Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Smallingerland

REGELING MET BETREKKING TOT DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN GEMEENTELIJKE BELASTINGEN 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSmallingerland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingREGELING MET BETREKKING TOT DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN GEMEENTELIJKE BELASTINGEN 2015
CiteertitelRegeling betreffende heffing en invordering gemeentelijke belastingen 2015
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De "Regeling betreffende heffing en invordering gemeentelijke belastingen" wordt ingetrokken per 1 januari 2015.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene wet inzake rijksbelastingen, art. 6, lid 3
  2. Algemene wet inzake rijksbelastingen, art. 13, lid 1
  3. Algemene wet inzake rijksbelastingen, art. 14, lid 1
  4. Invorderingswet 1990, art. 29
  5. Invorderingswet 1990, art. 31
  6. Gemeentewet, art. 231, lid 2
  7. Gemeentewet, art. 231, lid 3

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201501-01-2016nieuwe regeling

18-11-2014

Elektronisch Gemeenteblad, 24-12-2014

Onbekend.

Tekst van de regeling

Intitulé

REGELING MET BETREKKING TOT DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN GEMEENTELIJKE BELASTINGEN 2015

Het college van burgemeester en wethouders van Smallingerland;

 

gelet op de artikelen 6, derde lid, 13, eerste lid en 14, eerste lid van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de artikelen 29 en 31 van de Invorderingswet 1990 in verbinding met artikel 231, tweede lid, onderdeel a, en derde lid van de Gemeentewet en de betreffende bepalingen van de belastingverordeningen;

 

 

B E S L U I T :

 

 

vast te stellen de volgende: REGELING MET BETREKKING TOT DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN GEMEENTELIJKE BELASTINGEN 2015

Artikel 1 Reikwijdte van de regeling

De in deze regeling opgenomen regels gelden bij de heffing en de invordering van de gemeentelijke belastingen op grond van de onderscheiden belastingverordeningen voor zover deze regels in artikel 5 voor de betreffende gemeentelijke belasting van toepassing is verklaard.

Artikel 2 Aangifte

  • 1.

    De belastingplichtige die niet binnen twee maanden na afloop van het belastingjaar of kalenderjaar is uitgenodigd tot het doen van aangifte of aan wie niet binnen twee maanden na afloop van het belastingjaar of kalenderjaar een aanslag is opgelegd, is gehouden binnen een maand na afloop van die twee maanden bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar schriftelijk te vragen om uitreiking van een aangiftebiljet.

  • 2.

    De belastingplichtige aan wie niet binnen twee maanden na afloop van het belastingjaar een aangiftebiljet is uitgereikt of een kennisgeving van het gevorderde bedrag als bedoeld in artikel 5 van de Verordening Afvalstoffenheffing 2014 is opgelegd, is gehouden binnen een maand na afloop van die twee maanden bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar schriftelijk te vragen om uitreiking van een aangiftebiljet.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar ontstaat dan wel het aantal honden dat door de belastingplichtige wordt gehouden wijziging ondergaat, moet de belastingplichtige binnen veertien dagen na het tijdstip waarop de belastingplicht is ontstaan of de wijziging van het aantal honden heeft plaatsgevonden, bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde ambtenaar schriftelijk vragen om uitreiking van een aangiftebiljet.

Artikel 3 Voorlopige aanslag of voorlopig gevorderd bedrag

  • 1.

    Na de aanvang van het belastingjaar of het kalenderjaar kan aan de belastingplichtige een voorlopige aanslag worden opgelegd of kan van de belastingplichtige een voorlopig bedrag worden gevorderd tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag onderscheidenlijk het gevorderde bedrag over dat jaar vermoedelijk zal worden vastgesteld.

  • 2.

    Na de aanvang van het belastingjaar kunnen aan de belastingplichtige maandelijks voorlopig gevorderde bedragen worden opgelegd ter grootte van een achtste gedeelte van het van toepassing zijnde jaartarief, dit tot het volledige jaartarief is voldaan.

Artikel 4 Gelding voor gemeentelijke belastingen

Met betrekking tot:

  • a.

    de onroerende-zaakbelastingen vindt het artikel 2, eerste lid toepassing;

  • b.

    de forensenbelasting vinden de artikelen 2, eerste lid, en 3 toepassing;

  • c.

    de parkeerbelastingen vindt artikel 2 toepassing;

  • d.

    de hondenbelasting vinden de artikelen 2 en 4 toepassing;

  • e.

    de rioolheffing vinden de artikelen 2, eerste lid, en 3 toepassing;

  • f.

    de afvalstoffenheffing vinden de artikelen 2 en 3 toepassing;

  • g.

    de straat-, kade- en havengelden vindt het artikel 2, eerste lid toepassing;

Artikel 5 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Regeling betreffende heffing en invordering gemeentelijke belastingen" van november 2014 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van inwerkingtreding van deze regeling is 1 januari 2015.

  • 4.

    Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling betreffende heffing en invordering gemeentelijke belastingen 2015.

Drachten, 18 november 2014.

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester

en wethouders voornoemd,

secretaris, burgemeester,