Organisatie | Waterland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Waterland houdende regels omtrent de Participatiewet, IOAW en de IOAZ Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Waterland 2015 |
Citeertitel | Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Waterland 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-07-2018 | 01-01-2018 | artikel 1, 7a, 10, 11, 13 | 07-06-2018 | 337-112 | |
18-11-2016 | 13-07-2018 | artikel 11, 15a, 15b, 15c, 15d | 15-09-2016 | 337-88 | |
04-09-2015 | 18-11-2016 | art. 4, 7a, 11 | 25-06-2015 | 337-58b | |
01-01-2015 | 04-09-2015 | nieuwe regeling | 18-12-2014 Elektronisch Gemeenteblad, 31-12-2014 | 337-42 |
De raad van de gemeente Waterland,
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 2 december 2014;
overwegende dat het wenselijk is om arbeidsinschakeling en door het college noodzakelijk geachte voorziening binnen de kaders van de re-integratieverordening te regelen;
gelet op artikel 8a, eerste lid, aanhef en onder a, c, d, en e, en tweede lid, en 10b, vierde lid van de Participatiewet,
artikelen 34, 35, 36 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers,
artikelen 34, 35 en 36 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte en gewezen zelfstandigen,
Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Waterland 2015.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
doelgroep: personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder a, van de wet, personen als bedoeld in de artikelen 2 en 3 van de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de artikelen 2 en 3 van de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte en gewezen zelfstandigen;
Hoofdstuk 2 Beleid en Financiën
Artikel 2. Budget- en subsidieplafonds
De gemeenteraad kan één of meer budget- of subsidieplafonds voor de verschillende voorzieningen vaststellen. Een vastgesteld budget- of subsidieplafond vormt een weigeringsgrond bij de aanspraak op een specifieke voorziening.
Artikel 3. Evenwichtige verdeling en financiering
Bij de keuze van de mogelijkheden van ondersteuning en het aanbieden van voorzieningen, biedt het college maatwerk. Daarbij wordt door het college een afweging gemaakt, waarbij gekeken wordt of de voorziening, gelet op de mogelijkheden, capaciteiten en wensen van de belanghebbende, het meest doelmatig is met het oog op inschakeling in de arbeid.
Het college houdt bij het aanbieden van de in deze verordening opgenomen voorzieningen rekening met de omstandigheden en functionele beperkingen van een persoon. De omstandigheden hebben in ieder geval betrekking op zorgtaken van die persoon en de mogelijkheid dat hij behoort tot de doelgroep voor een loonkostensubsidie of gebruik maakt van de voorziening beschut werk. Onder zorgtaken wordt in ieder geval verstaan:
Artikel 5. Werkervaringsplaats
Het college kan de werkervaringsplaats ondersteunen met een detacheringsovereenkomst. De werknemer wordt voor het verrichten van arbeid gedetacheerd bij een onderneming. De detachering wordt vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst tussen zowel de werkgever en inlenende organisatie als tussen de werknemer en inlenende organisatie.
Om in aanmerking te komen voor een premie verricht de bijstandsgerechtigde gemiddeld acht uur per week onbeloonde additionele werkzaamheden. De maximale premie genoemd in het derde lid wordt verstrekt bij een gemiddelde arbeidsduur van 36 uur per week. De premie wordt naar rato gekort bij een lager aantal gewerkte uren en verzuim.
Artikel 7a Participatieplekken en beschut werk
Ter uitvoering van de taak genoemd in het vorige lid kan het college naast het zelf, al dan niet via een gemeentelijke uitvoeringsorganisatie, bieden van een dienstbetrekking, ook werkgevers in staat stellen een dienstbetrekking aan te gaan waarbij de betrokkene in een beschutte omgeving en onder aangepaste omstandigheden werkzaamheden verricht.
Wanneer het college voornemens is de beschut voorziening aan te bieden, maakt het college uit de doelgroep een voorselectie. Het college kan met behulp van een screening en/ of verdiepende diagnose beoordelen of een persoon uit de doelgroep uitsluitend in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden kan werken.
Bij het aantal voorzieningen beschut werk neemt het college artikel 10b, vierde lid, van de wet in acht, waarin op basis van een landelijke raming jaarlijkse aantallen voor beschut werk worden vastgelegd in een ministeriële regeling. Bovenop het aantal geraamde beschut werkplekken realiseert het college geen extra dienstbetrekkingen beschut werk.
Onverminderd het bepaalde in het eerste lid krijgt een persoon van wie is vastgesteld dat deze alleen in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft en die nog niet in aanmerking is gekomen voor een beschut werkplek omdat het aantal geraamde beschut werkplekken in één jaar al is gerealiseerd, in beginsel voorrang op personen van wie later is vastgesteld dat zij alleen in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben.
Artikel 8. Scholing en begeleiding
Het college biedt aan een persoon die in het kader van een participatieplaats werkzaamheden verricht, en niet over een startkwalificatie beschikt, na een periode van zes maanden scholing of opleiding aan. Het aanbod vindt alleen plaats nadat in voldoende mate uit onderzoek is gebleken dat de scholing of opleiding een reële bijdrage levert aan de toeleiding naar de arbeidsmarkt.
Artikel 9. Ondersteuning bij leer-werktraject
Het college kan ondersteuning aanbieden aan een persoon uit de doelgroep ten aanzien van wie het college van oordeel is dat een leer-werktraject nodig is, voor zover deze ondersteuning nodig is voor het volgen van een leer-werktraject en het personen betreft:
Artikel 10. Jobcoaching/Persoonlijke ondersteuning
Aan een persoon die behoort tot de doelgroep kan het college persoonlijke ondersteuning bij het verrichten van de aan die persoon opgedragen taken aanbieden in de vorm van begeleiding, de jobcoaching, als hij zonder persoonlijke ondersteuning niet in staat is de aan hem opgedragen taken te verrichten.
Artikel 12. Aansprakelijkheid en ongevallen verzekering
Het college kan aan werkgevers een voorziening bieden voor de dekking van aansprakelijkheid en ongevallen tijdens het onbetaalde werk.
Er kunnen bijzondere omstandigheden zijn waardoor iemand meer tijd nodig heeft om te laten zien dat hij geschikt is voor het werk, zoals de ernst van een ziekte of beperking en/of de complexiteit van het werk / het wennen aan werk. In dit geval bedraagt de proefplaatsing maximaal 6 maanden. Hiervan kan sprake zijn in het geval van specifieke beperkingen bij het plaatsen op een beschutte werkplek.
Artikel 16. Intrekken oude verordening en overgangsrecht
Een persoon die gebruik maakt van een toegekende voorziening op grond van de Re-integratieverordening gemeente Waterland 2009 die moet worden beëindigd op grond van deze verordening, behoudt deze voorziening voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden uit de Re-integratieverordening gemeente Waterland 2009 voor de duur: