Organisatie | Wormerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening maatschappelijke participatie kinderen Wormerland 2015 |
Citeertitel | Verordening maatschappelijke participatie kinderen Participatiewet Wormerland 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Soza 2015 |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2017 | nieuwe regeling | 16-12-2014 Gemeenteblad, 22 December 2014 | * |
Overwegende, dat het van wezenlijk belang wordt geacht dat kinderen zich door maatschappelijke participatie kunnen ontplooien en ontwikkelen en daarin niet belemmerd worden door de financiële positie van hun ouders, dat gemeenten daaraan dienen bij te dragen door het voeren van beleid, gericht op inkomensondersteuning;
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Wormerland is een gemeente die volop in beweging is binnen het Sociaal Domein. Grote waarde wordt gehecht aan participatie in de samenleving, het vergroten van zelfredzaamheid en de eigen kracht van de burgers. Voor kinderen van ouders met een laag inkomen is deze deelname van essentieel belang, omdat het bijdraagt aan een positieve ontwikkeling van het kind.
Het op jonge leeftijd “meedoen” en het niet vanwege het lage inkomen van de ouders uitgesloten worden, is voor de ontwikkeling van een kind van essentieel belang.
Deelname aan sociaal-, culture- of maatschappelijke activiteiten brengt kosten met zich mee, die door ouders met een laag inkomen niet of moeizaam zijn op te brengen, waardoor deze kosten binnen deze gezinnen aanwezig worden geacht.
Om te voorkomen dat kinderen om financiële redenen niet aan dergelijke activiteiten deel kunnen nemen acht de raad het wenselijk voor deze kosten een regeling te treffen.
Gezien het maatschappelijk belang heeft de raad ervoor gekozen hieraan invulling te geven, door voor personen met een laag inkomen een regeling in te stellen om de mogelijkheden te vergroten en deelname aan de maatschappelijke participatie te bevorderen.
Gekozen is voor een groepsgewijze benadering, die kosten gerelateerd is. De verordening voorziet er om die reden in dat de verstrekkingen niet voor een ander doel gebruikt kunnen worden dan waarvoor ze bedoeld zijn.
Alleen de artikelen die een toelichting behoeven worden hier toegelicht.
Het is wenselijk dat kinderen met een leer- of kwalificatieplicht zo lang mogelijk onderwijs blijven volgen, maar ook participeren in de samenleving. Bij het bereiken van de 18 jarige leeftijd kunnen deze kinderen op grond van de Participatiewet niet meer worden aangemerkt als een ten laste komend kind. Voor deze regeling wordt hierop een uitzondering gemaakt omdat de financiële positie van deze kinderen en de ouders niet zodanig wijzigt dat dit ondersteuning van de gemeente overbodig zou maken.
Artikel 4 Verantwoordelijkheid college
Het college is samen met andere maatschappelijke instellingen verantwoordelijk voor maatschappelijke participatie.
In het eerste lid is bepaald dat het college zich inzet voor dienstverlening door derden. Maatschappelijke participatie is niet een exclusieve taak van de overheid. Ook allerlei maatschappelijke instellingen dragen daaraan bij. In het derde lid is vastgelegd wie tot de doelgroep behoort.
Het derde lid geeft uitdrukking aan dat armoedebestrijding niet alleen iets is van de gemeente, maar ook van onze maatschappelijke instellingen, die hierbij een belangrijke rol spelen.
Artikel 5 Groepskenmerken en kostencategorieën
In het eerste lid van dit artikel is vastgelegd wie voor deze regeling in aanmerking komt.
Het tweede lid legt een verband tussen kosten en noodzaak om deze voorziening aan de in het eerste lid omschreven groep aan te bieden.
Artikel 6 Beleid en voorzieningen
In dit artikel is de opdracht aan het college geformuleerd om uitvoering te geven aan deze verordening en de wijze waarop.
Artikel 7 Vorm van een voorziening
Uitgangspunt van het beleid is dat een zo groot mogelijke doelgroep wordt bereikt. Daarbij is het van belang dat de voorziening daadwerkelijk voor het beoogde doel wordt gebruikt.
Hierbij is het uitgangspunt dat de meest doeltreffende vorm wordt gekozen.