Organisatie | Smallingerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | VERORDENING CLIËNTENPARTICIPATIE PARTICIPATIEWET GEMEENTE SMALLINGERLAND 2015 |
Citeertitel | Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet gemeente Smallingerland 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
De Verordening cliëntenparticipatie wordt per 1 januari 2015 ingetrokken.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | nieuwe regeling | 09-12-2014 | 9 december 2014, volgnr. 6 |
Artikel 2 Opdracht aan het college
Het college neemt bij de uitvoering van artikel 47 van de wet de regels gesteld bij of krachtens deze verordening in acht.
Artikel 7 Wijziging en intrekking verordening
Wijziging of intrekking van deze verordening kan alleen plaatsvinden nadat de Cliëntenraad daarover is gehoord.
Deze verordening kan worden aangehaald als: "Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet gemeente Smallingerland 2015 ".
Aldus vastgesteld door de raad voornoemd in zijn vergadering van 9 december 2014.
voorzitter, griffier,
Artikel 47 van de Participatiewet luidt als volgt:
"De gemeenteraad stelt bij verordening regels over de wijze waarop de personen, bedoelt in artikel 7, eerste lid, of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van deze wet, waarbij in ieder wordt geregeld de wijze waarop:
Met deze verordening geeft de gemeente gestalte aan de wettelijke verplichting van de cliëntenparticipatie genoemd in de Participatiewet.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 2 Opdracht aan het college
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 3 Verantwoordelijkheid college.
In dit artikel wordt de verantwoordelijkheid van het college geformuleerd. Deze reikt verder dan alleen gestalte geven aan de cliëntenparticipatie door middel van het instellen van een Cliëntenraad. Het college streeft ook naar een evenwichtige samenstelling van de Cliëntenraad. De huidige praktijk laat zien dat de Cliëntenraad is samengesteld uit individuele cliënten en cliëntenorganisaties. Dit wenst het college graag zo te behouden. Vandaar dat in de verordening een bepaling is opgenomen die de afspiegeling van de individuele cliënten en cliëntenorganisaties dient te waarborgen.
Het benoemen van leden ook de verantwoordelijkheid van het college. Omdat een college, uitzonderingen daar gelaten, een zittingsduur van 4 jaar heeft en de Cliëntenraad het college adviseert is de benoemingsduur gelijkgesteld aan de zittingsduur van het college..
In lid 5 van artikel 3 is opgenomen dat het college de cliëntenraad tijdig dient te betrekken bij de totstandkoming van het beleid zodat het uitoefenen van invloed op het beleid mogelijk is. In het huishoudelijk reglement als bedoeld in artikel 6 van deze verordening zijn bepalingen opgenomen over de van toepassing zijnde termijnen.
Artikel 4 Taken en bevoegdheden.
De Cliëntenraad fungeert als adviesorgaan van het college. Behalve adviserende taken heeft de Cliëntenraad ook recht op initiatief. De Cliëntenraad kan op verzoek van het college advies uitbrengen over aangelegenheden op het terrein van Werk en Inkomen, maar kan zeker ook zelf het initiatief nemen. Mocht de Cliëntenraad het niet eens zijn met het "gewogen” voorstel van het college aan de gemeenteraad dan kan de Cliëntenraad nog altijd de weg van de reguliere inspraak bewandelen.
Is de Cliëntenraad het oneens met een collegebesluit dat tot de bevoegdheid van het college behoort en dus niet als voorstel aan de raad wordt aangeboden dan is de Cliëntenraad natuurlijk altijd vrij om zijn zienswijze onder de aandacht te brengen van de raad. Tot slot dient te worden vermeld dat in dit artikel ook nadrukkelijk wordt geregeld ten aanzien van welke aangelegenheden de Cliëntenraad geen adviesrecht of recht op initiatief heeft.
Artikel 5 Faciliteiten en onkostenvergoeding.
Door het college wordt jaarlijks een budget beschikbaar gesteld waaruit op basis van een door de Cliëntenraad op te stellen en door het college goed te keuren begroting de kosten van de ambtelijke ondersteuning en andere kosten ,zoals kosten voor deskundigheids-bevordering en organisatiekosten, ten laste kunnen worden gebracht..
Voorts zal het college de Cliëntenraad ook de gelegenheid moeten bieden om zijn taak naar behoren uit te voeren. Daartoe wordt aansluiting gezocht bij de huidige praktijk.
Zo wordt onder andere gratis vergaderruimte beschikbaar gesteld voor de vergaderingen van de Cliëntenraad.
Daarnaast ontvangen de leden van de Cliëntenraad voor het bijwonen van vergaderingen een door het college vast te stellen onkostenvergoeding. Voor wat betreft deze vergoedingen is nadrukkelijk aangegeven dat het om een onkostenvergoeding gaat. Deze vergoedingen dienen niet te worden gezien als middelen, zoals vermeld in artikel 31, eerste lid van de Participatiewet. De onkostenvergoeding komen ten laste van het in lid 1 van dit artikel genoemde budget.
Artikel 6. Huishoudelijk reglement.
Omdat deze verordening op hoofdlijnen is geformuleerd zal het college er zorg voor dragen dat er een huishoudelijk reglement wordt opgesteld en vastgesteld. In het tweede lid staat vermeld wat er in ieder geval in het huishoudelijke reglement geregeld dient te worden. Daarbij is gekozen voor een ruime formulering, maar in het huishoudelijke reglement zaken worden geregeld die verband houden met bijvoorbeeld de wijze van selectie van de leden, de wijze van benoeming, redenen voor beëindigen van het lidmaatschap, de taken van de onafhankelijke voorzitter en de secretaris , de van toepassing zijnde termijnen voor de te door de cliëntenraad te verstrekken adviezen en de vergaderorde van de Cliëntenraad.
Artikel 7 Wijziging en intrekking verordening
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Voor de uitvoering van deze verordening kan het noodzakelijk zijn om nadere regels opstellen. Artikel 8, tweede lid geeft het college de bevoegdheid om deze regels, in overleg met de Cliëntenraad op te stellen. Het gestelde in het derde lid heeft betrekking op de zogenaamde “hardheidsclausule”. Een dergelijke bepaling wordt in de verordening opgenomen om het college enige vrijheid te geven bij het toepassen van de bepalingen.
Toepassen van deze hardheidsclausule dient echter wel tot het uiterste beperkt te worden. Bij het regelmatig toepassen van deze clausule dient aanpassing van de verordening te worden overwogen.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
De gemeenteraad kan slechts zijn controlerende functie op goede wijze vormgeven indien beschikt wordt over de van belang zijnde gegevens. Het college zal de raad jaarlijks voorzien van informatie over de uitvoering van de Participatiewet. Daarin wordt ook informatie over de uitvoering van deze verordening en het functioneren van de Cliëntenraad opgenomen.