Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Raalte

Beleidsregels tegenprestatie Participatiewet gemeente Raalte

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRaalte
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels tegenprestatie Participatiewet gemeente Raalte
CiteertitelBeleidsregels tegenprestatie Participatiewet, IOAW, IOAZ, gemeente Raalte
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Participatiewet, art. 8a
  2. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, art. 37
  3. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, art. 37

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201518-01-2018nieuwe regeling

16-12-2014

Gemeenteblad 2014, 83226

8046
18-01-2018intrekken regeling

09-01-2018

Gemeenteblad 2018, nr. 9646

12855-2017

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels tegenprestatie Participatiewet gemeente Raalte

Het college van de gemeente Raalte,

Gelet op artikel 8a, eerste lid, onderdeel b, van de Participatiewet en artikel 37, eerste lid onderdeel f van de IOAW en de IOAZ;

In afstemming met de Adviesraad Werk en Inkomen;

besluit vast te stellen de volgende beleidsregels:

“Beleidsregels tegenprestatie Participatiewet gemeente Raalte”

 

Inleiding

De gemeenteraad heeft op 19 december 2013 besloten de notitie Wederkerigheid, ‘betrokken bij elkaar’, vast te stellen. Vervolgens is op 27 november 2014 tevens de –verplichte- verordening ‘tegenprestatie Participatiewet gemeente Raalte’ vastgesteld. Deze beleidsregels hebben betrekking op beide beleidsstukken.

 

Beleidsuitgangspunten uit de notitie Wederkerigheid

De volgende uitgangspunten zijn in de notitie Wederkerigheid vastgesteld:

Werk staat altijd voorop

Betaald werk blijft altijd het na te streven doel. Dat betekent dat –naar redelijkheid- van de cliënt verwacht mag worden dat deze blijft solliciteren wanneer er arbeidsmogelijkheden zijn. Omdat vrijwilligerswerk een opstap naar betaald werk is of kan zijn, wordt in overleg met de cliënt en de plek waar vrijwilligerswerk wordt gedaan, bepaald hoe hiermee wordt omgegaan. Het vermogen van de cliënt is daarbij het uitgangspunt.

 

Wederkerigheid en het leveren van een tegenprestatie is participatie

Het doen van vrijwilligerswerk of het leveren van mantelzorg is een manier om te participeren in de samenleving. Daarnaast kan het een belangrijke bijdrage leveren aan de participatie van anderen.

 

Wederkerigheid is vanzelfsprekend en niet vrijblijvend

We verwachten van iedereen dat, wanneer dit mogelijk is, wederkerigheid wordt betoond. Hiermee is het dus niet vrijblijvend. Wanneer een cliënt, naar redelijkheid en naar vermogen, geen tegenprestatie wil leveren (terwijl hij/zij daartoe wel in staat wordt geacht; eventueel objectief bepaald), dan zal een gepaste sanctie worden toegepast. Deze sanctie volgt uit een toepassing van het huidige beleids- en wetskader (waaronder de Maatregelenverordening).

 

Wij benaderen wederkerigheid breed: van iedereen met een bijstandsuitkering mag verwacht worden dat deze naar vermogen een tegenprestatie levert. De invulling van die tegenprestatie wordt altijd in overleg met de cliënt bepaald. De cliënt bepaalt zelf in belangrijke mate de tegenprestatie. Hiervoor is het belangrijk dat de gemeente er aan bijdraagt dat er voldoende mogelijkheden zijn om tegenprestaties te

leveren. Wanneer er onvoldoende mogelijkheden zijn, dan wordt dit uiteraard de cliënt niet aangerekend. Wanneer de mogelijkheden er wel zijn en het vermogen van de cliënt

toereikend is, dan betekent dit dat ook van minder gemotiveerde cliënten een tegenprestatie mag worden verwacht.

We streven ernaar dat de cliënt –naar vermogen- een tegenprestatie levert van ongeveer 8 uur per week (of meer indien mogelijk).

 

Verdringingseffecten door toepassing van wederkerigheid moeten worden voorkomen

1.We streven ernaar dat verdringingseffecten op de arbeidsmarkt zoveel mogelijk worden voorkomen. Dit geldt eveneens voor verdringingseffecten ten opzichte van bestaande vrijwilligers.

Artikel 1. doelgroep

Deze beleidsregels zijn van toepassing op elke cliënt van de gemeente Raalte, die een Participatiewet, IOAZ of IOAW-uitkering ontvangt. De prioriteit voor de verplichte tegenprestatie naar vermogen ligt bij cliënten die participatiepotentieel hebben, maar op korte termijn (nog) niet in staat zijn om betaald werk te verrichten.

Artikel 2. Vaststellen participatiepotentieel

Het participatiepotentieel wordt door de consulent vastgesteld op basis van de Participatieladder. Dit is geen statisch gegeven. Dit potentieel kan door veranderende omstandigheden of verbeterde kennis/vaardigheden van de cliënt worden bijgesteld.

Toepassing van de tegenprestatie vindt in beginsel plaats bij cliënten met een participatiepotentie naar participatietredes 3 en 4. In de notitie Wederkerigheid is dit nader toegelicht.

Artikel 3. Vaststellen van de tegenprestatie

  • 1.

    De tegenprestatie wordt samen met de cliënt vastgesteld in een gesprek.

  • 2.

    De cliënt wordt altijd gevraagd zelf ideeën voor een vorm van tegenprestatie aan te dragen. (zie ook artikel 4 ‘Stimuleren van eigen kracht’)

  • 3.

