Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Berg en Dal

Subsidieverordening Groenblauwe diensten gemeente Groesbeek 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBerg en Dal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieverordening Groenblauwe diensten gemeente Groesbeek 2015
CiteertitelSubsidieverordening Groenblauwe diensten gemeente Groesbeek 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpsubsidie natuur

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Uitgestelde inwerkingtreding voor vensters De Horst en Berg en Dal

Deze verordening treedt voor het hele grondgebied van de gemeente Groesbeek, met uitzondering van de vensters De Horst en Berg en Dal, de dag na de bekendmaking in werking. Binnen de vensters De Horst en Berg en Dal treedt deze verordening op 1 januari 2017 in werking.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene wet bestuursrecht, art. 4:23
  2. Gemeentewet, art. 147 en 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-01-2015nieuwe regeling

08-01-2015

www.officielebekendmakingen.nl, Gemeenteblad nr 3788 d.d. 14 januari 2015

VB/Raad/14/00003, MUG-14-00143

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieverordening Groenblauwe diensten gemeente Groesbeek 201 5

De raad van de gemeente Groesbeek,

gezien het voorstel van de stuurgroep;

Gelet op de Algemene wet bestuursrecht, artikel 23 lid 1;

Gelet op de Gemeentewet, artikel 147;

overwegende dat:

deze verordening is opgesteld in verband met de herindeling van de gemeenten Millingen aan de Rijn, Ubbergen en Groesbeek per 1 januari 2015;

de stuurgroep/gezamenlijke colleges van de MUG gemeenten hebben ingestemd met het voorstel;

 

Besluit:

de subsidieverordening Groenblauwe diensten gemeente Groesbeek 2015 vast te stellen.

 

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 1: Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    groenblauwe diensten: bovenwettelijke publieke prestaties gericht op realisatie van maatschappelijke wensen op terreinen als natuur, landschap, waterbeheer en recreatief medegebruik die passen binnen de Catalogus Groenblauwe Diensten;

  • b.

    vensters De Horst en Berg en Dal: de twee geografische gebieden zoals aangegeven in bijlage I;

  • c.

    onderhoud: maatregelen aan bestaande landschapselementen met een cyclisch beheer ten behoeve van duurzame instandhouding;

  • d.

    landschapselement: in het landschap voorkomende ruimtelijke eenheid, inclusief de daarbinnen eventueel aanwezige recreatieve route, die voldoet aan de eisen die zijn opgenomen in het gemeentelijk uitvoeringsprogramma (GUP) en als groenblauwe dienst voorkomt in de Catalogus Groenblauwe diensten;

  • e.

    gemeentelijk uitvoeringsprogramma (GUP): een door de raad vastgesteld gebiedsuitvoeringsprogramma waarin is beschreven wat de voorwaarden zijn waaraan de op grond van deze verordening te subsidiëren activiteiten moeten voldoen;

  • f.

    overeenkomst langlopende vergoedingstermijn: de bij de verleende subsidie behorende overeenkomst waarin de ontvanger van de subsidie en de gemeente zich voor een langlopende termijn verbinden tot het onderhoud van het (de) betreffende landschapselement(en) en het verstrekken van een vergoeding daarvoor;

  • g.

    erf: een al dan niet omheind stuk grond met gebouwen en onbebouwde ruimte, die samen een functionele eenheid vormen. De onbebouwde ruimten tussen en rondom de gebouwen bestaan uit de tuin en de al dan niet agrarische gebruiksruimte;

  • h.

    tuin: grond begroeid met sierbeplanting, inclusief de op deze grond aanwezige afscheidingen (haag, hek, muur of anderszins) die de afbakening vormen tussen deze grond en de omliggende grond;

  • i.

    Catalogus Groenblauwe Diensten: door de Europese Commissie goedgekeurde Nederlandse Catalogus Groenblauwe Diensten.

Artikel 2: Reikwijdte

  • 1.

    Deze subsidieverordening is van toepassing op groenblauwe diensten op het grondgebied van de gemeente Groesbeek die in overeenstemming met de Catalogus Groenblauwe Diensten, het gemeentelijk uitvoeringsprogramma, de vastgestelde nadere regels en beleid en de nadere uitwerkingen daarvan worden uitgevoerd.

  • 2.

