
het subsidiëring betreft in incidentele gevallen en de subsidie voor ten hoogste vier jaar wordt verstrekt;
- c.
de begroting de subsidieontvanger en het bedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld vermeldt.
- 3.
Voor zover bij wettelijk voorschrift, bij de gemeentebegroting of bij een verordening als bedoeld in artikel 149 eerste lid van de Gemeentewet niet is voorzien in de verdeling van de beschikbare geldmiddelen, stelt het college omtrent die verdeling (beleids)regels vast.
Het college houdt daarbij in elk geval rekening met:
- a
de te verwachten effectiviteit van de subsidie;
- b
het tijdstip waarop de subsidie uiterlijk moet worden aangevraagd.
Artikel 6 Het subsidieplafond
- 1.
De raad stelt voor de subsidieperiode het subsidieplafond vast door vaststelling van de verschillende budgetten in de gemeentebegroting. Het college stelt jaarlijks het subsidieprogramma vast binnen het vastgestelde subsidieplafond.
- 2.
Voor zover een subsidie wordt verleend ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, kan een voorbehoud voor verlening worden gemaakt voor wat betreft het voldoende beschikbaar stellen van financiële middelen.
- 3.
Het college maakt het te verwachten subsidieplafond bekend vóór de aanvang van het tijdvak waarvoor het is vastgesteld. Bij die bekendmaking wordt de wijze van verdeling vermeld, wordt gewezen op de mogelijkheid tot verlaging van dat plafond en de gevolgen daarvan voor de reeds ingediende aanvragen om subsidie (= subsidieprogramma).
Artikel 7 Weigeringsgronden
- 1.
Een incidentele subsidie kan worden geweigerd wegens het ontbreken van beschikbare gelden, indien het subsidieplafond bij verstrekking zal worden overschreden.
- 2.
Het college kan het verstrekken van subsidie weigeren aan een instelling indien haar activiteiten naar het oordeel van het college niet, c.q. niet voldoende zijn gericht op de gemeente Eijsden-Margraten of aanwijsbaar ten goede komen aan de ingezetenen van de gemeente.
- 3.
Het college kan een subsidie weigeren indien een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat:
- a.
de activiteiten niet of niet geheel zullen plaatsvinden;
- b.
de aanvrager niet zal voldoen aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen;
- c.
de aanvrager niet op een behoorlijke wijze rekening en verantwoording zal afleggen omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn;
- d.
de vrijwilligersorganisatie niet in het belang van de plaatselijke gemeenschap werkt of gebruik maakt van middelen die naar het oordeel van het college in strijd zijn met de wet of het algemeen belang.
- 4.
Het college kan een subsidie voorts weigeren indien de aanvrager:
- a.
in het kader van de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van deze gegevens tot een onjuiste beschikking op de aanvraag hebben geleid;
- b.
failliet is verklaard, aan hem surséance van betaling is verleend of ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, dan wel een verzoek daartoe bij de rechtbank is ingediend;
Artikel 8 Meerjarige subsidie
- 1.
Het college kan voor maximaal vier boekjaren subsidie verlenen.
- 2.
Indien de subsidie voor meerdere boekjaren wordt verleend, wordt aan de subsidie de verplichting verbonden tot het periodiek aan het bestuursorgaan verstrekken van de gegevens die voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn.
- 3.
Het college geeft bij een meerjarig subsidie aan op welk bedrag de subsidieontvanger elk jaar maximaal recht heeft.
- 4.
De beschikking tot subsidieverlening vermeldt welke gegevens de subsidieontvanger krachtens het tweede lid moet verstrekken alsmede op welke tijdstippen de gegevens moeten worden verstrekt.
- 5.
Het boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar tenzij in de beschikking anders is bepaald.
Artikel 9 De subsidiebeschikking
- 1.
De beschikking op de reguliere subsidieaanvraag wordt uiterlijk op 31 december van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar of de subsidieperiode gegeven.
- 2.
In de beschikking tot subsidieverlening staat:
- a.
een omschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verleend;
- b.
het (maximale) bedrag van de subsidie dan wel de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald of het bedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld;
- c.
