Organisatie | Giessenlanden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels ter uitvoering van de Verordening Jeugdhulp bij de gemeente Giesselanden |
Citeertitel | Nadere regels ter uitvoering van de Verordening Jeugdhulp bij de gemeente Giesselanden |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2016 | Nieuwe regeling | 16-12-2014 GVOP, 31 december 2014 | Zaaknummer: 14-16605 - 483 |
In de Verordening Jeugdhulp Zuid Holland Zuid staan de verplichtingen van de gemeenten in de regio als gevolg van de invoering van de Jeugdwet. In de verordening is ruimte gelaten aan colleges voor de uitwerking van een aantal zaken in nadere regels.
Het college kan op grond van artikel 9, leden 3 en 4, nadere regels vaststellen met betrekking tot het Persoonsgebonden Budget (PGB). Ook kan het college op grond van artikel 9 lid 4 nadere regels vaststellen met betrekking tot de voorwaarden van toekenning en de wijze van beoordeling van, en de afwegingsfactoren bij een individuele voorziening. Tenslotte moet het college op grond van artikel 15 lid 4 nadere regels vaststellen voor inspraak en medezeggenschap. In de regeling die voor u ligt zijn deze nadere regels uitgewerkt.
Eerst worden de nadere regels met betrekking tot het PGB uitgewerkt, daarna een nadere regel waarin wordt vastgelegd dat aanvragers van jeugdhulp recht hebben op een second opinion en tenslotte worden inspraak en medezeggenschap met betrekking tot het jeugdhulpbeleid geregeld.
I. Persoons gebonden budget (PGB)
In de Jeugdwet is, in artikel 8.1.1, neergelegd dat:
In de Verordening jeugdhulp is daarnaast, in artikel 9 lid 2, bepaald dat de hoogte van het PGB bepaald wordt aan de hand van en tot het maximum van de kostprijs van een individuele voorziening in natura, die zou zijn verstrekt indien er geen PGB was.
In deze regeling wordt vastgelegd hoe de hoogte van het PGB tot stand komt (onderdeel 1), wat de criteria zijn voor het toekennen van een PGB (onderdeel 2) en worden de voorwaarden vastgelegd waaronder degene aan wie een PGB wordt verstrekt de jeugdhulp kan betrekken van iemand die tot zijn sociale netwerk behoort (onderdeel 3).
1. De wijze waarop de hoogte van het PGB wordt vastgesteld
Het college stelt het tarief voor het PGB vast op basis van het door de jeugdige of zijn ouders ingediende ondersteuningsplan in de zin van artikel 7 lid 3 van de Verordening, waarin tevens een begroting is opgenomen met betrekking tot de concrete invulling van de besteding van dat PGB. Naast de prijs en het aantal uren wordt ook het beoogde resultaat van de ondersteuning vermeld.
1. De hoogte van het PGB bedraagt maximaal 100% van de in de betreffende situatie minst kostbare adequate individuele voorziening in natura. Dat geldt ook als er sprake is van een PGB op basis van de AWBZ als bedoeld in lid 2.
2. Indien de minst kostbare voorziening in tarief hoger uitvalt dan het AWBZ PGB tarief 2014, bedraagt het PGB tarief maximaal het AWBZ tarief 2014.
3. Er geldt een uitzondering voor het PGB-tarief voor kortdurend verblijf. Dat bedraagt euro 101 (per etmaal) conform het AWBZ-tarief van 2014.
Indien de kosten hoger uitvallen dan het bedrag uit artikel 2, wordt het PGB slechts verleend indien de jeugdige of zijn ouders aangeven deze extra kosten zelf te zullen bekostigen.
2. Criteria voor het toekennen van het PGB
Het college kent een individuele voorziening toe uitsluitend indien in het verslag zoals bedoeld in artikel 7 van de Verordening Jeugdhulp wordt vastgesteld dat de jeugdige:
Conform artikel 4 van de Wet verstrekt het college alleen een individuele voorziening in de vorm van een PGB:
3. De voorwaarden waaronder jeugdhulp met een PGB kan worden betrokken bij een persoon uit het sociale netwerk
1.Voor het betrekken van jeugdhulp bij een persoon uit het sociale netwerk, gelden onverminderd de kwaliteitscriteria in hoofdstuk 4 van de Wet.
Personen die behoren tot het sociale netwerk van de aanvrager van een PGB mogen uitsluitend worden ingeschakeld voor deze individuele voorziening indien zij:
2. De vergoeding voor het aanbieden van kortdurend verblijf bedraagt macimaal 30 euro per etmaal.
In de gezondheidszorg bestaat de mogelijkheid om een second opinion aan te vragen als men wil weten wat de mening is van een andere dan de eigen hulpverlener over een bepaalde hulpvraag. De gemeente wil benadrukken dat een dergelijke second opinion ook mogelijk is bij aanvragen voor jeugdhulp. Hiervoor kunnen cliënten een second opinion aanvragen bij een medewerker van het jeugdteam, anders dan de behandelend medewerker. Ook is een second opinion mogelijk bij het Diagnostisch Adviesnetwerk (DAN).
III Inspraak en medezeggenschap
Artikel 8. Cliëntenplatform Zuid-Holland Zuid
Het college stelt cliënten, ingezetenen en vertegenwoordigers van cliëntgroepen, middels een platform, vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende jeugdhulp te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende jeugdhulp. Het college voorziet hierbij het Cliëntenplatform Zuid-Holland Zuid van ondersteuning om zijn rol effectief te kunnen vervullen.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Giessenlanden van 16 december 2014.