Organisatie | Hulst |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening toeristenbelasting 2003 |
Citeertitel | Verordening toeristenbelasting 2003 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Financiën / Belastingen / Leges |
De historie bij "Het overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen" is mogelijk niet compleet; De datum van inwerkingtreding van deze regeling wijkt af van de tekst van artikel 15.
Artikel 224 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-01-2014 | Art 8 | 22-12-2011 | Rb2011/109 | |
01-01-2011 | 01-01-2012 | Art 8 | 11-11-2010 | Rb2010/73 | |
13-02-2004 | 01-01-2004 | 01-01-2011 | Art 6 | 05-02-2004 Zeeuwsch Vlaams Advertentieblad, 12-02-2004 | Rb2004/04 |
01-01-2004 | art. 8 | 18-12-2003 Zeeuwsch Vlaams Advertentieblad, 24-12-2003 | Rb2003/151a | ||
31-12-2002 | Nieuwe regeling | 19-12-2002 Zeeuwsch Vlaams Advertentieblad, 24-12-2002 | 158h |
De raad van de gemeente Hulst;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 november 2002;
gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende verordening:
Deze verordening verstaat onder:
niet-beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur aangeboden;
Ter zake van het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente in hotels, pensions, vakantie-onderkomens, mobiele kampeeronderkomens, niet beroepsmatig verhuurde ruimten en op vaste standplaatsen tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie zijn opgenomen, wordt onder de naam toeristenbelasting een directe belasting geheven.
van een asielzoeker, zijnde een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2, in het kader van de centrale opvang onder verantwoordelijkheid van het ZBO Centrale Opvang Asielzoekers.
In afwijking van het bepaalde in artikel 6 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de heffingsgrondslag vastgesteld op het werkelijke aantal overnachtingen , indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op voet van artikel 6 berekende aantal.
Geen belastingaanslag wordt vastgesteld indien het aantal overnachtingen waartoe gelegenheid wordt of is gegeven, gedurende het belasting jaar minder dan tien zal of heeft belopen.
In afwijking van artikel 9 , eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen Toeristenbelasting worden betaald in vier gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de toeristenbelasting.
De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.