Organisatie | Goirle |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Goirle 2015 |
Citeertitel | Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Goirle 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | wmo |
Geen
Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Goirle
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2018 | nieuwe regeling | 09-12-2014 | Onbekend |
In spoedeisende gevallen als bedoeld in artikel 2.3.3 van de wet treft het college na de melding binnen 3 werkdagen een tijdelijke maatwerkvoorziening in afwachting van de uitkomst van het onderzoek. Deze maatwerkvoorziening kan worden ingezet voor maximaal 4 weken. Daarna geldt de normale procedure.
Artikel 2.3 Vooronderzoek, indienen persoonlijk plan
Voor het gesprek verschaft de cliënt het college alle overige gegevens en bescheiden die naar het oordeel van het college voor het onderzoek nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kan krijgen. De cliënt verstrekt in ieder geval een identificatiedocument als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage.
Het college onderzoekt in een gesprek tussen deskundigen en degene door of namens wie de melding is gedaan, dan wel diens vertegenwoordiger en waar mogelijk met de mantelzorger of mantelzorgers en desgewenst familie, zo spoedig mogelijk en voor zover nodig:
de mogelijkheden om met gebruikmaking van een algemene voorziening, zoals opgenomen in het beleidsplan, bedoeld in artikel 2.1.2 van de wet, of door het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten te komen tot verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie, of te voorkomen dat hij een beroep moet doen op een maatwerkvoorziening;
de mogelijkheden om door middel van voorliggende voorzieningen of door samen met zorgverzekeraars en zorgaanbieders als bedoeld in de Zorgverzekeringswet en andere partijen op het gebied van publieke gezondheid, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen, te voorzien in de behoefte aan maatschappelijke ondersteuning;
Hoofdstuk 3 Beoordeling aanspraak
Artikel 3.1 Criteria voor een maatwerkvoorziening
Een cliënt komt in aanmerking voor een maatwerkvoorziening:
ter compensatie van de beperkingen in de zelfredzaamheid of participatie die de cliënt ondervindt, voor zover de cliënt deze beperkingen naar het oordeel van het college niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemeen gebruikelijke voorzieningen of algemene voorzieningen kan verminderen of wegnemen. De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het in artikel 2.3 bedoelde onderzoek, een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven, en/of
ter compensatie van de problemen bij het zich handhaven in de samenleving van de cliënt met psychische of psychosociale problemen en de cliënt die de thuissituatie heeft verlaten, al dan niet in verband met risico’s voor zijn veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, voor zover de cliënt deze problemen naar het oordeel van het college niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemene voorzieningen kan verminderen of wegnemen. De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het in artikel 5 bedoelde onderzoek, een passende bijdrage aan het voorzien in de behoefte van de cliënt aan beschermd wonen of opvang en aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld zo zich snel mogelijk weer op eigen kracht te handhaven in de samenleving.
Aanvullende criteria voor opvang en beschermd wonen:
Een cliënt kan voor een voorziening in natura of als persoonsgebonden budget in aanmerking worden gebracht wanneer beperkingen, chronisch psychische problemen of psychosociale problemen het gebruik van een collectieve voorziening onmogelijk maken, dan wel een collectieve voorziening niet aanwezig is.
Artikel 3.2 Voorwaarden en weigeringsgronden
Het college verstrekt geen woonvoorziening:
voor zover het voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten betreft, anders dan automatische deuropeners, het verbreden van gemeenschappelijke toegangsdeuren, het aanbrengen van drempelhulpen of vlonders, het aanbrengen van een hellingbaan en/of een opstelplaats bij de toegangsdeur van de gemeenschappelijke ruimte bij een verder rolstoeltoegankelijke woning, het aanbrengen van een extra trapleuning of een traplift.
Hoofdstuk 4 Maatwerkvoorzieningen
Artikel 4.1 Te bereiken resultaten van maatwerkvoorzieningen
Te bereiken resultaten van ondersteuning bij zelfstandig wonen, maatschappelijke participatie en kortdurend verblijf in een instelling:
Het voeren van een gestructureerd huishouden, waaronder begrepen: het schoon houden van de woonkamer, slaapvertrekken, keuken, sanitaire ruimten, en doorgangsruimten daartussen volgens algemeen aanvaarde normen van schoon, het beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften, het beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding en huishoudtextiel, het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren, het bijhouden van de thuisadministratie.
Te bereiken resultaten van ondersteuning gericht op het wonen in een geschikt huis:
Als een verhuizing naar een geschikte woning de goedkoopst adequate oplossing is voor het bevorderen van de zelfredzaamheid op het gebied van wonen, wordt geen maatwerkvoorziening verstrekt die duurder is dan een voorziening voor een verhuizing in de vorm van een pgb voor verhuis- en inrichtingskosten.