    Er wordt op grond van deze verordening geen subsidie voor de aanleg van landschapselementen verstrekt. Binnen de vensters De Horst en Berg en Dal wordt tot 1 januari 2017 wel subsidie voor de aanleg van landschapselementen verstrekt, maar dan op grond van de Subsidieverordening Groenblauwe diensten gemeente Groesbeek 2012, die daartoe tot 1 januari 2017 binnen die vensters blijft gelden.

  • 3.

    Er wordt derhalve op grond van deze verordening alleen subsidie voor het onderhoud van landschapselementen verstrekt. Deze subsidie wordt echter uitsluitend verstrekt, indien:

    • a.

      eerder op grond van de Subsidieverordening Groenblauwe Diensten gemeente Ubbergen 2010 of de Subsidieverordening Groenblauwe diensten gemeente Groesbeek 2012 voor het betreffende landschapselement een onderhoudssubsidie is verstrekt;

    • b.

      aan alle verplichtingen voortvloeiend uit de eerdere subsidieverstrekking en de overeenkomst langlopende vergoedingstermijn wordt voldaan, en

    • c.

      het tijdvak waarvoor de eerdere subsidie is verstrekt, nog niet is verlopen op het moment dat de aanvraag van onderhoudssubsidie wordt ingediend.

Paragraaf 2. Subsidie landschapselementen Groenblauwe diensten.

Artikel 3: Bevoegdheid

  • 1.

    Het college kan een subsidie verstrekken in de kosten van het uitvoeren van onderhoud van landschapselementen.

  • 2.

    Een subsidie voor onderhoud wordt verleend telkens voor een periode van 6 jaar, tot maximaal een totale gesubsidieerde onderhoudsperiode van 30 jaar.

Artikel 4: Rechthebbende

  • 1.

    Subsidie als bedoeld in artikel 3 kan alleen worden verleend aan de natuurlijke of rechtspersoon die krachtens enig zakelijk of duurzaam persoonlijk recht langjarig beschikt over het recht tot gebruik en onderhoud van één of meerdere percelen grond waarop de betreffende landschapselementen zijn gelegen.

  • 2.

    Subsidie als bedoeld in artikel 3 kan alleen worden verleend voor landschapselementen waarvoor eerder op grond van de Subsidieverordening Groenblauwe Diensten gemeente Ubbergen 2010 of de Subsidieverordening Groenblauwe diensten gemeente Groesbeek 2012 een onderhoudssubsidie is verstrekt.

  • 3.

    Subsidie als bedoeld in artikel 3 kan alleen worden verleend indien aan alle verplichtingen voortvloeiend uit de eerdere subsidieverstrekking en de overeenkomst langlopende vergoedingstermijn is voldaan.

  • 4.

    Subsidie als bedoeld in artikel 3 kan alleen worden verleend indien het tijdvak waarvoor de eerdere subsidie is verstrekt nog niet is verlopen op het moment dat de aanvraag van onderhoudssubsidie wordt ingediend .

Artikel 5: Eisen

Subsidie als bedoeld in artikel 3 kan alleen worden verleend:

  • a.

    indien de uit te voeren werkzaamheden voldoen aan de aanwijzingen voor onderhoud in het toepasselijke gemeentelijke uitvoeringsprogramma (GUP) en de daarin opgenomen voorwaarden;

  • b.

    met inachtneming van het uurloon en de uurtarieven bij eigen inzet personeel zoals aangegeven in de Subsidieverordening vitaal Gelderland 2011 (art. 1.5), de maximale normen zoals opgenomen in de Catalogus Groenblauwe Diensten en, voor zover het betreft onderhoud, de daartoe door de Provincie Gelderland uitgegeven normenlijst.

Artikel 6 De aanvraag en het besluit tot subsidieverlening

  • 1.

    De subsidieaanvraag als bedoeld in artikel 3 kan maximaal 3 maanden voor afloop van een subsidieperiode van 6 jaar worden ingediend met gebruikmaking van een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2.

    In de beschikking tot verlening van de subsidie wordt in elk geval vermeld:

    • a.

      het bedrag waarop de subsidie macimaal kan worden vastgesteld, indien van toepassing uitgesplitst per jaar;

    • b.

      de periode waarvoor subsidie wordt verstrekt;

    • c.

      de ligging en maatvoering (ha, m1, m2 of stuks) van het landschapselement waarvoor subsidie wordt verstrekt;

    • d.

      de te bereiken doelen van de gesubsidieerde activiteiten.

