Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Overijssel

Reglement Voorbereidingscommissie Inrichting Landelijk Gebied

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOverijssel
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingReglement Voorbereidingscommissie Inrichting Landelijk Gebied
CiteertitelReglement Voorbereidingscommissie Inrichting Landelijk Gebied
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

In verband met de opheffing van de Dienst Landelijk Gebied is een gewijzigde versie van dit reglement vastgesteld.

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 6-1-2015

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Provinciaal Blad nr. 2014/0352708, uitgegeven op 8 januari 2015

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet inrichting landelijk gebied,

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-01-2015wijziging artikel(en)

06-01-2015

Provinciaal Blad nr. 2014/0352708, uitgegeven op 8 januari 2015

2014/0352708
23-08-200709-01-2015nieuwe regeling

14-08-2007

Provinciaal Blad nr. 2007-59, uitgegeven op 21 augustus 2007

-

Tekst van de regeling

Intitulé

Reglement Voorbereidingscommissie Inrichting Landelijk Gebied

 

 

Inhoud

Artikel 1. Algemeen

Dit reglement is van toepassing op door Gedeputeerde Staten van Overijssel ingestelde ‘Voorbereidingscommissies Inrichting Landelijk Gebied'.

Artikel 2. Begripsbepalingen

  • -

    Voorbereidingscommissie: commissie ex artikel 82 van de Provinciewet.

  • -

    Commissie: voorbereidingscommissie.

  • -

    Gedeputeerde Staten: Gedeputeerde Staten van Overijssel.

  • -

    Inrichtingsplan: inrichtingsplan conform artikel 17 WILG.

  • -

    Wet: Wet Inrichting Landelijk Gebied.

Artikel 3. Taak

  • 1.

    De commissie heeft tot taak het inrichtingsplan voor te bereiden en ter vaststelling aan Gedeputeerde Staten aan te bieden inclusief de daarbij horende ontwerpplanning.

  • 2.

    Voorts adviseert de commissie Gedeputeerde Staten over:

    • a.

      de naar voren gebrachte zienswijzen door openbare lichamen en rechtspersonen met betrekking tot de toewijzing van eigendom (artikel 29, lid 4 van de wet);

    • b.

      de naar voren gebrachte zienswijzen op het ontwerp-inrichtingsplan.

  • 3.

    De commissie heeft de mogelijkheid tot het instellen van een of meer subcommissies.

Artikel 4. Samenstelling

  • 1.

    Gedeputeerde Staten besluiten per commissie over de samenstelling van de commissie en het passend aantal leden, waaronder een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten voegen aan de commissie een secretaris toe.

  • 3.

    Gedeputeerde Staten kunnen aan de commissie een of meerdere adviserende leden toevoegen.

Artikel 5. Benoeming

  • 1.

    Gedeputeerde Staten benoemen de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter van de commissie na overleg met:

    • a.

      de betrokken colleges van burgemeester en wethouders;

    • b.

      de betrokken dagelijkse besturen van de waterschappen;

    • c.

      de door hen representatief geachte organisaties.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten stellen de in het eerste lid genoemde partijen op de hoogte van de benoemingen van de overige leden.

Artikel 6. Zittingsperiode

  • 1.

    De leden, waaronder de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter, worden voor een periode van vijf jaar benoemd door Gedeputeerde Staten. Een lid kan na afloop van zijn zittingsperiode terstond, maar maximaal eenmaal worden herbenoemd. Bij zwaarwegende redenen kunnen Gedeputeerde Staten ertoe besluiten om een lid voor een derde periode te herbenoemen.

  • 2.

    Degene, die in de commissie de plaats inneemt van een lid wiens zittingsduur nog niet verstreken was, heeft zitting tot het einde van die duur.

Artikel 7. Ontbinding commissie

4

De commissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dag waarop Gedeputeerde Staten het inrichtingsplan hebben vastgesteld.

