Afdeling 1: Algemene bepalingen
Artikel 1: Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
wet: Algemene wet bestuursrecht;
- b.
verwerend orgaan: het bestuursorgaan dat het bestreden besluit
heeft genomen;
- c.
commissie: één der vaste commissies van advies als bedoeld in
artikel 3;
Artikel 2: Inleidende bepaling
- 1.
Ter voorbereiding van de beslissing op bij een bestuursorgaan
ingediende bezwaarschriften worden deze behandeld in één der
commissies als bedoeld in artikel 3.
- 2.
In afwijking van het bepaalde in lid 1 worden bezwaarschriften tegen
besluiten op grond van een wettelijk voorschrift inzake
gemeentelijke belastingen of de Wet waardering onroerende zaken
behandeld door de door het college van burgemeester en wethouders
ingevolge artikel 231, tweede lid, onderdelen b en c van de
Gemeentewet en artikel 1, tweede lid, Wet Waardering onroerende
zaken aangewezen ambtenaren.
- 3.
Het college kan categorieën van besluiten aanwijzen ten aanzien
waarvan een commissie niet bevoegd is de bezwaarschriften te
behandelen.
Artikel 3: Indeling in commissies
- 1.
Er is een commissie, genaamd Bezwarencommissie Personele
Aangelegenheden, ter voorbereiding van de beslissing op
bezwaarschriften die zijn ingediend bij een bestuursorgaan tegen de
door of namens dat bestuursorgaan als werkgever ten aanzien van haar
ambtenaren of daarmede gelijk te stellen werknemers genomen
besluiten.
- 2.
Er is een commissie, genaamd Algemene Bezwaarschriftencommissie, ter
voorbereiding van de beslissing op bezwaarschriften die zijn
ingediend op grond van enige wettelijke regeling, uitgezonderd een
wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering
onroerende zaken.
Artikel 4: Samenstelling der commissies
- 1.
Een commissie als bedoeld in artikel 3 bestaat uit een voorzitter en
ten minste twee leden.
- 2.
De voorzitter en de leden worden door het college benoemd, geschorst
en ontslagen.
- 3.
De voorzitter en de leden van een commissie kunnen geen deel
uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een
bestuursorgaan van de gemeente Deventer.
- 4.
De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.
Artikel 5: Kamers
- 1.
Burgemeester en wethouders kunnen een commissie indelen in één of
meer kamers die belast worden met de behandeling van
bezwaarschriften.
- 2.
Burgemeester en wethouders kunnen voor elke kamer vaststellen welke
categorie of categorieën bezwaarschriften door haar zullen worden
behandeld.
- 3.
Elke kamer bestaat uit ten minste drie leden, te weten een
voorzitter en minstens twee leden, uit het midden van de commissie
aangewezen.
- 4.
Met betrekking tot de werkwijze van ingestelde kamers is het
bepaalde ten aanzien van de werkwijze van de commissie zoveel
mogelijk van overeenkomstige toepassing.
- 5.
Een door een kamer uitgebracht advies wordt aangemerkt als een
advies van een commissie.
Artikel 6: Secretaris
Het secretariaat van een commissie wordt bekleed door een of meer door
burgemeester en wethouders aan te wijzen ambtenaren.
Artikel 7: Zittingsduur
- 1.
De voorzitter en de leden van een commissie worden benoemd voor een
periode van vier jaar. Het is mogelijk één keer herbenoemd te
worden.
- 2.
de voorzitter en de leden van een commissie kunnen op elk moment
ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan het
college.
- 3.
De aftredende of ontslag nemende voorzitter of leden van de
commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is
voorzien.
Artikel 8: Jaarverslag
- 1.
De secretariaten van de in artikel 3 genoemde commissies registreren
de ingediende bezwaarschriften en de daarop genomen
beslissingen.
- 2.
Jaarlijks kan een commissie een jaarverslag uitbrengen. Dit verslag
wordt in ieder geval ter kennis gebracht van de gemeenteraad en de
bestuursorganen waaraan in het verslagjaar is geadviseerd.
- 3.
Het jaarverslag bevat in ieder geval een overzicht van behandelde
zaken en de daarop genomen beslissingen. Voorts kunnen in een
jaarverslag omstandigheden worden gesignaleerd die het indienen van
bezwaarschriften in de hand werken, en kunnen in een jaarverslag
voorstellen worden gedaan om gebleken gebreken in de organisatie of
in procedures te verbeteren.
Afdeling 2: Procedure behandeling door commissie
Artikel 9: Ingediend bezwaarschrift
- 1.
Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst
aangetekend.
- 2.
Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo
spoedig mogelijk in handen van de bevoegde commissie gesteld.
Artikel 10: Bemiddeling
- 1.
In afwijking van het bepaalde in het tweede lid van artikel 11 wordt
in daarvoor door het bestuursorgaan geschikt geachte gevallen
allereerst een bemiddelingspoging gedaan alvorens de zaak in handen
van een commissie wordt gesteld.
- 2.
Het bestuursorgaan kan nadere regels voor bemiddeling
vaststellen.
Artikel 11: Verstrekking van stukken aan een commissie
Het bestuursorgaan is verplicht aan een commissie alle stukken over te
leggen die betrekking hebben op de zaak die onderwerp is van het
bezwaarschrift.
Artikel 12: Vooronderzoek
- 1.
De voorzitter van een commissie is in verband met de voorbereiding
van de behandeling van een bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle
inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.
- 2.
