Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Provincie Noord-Brabant

Subsidieregeling doe-budgetten Noord-Brabant

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieProvincie Noord-Brabant
Officiële naam regelingSubsidieregeling doe-budgetten Noord-Brabant
CiteertitelSubsidieregeling doe-budgetten Noord-Brabant
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpleefomgeving, sociale participatie, subsidies, financieel kader

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen. 

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene subsidieverordening Noord-Brabant, art. 2

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen. 

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201516-07-2015nieuwe regeling

16-12-2014

Provinciaal Blad, 2014, 172

3621651

Tekst van de regeling

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

Overwegende dat Provinciale Staten op 21 september 2012 de kaderstellende nota Leefbaarheid@Brabant hebben vastgesteld;

Overwegende dat Provinciale Staten op 4 juli 2014 de motie “Doe-budgetten voor Kleine Kernen” heeft aangenomen;

Overwegende dat de provincie de leefbaarheid wil versterken door het stimuleren van kleine experimenten waarin burgerparticipatie en maatschappelijke initiatieven ruimte krijgen;

Overwegende dat in het Bestuursakkoord “10 voor Brabant” is opgenomen dat provinciaal budget, voortkomend uit een eventuele onderuitputting van de Integrale Dorpsontwikkelingsplannen toegevoegd wordt aan het budget voor leefbaarheid;

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder leefbaarheid: mate waarin de leefomgeving aansluit bij de voorwaarden en behoeften die er door de burger aan worden gesteld.

Artikel 2 Doelgroep

Subsidie kan worden aangevraagd door:

  • a.

     verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid met een maatschappelijke doelstelling;

  • b.

     dorpsraden met volledige rechtsbevoegdheid;

  • c.

     wijkraden met volledige rechtsbevoegdheid.

Artikel 3 Subsidievorm

  • 1  Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze regeling projectsubsidies.

  • 2  Subsidies als bedoeld in het eerste lid, kunnen worden verstrekt in de vorm van een geldbedrag.

Artikel 4 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op het versterken van de leefbaarheid.

Artikel 5 Weigeringsgronden

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

     voor het project reeds subsidie is verstrekt op grond van een andere provinciale subsidieregeling;

  • b.

     het project gericht is op het organiseren van festiviteiten of evenementen.

Artikel 6 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 4 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

     het project wordt uitgevoerd in de provincie Noord-Brabant;

  • b.

     het project draagt bij aan een maatschappelijk belang;

  • c.

     het project heeft lokaal draagvlak;

  • d.

     het project is startklaar;

  • e.

     aan het project liggen ten grondslag:

    • 1°.

       een projectplan, waarin in ieder geval is opgenomen op welke wijze wordt voldaan aan de vereisten in deze regeling;

    • 2°.

       een sluitende begroting.

Artikel 7 Subsidiabele kosten

Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen alle kosten voor subsidie in aanmerking.

Artikel 8 Niet subsidiabele kosten

In afwijking van artikel 7 komen de volgende kosten in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

     kosten voor vrijwilligers;

  • b.

     reguliere kosten van de aanvrager.

Artikel 9 Vereisten subsidieaanvraag

Subsidieaanvragen voor subsidies als bedoeld in artikel 4 worden ingediend binnen de tenderperiode van:

  • a.

     2 maart 2015 tot en met 1 april 2015;

  • b.

     15 september 2015 tot en met 15 oktober 2015;

  • c.

     1 maart 2016 tot en met 1 april 2016;

  • d.

     15 september 2016 tot en met 14 oktober 2016.

Artikel 10 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 4:

  • a.

     voor de tenderperiode, genoemd in artikel 9, onder a, vast op € 200.000;

  • b.

     voor de tenderperiode, genoemd in artikel 9, onder b, vast op €200.000;

  • c.

     voor de tenderperiode, genoemd in artikel 9, onder c, vast op € 200.000;

  • d.

     voor de tenderperiode, genoemd in artikel 9, onder d, vast op € 200.000.

Artikel 11 Subsidiehoogte

De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 4, bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 5.000 per project.

Artikel 12 Verdeelcriteria

  • 1  Projecten als bedoeld in artikel 4, waarvan de aanvraag volledig is en die voldoen aan de vereisten in deze regeling, worden door Gedeputeerde Staten, voor het bepalen van de onderlinge rangschikking, voor advies voorgelegd aan de subsidieaanvragers die in dezelfde periode een volledige aanvraag hebben ingediend die voldoet aan de vereisten in deze regeling.

  • 2  Iedere subsidieaanvrager als bedoeld in het eerste lid, krijgt willekeurig vijf volledig ingediende aanvragen voorgelegd, uitgezonderd zijn eigen aanvraag, en bepaalt hiervan de onderlinge rangschikking door middel van het toekennen van 6, 4, 3, 2 of 0 punten waarbij 6 punten het hoogst is en 0 punt het laagst.

  • 3  Indien de binnen de tenderperiode ingediende volledige subsidieaanvragen het vastgestelde subsidieplafond, genoemd in artikel 10, te boven gaan, nemen Gedeputeerde Staten de rangschikking, bedoeld in het tweede lid, over.

  • 4  Indien toepassing van het derde lid ertoe leidt dat aanvragen op een gelijk puntenaantal eindigen en het subsidieplafond te boven gaan, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door loting.

Artikel 13 Verplichtingen van de subsidieontvanger

De subsidieontvanger heeft in ieder geval de volgende verplichtingen:

  • a.

     het project start binnen drie maanden na bekendmaking van de beschikking tot subsidieverlening;

  • b.

     het project wordt gerealiseerd binnen een jaar na de bekendmaking van de beschikking tot subsidieverlening;

  • c.

     de bevindingen en resultaten van het project worden toegankelijk gemaakt voor derden.

Artikel 14 Prestatieverantwoording

De subsidieontvanger toont desgevraagd aan dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan.

Artikel 15 Evaluatie

Gedeputeerde Staten zenden in 2017 aan Provinciale Staten een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze regeling in de praktijk.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.

Artikel 17 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling doe-budgetten Noord-Brabant.

Ondertekening

’s-Hertogenbosch, 16 december 2014

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter prof. dr. W.B.H.J. van de Donk

de secretaris mw. ir. A.M. Burger