Overheidsorganisatie | Provincie Overijssel |
---|---|
Officiële naam regeling | Reglement Voorbereidingscommissie Inrichting Landelijk Gebied |
Citeertitel | Reglement Voorbereidingscommissie Inrichting Landelijk Gebied |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Ingetrokken is het reglement Uitvoeringscommissies Inrichting Landelijk Gebied zoals vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 13 juli 2006 (kenmerk LNL/2006/2056).
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 14-8-2007
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Provinciaal Blad nr. 2007-59, uitgegeven op 21 augustus 2007
Wet inrichting landelijk gebied,
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-08-2007 | 09-01-2015 | nieuwe regeling | 14-08-2007 Provinciaal Blad nr. 2007-59, uitgegeven op 21 augustus 2007 | - |
Dit reglement is van toepassing op door Gedeputeerde Staten van Overijssel ingestelde ‘Voorbereidingscommissies Inrichting Landelijk Gebied’.
Voorbereidingscommissie: commissie ex artikel 82 van de Provinciewet.
Commissie: voorbereidingscommissie.
DLG: Dienst Landelijk Gebied, regio Oost.
Gedeputeerde Staten: Gedeputeerde Staten van Overijssel.
Inrichtingsplan: inrichtingsplan conform artikel 17 WILG.
Wet: Wet Inrichting Landelijk Gebied.
1. De commissie heeft tot taak het inrichtingsplan voor te bereiden en ter vaststelling aan Gedeputeerde Staten aan te bieden inclusief de daarbij horende ontwerpplanning.
2. Voorts adviseert de commissie Gedeputeerde Staten over:
de naar voren gebrachte zienswijzen door openbare lichamen en rechtspersonen met betrekking tot de toewijzing van eigendom (artikel 29, lid 4 van de wet);
de naar voren gebrachte zienswijzen op het ontwerp-inrichtingsplan.
3. De commissie heeft de mogelijkheid tot het instellen van een of meer subcommissies.
1. Gedeputeerde Staten besluiten per commissie over de samenstelling van de commissie en het passend aantal leden, waaronder een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter.
2. Gedeputeerde Staten voegen aan de commissie een secretaris toe.
3. Gedeputeerde Staten kunnen aan de commissie een of meerdere adviserende leden toevoegen.
1. Gedeputeerde Staten benoemen de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter van de commissie na overleg met:
de betrokken colleges van burgemeester en wethouders;
de betrokken dagelijkse besturen van de waterschappen;
de door hen representatief geachte organisaties.
2. Gedeputeerde Staten stellen de in het eerste lid genoemde partijen op de hoogte van de benoemingen van de overige leden.
1. De leden, waaronder de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter, worden voor een periode van vijf jaar benoemd door Gedeputeerde Staten. Een lid kan na afloop van zijn zittingsperiode terstond, maar maximaal eenmaal worden herbenoemd. Bij zwaarwegende redenen kunnen Gedeputeerde Staten ertoe besluiten om een lid voor een derde periode te herbenoemen.
2. Degene, die in de commissie de plaats inneemt van een lid wiens zittingsduur nog niet verstreken was, heeft zitting tot het einde van die duur.
De commissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dag waarop Gedeputeerde Staten het inrichtingsplan hebben vastgesteld.
1. Gedeputeerde Staten kunnen een lid van de commissie schorsen na overleg met in ieder geval de voorzitter van de commissie.
2. De periode van schorsing bedraagt maximaal 6 maanden. Is na verloop van die tijd door Gedeputeerde Staten geen beslissing genomen omtrent opheffing van de schorsing of ontslag, dan eindigt de schorsing.
3. Het lidmaatschap van de commissie wordt door Gedeputeerde Staten beëindigd in geval van:
het ontbinden van de commissie;
het eindigen van een periode waarvoor een lid is benoemd;
het verlies van de hoedanigheid op grond waarvan men is benoemd;
ontslag op eigen verzoek;
overlijden;
ontslag door Gedeputeerde Staten.
1. Voor zover geen consensus wordt bereikt, besluit de commissie bij meerderheid van stemmen.
2. De leden van de commissie stemmen zonder last.
3. Een lid van de commissie neemt niet deel aan de stemming over een aangelegenheid die hem rechtstreeks of middellijk aangaat, of waarbij hij als vertegenwoordiger persoonlijk betrokken is.