- 3.
Als de subsidie wordt verleend in de vorm van een periodieke aanspraak op financiële middelen, wordt in de beschikking tot subsidieverlening het tijdvak vermeld waarvoor de subsidie wordt verleend.
- 4.
Een subsidie kan niet worden verleend onder de voorwaarde dat uitsluitend het college of uitsluitend de aanvrager een bepaalde handeling verricht, tenzij het betreft de voorwaarde dat:
- a.
de aanvrager meewerkt aan de totstandkoming van een overeenkomst ter uitwerking van de beschikking tot subsidieverlening, of
- b.
de aanvrager aantoont dat een gebeurtenis, niet zijnde een handeling van het college of van de aanvrager, heeft plaatsgevonden.
Artikel 10 Intrekking en wijziging subsidieverlening
- 1.
Zolang de subsidie niet is vastgesteld kan het college de subsidieverlening met inachtneming van een redelijke termijn intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen:
- a.
voor zover de subsidieverlening onjuist is;
- b.
voor zover veranderde omstandigheden of gewijzigde inzichten zich in overwegende mate tegen voortzetting of ongewijzigde voortzetting van de subsidie verzetten, of
- c.
in andere bij wettelijk voorschrift geregelde gevallen.
- 2.
Naast het bepaalde in lid 1 kan het college zolang de subsidie niet is vastgesteld, een lopende subsidieverlening tevens intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen, indien de werkelijke kosten voor uitvoering van de activiteit(en) lager zijn uitgevallen dan de kosten die zijn opgenomen in de bij de subsidieaanvraag bijgevoegde begroting.
Hoofdstuk 5 Subsidievaststelling
Artikel 13 De subsidievaststelling
- 1.
De beschikking tot subsidievaststelling stelt het bedrag van de subsidie vast en geeft aanspraak op betaling van het vastgestelde bedrag.
- 2.
Indien geen beschikking tot subsidieverlening is gegeven, bevat de beschikking tot subsidievaststelling een aanduiding van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt.
- 3.
De in hoofdstuk 8 genoemde segmenten van ontvangers van reguliere subsidies worden aangewezen als van categorieën subsidieontvangers waarvoor de subsidie direct wordt vastgesteld zonder dat een aanvraag tot subsidievaststelling hoeft te worden ingediend.
- 4.
Het college kan voor andere dan in lid 3 bedoelde segmenten van subsidieontvangers bij beschikking bepalen dat de beschikking tot subsidieverlening tevens geldt tot vaststelling van de subsidie.
Artikel 14
- 1.
Het college stelt de subsidie vast na afloop van de activiteit of na afloop van elk boekjaar van de subsidieperiode waarvoor het subsidie is verleend. Deze vaststelling geschiedt door het college, tenzij de gemeenteraad anders bepaalt.
- 2.
De subsidieontvanger dient een aanvraag tot subsidievaststelling in.
- 3.
De aanvraag tot subsidievaststelling wordt ingediend binnen een bij de beschikking tot subsidieverlening bepaalde termijn.
- 4.
Indien de aanvraag niet of niet tijdig wordt ingediend, kan de subsidie ambtshalve worden vastgesteld.
Artikel 15
- 1.
De aanvraag tot vaststelling van de subsidie geeft aan of de activiteiten hebben plaatsgevonden overeenkomstig de subsidieverlening, tenzij de subsidie voor de aanvang van de activiteiten wordt vastgesteld.
- 2.
Voorts wordt bij de aanvraag rekening en verantwoording afgelegd omtrent de aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten, voorzover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn.
Artikel 16 Lagere vaststelling
Vaststelling van de subsidie kan geschieden voor een lager bedrag dan verlening van de subsidie indien:
- a.
de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden;
- b.
de subsidieontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen;
- c.
de subsidieontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening zou hebben geleid, of
- d.
de subsidieverlening anderszins onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of behoorde te weten.
Artikel 17 Intrekking en wijziging
- 1.
