Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oldambt

Beleidsregels Participatiewet vrijlating inkomsten uit arbeid gemeente Oldambt 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOldambt
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels Participatiewet vrijlating inkomsten uit arbeid gemeente Oldambt 2015
CiteertitelBeleidsregels Participatiewet vrijlating inkomsten uit arbeid gemeente Oldambt 2015
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 31 lid 2 onder n, r en z van de Participatiewet
  2. artikelen 1:3, lid 4; 3:42 titel 4.3 (Beleidsregels) en titel 4.4  (Bestuursrechtelijke geldschulden) van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2015Onbekend

02-12-2014

Elektronisch gemeenteblad

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels Participatiewet vrijlating inkomsten uit arbeid gemeente Oldambt 2015

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldambt;

Gelezen het collegevoorstel van cluster Maatschappelijke Zaken tot vaststelling van beleidsregels Participatiewet vrijlating inkomsten uit arbeid;

Gezien de adviezen van de WSW Raad Synergon, de WMO Raad en het Cliëntenpanel Oldambt;

Gelet op de artikel 31 lid 2 onder n, r en z van de Participatiewet en de artikelen 1:3, lid 4; 3:42 titel 4.3 en titel 4.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

B e s l u i t :

vast te stellen de volgende:

BeleidsregelsParticipatiewet vrijlating inkomsten uit arbeid gemeente Oldambt 2015

luidende als volgt:

Artikel 1 Algemene vrijlating ex artikel 31 lid 2 sub n Participatiewet
  • a.

    wettelijke bepaling; de wet bepaalt dat niet tot de middelen van de belanghebbende worden gerekend: de inkomsten uit arbeid tot 25% van deze inkomsten, met een maximum van € 193,00 per maand (peil per 1 januari 2015), voor zover hij algemene bijstand ontvangt, waarbij voor een persoon jonger dan 65 jaar geldt dat die inkomsten gedurende ten hoogste zes aaneengesloten maanden niet tot de middelen worden gerekend en dat dit naar oordeel van het college moet bijdragen aan zijn arbeidsinschakeling.

  • b.

    oordeel college; op het moment dat de belanghebbende voor het eerst inkomsten uit arbeid gaat verkrijgen, waarbij er nog wel een beroep gedaan moet worden op een aanvullende bijstandsuitkering, is het nog niet definitief vast te stellen of dit uiteindelijk zal bijdragen aan de arbeidsinschakeling. Dat is de reden om deze vrijlating toe te passen op het moment dat de belanghebbende, als gevolg van het verkrijgen van

    inkomsten uit arbeid, geen beroep meer hoeft te doen op een aanvullende bijstandsuitkering daar de inkomsten uit genoemde arbeid meer bedragen dan de toepasselijke bijstandsnorm.

  • c.

    toepassen vrijlating; indien er sprake is van een situatie zoals bedoeld bij punt b, dan worden de inkomsten uit arbeid in de periode van 6 maanden voorafgaande aan de datum van beëindiging uitkering, alsnog herrekend met de uitkering, dit nadat de vrijlating is toegepast.

Artikel 2 Afwijking i.v.m. specifieke vrijlating ex artikel 31 lid 2 sub r Participatiewet
  • a.

    wettelijke bepaling; de wet bepaalt dat niet tot de middelen van de belanghebbende worden gerekend: de inkomsten uit arbeid van een alleenstaande ouder tot 12,5% van deze inkomsten, met een maximum van € 120,89 per maand (peil per 1 januari 2015), gedurende een aaneengesloten periode van maximaal 30 maanden, voor zover hij algemene bijstand ontvangt, ingeval hij de volledige zorg heeft voor een tot zijn last komend kind tot 12 jaar, de periode van zes aaneengesloten maanden, bedoeld in onderdeel n is verstreken en dit volgens het college bijdraagt aan zijn arbeidsinschakeling.

  • b.

    oordeel college; op het moment dat de belanghebbende voor het eerst inkomsten uit arbeid gaat verkrijgen en waarbij er nog wel een beroep gedaan moet worden op een aanvullende bijstandsuitkering, wordt – in afwijking van artikel 1 – de vrijlating ex artikel 31 lid 2 sub n WWB toegepast vanaf de eerste maand waarin die inkomsten

    worden genoten. Deze afwijkende bepaling is noodzakelijk om uiteindelijk de aansluitende vrijlating ex artikel 31 lid 2 sub r WWB te kunnen toepassen.

Artikel 3 Afwijking i.v.m. specifieke vrijlating ex artikel 31 lid 2 sub z Participatiewet

wettelijke bepaling; de wet bepaalt dat niet tot de middelen van de belanghebbendeworden gerekend: de inkomsten uit arbeid van een persoon die medisch urenbeperkt istot 15% van deze inkomsten uit arbeid, met een maximum van € 124,00 per maand (peil per 1 januari 2015), voor zover hij algemene bijstand ontvangt, tenzij onderdeel n of r van toepassing is.

Artikel 4 Hardheidsclausule

Het college kan de bepalingen van deze beleidsregels buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing daarvan gelet op het belang van de aanvrager/belanghebbende leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 5 Afwijking regels

In alle gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien, beslist het college.

Artikel 6 Citeertitel en inwerkingtreding
  • 1.

    Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als beleidsregels Participatiewet vrijlating inkomsten uit arbeid gemeente Oldambt 2015

  • 2.

    Deze beleidsregels treden – na behoorlijk te zijn bekend gemaakt – in werking op 1 januari 2015.

  • 3.

    Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze richtlijnen worden de beleidsregels WWB vrijlating inkomsten uit arbeid gemeente Oldambt 2012 ingetrokken.

Aldus besloten door het college van

burgemeester en wethouders van de

gemeente Oldambt d.d. 2 december 2014

De secretaris De burgemeester,

H.J.J. Groothuis. P. Smit.