4. De commissie kan geen adviezen uitbrengen, indien niet ten minste de helft van het aantal leden aanwezig is.
5. Adviezen van de commissie worden vastgelegd in een verslag. Dit verslag wordt in een eerstvolgende vergadering van de commissie vastgesteld.
6. De adviezen van de commissie aan Gedeputeerde Staten worden schriftelijk en ondertekend door de voorzitter en de secretaris uitgebracht.
7. De commissie bericht Gedeputeerde Staten jaarlijks over de stand van zaken met betrekking tot de planning (en eventuele afwijking daarvan) van de voorbereiding van het inrichtingsplan. Dit verslag wordt uiterlijk voor 1 maart van het volgende kalenderjaar bij Gedeputeerde Staten ingediend.
1. De commissie vergadert zo dikwijls als door de voorzitter nodig wordt geoordeeld, danwel als ten minste twee leden van de commissie hierom schriftelijk vragen.
2. Gedeputeerde Staten kunnen de voorzitter van de commissie verzoeken een vergadering bijeen te roepen.
3. De secretaris draagt er zorg voor dat de uitnodigingen en agenda’s, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste tien dagen voor de dag van de vergadering aan de leden worden toegezonden.
4. Tegelijkertijd met de uitnodiging draagt de secretaris zorg voor openbare kennisgeving van de vergadering. Daarbij geeft hij aan op welke plaats de agenda en bijbehorende stukken ter inzage liggen. 7
5. Ieder lid van de commissie kan schriftelijk gemotiveerd via de secretaris voorstellen tot agendapunten indienen.
1. De vergadering van de commissie wordt in het openbaar gehouden.
2. De deuren worden gesloten, wanneer de indiener van het agendapunt daarom vraagt, danwel de voorzitter het nodig oordeelt.
3. Van een vergadering met gesloten deuren wordt een afzonderlijk verslag opgemaakt, dat niet openbaar wordt gemaakt, tenzij de commissie anders beslist.
4. De commissie kan omtrent het in een gesloten vergadering behandelde en de inhoud van stukken die aan de commissie worden overlegd, geheimhouding opleggen. Deze wordt in acht genomen totdat de commissie haar opheft.
5. De commissie geeft aan Gedeputeerde Staten inzage in de stukken waaromtrent door de commissie geheimhouding is opgelegd. Deze inzage kan slechts worden geweigerd voor zover zij in strijd is met het openbaar belang.
1. De secretaris stelt de agenda van de vergaderingen op en draagt zorg voor een zoveel mogelijk schriftelijke voorbereiding van de te behandelen onderwerpen.
2. De secretaris legt in het verslag vast hetgeen in de vergadering is behandeld. Dit verslag maakt deel uit van de bij de agenda van de eerstvolgende vergadering behorende stukken.
3. De secretaris draagt zorg voor archiefvorming. Gedeputeerde Staten kunnen hiervoor nadere instructies geven.
4. Het is de secretaris toegestaan brieven en documenten te ondertekenen namens de commissie, voor zover dit past binnen de taakstelling van de commissie en zolang het gaat om feitelijke afhandeling van de taken van de commissie.
1. De leden van de commissie komen in aanmerking voor een vergoeding overeenkomstig de artikelen 34 en 35 van de Verordening rechtspositie Statenleden, Gedeputeerden en commissieleden 2007.
2. Leden van op grond van artikel 3, lid 3, ingestelde subcommissies hebben overeenkomstig recht op een vergoeding.
3. In plaats van vacatiegeld kan een vaste beloning worden toegekend door Gedeputeerde Staten. De vaste beloning wordt al naar gelang het tijdsbeslag en de zwaarte van de werkzaamheden vastgesteld.
1. De commissie gaat geen financiële verplichtingen aan.
2. Gedeputeerde Staten kennen aan de commissie DLG-capaciteit en financiële middelen voor proceskosten toe.
3. DLG is budgethouder en beheert de financiële middelen die Gedeputeerde Staten beschikbaar hebben gesteld voor het opstellen van het inrichtingsplan. DLG is door Gedeputeerde Staten, ter uitvoering van de besluiten van de commissie, gemandateerd om financiële verplichtingen aan te gaan en gemachtigd om betalingen te verrichten.
1. DLG ondersteunt de commissie bij de uitvoering van haar taken. Gedeputeerde Staten stellen hiertoe capaciteit van DLG beschikbaar.
2. De voorzitter en de secretaris van de commissie instrueren DLG voor de uitvoering van de ondersteunende taken, passend binnen het aantal beschikbare uren.