Zolang de subsidie niet is vastgesteld kan het college de subsidieverlening intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen indien:
- a.
de activiteiten, waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden of zullen plaatsvinden;
- b.
de subsidieontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen;
- c.
de subsidieontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening zou hebben geleid;
- d.
de subsidieverlening anderszins onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of behoorde te weten;
- e.
met toepassing van artikel 6 een beroep wordt gedaan op de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.
- 2.
De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop de subsidie is verleend, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.
Artikel 18
- 1.
Het college kan een beschikking tot subsidievaststelling intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen:
- a.
op grond van feiten of omstandigheden waarvan het bij de subsidievaststelling redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn en op grond waarvan de subsidie lager dan overeenkomstig de subsidieverlening zou zijn vastgesteld;
- b.
indien de subsidievaststelling onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of behoorde te weten, of
- c.
indien de subsidieontvanger na de subsidievaststelling niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.
- 2.
De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop de subsidie is vastgesteld, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.
- 3.
De subsidievaststelling kan niet meer worden ingetrokken of ten nadele van de ontvanger worden gewijzigd indien vijf jaren zijn verstreken sedert de dag waarop zij is bekendgemaakt dan wel, in het geval, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, sedert de dag waarop de handeling in strijd met de verplichting is verricht of de dag waarop aan de verplichting had moeten zijn voldaan.
Hoofdstuk 6 Betaling en terugvordering
Artikel 19 Betaling
- 1.
Reguliere subsidies worden overeenkomstig de beschikking tot subsidieverlening betaald in termijnen. Indien feiten of omstandigheden aanleiding geven tot een lagere vaststelling van de subsidie over het betreffende boekjaar of de betreffende subsidieperiode, kan verrekening plaatsvinden door inhouding op de nog uit te betalen subsidie in hetzelfde jaar of de resterende jaren uit de betreffende subsidieperiode dan wel bij de verlening van de subsidie over de volgende subsidieperiode.
- 2.
Reguliere subsidies ter hoogte van een jaarlijks vast te stellen bedrag worden ineens betaald op een nader door het college te bepalen tijdstip mits met betreffende subsidieontvanger geen andere afspraken zijn gemaakt inzake subsidiebetaling.
- 3.
Incidentele subsidies worden binnen vier weken na de subsidievaststelling betaald.
- 4.
Indien door de subsidieaanvrager bezwaar wordt gemaakt tegen de subsidiebeschikking, kan het college toch tot gehele of gedeeltelijke uitbetaling overgaan zolang nog niet op het bezwaarschrift is beslist.
Artikel 20 Voorschotten
- 1.
Het college kan bij subsidieverlening voorschotten verlenen.
- 2.
De beschikking tot voorschotverlening vermeldt het bedrag van het voorschot, dan wel de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald, alsmede de data waarop de voorschotten betaald worden.
- 3.
Bij de subsidievaststelling worden betaalde voorschotten verrekend met het bedrag van de subsidie.
- 4.
Tenzij in de beschikking anders is bepaald, bedraagt het voorschot bij incidentele subsidie 90% van het te verstrekken subsidiebedrag.
Artikel 21 Terugvordering
Onverschuldigd betaalde subsidiebedragen en voorschotten kunnen worden teruggevorderd voor zover na de dag waarop de subsidie is vastgesteld dan wel de subsidieontvanger na de subsidievaststelling niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen, nog geen vijf jaar zijn verstreken.
Hoofdstuk 8 Bijzondere bepalingen reguliere subsidieverlening
Paragraaf 8.1 Muziek
Artikel 23 Instrumentale muziek
- 1.
Voor de toepassing van deze verordening wordt onder instrumentale muziek verstaan: muziek in groepsverband beoefend door harmonieën en fanfares, inclusief andere onderdelen.
- 2.
