Organisatie | Tilburg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening basisregistratie personen |
Citeertitel | Verordening basisregistratie personen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening gemeentelijke basisregistratie personen die op 14 januari 2013 is vastgesteld.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-12-2014 | 06-01-2014 | nieuwe regeling | 15-12-2014 | 15 december 2014, nr. 24 |
Deze verordening verstaat onder:
Artikel 2. Verantwoordelijkheid en beheer van de basisregistratie personen en het autorisatiebesluit
Artikel 3. Doel van de basisregistratie personen
De basisregistratie personen heeft tot doel:
Artikel 4. Categorieën van personen over wie gegevens worden verwerkt en de verwerkte gegevens
In de basisregistratie personen worden gegevens verwerkt over ingeschrevenen en niet-ingezetenen.
Artikel 5. Verbanden met andere gemeentelijke gegevensverwerkingen
Op grond van een door de verantwoordelijke te nemen besluit worden, met het oog op het met elkaar in verband brengen van deze gegevens met de in de basisregistratie vastgelegde gegevens, op systematische wijze de gegevens uit de basisregistratie verstrekt aan binnengemeentelijke organen die deze gegevens nodig hebben voor de uitvoering van hun taken.
Artikel 6. Rechtstreekse toegang tot de basisregistratie personen en tot de GBA-V.
Rechtstreekse toegang tot de basisregistratie personen en de GBA-V hebben:
Artikel 7. Overige verstrekking aan binnengemeentelijke organen en de gegevens die worden verstrekt
Met inachtneming van artikelen 3.8 van de wet worden aan door de verantwoordelijke aan te wijzen binnengemeentelijke organen gegevens uit de basisregistratie personen systematisch verstrekt ten behoeve van de uitvoering van de aan hen opgedragen taken.
De beheerder houdt van het verstrekken van gegevens uit de basisregistratie gedurende twintig jaren volgend op verstrekking aantekening van de verstrekking van gegevens, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.11 van de wet.
Artikel 13. Verwijdering van gegevens
Gegevens van geregistreerden en aangehaakte gegevens worden door de beheerder uit de basisregistratie personen verwijderd na een daartoe strekkend besluit van de verantwoordelijke. De beheerder verwijdert deze gegevens binnen 3 maanden na dit besluit.
De beheerder treft ten behoeve van de technische en organisatorische beveiliging de maatregelen als vermeld in het door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde informatiebeleid en de daaruit voortvloeiende beveiligingsplannen.
Vernietiging van gegevens van geregistreerden en aangehaakte gegevens geschiedt met inachtneming van de Archiefwet 1995 en de lijst zoals opgenomen in bijlage 6 bij de Regeling Basisregistratie personen
De beheerder brengt jaarlijks naar aanleiding van de resultaten van de zelfevaluatie verslag uit over de gegevensverstrekking aan derden als bedoeld in de artikel 3.9 van de wet BRP en de daaromtrent ingediende klachten als omtrent de afhandeling van die klachten.
Artikel 17. Bestuurlijke Boete
Het college is op grond van het bepaalde in artikel 4.17 van de Wet bevoegd tot het opleggen van een bestuurlijke boete van ten hoogste 325 euro.
In dit artikel worden de begripsbepalingen uitgewerkt. De verordening betreft de basisregistratie personen. In deze basisregistratie worden gegevens geregistreerd van alle personen die in Nederland woonachtig zijn, overledenen en niet-ingezetenen. Niet ingezetenen zijn personen die niet in Nederland wonen, maar die wel een relatie hebben met (meerdere) Nederlandse overheidsinstellingen. De basisregistratie bevat naast gegevens de zogenaamde aangehaakte gegevens. Dat zijn gegevens van voormalige inwoners van Tilburg, die nog in gebruik zijn, maar die strikt formeel geredeneerd niet tot de basisadministratie worden gerekend.
Artikel 2. Verantwoordelijkheid en beheer
De Wet BRP wijst in artikel 1.4 het college van burgemeester en wethouders aan als verantwoordelijke voor de bijhouding van persoonsgegevens van ingezetenen in de basisadministratie. Opneming van die verantwoordelijkheid in de verordening is daarom op zichzelf niet nodig. Wel is het noodzakelijk de verantwoordelijkheid en het beheer van basisregistratie personen, als overkoepelende voorziening waarvan de basisadministratie deel uitmaakt, te beleggen.
Het beheer van de basisregistratie personen is belegd bij het afdelingshoofd Informatievoorziening.
Artikel 3. Doel van de basisregistratie personen
In het doel van de basisregistratie personen komt tot uitdrukking ten behoeve van welke organen en instellingen de gegevens worden geadministreerd. Bovendien geeft dit artikel aan ten behoeve waarvan deze organen en instellingen gegevens verstrekt kunnen krijgen.
Artikel 4: Categorieën van personen en de persoonsgegevens
Het verplicht gebruik van de gegevens van personen betreft alle ingezetenen die in de basisadministratie zijn opgenomen.
Artikel 5. Verbanden met andere registraties
Op grond van dit artikel vindt verstrekking van persoonsgegevens uit de basisregistratie personen aan andere binnengemeentelijke afdelingen plaats. Het aanleggen van verbanden hangt samen met het gemeentelijk informatiebeleid.
Het is om redenen van efficiency aan te bevelen om het aanwijzen van de verbanden tussen de basisregistratie personen en andere gegevensverzamelingen over te laten aan het college, binnen de door de wet en door de raad in de verordening gestelde kaders.
Artikel 6. Rechtstreekse toegang tot de basisregistratie personen en de GBA-V.
