Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Ede

Verordening op de heffingen en de invordering van toeristenbelasting 2008

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Ede
Officiële naam regelingVerordening op de heffingen en de invordering van toeristenbelasting 2008
CiteertitelVerordening toeristenbelasting 2008
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerptoeristenbelasting

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de "Verordening toeristenbelasting 2007" van 21 december 2006, welke is ingetrokken per 1 januari 2008. De "Verordening toeristenbelasting 2007" blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Toeristenbelasting moet worden betaald voor overnachtingen van niet-Edenaren. Het betreft alleen overnachtingen waarvoor een vergoeding verschuldigd is.

De tarieven van de forensenbelasting zijn gekoppeld aan de toeristenbelasting.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 224

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201001-01-2012tekstuele wijzigingen

12-11-2009

Ede Stad 23-12-2009

597103
01-01-200801-01-2010nieuwe regeling

13-12-2007

Ede Stad 19-12-2007

BB 2007 24632

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2008

De raad van de gemeente Ede;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 6 november 2007, kenmerk BB 2007 24142;

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    vakantie-onderkomens: woningen en andere verblijven, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;

  • b.

    mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto's, toercaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;

  • c.

    niet-beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en/of voor andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur aangeboden;

  • d.

    vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een seizoen of een jaar plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan.

  • e.

    groepsaccommodatie: accommodatie uitsluitend bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie – en andere recreatieve doeleinden voor groepen van tenminste tien personen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Ter zake van het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente in hotels, pensions, conferentieoorden, opleidingscentra, vakantie-onderkomens, mobiele kampeeronderkomens, niet-beroepsmatig verhuurde ruimten, groepsaccommodaties en op vaste standplaatsen tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente zijn opgenomen, wordt onder de naam 'toeristenbelasting' een directe belasting geheven.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 in hem daartoe ter beschikking staande ruimten dan wel op hem daartoe ter beschikking staande terreinen.

  • 2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.

  • 3. Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 verblijf houdt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:

  • 1.

    Door degene, die:

    • a.

      als verpleegde of verzorgde in een inrichting tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van ouden van dagen verblijft;

    • b.

      verblijf houdt in een gemeubileerde woning, indien hij ter zake van het verblijf in of het beschikbaar houden van die woning, forensenbelasting is verschuldigd.

  • 2.

    Van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, lid 1 van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g en h, van voornoemde wet, en voorzover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2, van deze verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

  • 3.

    a. door een minderjarige die tijdelijk in de gemeente verblijft als deelnemer aan een zogenaamde schoolwerkweek of een scoutingkamp; b. door begeleiders van minderjarigen als bedoeld in 4.3.a.;

  • 4.

    Bij forfaitaire berekening van de heffingsgrondslag, als bedoeld in het eerste en in het tweede lid van artikel 6 worden niet als afzonderlijk onderkomen aangemerkt slaaptentjes van kinderen, welke tentjes behoren tot onderkomens waarin gelijktijdig ouders of verzorgers van die kinderen overnachten.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen.

Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

  • 1. Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking tot:

    • a.

      mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op vaste standplaatsen en in hoofdzaak bestemd voor het verblijf houden door één of meer leden van eenzelfde huishouden gedurende de periode:

      1 januari tot en met 31 december, bepaald op 2,3;

      1 maart tot en met 31 oktober, bepaald op 2,4;

    • b.

      groepsaccommodaties, per accommodatie:

      indien: het aantal slaapplaatsen 50 of minder bedraagt, bepaald op 25;

      meer dan 50 doch niet meer dan 100 slaapplaatsen bedraagt, bepaald op 45.

  • 2. Het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen is overnacht wordt:

    • a.

      ingeval verblijf wordt gehouden in mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op vaste standplaatsen gedurende de periode:

      1 januari tot en met 31 december, bepaald op 80;

      1 maart tot en met 31 oktober, bepaald op 67;

      b.ingeval verblijf wordt gehouden in groepsaccommodaties gedurende de periode 1 januari tot en met 31 december,

    • b.

      indien: het aantal slaapplaatsen 50 of minder bedraagt, bepaald op 44;

      meer dan 50 doch niet meer dan 100 slaapplaatsen bedraagt, bepaald op 37.

Artikel 7 Opteren voor niet-forfaitaire maatstaf van heffing

In afwijking van het bepaalde in artikel 6 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal overnachtingen, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op grond van artikel 6 berekende aantal.

Artikel 8 Belastingtarief

  • 1. Het tarief bedraagt per overnachting € 1,00.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid bedraagt het tarief per overnachting in een hotel € 1,35

Artikel 9 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 10 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 11 Aanslaggrens

Belastingaanslagen van minder dan € 9,00 worden niet opgelegd.

Artikel 12 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 13 Kwijtschelding

Bij de invordering van toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 14 Nachtverblijfregister

  • 1. De belastingplichtige is gehouden per belastingjaar een vanwege de gemeente kosteloos ter beschikking gesteld nachtverblijfregister bij te houden.

  • 2. Het nachtverblijfregister bevat met betrekking tot ieder aan wie gelegenheid tot overnachten wordt verschaft gegevens ten minste betreffende:

    • -

      naam en woonplaats;

    • -

      samenstelling van het gezin of de groep waarmee men reist;

    • -

      datum van aankomst en datum van vertrek;

    • -

      het aantal overnachtingen ter zake waarvan de belasting verschuldigd is.

  • 3. De in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet , bedoelde ambtenaar is bevoegd voor bepaalde gevallen of groepen van gevallen van de in het eerste lid bedoelde verplichting gehele of gedeeltelijke ontheffing te verlenen, zonodig onder door hem te stellen voorwaarden.

Artikel 15 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 16 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d van de Gemeentewet.

Artikel 17 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De 'Verordening toeristenbelasting 2007' van 21 december 2005, bekendgemaakt op 27 december 2006, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2008.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2008.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening toeristenbelasting 2008'.

Ondertekening

Vastgesteld bij raadsbesluit van 13 december 2007, nr. V.R. 2007/87-i.

Bekendgemaakt d.d. 19 december 2007.