Om voor subsidie in aanmerking te komen dient een vrijwilligersorganisatie op het terrein van de instrumentale muziek:
- a.
aangesloten te zijn bij een landelijk of provinciaal erkende bond of overkoepelend orgaan;
- b.
medewerking te verlenen aan minimaal vier openbare voorstellingen in Eijsden-Margraten;
- c.
te beschikken over een erkende dirigent of instructeur die voldoet aan de minimum eisen van vakbekwaamheid, zoals die door de Bond van Orkestdirigenten zijn gesteld als toetredingsvoorwaarden tot haar vakorganisatie dan wel de dirigent of instructeur bij voornoemd organisatie staat ingeschreven als studerende, aankomende dirigent of instructeur.
- d.
te beschikken over minimaal 15 leden.
- 3.
De subsidie bestaat uit een vast bedrag en een bedrag per lid op basis van vastgestelde bandbreedte.
- 4.
De subsidie in het aantal leden wordt verstrekt op basis van het aantal leden waarvoor in het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar of subsidieperiode contributieafdracht is gedaan bij de Limburgse bond van Muziekgezelschappen.
Artikel 24 Vocale muziek
- 1.
Onder vocale muziek vallen wereldlijke en kerkelijke zangkoren, jeugd- en jongerenkoren, kinderkoren, orgelconcerten en de jaarlijkse Korendag.
- 2.
Om voor subsidie in aanmerking te komen dienen zangkoren en jeugdkoren:
- a.
aangesloten te zijn bij een provinciaal of landelijk erkende bond of koepelorganisatie van koren;
- b.
medewerking te verlenen aan minimaal vier openbare voorstellingen in Eijsden-Margraten;
- c.
minimaal te beschikken over 15 leden;
- d.
lid a. is voor jeugdkoren facultatief van toepassing.
- 3.
De subsidie bestaat uit een vast bedrag per koor/orgelconcert /Korendag.
Paragraaf 8.2. Kunst en cultuur
Onder kunst en cultuur vallen schutterijen, toneel, dans, carnaval, jonkheid, heemkunde, St. Nicolaasviering, culturele activiteiten en oranjecomités.
Artikel 25 Schutterijen
- 1.
Voor de toepassing van deze verordening wordt onder schutterij verstaan de instelling die zich richt op activiteiten ter instandhouding en bevordering van het schutterswezen en de schutterijfolklore.
- 2.
Om voor subsidie in aanmerking te komen dient een schutterij:
- a.
aangesloten te zijn bij een provinciaal, landelijk of internationaal erkende bond of koepelorganisatie van schutterijen of, indien van toepassing, aangesloten te zijn bij de Koninklijke Nederlandse Schutters Associatie (KNSA);
- b.
te beschikken over minimaal 15 leden;
- c.
minimaal eenmaal per jaar een openbare activiteit te organiseren in Eijsden-Margraten.
- 3.
De subsidie bestaat uit een vast bedrag per schutterij.
Artikel 26 Toneel
- 1.
Voor de toepassing van deze verordening wordt onder toneel verstaan het beoefenen van de toneelkunst.
- 2.
Om voor subsidie in aanmerking te komen dient een toneelvereniging:
- a.
aangesloten te zijn bij een provinciaal of landelijk erkende bond of koepelorganisatie van amateurtoneelverenigingen;
- b.
te beschikken over 15 leden;
- c.
minimaal eenmaal per jaar een openbare activiteit te organiseren in Eijsden-Margraten.
- 3.
De subsidie bestaat uit een vast bedrag per toneelvereniging.
Artikel 27 Dans
- 1.
Voor de toepassing van deze verordening wordt onder dans verstaan het beoefenen van de danskunst in de vorm van klassiek ballet, jazzballet, carnavalsdansen of moderne (groeps)dans.
- 2.
Om voor subsidie in aanmerking te komen dient een dansvereniging:
- a.
aangesloten te zijn bij een provinciaal of landelijk erkende bond of koepelorganisatie van amateurdansverenigingen;
- b.
te beschikken over minimaal 15 leden;
- c.
minimaal eenmaal per jaar een openbare activiteit te organiseren in Eijsden-Margraten.
- 3.
De subsidie bedraagt een vast bedrag per vereniging en een bedrag per jeugdlid op basis van vastgestelde bandbreedte.