Artikel 7: Weigeringsgronden

De subsidie als bedoeld in artikel 3 kan worden geweigerd:

  • a.

    indien en voor zover reeds uit andere hoofde subsidie is verleend voor de uit te voeren activiteit;

  • b.

    indien en voor zover er voor het onderhoud een wettelijke verplichting bestaat;

  • c.

    indien het subsidieplafond is bereikt;

  • d.

    indien de activiteiten niet passen in het van toepassing zijnde gemeentelijk uitvoeringsprogramma (GUP).

Artikel 8: Verplichtingen subsidieontvanger

  • 1.

    De subsidieontvanger is verplicht uiterlijk 8 weken na gehele of gedeeltelijke overdracht van de bevoegdheid tot gebruik en onderhoud van het betrokken landschapselement, schriftelijk daarvan melding te doen bij de gemeente en medewerking te verlenen aan de overgang van de uitvoeringsovereenkomst op de nieuwe rechthebbende.

  • 2.

    De subsidieontvanger is verplicht de in de subsidieverleningsbeschikking vermelde doelen te realiseren.

Artikel 9: Aanvraag tot vaststelling subsidie

  • 1.

    De aanvraag tot vaststelling van de subsidie dient te worden ingediend binnen 8 weken na afloop van het tijdvak waarvoor de subsidie is verleend. Het college kan hiervan afwijken indien daarvoor gegronde redenen bestaan.

  • 2.

    De aanvraag om vaststelling van de subsidie moet worden ingediend met gebruikmaking van het daarvoor bedoelde gereedmeldingsformulier.

  • 3.

    Bij de aanvraag zoals bedoeld in het vorige lid dient een verklaring te zijn gevoegd dat de gesubsidieerde activiteiten zijn uitgevoerd conform de subsidieverleningsbeschikking en de daaraan verbonden verplichtingen.

Artikel 10: De vaststelling van de subsidie

Het college kan de subsidie als bedoeld in artikel 3 lager vaststellen dan het bedrag uit de subsidieverlening indien de aanvrager het bij of krachtens deze verordening bepaalde niet heeft nageleefd.

Paragraaf 3. Overige bepalingen.

Artikel 11: Het geven van een voorschot

Het college kan jaarlijks een voorschot verstrekken op de onderhoudssubsidie.

Artikel 12: Overgang duurzaam gebruiksrecht

  • 1.

    In geval op grond van de onderhavige subsidieverordening subsidie is verleend ten behoeve van een gedeelte van een perceel, waarvan het duurzaam gebruiksrecht van de subsidieontvanger overgaat op een derde gedurende het tijdvak genoemd in de verleningsbeschikking, dan wordt met ingang van de dag waarop het recht is overgegaan, de subsidieverlening ingetrokken tenzij de beschikking wordt overgezet zoals bedoeld in het volgende lid.

  • 2.

    Indien het duurzaam gebruiksrecht van het landschapselement gedurende het tijdvak van de subsidieontvanger over gaat op een derde, kan de desbetreffende verleningsbeschikking worden gewijzigd in een beschikking aan deze derde, indien deze, uiterlijk 8 weken na de datum waarop het recht is overgegaan, in een gericht schrijven aan het college, verklaart te treden in de aan de subsidieverleningsbeschikking verbonden rechten en plichten, waarvan de wijziging uit hoofde van dit artikel van kracht zal zijn.

  • 3.

    Indien het recht op subsidie wordt ingetrokken zoals bedoeld in het eerste lid, wordt de subsidie aan de subsidieontvanger ambtshalve vastgesteld over het tijdvak tot aan het moment van overdracht, naar evenredigheid van de verleende subsidie als genoemd in de verleningsbeschikking.

Artikel 13: Overlijden subsidieontvanger

  • 1.

    Indien een subsidie is verleend met betrekking tot een landschapselement waarvan het duurzaam gebruiksrecht berust bij een natuurlijk persoon die komt te overlijden gedurende het tijdvak waarvoor subsidie is verleend, gaat de desbetreffende subsidieverleningsbeschikking over op de wettelijke rechtsopvolgers dan wel de gerechtigde bij testament, tenzij deze uiterlijk 1 jaar na het overlijden het college schriftelijk verzoeken om subsidievaststelling en stopzetting.

