Organisatie | Rozendaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Rozendaal 2015 |
Citeertitel | Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Rozendaal 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 15-08-2019 | nieuwe regeling | 16-12-2014 Gemeenteblad 2014-24 | MJ14-36 |
Hoofdstuk 1 Begrippen en vormen van maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp
Beleidsregel 1.Begripsbepalingen
Onderstaand zijn enkele begrippen toegelicht. Voor overige relevante begrippen wordt verwezen naar de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015, aangenomen op 8 juli 2014, Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Rozendaal 2015, vastgesteld op 28 oktober 2014, Jeugdwet aangenomen op 18 februari 2014 of Verordening jeugdhulp gemeente Rozendaal, vastgesteld op 28 oktober 2014. Waar in deze documenten verschillende termen voor dezelfde begrippen zijn gebruikt, wordt dit toegelicht. In deze nadere regels worden verstaan onder:
algemene voorziening: aanbod van diensten of activiteiten dat, zonder voorafgaand onderzoek naar de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van de gebruikers, toegankelijk is en dat is gericht op maatschappelijke ondersteuning of jeugdhulp. Deze diensten en/of producten zijn voor iedereen toegankelijk en/of verkrijgbaar, zonder toets of beschikking. Deze zijn ook als overige voorziening, vrij-toegankelijke voorzieningen genoemd in de verordening Jeugdhulp;
integraal plan: een schriftelijke weergave van de afspraken die de bijdragen beschrijft van het college en van de hulpvrager, respectievelijk zijn sociale netwerk, om tegemoet te komen aan de hulpvraag. Dit wordt in de verordening Jeugdhulp ook gezinsplan genoemd. Een ondertekend Integraal plan wordt door het college aangemerkt als een aanvraag van een maatwerkvoorziening, indien dit van toepassing is;
maatwerkvoorziening: aanbod van diensten of activiteiten dat, na zorgvuldig onderzoek naar de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van de gebruikers, middels een beschikking toegankelijk is en dat is gericht op maatschappelijke ondersteuning of jeugdhulp. In de verordening Jeugdhulp wordt deze ook individuele voorziening, niet vrij-toegankelijk, genoemd;
Hoofdstuk 2 Procedure toegang tot maatschappelijk ondersteuning en/of jeugdhulp
Melding hulpvraag via de gemeente
Melding hulpvraag Jeugdhulp anders dan via de gemeente
Het college zorgt voor de inzet van de jeugdhulp die de rechter of de gecertificeerde instelling nodig acht bij de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel, die de rechter, het openbaar ministerie, de selectiefunctionaris, de inrichtingsarts of de directeur van de justitiële instelling nodig acht bij de uitvoering van jeugdreclassering.
Registratie en gespreksvoorbereiding
Voor het gesprek verschaft degene door of namens wie de melding is gedaan het college alle overige gegevens en bescheiden die naar het oordeel van het college voor het onderzoek nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kan krijgen. Indien het college twijfelt over de identiteit van de bevoegde hulpvrager verstrekt de inwoner een identificatiedocument als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage.
Indien de gespreksvoorbereiding een afgerond beeld oplevert over de hulpvraag, kan het college in overleg met degene door of namens wie de melding is gedaan afzien van een gesprek en volstaan met een onderzoeksverslag in de vorm van een integraal plan dat voor akkoord aan degene door of namens wie de melding is gedaan wordt voorgelegd en overeenkomstig Beleidsregel 8, vierde lid, wordt behandeld. Bij een niet voor akkoord getekend onderzoeksverslag als integraal plan wordt de procedure voortgezet en volgt een gesprek.
de mogelijkheden om door middel van samenwerking met zorgverzekeraars en zorgaanbieders als bedoeld in de Zorgverzekeringswet en partijen op het gebied van publieke gezondheid, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen, te komen tot een zo goed mogelijk afgestemde dienstverlening met het oog op de behoefte aan verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie of aan beschermd wonen of opvang of de nodige jeugdhulp;
Indien de melding betrekking heeft op complexe of meervoudige hulpvragen en/of het gesprek naar het oordeel van het college en de hulpvrager leidt tot de noodzaak meerdere voorzieningen in te zetten, worden de uitkomsten van het onderzoek geformuleerd in de vorm van een integraal plan (hulpverleningsplan), tenzij dit gelet op de aard van de te leveren hulp niet noodzakelijk is.
Het integrale plan beschrijft de bijdragen van het college en van de hulpvrager, respectievelijk zijn sociale netwerk, om tegemoet te komen aan de hulpvraag. In het geval dat er meerdere hulpvragers in een gezin/huishouden zijn, worden in één plan geïntegreerd de uitkomsten van het onderzoek in zijn geheel opgenomen. Hiermee wordt invulling gegeven aan 1 gezin, 1 plan, 1 regie.