Artikel 28 Culturele activiteiten
- 1.
Voor de toepassing van deze verordening wordt onder culturele activiteiten verstaan het uitvoeren van activiteiten die naar het oordeel van het college bijdragen aan het instandhouden en uitdragen van de culturele identiteit van Eijsden-Margraten.
- 2.
Om voor subsidie in aanmerking te komen dient minimaal eenmaal per jaar een openbare activiteit per organisatie plaats te vinden in Eijsden-Margraten.
- 3.
De subsidie bestaat uit een vast bedrag per organisatie.
Artikel 29 Carnaval
- 1.
Voor de toepassing van deze verordening wordt onder carnaval verstaan de activiteit van de instelling die zich richt op de instandhouding van de viering van carnaval als algemeen volksvermaak in de vorm van optocht, revue etc.
- 2.
Om voor subsidie in aanmerking te komen dient een carnavalsvereniging:
- a.
aangesloten te zijn bij een lokale, regionale of provinciale erkende bond of koepelorganisatie van carnavalsverenigingen;
- b.
medewerking te verlenen aan minimaal eenmaal per jaar een openbare activiteit in Eijsden-Margraten;
- c.
te beschikken over minimaal 15 leden.
- 3.
De subsidie bestaat uit een vast bedrag voor een volwassenencarnavalsvereniging en een vast bedrag voor een jeugdcarnavalsvereniging.
Artikel 30 Jonkheden
- 1.
Voor de toepassing van deze verordening wordt onder jonkheid verstaan de instelling die zich richt op activiteiten ter instandhouding en bevordering van kleinschalige cultuur-historische en lokaal bepaalde tradities.
- 2.
Om voor subsidie in aanmerking te komen dient een jonkheid minimaal eenmaal per jaar de processie c.q. bronk te organiseren in de betreffende kern.
- 3.
Per kern kan maximaal een instelling in aanmerking komen voor een subsidie.
De subsidie bestaat uit een vast bedrag per kern.Voor 2 kernen geldt een uitzondering betreffenden het maximaal aantal instellingen die in aanmerking kunnen komen voor een subsidie, namelijk:
- a.
Oost-Maarland: maximaal 2 instellingen
- b.
Eijsden: maximaal 3 instellingen.
Artikel 31 Heemkunde
- 1.
Voor de toepassing van deze verordening wordt onder heemkunde verstaan de instelling die zich richt op bevordering van onderzoek, bestudering en beschrijving van de lokale geschiedenis, gebruiken en gewoonten, het doen van publicaties daarover, alsmede het verzamelen, conserveren en beschrijven van voorwerpen, geschriften etc.
- 2.
Om voor subsidie in aanmerking te komen dient een heemkunde instelling te voldoen aan het beschrevene in lid 1.
- 3.
De subsidie bestaat uit een vast bedrag per instelling.
Artikel 32 Natuureducatie
- 1.
Voor de toepassing van deze verordening wordt onder natuureducatie verstaan de activiteiten van de instelling die zich op educatieve grondslag richt op instandhouding en bevordering van natuur en milieu, alsmede de voorlichting en informatieverstrekking daarover.
- 2.
Om voor subsidie in aanmerking te komen dient een natuureducatie instelling te voldoen aan het beschrevene in lid 1.
- 3.
De subsidie bestaat uit een vast bedrag per vereniging en een bedrag per jeugdlid op basis van vastgestelde bandbreedte.
Artikel 33 Instandhouden van veldkruisen en kapellen
- 1.
Voor de toepassing van deze verordening wordt onder het in stand houden van veldkruisen en kapellen verstaan de activiteiten van de instelling die zich richt op het verzorgen, instandhouden, inventariseren en beschrijven van veldkruisen en kapellen.
- 2.
Om voor subsidie in aanmerking te komen dient een instelling te voldoen aan het beschrevene in lid 1.
- 3.
De subsidie bestaat uit een vast bedrag per kern.
Artikel 34 St. Nicolaasviering
- 1.