De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de
commissie bij deskundigen, al of niet ambtenaren van de gemeente
zijnde, advies of inlichtingen inwinnen en dezen indien hij dit
nodig oordeelt voorts uitnodigen ter zitting te verschijnen.
Artikel 13: Uitoefening bevoegdheden
De hierna genoemde bevoegdheden zoals vermeld in de wet worden voor de
toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van een
commissie, die hiertoe de secretaris kan machtigen. artikel 2:1, tweede
lid;
artikel 6:17, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens
de behandeling door de commissie; artikel 7:2, voor zover het betreft
het uitnodigen voor de hoorzitting;
artikel 7:4, tweede lid;
artikel 7:6, tweede en vierde lid;
Artikel 14: Hoorzitting
- 1.
De voorzitter van een commissie bepaalt plaats en tijdstip van de
zitting waarin belanghebbenden en het verwerende orgaan in de
gelegenheid worden gesteld zich in persoon of bij gemachtigde te
doen horen.
- 2.
Een commissie kan voorts ambtenaren en andere deskundigen ter
zitting horen.
- 3.
De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de
wet.
Artikel 15: Uitnodiging hoorzitting
- 1.
De voorzitter nodigt belanghebbenden en het verwerende orgaan ten
minste twee weken voor de zitting uit.
- 2.
Indien een belanghebbende of het verwerende orgaan wijziging wenst
van het tijdstip van de zitting, dient zulks binnen drie dagen na de
in het eerste lid bedoelde mededeling, onder opgaaf van redenen, te
worden verzocht aan de voorzitter.
- 3.
De beslissing van de voorzitter op een verzoek als bedoeld in het
tweede lid wordt zo spoedig mogelijk voor het tijdstip van de
zitting aan betrokkenen bekendgemaakt.
- 4.
De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken
of afwijking toe te staan van de termijnen, genoemd in de voorgaande
leden.
- 5.
De voorzitter beslist omtrent een verzoek tot telefonisch horen. Hij
wijst dit verzoek in ieder geval af indien de aard van de zaak zich
zijns inziens daartegen verzet of indien derden-belanghebbenden bij
de zaak zijn betrokken.
Artikel 16: Quorum
Voor de beslissing over het uit te brengen advies is vereist dat
minimaal drie leden, waaronder begrepen de voorzitter, aanwezig
zijn.
Artikel 17: Niet-deelneming aan de behandeling
De voorzitter en de leden van een commissie nemen niet deel aan de
behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in
het geding kan zijn. Zij laten zich zo nodig vervangen.
Artikel 18: Openbaarheid van zitting
- 1.
- 2.
De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van een
commissie of een der aanwezige leden dit nodig oordeelt of indien
een belanghebbende daartoe een verzoek doet.
- 3.
Indien de commissie vervolgens van oordeel is dat gewichtige redenen
zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting
met gesloten deuren plaats.
Artikel 19: Verslaglegging
- 1.
Het verslag als bedoeld in de artikelen 7.7 Awb vermeldt de namen
van de aanwezigen, met daarbij een omschrijving van hun
hoedanigheid. Het houdt een korte vermelding in van hetgeen over en
weer is gezegd en van hetgeen voor het overige ter hoorzitting is
voorgevallen. Indien de hoorzitting geheel of gedeeltelijk niet
openbaar was, of indien belanghebbenden respectievelijk hun
gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt
het verslag hiervan melding. Het verslag verwijst voorts naar de
eventueel ter zitting overgelegde bescheiden.
- 2.
Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris
van een commissie.
- 3.
Aan het bepaalde in dit artikel wordt ook geacht te zijn
voldaan:
- a.
indien het verslag deel uitmaakt van het schriftelijke
advies dat een commissie uitbrengt, of
- b.
door het maken van een geluidsopname.
Artikel 20: Nader onderzoek
- 1.
Indien tijdens de zitting, of na afloop van de zitting doch voordat
het advies is uitgebracht, een nader onderzoek wenselijk blijkt te
zijn, kan de voorzitter van een commissie uit eigen beweging of
opverzoek van een commissie dit onderzoek houden. Verkregen
informatie of adviezen worden in afschrift aan de leden van deze
commissie, het bestuursorgaan en de belanghebbenden toegezonden. Zij
kunnen binnen een daartoe gestelde termijn schriftelijk
reageren.
- 2.
De leden van de commissie, het bestuursorgaan en de belanghebbenden
kunnen binnen een week na verzending van de in het eerste lid
bedoelde nadere informatie of adviezen aan de voorzitter van de
commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe
hoorzitting. De voorzitter beslist omtrent een dergelijk
verzoek.
- 3.
Op een nieuwe hoorzitting als bedoeld in het tweede lid zijn de
bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de
hoorzitting zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.
Artikel 21: Raadkamer en advies
- 1.
Een commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over
het door haar uit te brengen advies.
- 2.
Een commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te
brengen advies. Van minderheidsstandpunten wordt desgewenst in het
advies melding gemaakt. Ingeval de stemmen staken beslist de stem
van de voorzitter.
- 3.
Het advies is gemotiveerd en bevat een voorstel aan het
bestuursorgaan inzake de te nemen beslissing.
- 4.
Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van een
commissie ondertekend.
Artikel 22: Uitbrengen van het advies
Het advies wordt, onder medezending van eventueel door een commissie
ontvangen nadere informatie of adviezen, aan het bestuursorgaan
uitgebracht. Gelijktijdig wordt het advies aan belanghebbenden
toegezonden.