Organisatie | Dinkelland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening regelende de bevordering van het actief deelnemen aan culturele, sportieve en educatieve activiteiten en maatschappelijke participatie |
Citeertitel | Verordening bijdragefonds gemeente Dinkelland 2004 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, Algemene wet bestuursrecht, Wet werk en bijstand
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-10-2004 | 15-08-2011 | Onbekend | 16-09-2004 DinkellandVisie 23 september 2004 | Onbekend |
De raad van de gemeente Dinkelland;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 juli 2004;
gelet op de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;
overwegende dat het wenselijk is in een verordening vast te leggen onder welke voorwaarden een in-gezetene van de gemeente Dinkelland in aanmerking kan komen voor een bijdrage uit het bijdragefonds;
de ‘Verordening regelende de bevordering van het actief deelnemen aan culturele, spor-tieve en educatieve activiteiten en maatschappelijke participatie’.
In deze verordening wordt verstaan onder:
bijdragefonds : een door de gemeenteraad van Dinkelland ingesteld fonds, ten laste waarvan, met inachtneming van de in deze verordening opgenomen bepalingen, bijdragen aan ingezetenen van de gemeente Dinkelland kunnen worden toegekend ten behoeve van culturele, sportieve en educatieve activiteiten en maatschappelijke participatie;
aanvrager : de alleenstaande van 18 jaar of ouder c.q. de ouder respectievelijk vertegenwoordiger van een leefeenheid met een zelfstandig inkomen, niet zijnde een inkomen op grond van de Wet studiefinanciering 2000 c.a., die een aanvraag indient voor een bijdrage op grond van het bijdragefonds in verband met actieve deelname van de aanvrager zelf en/of één of meer personen van de leefeenheid aan een culturele, sportieve of educatieve activiteit dan wel maatschappelijke participatie;
persoon : degene die in de gemeente Dinkelland woonachtig is en die daadwerkelijk en actief deelneemt aan tenminste één culturele, sportieve en/of educatieve activiteit, blijkend uit een op naam gesteld abonnement of lidmaatschap van deze activiteit(en) en/of een betalingsbewijs respectievelijk betalingsbewijzen hiervan, afhankelijk van de activiteit(en);
met toepassing van artikel 6 juncto artikel 7 van deze verordening kunnen in de gemeente Dinkelland verblijvende vreemdelingen, anders dan die bedoeld in artikel 8, onder a tot en met e en l van de Vreemdelingenwet 2000, voor de toepassing van deze verordening gelijk worden gesteld:
a. ter uitvoering van een verdrag dan wel een besluit van een vol- kenrechtelijke organisatie; of
b. vreemdelingen die, na rechtmatig verblijf te hebben gehouden in de zin van artikel 8, onder a tot en met e en l van de Vreem- delingenwet 2000, rechtmatig in de gemeente Dinkelland ver- blijf hebben als bedoeld in artikel 8, onder g of h, van de Vreemdelingenwet 2000;
Een aanvraag om een bijdrage wordt uiterlijk vóór 1 maart volgend op het kalenderjaar waarop de bijdrage betrekking heeft schriftelijk ingediend bij het college, door middel van een door het college vast te stellen aanvraagformulier, onder overlegging van inkomens- en vermogensgegevens van de aanvrager c.q. de leefeenheid en de relevante bewijsstukken als bedoeld in artikel 1, aanhef en onder f.