Voor de toepassing van deze verordening wordt onder St. Nicolaasviering verstaan de activiteiten van de instelling die zich richt op instandhouding van de folkloristische gebruiken met betrekking tot Sint Nicolaas, in het bijzonder gericht op kinderen, ouderen en zieken.
- 2.
Om voor subsidie in aanmerking te komen dient een instelling te voldoen aan het beschrevene in lid 1.
- 3,
Per kern kan maximaal één instelling in aanmerking komen voor subsidie.
- 4,
De subsidie bestaat uit een vast bedrag per kern, afhankelijk van kerngrootte.
Artikel 35 Koninginnedagviering
- 1.
Voor de toepassing van deze verordening wordt onder Koninginnedagviering verstaan de activiteiten van de instelling die zich richten op instandhouding van de viering van de nationale feestdagen Koninginnedag.
- 2.
Om voor subsidie in aanmerking te komen dient een instelling te voldoen aan het beschrevene in lid 1.
- 3.
Per kern kan maximaal één instelling in aanmerking komen voor subsidie.
- 4.
De subsidie bestaat uit een vast bedrag per kern, afhankelijk van kerngrootte.
Paragraaf 8.3. Sport
Onder sport vallen buiten- en binnensportactiviteiten in niet beroepsmatig georganiseerd verband, die gericht zijn op de sportieve en recreatieve ontspanning.
Artikel 36 Binnensport
- 1.
Om voor subsidie in aanmerking te komen dient een binnensportvereniging aangesloten te zijn bij een door de NOC*NSF erkende landelijke organisatie en deel te nemen aan de door deze bond georganiseerde competitie.
- 2.
De subsidie in het aantal leden wordt verstrekt op basis van het aantal leden dat daadwerkelijk de sport van de betreffende vereniging beoefent en contributie betaalt op 1 januari van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar of subsidieperiode.
- 3.
De subsidie bestaat uit een vast bedrag per vereniging en een bedrag per jeugdlid op basis van bandbreedte.
- 4.
Voor de schaak- en zwemvereniging bestaat het subsidie uit een vast bedrag.
- 5.
Om voor subsidie in aanmerking te komen die de vrijwilligersorganisatie te beschikken over minimaal 15 leden.
Artikel 37 Buitensport
- 1.
Om voor subsidie in aanmerking te komen dient een buitensportvereniging aangesloten te zijn bij een door de NOC*NSF erkende landelijke organisatie en deel te nemen aan de door deze bond georganiseerde competitie.
- 2.
De door de gemeente erkende en in het subsidieprogramma opgenomen buitensportverenigingen betalen een genormeerde huurprijs voor gebruik van de accommodatie.
- 3.
De voor de buitensport verstrekte subsidie 2012 en de te betalen huurtarieven zijn verwerkt in de genormeerde huurprijs.
- 4.
Voor de genormeerde huurprijzen komen in aanmerking:
- -
de buitensportverenigingen die aangesloten zijn bij een door de NOC*NSF erkende landelijke organisatie die deelneemt aan de door deze bond georganiseerde competitie én
- -
die buitensportverenigingen die opgenomen zijn in het subsidieprogramma.
- 5.
Voor de tennisvereniging De Gelimmet bestaat het subsidie uit een vast bedrag.
- 6.
Om voor subsidie in aanmerking te komen die de vrijwilligersorganisatie te beschikken over minimaal 15 leden.
- 7.
Omtrent het bepaalde in lid 1 kan het college hieromtrent nadere regels stellen om hiervan af te wijken.
Artikel 37a Sport overig
- 1.
Voor rij-, atletiek-, en jeu de boulesverenigingen geldt een vast bedrag per vereniging.
- 2.
Om voor subsidie in aanmerking te komen die de vrijwilligersorganisatie te beschikken over minimaal 15 leden.
Artikel 38 Sportevenementen
Het college kan inzake sportevenementen nadere regels stellen.
Paragraaf 8.4. Jeugd- en jongerenwerk
Voor de toepassing van deze verordening wordt onder jeugd- en jongerenwerk verstaan de instelling die zich richt op activiteiten ter instandhouding en bevordering van sociaal culturele educatieve en recreatieve activiteiten voor jongeren.