Cliëntondersteuning en vertrouwenspersoon
Het college wijst hulpvragers, jeugdigen, ouders en pleegouders erop dat zij kostenloos zich desgewenst kunnen laten bijstaan door een onafhankelijke cliëntondersteuner dan wel vertrouwenspersoon. Het college zorgt ervoor dat hulpvragers, jeugdigen, ouders en pleegouders desgewenst een beroep kunnen doen op een onafhankelijke vertrouwenspersoon.
Hoofdstuk 3 Voorwaarden Maatwerkvoorziening
Toekenning maatwerkvoorziening
In de beschikking tot verstrekking van een maatwerkvoorziening wordt aangegeven of deze als voorziening in natura, al dan niet in de vorm van een persoonsvolgend budget, als persoonsgebonden budget of als financiële tegemoetkoming wordt verstrekt. Tevens wordt aangegeven hoe bezwaar tegen de beschikking kan worden gemaakt.
Het college maakt afspraken met de aanbieders/leveranciers van diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen in natura. Het college maakt in ieder geval afspraken met aanbieders/leveranciers over de omschrijving, de prijs, de kwaliteit, de leveringsvoorwaarden en de betaling van de te verstrekken voorziening.
Voorwaarden Persoonsgebonden budget
Het college verstrekt, conform artikel 2.3.6 van de Wmo, en art. 8.1.1 van de Jeugdwet alleen een maatwerkvoorziening in de vorm van een Persoonsgebonden budget (PGB) indien:
de hulpontvanger naar het oordeel van het college op eigen kracht voldoende in staat is te achten tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake dan wel met hulp uit zijn sociale netwerk of van zijn vertegenwoordiger, in staat is te achten de aan een persoonsgebonden budget verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren;
een zaak wordt bepaald op ten hoogste de kostprijs van de zaak die de aanvrager op dat moment zou hebben ontvangen als de zaak in natura zou zijn verstrekt. Als de natura verstrekking een tweedehands voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, met een looptijd gelijk aan de verkorte termijn waarop de zaak technisch is afgeschreven, rekening houdend met onderhoud en verzekering. Als de natura verstrekking een nieuwe voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, rekening houdend met een eventueel door de gemeente te ontvangen korting en rekening houdend met onderhoud en verzekering;
een dienst wordt bepaald op ten hoogste 85% van het laagste tarief per uur of per resultaat voor dienstverlening in natura door een daartoe opgeleide beroepskracht werkzaam bij een instelling waarmee de gemeente een overeenkomst heeft gesloten;die de aanvrager op dat moment zou hebben ontvangen als de zaak in natura zou zijn verstrekt.
Hoofdstuk 4 Regels voor bijdragen Maatwerk- en Algemene voorzieningen
Hoofdstuk 5 Overige Bepalingen
De aanbieder draagt zorg voor monitoring van de processen op diverse aspecten zoals doorlooptijd van het hulptraject, de betrokkenheid van de cliënt en zijn sociale omgeving, de kosten, het afgesproken resultaat en de tevredenheid van de cliënt. De afhandeling van eventuele klachten is onderdeel van de monitoring van klanttevredenheid.
De aanbieder zet de cliënt centraal in de hulpverlening en laat de regie over de hulpverlening zoveel mogelijk bij de cliënt. Daarnaast bevordert de aanbieder de inzet van eigen netwerkoplossingen. De zorg is gericht op blijvende participatie en stimulering van de eigen redzaamheid (regie), passend bij de ‘ontwikkelfase’ van de cliënt.
Voor bovenstaande eisen geldt dat de uitvoering is afgestemd op de aard en intensiteit van de jeugdhulp en ondersteuning, respectievelijk op de omvang van de instelling (ten einde de administratieve lasten van het kwaliteitsregime in geval van lichtere vormen van jeugdhulp binnen de perken te houden).
2.Aanvullende eisen voor jeugdhulp
Voor jeugdhulp gelden de volgende aanvullende kwaliteitseisen:
de aanbieder verplicht zich tot het verlenen van verantwoorde jeugdhulp en heeft de verplichting om als hoofdbehandelaar geregistreerde professionals (kwaliteitsregister jeugdhulp) in te zetten. Voor kleine zelfstandigen/vrij gevestigden geldt de eis van inzet geregistreerde professionals niet,mits het kunnen bieden van ‘verantwoorde jeugdhulp’ afdoende kan worden onderbouwd. Bijvoorbeeld door aantoonbaar te zijn aangesloten bij een beroepsvereniging.
Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning
Het door de gemeente gevoerde beleid wordt tenminste jaarlijks geëvalueerd en indien nodig vaker. Het college zendt hiertoe telkens ieder jaar na de inwerkingtreding van de verordening aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de verordening in de praktijk.
Inwerkingtreding en citeertitel
Burgemeester en wethouders van Rozendaal,