    De consulent bepaalt of nadere begeleiding noodzakelijk is. Indien nodig wordt cliënt ‘warm’ overgedragen aan een maatschappelijke partner.

  • 4.

    De norm voor de tegenprestatie bedraagt tenminste 8 uur per week.

  • 5.

    Het minimum aantal uren per week kan, naar het oordeel van de consulent, lager worden vastgesteld indien hiervoor redenen zijn. Aard en intensiteit van de tegenprestatie kunnen individueel afwijkend worden vastgesteld.

  • 6.

    Redenen om af te wijken van voorgaande norm kunnen zijn:

    • a.

      Psychische beperkingen

  • 7.

    Lichamelijke beperkingen

    • a.

      Actuele mogelijkheden voor de invulling van de tegenprestatie

    • b.

      Bijzondere omstandigheden

  • 8.

    Indien geen enkele vorm van tegenprestatie mogelijk blijkt, dan kan de consulent de cliënt ontheffen van de arbeidsverplichtingen uit de Participatiewet, IOAW of IOAZ.

Artikel 4. Stimuleren eigen kracht

  • 1.

    De cliënt wordt gestimuleerd om zelf met ideeën te komen voor de invulling van de tegenprestatie. Het Vrijwilligerspunt Raalte kan hen daarbij helpen.

  • 2.

    De cliënt krijgt hiervoor de mogelijkheid om binnen een redelijke termijn zelf actief op zoek te gaan naar een activiteit/activiteiten of plek bij een vereniging, instelling, club of andere organisatie.

  • 3.

    Wanneer het de cliënt niet lukt om zelf iets te vinden, dan wordt de tegenprestatie door de consulent in afstemming met de cliënt bepaald. (zie ook onder artikel 6 ‘Begeleiding’)

Artikel 5. Vormen van tegenprestatie

  • 1.

    Tegenprestaties hebben een maatschappelijk nut en zijn altijd onbeloond, behoudens vrijwilligersvergoedingen van beperkte omvang.

  • 2.

    Een tegenprestatie hoeft niet primair gericht te zijn op de toeleiding naar de arbeidsmarkt, maar mag acceptatie van arbeid of re-integratie niet in de weg staan.

  • 3.

    De werkzaamheden zijn beperkt in omvang en duur en afgestemd op het vermogen van de cliënt.

  • 4.

    Voorbeelden van tegenprestaties zijn:

    • -

      Koffieschenken

    • -

      Leveren van een bijdrage aan de leefbaarheid van de buurt/het dorp

    • -

      Een vorm van vrijwilligerswerk (welke het maatschappelijk belang dient)

    • -

      Toezicht bij sportclubs

    • -

      Mantelzorg

Artikel 6. Begeleiding

  • 1.

    We streven ernaar om het inzetten van begeleiding tot het minimum te beperken. De cliënt dient hiervoor zoveel mogelijk zijn/haar eigen netwerk aan te spreken.

  • 2.

    Indien er toch begeleiding nodig is, kan deze door maatschappelijke partners van de gemeente worden geboden. Een voorbeeld hiervan is de inzet van het project ‘Sterk door Vrijwilligerswerk’ van Landstede. Daarnaast kan de consulent in overleg met de specialist Werk tot een maatwerkoplossing komen.

Artikel 7. Huidig vrijwilligerswerk of mantelzorg

  • 1.

    De consulent maakt met de cliënt, die al een vorm van mantelzorg/vrijwilligerswerk verricht, afspraken over de eventuele extra tegenprestatie die geleverd wordt.

  • 2.

    Wanneer de vorm en intensiteit van het reeds bestaande vrijwilligerswerk/mantelzorg binnen de in deze nota beschreven richtlijnen valt, dan kan dit worden beschouwd als een voldoende tegenprestatie.

Artikel 8. Vastleggen van de tegenprestatie

De tegenprestatie wordt door de consulent vastgelegd in een plan van aanpak of trajectplan, waarvan de cliënt altijd een exemplaar ontvangt. Dit plan van aanpak maakt onderdeel uit van de beschikking waarin de participatieverplichting is vastgelegd.

De consulent gebruikt hiervoor een vast format. Dit format bevat tenminste:

  • -

    Beoogd resultaat van het traject

  • -

    om wat voor soort werkzaamheden het gaat;

  • -

    contactgegevens van de contactpersoon die betrokken is bij het traject

  • -

    hoe lang de klant dit moet doen (dagen, weken, etc.);

  • -

    wat de omvang van de tegenprestatie is (hoeveel tijd is de cliënt er wekelijks mee kwijt?).

  • -

    Contactfrequentie en afspraken met consulent Werk

Artikel 9. Niet meewerken

Wanneer de cliënt onvoldoende medewerking verleent aan de opgelegde tegenprestatie, dan wordt deze gedraging conform de Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW, IOAZ, Bbz gemeente Raalte gesanctioneerd.

Artikel 10. Hardheidsclausule

Wanneer het onredelijk cq. onbillijk is om de richtlijnen uit deze nota toe te passen, dan kan worden afgeweken van de richtlijnen. Een consulent kan alleen deze conclusie trekken in overleg met kwaliteitsmedewerker van team Participatie, of in opdracht van het college van burgemeester en wethouders.

Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op 1 januari 2015.

Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels tegenprestatie Participatiewet, IOAW, IOAZ, gemeente Raalte,

Aldus vastgesteld bij besluit van het college van burgemeester en wethouders d.d. 16 december 2014.

secretaris, burgemeester,