Artikel 39 Jeugd- en jongerenwerk
- 1.
Om voor subsidie in aanmerking te komen dient een instelling binnen dit segment:
- a.
aangesloten te zijn bij een erkende landelijke of provinciale organisatie;
- b.
naar het oordeel van het college over een voldoende gekwalificeerd vrijwilligerskader te beschikken;
- c.
activiteiten in minimaal wekelijkse frequentie uit te voeren.
- 2.
De subsidie bestaat uit vaste bedragen per instelling.
Artikel 40 Kindervakantiewerk
- 1.
Voor de toepassing van deze verordening wordt onder kindervakantiewerk verstaan de instelling die zich richt op lokale, sociaal-culturele en recreatieve activiteiten voor kinderen gedurende één of twee weken in de zomervakantie.
- 2.
Om voor subsidie in aanmerking te komen dient een instelling te voldoen aan het beschrevene in lid 1.
- 3.
De subsidie bestaat uit een vast bedrag per organisatie.
Paragraaf 8.5 Ouderenwerk
Artikel 41 Ouderenwerk
- 1.
Onder ouderenwerk wordt verstaan een door het college erkende organisatie, werkzaam op het terrein van het ouderenwerk. De activiteiten van de organisatie zijn specifiek gericht op het bieden van een regelmatige en passende vrijetijdsbesteding aan haar leden en het ontplooien van activiteiten die gericht zijn op het bevorderen van de zelfstandigheid en de maatschappelijke integratie van ouderen.
- 2.
Om voor subsidie in aanmerking te komen dient een vereniging te voldoen aan
- a.
het beschrevene in lid 1;
- b.
een maal per maand activiteiten uit te voeren.
- 3.
De subsidie bedraagt een vast bedrag per vereniging en een bedrag per lid op basis van vastgestelde bandbreedte.
- 4.
De ledensubsidie aan ouderenwerk wordt verstrekt op grond van het aantal contribuerende leden dat 60 jaar of ouder is en niet beroepsmatig actief is op 1 januari van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar.
Artikel 42 Voorziening gehandicapten/ouderenbeleid
- 1.
Ter ondersteuning van vrijwilligers en belangenbehartigers voor de doelgroepen gehandicapten en ouderen kan het college subsidie beschikbaar stellen.
- 2.
De subsidie bedraagt een vast bedrag per organisatie.
Paragraaf 8.6 Overig
Artikel 43 Vrouwenverenigingen
- 1.
Voor de toepassing van deze verordening wordt onder vrouwenvereniging verstaan de instelling die overwegend of uitsluitend sociaal-culturele activiteiten ontplooit, speciaal gericht op vrouwen.
- 2.
Om voor subsidie in aanmerking te komen dient een vrouwenvereniging:
- a.
te voldoen aan het beschrevene in lid 1;
- b.
te beschikken over minimaal 15 leden;
- c.
minimaal viermaal per jaar een activiteit te organiseren.
- 3.
De subsidie bestaat uit een vast bedrag per vereniging en een bedrag per lid op basis van vastgestelde bandbreedte
Artikel 44 Parochies
- 1.
Voor de toepassing van deze verordening wordt onder parochie verstaan een parochie van het bisdom Roermond gelegen in de gemeente Eijsden-Margraten.
- 2.
Ter stimulering van de sociaal-maatschappelijke activiteiten ten behoeve van parochianen kan een parochie, zoals omschreven in lid 1, in aanmerking komen voor subsidie.
- 3.
De subsidie bestaat uit een vast bedrag per kerngrootte.
Artikel 45 EHBO verenigingen
- 1.
Voor de toepassing van deze verordening wordt onder EHBO vereniging bestaan de instelling die zich richt op activiteiten ter instandhouding en bevordering van lokale scholing en dienstverlening met betrekking tot het verlenen van eerste hulp bij ongelukken.
- 2.