Rechtstreekse toegang wil zeggen: het via een "on-line verbinding" kunnen raadplegen of muteren van gegevens, zonder tussenkomst van anderen. Onderdeel a en b regelen de toegang van de beheerder en de medewerkers bij de teams KCC en Basisregistraties en Gemeentelijke Heffingen tot de BRP.
Het past in de bevoegdheidsverdeling tussen raad en college en het is praktisch om het aanwijzen van gemeentelijke organisatieonderdelen aan het college te delegeren. Bij organisatieveranderingen hoeft de verordening dan niet gewijzigd te worden. In de schriftelijke aanwijzing door de beheerder wordt de toegang tot de basisregistratie personen door middel van autorisaties beperkt tot het raadplegen van gegevens die nodig zijn voor de uitvoering van de taken van de betrokken medewerkers.
Buiten gemeentelijke organen en derden mogen geen rechtstreekse toegang hebben tot de basisadministratie. Ze komen dan ook niet voor in deze bepaling.
Artikel 7. Verstrekking van gegevens aan binnengemeentelijke organen
Er zijn binnengemeentelijke organen aan wie systematisch gegevens worden verstrekt zonder dat hun rechtstreekse toegang tot de basisregistratie personen is gegeven. In dit verband kan worden gedacht aan periodieke selecties.
Het is praktisch om zoals reeds opgemerkt in de voorgaande artikelen, de regeling van het systematisch verstrekken van gegevens aan het college over te laten.
Artikel 8. Overige verstrekkingen
Gemeenten hebben de bevoegdheid om op basis van artikel 3.9 van de Wet BRP bij of krachtens verordening te bepalen of en in welke mate gegevens worden verstrekt uit de basisadministratie aan derden. Voorwaarde is dat het gemeentelijk verstrekkingenbeleid is vastgelegd in een gemeentelijke verordening.
( Zie uitgebreide toelichting onder het kopje ' Verstrekkingen uit de basisregistratie' in het raadsvoorstel )
Dit artikel regelt de verplichting van bestuursorganen om bij gerede twijfel aan de juistheid van de authentieke gegevens terug te melden aan de beheerder van de basisadministratie. Gegevensuitwisselingen beperken zich in het algemeen niet uitsluitend tot de authentieke gegevens. Ook in de niet-authentieke gegevens kunnen eventuele fouten voorkomen, die door daartoe door het college aan te wijzen organen teruggemeld moeten kunnen worden.
Op grond van artikel 2.34, van de wet BRP is het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid toegekend om
De ‘terugmelding aan de basisadministratie’ houdt zowel terugmelding in aan de gemeente Tilburg als ook aan andere gemeenten.
De wet BRP regelt uitputtend de rechten van de burger met betrekking tot inzage, correctie en verwijdering van diens gegevens in de basisadministratie. Op het deel van de basisregistratie dat niet als basisadministratie wordt aangemerkt, is de Wet bescherming persoonsgegevens van toepassing. De rechten die de burger op grond van die wet heeft, zijn overgenomen in deze verordening.
Nieuw in de Wet BRP is de plaats onafhankelijke inzage. De burger kan bij elk willekeurig college van B&W informeren of er persoonsgegevens over hem worden verwerkt en verzoeken om een uittreksel uit de basisadministratie. In de Wet BRP is de termijn van het bewaren van protocolleringsgegevens over verstrekkingen, als gevolg van recente jurisprudentie verhoogt van 1 naar 20 jaren.
De BRP stelt een aantal eisen op het gebied van beveiliging:
Artikel 6 Besluit BRP stelt dat er voldoende voorzieningen van technische en organisatorische aard getroffen moeten zijn ter beveiliging van de in de BRP vermelde gegevens tegen verlies of aantasting van deze gegevens en tegen onbevoegde kennisneming, wijziging of verstrekking van deze gegevens.
Het daarin gestelde is uit te splitsen naar de volgende aandachtsgebieden:
In Tilburg zijn er maatregelen getroffen op deze terreinen. De maatregelen zullen worden opgenomen in een beveiligingsplan.
Vernietiging van gegevens van geregistreerden en aangehaakte gegevens geschiedt met inachtneming van de Archiefwet 1995 en de lijst zoals opgenomen in bijlage 6 bij de Regeling Basisregistratie personen
Ook hier geldt dat het praktisch is om de regeling van de verstrekking van gegevens op grond van deze bepaling, over te laten aan het college. Wij tekenen daar bij aan dat de Auditcommissie toeziet op de uitvoering van deze bepaling door middel van het jaarlijks aan de Auditcommissie uit te brengen verslag over de gegevensverstrekking aan derden, hetgeen is geregeld in artikel 16 van deze Verordening. Bovendien houdt de beheerder een protocol bij van de gegevensverstrekkingen, waardoor tot een jaar terug is te zien aan wie welke gegevens zijn verstrekt.
Artikel 17 en 18 Bestuurlijke Boete
De noodzakelijke verhoging van de betrouwbaarheid van de gegevens kan ook worden bevorderd door een betere handhaving van de verplichtingen van degenen die de desbetreffende gegevens moeten aanleveren. Dit heeft geleid tot het in de wet opnemen van de mogelijkheid voor de colleges van B&W om een bestuurlijke boete op te leggen. Een college van B&W kan in een aantal gevallen daartoe overgaan indien een ingezetene niet voldoet aan de wettelijke verplichting om desgevraagd inlichtingen te verstrekken die van belang zijn voor de bijhouding van gegevens over hem.
In verband met de invoering op 6 januari 2014 van de Wet basisregistratie personen is de Verordening gemeentelijke basisregistratie persoonsgegevens in zijn geheel, met terugwerkende kracht tot 6 januari 2014, vervangen door de onderhavige Verordening basisregistratie personen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 15 december 2014.