Artikel 8. Schorsing en beëindiging lidmaatschap

  • 1.

    Gedeputeerde Staten kunnen een lid van de commissie schorsen na overleg met in ieder geval de voorzitter van de commissie.

  • 2.

    De periode van schorsing bedraagt maximaal 6 maanden. Is na verloop van die tijd door Gedeputeerde Staten geen beslissing genomen omtrent opheffing van de schorsing of ontslag, dan eindigt de schorsing.

  • 3.

    Het lidmaatschap van de commissie wordt door Gedeputeerde Staten beëindigd in geval van:

    • a.

      het ontbinden van de commissie;

    • b.

      het eindigen van een periode waarvoor een lid is benoemd;

    • c.

      het verlies van de hoedanigheid op grond waarvan men is benoemd;

    • d.

      ontslag op eigen verzoek;

    • e.

      overlijden;

    • f.

      ontslag door Gedeputeerde Staten.

Artikel 9. Totstandkoming advies en besluitvorming

  • 1.

    Voor zover geen consensus wordt bereikt, besluit de commissie bij meerderheid van stemmen.

  • 2.

    De leden van de commissie stemmen zonder last.

  • 3.

    Een lid van de commissie neemt niet deel aan de stemming over een aangelegenheid die hem rechtstreeks of middellijk aangaat, of waarbij hij als vertegenwoordiger persoonlijk betrokken is.

  • 4.

    De commissie kan geen adviezen uitbrengen, indien niet ten minste de helft van het aantal leden aanwezig is.

  • 5.

    Adviezen van de commissie worden vastgelegd in een verslag. Dit verslag wordt in een eerstvolgende vergadering van de commissie vastgesteld.

  • 6.

    De adviezen van de commissie aan Gedeputeerde Staten worden schriftelijk en ondertekend door de voorzitter en de secretaris uitgebracht.

  • 7.

    De commissie bericht Gedeputeerde Staten jaarlijks over de stand van zaken met betrekking tot de planning (en eventuele afwijking daarvan) van de voorbereiding van het inrichtingsplan. Dit verslag wordt uiterlijk voor 1 maart van het volgende kalenderjaar bij Gedeputeerde Staten ingediend.

Artikel 10. Vergaderingen en uitnodigingen

  • 1.

    De commissie vergadert zo dikwijls als door de voorzitter nodig wordt geoordeeld, danwel als ten minste twee leden van de commissie hierom schriftelijk vragen.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten kunnen de voorzitter van de commissie verzoeken een vergadering bijeen te roepen.

  • 3.

    De secretaris draagt er zorg voor dat de uitnodigingen en agenda's, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste tien dagen voor de dag van de vergadering aan de leden worden toegezonden.

  • 4.

    Tegelijkertijd met de uitnodiging draagt de secretaris zorg voor openbare kennisgeving van de vergadering. Daarbij geeft hij aan op welke plaats de agenda en bijbehorende stukken ter inzage liggen. 5. Ieder lid van de commissie kan schriftelijk gemotiveerd via de secretaris voorstellen tot agendapunten indienen.

Artikel 11. Openbaarheid

  • 1.

    De vergadering van de commissie wordt in het openbaar gehouden.

  • 2.

    De deuren worden gesloten, wanneer de indiener van het agendapunt daarom vraagt, danwel de voorzitter het nodig oordeelt.

  • 3.

    Van een vergadering met gesloten deuren wordt een afzonderlijk verslag opgemaakt, dat niet openbaar wordt gemaakt, tenzij de commissie anders beslist.

  • 4.

    De commissie kan omtrent het in een gesloten vergadering behandelde en de inhoud van stukken die aan de commissie worden overlegd, geheimhouding opleggen. Deze wordt in acht genomen totdat de commissie haar opheft.

  • 5.

    De commissie geeft aan Gedeputeerde Staten inzage in de stukken waaromtrent door de commissie geheimhouding is opgelegd. Deze inzage kan slechts worden geweigerd voor zover zij in strijd is met het openbaar belang.