Artikel 3 Voorwaarden om voor een bijdrage in aanmerking te komen
Voor een bijdrage op grond van deze verordening komen ingezetenen van de gemeente Dinkelland in aanmerking, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
het netto inkomen van de aanvrager c.q. de leefeenheid bedraagt niet meer dan 110% van de op de aanvrager c.q. leefeenheid van toepassing zijnde bijstandsnorm op grond van de wet, verhoogd of verlaagd met de op de aanvrager c.q. de leefeenheid van toepassing zijnde verhogingen respectievelijk verlagingen overeenkomstig het bepaalde in de Toeslagenverordening WWB gemeente Dinkelland 2004;
uit de bij de aanvraag overgelegde bescheiden en bewijsstukken als bedoeld in artikel 1, aanhef en onder f blijkt deelname aan tenminste één culturele, sportieve en/of educatieve activiteit door de aanvrager zelf en/of van één of meer tot de leefeenheid van de aanvrager behorende personen, alsmede dat de desbetreffende kosten daartoe zijn gemaakt;
het bij de aanvrager c.q. de leefeenheid aanwezig vermogen, vastgesteld overeenkomstig het be-paalde in Hoofdstuk 3, paragraaf 3.4 van de wet, mag niet meer bedragen dan de op moment van aanvraag op de aanvrager c.q. de leefeenheid toepasselijke vermogensgrens als bedoeld in artikel 34, lid 3 van de wet;
Artikel 4 Niet relevante inkomsten
Niet tot het netto inkomen als bedoeld in artikel 3, aanhef en onder 1 wordt gerekend:
a. inkomsten op grond van de Algemene Kinderbijslagwet;
b. inkomsten op grond van de Huursubsidiewet;
c. een woonkostentoeslag op grond van de wet;
d. uitkeringen en vergoedingen ten behoeve van de aanvrager c.q. de leefeenheid voor specifieke, bij de aanvraag concreet aan te tonen kosten;
e. inkomsten uit arbeid of uitkeringen op grond van de sociale zekerheidswetgeving, waaronder een uitkering op grond van de wet, van thuisinwonende personen van 18 jaar of ouder;
f. bij de aanvraag aanwezig vermogen als bedoeld in artikel 3, aanhef en onder 5;
g. inkomsten uit vermogen van de aanvrager c.q. de leefeenheid, voor zover dat vermogen niet meer bedraagt dan de toepasselijke vermogensgrens als bedoeld in artikel 3, aanhef en onder 5.
Voor zover bij de aanvrager c.q. de leefeenheid in het desbetreffende kalenderjaar sprake is van kosten van bezoek aan een schouwburg wordt de bijdrage als bedoeld in artikel 1, aanhef en onder d tevens voor dat kalenderjaar verhoogd met 50% van de aantoonbaar gemaakte kosten, tot een maximum per persoon per kalenderjaar van:
In bijzondere gevallen en voor zover toepassing van deze verordening tot een onbillijkheid van overwegende aard leidt, kan het college afwijken van het in deze verordening bepaalde en terzake op individuele gronden een nadere beslissing nemen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 16 september 2004.
De griffier, De voorzitter,
Mr. O.J.R.J. Huitema Mr. F.P.M. Willeme
Toelichting Verordening bijdragefonds gemeente Dinkelland 2004
Het fonds beoogt, door middel van het toekennen van bijdragen:
Ingezetenen van de gemeente Dinkelland met een minimuminkomen kunnen, op aanvraag en onder overlegging van de nodige bewijsstukken van deelname en betaalbewijzen, voor een bijdrage op grond van het bijdragefonds in aanmerking komen, voor zover:
Per leefeenheid (gezin, ongehuwd samenwonenden of een alleenstaande ouder van 18 jaar of ouder met een zelfstandig inkomen) kan, indien aan de voorwaarden tot verstrekking van een bijdrage wordt voldaan, een bijdrage worden verstrekt van maximaal € 140,00 per kalenderjaar. Voor een alleenstaande van 18 jaar of ouder met een zelfstandig inkomen is deze bijdrage maximaal € 70,00 per kalenderjaar.
De bijdrage kan worden aangevraagd voor bijvoorbeeld de volgende kosten in verband met deelname aan een culturele, sportieve en/of educatieve activiteit dan wel maatschappelijke participatie (geen volledige opsomming):
De bijdrage wordt verhoogd met een bedrag van maximaal € 70,00 per kalenderjaar voor elk ten laste van de aanvrager komend kind tot 18 jaar, waarvoor de aanvrager aanspraak op kinderbijslag op grond van de Algemene Kinderbijslagwet kan maken, als gevolg van het volgen van onderwijs door dat kind aan de basisschool of voortgezet onderwijs.
Daarnaast kan, indien aan de voorwaarden tot verstrekking van een bijdrage wordt voldaan, tevens per gezinslid of voor een alleenstaande een bijdrage worden verstrekt in verband met kosten van bezoek aan een schouwburg. Deze bijdrage bedraagt 50% van de aantoonbaar gemaakte schouwburgkosten, tot een maximum per gezinslid of alleenstaande per kalenderjaar van € 21,00 voor een seizoenskaart en € 7,00 per toegangskaart, op basis van maximaal 3 schouwburgbezoeken per kalenderjaar.
Op de daartoe ingediende aanvragen wordt door het college beslist. In incidentele situaties kan het college afwijken van het bepaalde in de verordening (toepassing hardheidsclausule) en op individuele gronden een nadere beslissing nemen.