Om in aanmerking te komen voor een subsidie dient een EHBO vereniging te voldoen aan het beschrevene in lid 1 en aangesloten te zijn bij een erkende landelijke of provinciale organisatie voor EHBO.
- 3.
De subsidie bestaat uit een vast bedrag per kerngrootte c.q. werkgebied.
- 4.
Om voor subsidie in aanmerking te komen dient de EHBO vereniging te beschikken over minimaal 15 leden.
Artikel 46 Vrijwilligersorganisaties gezondheidszorg
- 1.
Ter ondersteuning van vrijwilligers in de gezondheidszorg kan het college subsidie beschikbaar stellen.
- 2.
De subsidie bedraagt een vast bedrag per organisatie.
Artikel 47 Vluchtelingenwerk en Ontwikkelingssamenwerking
- 1.
Voor instellingen die projecten op het gebied van vluchtelingenwerk of ontwikkelings-samenwerking initiëren c.q. ondersteunen kan het college subsidie beschikbaar stellen.
- 2.
Subsidie op grond van deze regeling wordt uitsluitend verstrekt aan: Eijsden-Margratense organisaties of instellingen of een Eijsden-Margratense afdeling van een landelijke organisatie of instelling voor ontwikkelingssamenwerking die projecten op het gebied van vluchtelingenwerk of ontwikkelingssamenwerking initiëren c.q. ondersteunen.
- 3.
De subsidie is gelijk aan het door de stichting zelf ingebrachte bedrag, waarbij er een maximaal subsidiebedrag € 1.000,- per jaar is.
- 4.
Voor ontwikkelingssamenwerkingsprojecten voor scholieren geldt een subsidie van €100,- per scholier woonachting in gemeente Eijsden-Margraten, waarbij het maximum geldt van 10 scholieren per jaar. De volgorde van datum binnenkomst subsidieaanvraag is hierbij bepalend.
- 5.
Per organisatie is maximaal 1 project/activiteit per jaar subsidiabel.
- 6.
Omtrent het bepaalde in lid 3, 4, en 5 kan het college hieromtrent nadere regels stellen om hiervan af te wijken.
- 7.
De subsidieaanvraag dient uiterlijk 1 april van het jaar waarin de activiteit plaats vindt aangevraagd te worden.
Artikel 48 Gemeenschapshuizen
Het college kan inzake gemeenschapshuizen nadere regels stellen.
Hoofdstuk 9 Slotbepalingen
Artikel 49 Aanpassing subsidies/vaste bedragen
Eenmaal per vier jaar of bij aanvang va de nieuwe subsidieperiode wordt door het college bezien of de hoogte van de te verlenen subsidies en vaste bedragen aangepast dient te worden.
Artikel 50 Hardheidsclausule
Het college kan van bepalingen in deze verordening afwijken, voor zover toepassing ervan zou leiden tot gevolgen die onevenredig zijn in verhouding tot de met de betrokken bepalingen ten dienen belangen/doelen.
Artikel 51 Bijzondere gevallen
In gevallen waarin deze verordening niet of niet voldoende voorziet, beslist het college.
Artikel 52 Overgangsbepalingen
- 1.
Op subsidies die voor de inwerkingtreding van deze deelverordening zijn verleend of vastgesteld blijven de bepalingen zoals die zijn opgenomen in de Subsidieverordening Welzijn en Sport gemeente Eijsden 2002 dan wel de Subsidieverordening welzijnswerk gemeente Margraten van toepassing.Verleende subsidies die nog niet zijn vastgesteld vallen onder de werking van verordening. Daar waar bij de vaststelling sprake is van gewijzigde voorwaarden zal de voor de instelling meest gunstige voorwaarde voor de vaststelling van de subsidie worden genomen. Deze verordening is voor de structurele subsidieverlening voor het eerst van toepassing op de subsidieperiode 2013-2016.
- 2.
Voor structurele (regulier) subsidieontvangers die vallen onder artikel 47 van deze deelverordening is het bepaalde in artikel 47 per 1.1.2016 van toepassing.
Artikel 53 Inwerkingtreding
Deze deelverordening treedt per 1 januari 2015.