  • 2.

    Stopzetting als bedoeld in het vorige lid en vaststelling van de subsidie vinden plaats met ingang van de dag volgend op de dag van overlijden. De subsidie wordt ambtshalve vastgesteld over het tijdvak tot aan het moment van overlijden, en naar evenredigheid van de verleende subsidie als genoemd in de verleningsbeschikking.

Artikel 14: Terugvordering onverschuldigd betaalde voorschotten

Onverschuldigd betaalde voorschotten worden teruggevorderd met inachtneming van het bepaalde in titel 4.4.2 Algemene wet bestuursrecht (verzuim en wettelijke rente).

Paragraaf 4: Slotbepalingen

Artikel 15: Toezicht op naleving

Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze subsidieverordening bepaalde worden door het college aan te wijzen personen of instanties belast.

Artikel 16: Nadere regels en bijzondere gevallen

  • 1.

    Het college kan ter uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen.

  • 2.

    In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, treft het college de nodige voorzieningen en/of neemt het de nodige beslissingen, één en ander mede in overleg met de belanghebbende, en onder mededeling aan de raad.

  • 3.

    Het college is bevoegd, al dan niet onder het stellen van nadere voorwaarden, artikelen buiten toepassing te laten of daarvan af te wijken, voor zover toepassing gelet op het belang daarvan zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 17: Citeertitel, inwerkingtreding, vervallen voorgaande verordeningen en overgangsrecht

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Subsidieverordening groenblauwe diensten gemeente Groesbeek 2015".

  • 2.

    Deze verordening treedt voor het hele grondgebied van de gemeente Groesbeek, met uitzondering van de vensters De Horst en Berg en Dal, de dag na de bekendmaking in werking. Binnen de vensters De Horst en Berg en Dal treedt deze verordening op 1 januari 2017 in werking.

  • 3.

    Bij de inwerkingtreding van deze verordening vervallen de Subsidieverordening Groenblauwe Diensten gemeente Ubbergen 2010, de Subsidieverordening Groenblauwe Diensten gemeente Millingen aan de Rijn en de Subsidieverordening Groenblauwe diensten gemeente Groesbeek 2012, met dien verstande dat de Subsidieverordening Groenblauwe diensten gemeente Groesbeek 2012 tot 1 januari 2017 van kracht blijft binnen de vensters De Horst en Berg en Dal.

  • 4.

    Rechten en verplichtingen die voortvloeien uit subsidiebeschikkingen die zijn genomen op basis van de in lid 3 genoemde voorgaande verordeningen en die nog gelden op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze verordening, blijven gelden totdat de werking van de subsidiebeschikking is geëxpireerd.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Groesbeek in zijn openbare vergadering van 8 januari 2015.

De raadsgriffier, De voorzitter

TOELICHTING

Voor de harmonisatie van de subsidieverordeningen groenblauwe diensten van de MUG-gemeenten is de bestaande verordening van Groesbeek als uitgangspunt genomen.

 

De subsidieverordeningen zijn een uitvloeisel van het project Voorbeeldgebied landschapsontwikkeling Ooijpolder-Groesbeek. In dit project is essentieel dat grondeigenaren die groenblauwe diensten aanbieden voor 30 jaar verzekerd zijn van een jaarlijkse vergoeding voor het onderhoud.

 

Het systeem van alle 3 subsidieverordeningen is dat een deelnemer een aanlegsubsidie en/of een onderhoudssubsidie voor 6 jaar krijgt. Na verloop van 6 jaar krijgt hij voor de volgende 6 jaar onderhoudssubsidie. In totaal wordt 5 keer een onderhoudssubsidie voor 6 jaar verleend. Als vangnet wordt bij aanvang tussen de gemeente en de deelnemer een overeenkomst voor 30 jaar gesloten. Indien op grond van de dan geldende subsidieverordening geen onderhoudssubsidie meer kan worden verleend, treedt het vangnet in werking: de deelnemer krijgt van de gemeente voor het gelijke bedrag een vervangende vergoeding.

De gemeente reserveert bij het verlenen van de aanlegsubsidie en/of de eerste onderhoudssubsidie geld om gedurende 30 jaar de onderhoudssubsidie te kunnen betalen.