De hoogte van een pgb voor dienstverlening is een percentage dat is afgeleid van het tarief van de vergelijkbare door de gemeente gecontracteerde maatwerkvoorziening in natura en is opgebouwd uit verschillende kostencomponenten. Het college kan nadere regels stellen over de hoogte van het tarief en houdt hierbij rekening met de rechtsvorm van de dienstverlener.
De hoogte van een pgb voor een zaak wordt bepaald op ten hoogste de kostprijs van de zaak die de aanvrager op dat moment zou hebben ontvangen als de zaak in natura zou zijn verstrekt, rekening houdend met onderhoud en verzekering. Als de verstrekking een tweedehands voorziening is, dan wordt de kostprijs gebaseerd op een verkorte looptijd vanwege technische afschrijving.
In afwijking van het bovenstaande wordt de hoogte van pgb's voor verhuis- en inrichtingskosten, eenmalig te verstrekken woonvoorzieningen van niet-bouwkundige aard, sportvoorzieningen en tegemoetkoming kosten eigen auto door het college vastgesteld op basis van vaste forfaitaire bedragen. Deze bedragen worden vastgelegd in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Goirle.
Artikel 4.3 Tegemoetkoming meerkosten personen met een beperking of chronische problemen
Een tegemoetkoming in de meerkosten voor personen met een beperking of chronische problemen bestaat uit een korting op de premie bij deelname aan de collectieve zorgverzekering voor minima. Deelname wordt door het college beoordeeld aan de hand van een inkomens- en vermogenstoets op grond van de Participatiewet en de gemeentelijke beleidsregel voor bijzondere bijstand voor medische kosten.
Artikel 5.1 Regels voor bijdrage in de kosten van maatwerkvoorzieningen en algemene voorzieningen
Een cliënt is een bijdrage in de kosten verschuldigd:
voor het gebruik van een maatwerkvoorziening dan wel pgb, zolang hij van de maatwerkvoorziening gebruik maakt of gedurende de periode waarvoor het pgb wordt verstrekt, overeenkomstig het Besluit maatschappelijke ondersteuning, en afhankelijk van het inkomen en vermogen van de cliënt en zijn echtgenoot.
Als de bijdrage voor een maatwerkvoorziening of pgb ten behoeve van een woningaanpassing voor een minderjarige cliënt is verschuldigd, is de bijdrage verschuldigd door de onderhoudsplichtige ouders, daaronder begrepen degene tegen wie een op artikel 394 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek gegrond verzoek is afgewezen, en degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent over een cliënt.
Hoofdstuk 6 Toezicht en handhaving
Artikel 6.3 Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering
Onverminderd artikel 2.3.8 van de wet doet een cliënt aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing als bedoeld in artikel 2.3.5 of 2.3.6 van de wet.
Als het college een beslissing op grond van het tweede lid, onder a, heeft ingetrokken en de verstrekking van de onjuiste of onvolledige gegevens door de cliënt opzettelijk heeft plaatsgevonden, kan het college van de cliënt en degene die daaraan opzettelijk zijn medewerking heeft verleend, geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten maatwerkvoorziening of het ten onrechte genoten pgb.
Hoofdstuk 7 Kwaliteit en klachten
Artikel 7.2 Verhouding prijs en kwaliteit levering voorziening door derden
Artikel 8.2 Betrekken van ingezetenen bij het beleid
Het college betrekt ingezetenen van de gemeente, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, bij de voorbereiding van het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning, overeenkomstig de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet gestelde regels met betrekking tot de wijze waarop inspraak wordt verleend.
Het college stelt ingezetenen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende maatschappelijke ondersteuning, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
Hoofdstuk 9 Overige bepalingen
Artikel 9.1 Jaarlijkse waardering mantelzorgers
Het college draagt jaarlijks zorg voor een blijk van waardering voor mantelzorgers. Het college stelt nadere regels vast waaruit de waardering van mantelzorgers van cliënten in de gemeente bestaat.
Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen van deze verordening indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Artikel 9.4 Vaststellen Besluit en indexering
Het college heeft de bevoegdheid nadere regels vast te stellen over de uitvoering zoals bedragen, afschrijftermijnen, de hoogte van bijdragen voor collectief vervoer, algemeen gebruikelijke voorzieningen, genoemd in deze verordening en die zijn opgenomen in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Goirle.
Artikel 10.1 Intrekking oude verordening en overgangsrecht
Aanvragen die zijn ingediend onder de Verordening voorzieningen Wmo gemeente Goirle 2012 en waarop nog niet is beslist bij het in werking treden van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Goirle 2015, worden afgehandeld krachtens de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Goirle 2015.