Artikel 12. Taken secretaris

  • 1.

    De secretaris stelt de agenda van de vergaderingen op en draagt zorg voor een zoveel mogelijk schriftelijke voorbereiding van de te behandelen onderwerpen.

  • 2.

    De secretaris legt in het verslag vast hetgeen in de vergadering is behandeld. Dit verslag maakt deel uit van de bij de agenda van de eerstvolgende vergadering behorende stukken.

  • 3.

    De secretaris draagt zorg voor archiefvorming. Gedeputeerde Staten kunnen hiervoor nadere instructies geven.

  • 4.

    Het is de secretaris toegestaan brieven en documenten te ondertekenen namens de commissie, voor zover dit past binnen de taakstelling van de commissie en zolang het gaat om feitelijke afhandeling van de taken van de commissie.

Artikel 13. Vergoeding

  • 1.

    De leden van de commissie komen in aanmerking voor een vergoeding overeenkomstig de artikelen 34 en 35 van de Verordening rechtspositie Statenleden, Gedeputeerden en commissieleden 2007.

  • 2.

    Leden van op grond van artikel 3, lid 3, ingestelde subcommissies hebben overeenkomstig recht op een vergoeding.

  • 3.

    In plaats van vacatiegeld kan een vaste beloning worden toegekend door Gedeputeerde Staten. De vaste beloning wordt al naar gelang het tijdsbeslag en de zwaarte van de werkzaamheden vastgesteld.

Artikel 14. Financiële bepalingen

  • 1.

    Gedeputeerde Staten kennen aan de commissie capaciteit en financiële middelen voor proceskosten toe.

  • 2.

    De commissie is budgethouder en beheert de financiële middelen die Gedeputeerde Staten beschikbaar hebben gesteld voor het opstellen van het inrichtingsplan.

  • 3.

    De voorzitter en de secretaris van de commissie kunnen financiële verplichtingen aangaan voorzover passend binnen de opdracht en binnen het beschikbare budget.

  • 4.

    De commissie handelt conform het inkoop- en aanbestedingsbeleid van de provincie Overijssel


1

[Toelichting: Gedeputeerde Staten bepalen voor welk deelgebied de voorbereidingscommissie actief zal zijn. De voorbereidingscommissie zal een ontwerp-inrichtingsplan voor dit gebied voorbereiden (in lijn met de vereisten die de WILG aan een dergelijk plan stelt) en deze aan Gedeputeerde Staten aanbieden ter vaststelling. Dit is de belangrijkste taak van de commissie. Gedeputeerde Staten zullen vervolgens het plan ter inzage leggen en vaststellen.

Bij de aanbieding van het ontwerpplan ter vaststelling zal ook een ontwerpplanning worden gevoegd waarin aangegeven staat wat de doorlooptijd van het gehele plan zal zijn.

De commissie geeft daarnaast advies over de in lid 2 genoemde bevoegdheden van Gedeputeerde Staten.

In lid 3 wordt aan de commissie de bevoegdheid gegeven om subcommissies in het leven te roepen. De subcommissies hebben een ondersteunende taak en geen besluitvormende bevoegdheden. Het is aan de commissie om inhoud te geven aan de samenstelling en de inhoud van de taak van de subcommissie. De taak van de commissie moet in overeenstemming blijven met de taakstelling van de commissie zelf. Het is ook mogelijk dat een commissie (delen van) haar taken door een subcommissie uit laat voeren.]

2

[Toelichting: Gedeputeerde Staten beslissen over de omvang van de commissie en ook welke samenstelling deze commissie zal hebben. Hierbij zullen naast de betrokken bestuursorganen ook belangenorganisaties benaderd en betrokken worden. De in lid 3 genoemde adviserende leden worden op grond van hun deskundigheid benoemd.]