 

Op grond van de Ubbergse verordening zijn vooral in de Ooijpolder subsidies verleend, maar ook enkele in de Duffelt (ook op Millingens grondgebied). Op grond van deze verordening worden met ingang van 2014 geen nieuwe aanleg- en onderhoudssubsidies meer verleend, omdat het budget voor onderhoudssubsidies uitgeput is. Dit budget is ook bepalend voor het kunnen verlenen van aanlegsubsidies, omdat aanlegsubsidies alleen verleend worden als ook onderhoudssubsidies verleend worden.

Op grond van de Millingense verordening zijn geen subsidies verleend, omdat er nooit budget voor onderhoudssubsidies is geweest.

Op grond van de Groesbeekse verordening kunnen alleen subsidies worden verleend in de vensters Berg en Dal en De Horst. Er zijn al subsidies verleend. Het budget voor nieuwe onderhoudssubsidies is voorlopig voldoende.

 

Het project Voorbeeldgebied landschapsontwikkeling Ooijpolder-Groesbeek loopt op 1 januari 2015 af. Na 1 januari 2015 kan binnen dit project geen geld van rijk of provincie meer worden uitgegeven. Alleen in Groesbeek (vensters Berg en Dal en De Horst) loopt het project tot 1 januari 2017 door. Tussen 1 januari 2015 en 1 januari 2017 kan hier nog geld van de provincie worden uitgegeven. Dit gebeurt op basis van een aparte subsidietoezegging van de provincie.

 

Uitgangspunt voor de harmonisatie van de 3 subsidieverordeningen is, dat de nieuwe gemeente geen middelen heeft om naast de lopende projecten langjarig onderhoud van groenblauwe diensten te financieren. Van Rijk en provincie vallen ook geen middelen voor financiering van groenblauwe diensten te verwachten. De provincie heeft haar subsidieregeling voor groenblauwe diensten ingetrokken.

Dit betekent dat in de nieuwe gemeente na beëindiging van de lopende projecten geen nieuwe subsidies voor groenblauwe diensten meer mogelijk zijn.

Wat in de nieuwe gemeente wel door loopt, is het verstrekken van onderhoudssubsidies voor 6 jaar aan degenen die al een onderhoudssubsidie voor de eerste 6 jaar hebben gekregen. Dit kan in principe nog door lopen tot 24 jaar na 1 januari 2017.

De nieuwe verordening kent daarom alleen de mogelijkheid om onderhoudssubsidies toe te kennen, en dan nog alleen aan degenen die op grond van de oude verordeningen van Ubbergen of Groesbeek al een onderhoudssubsidie hebben gehad.

 

Binnen de vensters De Horst en Berg en Dal loopt het project echter nog tot 1 januari 2017 door. In de nieuwe verordening is geregeld dat de bestaande verordening van Groesbeek hier nog tot 1 januari 2017 blijft gelden. Op basis van de oude verordening kunnen hier nog nieuwe aanleg- en onderhoudssubsidies worden verleend.

Op 1 januari 2017 vervalt de bestaande verordening van Groesbeek ook voor deze vensters. Vanaf dat tijdstip geldt ook hier de nieuwe verordening. Dit sluit ook aan bij de Wet Arhi op basis waarvan het mogelijk is om bestaande verordeningen door te laten lopen tot tot uiterlijk 1 januari 2017

 

De subsidiebeschikkingen (aanleg en/of onderhoud) die op grond van de oude verordeningen zijn genomen moeten blijven gelden totdat die beschikkingen ophouden te bestaan en de gevolgen er niet meer zijn. Dit is in de nieuwe verordening geregeld.

 

Samenvattend schema van subsidiemogelijkheden:

Deelgebied

Aanlegsubsidie (eenmalig)

Onderhoudssubsidie (voor 6 jaar)

 

2015-2017

Na 2017

2015-2017

Na 2017

Ooijpolder

Niet

Niet

Wel*

Wel*

Duffelt

Niet

Niet

Wel*

Wel*

Berg en Dal / De Horst

Wel

Niet

Wel

Wel*

*Alleen als eerder onderhoudssubsidie is verkregen

Mochten in de toekomst toch middelen beschikbaar komen voor langjarige vergoeding van groenblauwe diensten, dan dient de nieuwe verordening te worden gewijzigd.