3

[Toelichting: De voorzitter speelt een belangrijke rol in de commissie. Gedeputeerde Staten kiezen er dan ook voor de voorzitter en plaatsvervangend voorzitter te benoemen na overleg met de in artikel 5 genoemde organisaties. Gedeputeerde Staten zullen de overige leden uit eigen beweging benoemen.]

4

[Toelichting: De commissie wordt ontbonden zodra Gedeputeerde Staten het inrichtingsplan hebben vastgesteld. Vanaf dat moment is de taak van de commissie vervuld.]

5

[Toelichting: Voor het beëindigen van het lidmaatschap van de commissie is een besluit van Gedeputeerde Staten vereist, waarbij tegelijkertijd getracht zal worden - indien nodig - een nieuw lid aan de commissie toe te voegen.]

6

[Toelichting: Na vaststelling van een advies wordt het advies aan Gedeputeerde Staten verzonden. Jaarlijks bericht de commissie Gedeputeerde Staten over de stand van zaken (planning en eventuele afwijking daarvan) rondom het voorbereiden van een inrichtingsplan. Eenmaal per jaar vindt de formele terugkoppeling aan Gedeputeerde Staten plaats via een overleg tussen de voorzitter en de portefeuillehouder namens GS.]

7

[Toelichting: Lid 4 bepaalt dat de secretaris zorg draagt voor openbare kennisgeving.]

8

[Toelichting: De beslissing tot het houden van een vergadering achter gesloten deuren staat los van de beslissing tot het opleggen van geheimhouding. Geheimhouding heeft betrekking op het ter vergadering behandelde en de inhoud van de stukken. Als tot geheimhouding is besloten, heeft dit ook betrekking op het verslag van de vergadering. De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen totdat de commissie haar opheft. De bepalingen van hoofdstuk V van de Provinciewet en artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur zijn van toepassing.]

9

[Toelichting: Het is de secretaris toegestaan brieven en documenten te ondertekenen namens de commissie, voor zover dit past binnen de taakstelling van de commissie en zolang het gaat om feitelijke afhandeling van de taken van de commissie. Het is de secretaris niet toegestaan zelfstandig besluiten te nemen.]

10

[Toelichting: Van de toekenning van vacatiegelden zijn uitgesloten:

a. functionarissen in dienst van het Rijk, provincie, gemeente, of een door het Rijk, provincie of gemeente in het leven geroepen instelling, als hun benoeming haar oorzaak vindt in de functie die zij vervullen;

b. vertegenwoordigers van organisaties, als hun benoeming haar oorzaak vindt in de functie die zij vervullen.

Als leden, deskundigen, secretarissen en adjunct-secretarissen op andere wijze voor hun aandeel in de werkzaamheden van de commissie worden beloond, wordt aan hen geen vacatiegeld toegekend. Dit is conform het bepaalde in de Verordening Rechtspositie Statenleden, gedeputeerden en commissieleden 2007, vastgesteld door Provinciale Staten van Overijssel en geldig vanaf 15 maart 2007.

In plaats van vacatiegelden kunnen Gedeputeerde Staten besluiten een vaste beloning aan een commissielid toe te kennen. Voor deze vaste beloning komen in eerste instantie de voorzitter en secretaris in aanmerking, mits niet uitgesloten van vacatiegelden. Ook een vicevoorzitter kan in aanmerking komen, indien deze een aanmerkelijk deel van de voorzitterstaak vervuld.

Bij de bepaling van de vergoeding wordt rekening gehouden met:

a. de oppervlakte van het gebied;

b. het aantal eigenaren en pachters betrokken bij herverkaveling;

c. de kosten van uitvoering zoals geraamd in het inrichtingsplan;

d. de functie of het beroep van de leden;

e. het tijdsbeslag en de zwaarte van de werkzaamheden.]

11

[Toelichting: De commissie is budgethouder van de middelen die Gedeputeerde Staten ter beschikking stellen voor de voorbereiding van een inrichtingsplan.]