Organisatie | Raalte |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels tegenprestatie Participatiewet gemeente Raalte |
Citeertitel | Beleidsregels tegenprestatie Participatiewet, IOAW, IOAZ, gemeente Raalte |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 18-01-2018 | nieuwe regeling | 16-12-2014 | 8046 | |
18-01-2018 | intrekken regeling | 09-01-2018 Gemeenteblad 2018, nr. 9646 | 12855-2017 |
Het college van de gemeente Raalte,
Gelet op artikel 8a, eerste lid, onderdeel b, van de Participatiewet en artikel 37, eerste lid onderdeel f van de IOAW en de IOAZ;
In afstemming met de Adviesraad Werk en Inkomen;
besluit vast te stellen de volgende beleidsregels:
“Beleidsregels tegenprestatie Participatiewet gemeente Raalte”
De gemeenteraad heeft op 19 december 2013 besloten de notitie Wederkerigheid, ‘betrokken bij elkaar’, vast te stellen. Vervolgens is op 27 november 2014 tevens de –verplichte- verordening ‘tegenprestatie Participatiewet gemeente Raalte’ vastgesteld. Deze beleidsregels hebben betrekking op beide beleidsstukken.
Beleidsuitgangspunten uit de notitie Wederkerigheid
De volgende uitgangspunten zijn in de notitie Wederkerigheid vastgesteld:
Betaald werk blijft altijd het na te streven doel. Dat betekent dat –naar redelijkheid- van de cliënt verwacht mag worden dat deze blijft solliciteren wanneer er arbeidsmogelijkheden zijn. Omdat vrijwilligerswerk een opstap naar betaald werk is of kan zijn, wordt in overleg met de cliënt en de plek waar vrijwilligerswerk wordt gedaan, bepaald hoe hiermee wordt omgegaan. Het vermogen van de cliënt is daarbij het uitgangspunt.
Wederkerigheid en het leveren van een tegenprestatie is participatie
Het doen van vrijwilligerswerk of het leveren van mantelzorg is een manier om te participeren in de samenleving. Daarnaast kan het een belangrijke bijdrage leveren aan de participatie van anderen.
Wederkerigheid is vanzelfsprekend en niet vrijblijvend
We verwachten van iedereen dat, wanneer dit mogelijk is, wederkerigheid wordt betoond. Hiermee is het dus niet vrijblijvend. Wanneer een cliënt, naar redelijkheid en naar vermogen, geen tegenprestatie wil leveren (terwijl hij/zij daartoe wel in staat wordt geacht; eventueel objectief bepaald), dan zal een gepaste sanctie worden toegepast. Deze sanctie volgt uit een toepassing van het huidige beleids- en wetskader (waaronder de Maatregelenverordening).
Wij benaderen wederkerigheid breed: van iedereen met een bijstandsuitkering mag verwacht worden dat deze naar vermogen een tegenprestatie levert. De invulling van die tegenprestatie wordt altijd in overleg met de cliënt bepaald. De cliënt bepaalt zelf in belangrijke mate de tegenprestatie. Hiervoor is het belangrijk dat de gemeente er aan bijdraagt dat er voldoende mogelijkheden zijn om tegenprestaties te
leveren. Wanneer er onvoldoende mogelijkheden zijn, dan wordt dit uiteraard de cliënt niet aangerekend. Wanneer de mogelijkheden er wel zijn en het vermogen van de cliënt
toereikend is, dan betekent dit dat ook van minder gemotiveerde cliënten een tegenprestatie mag worden verwacht.
We streven ernaar dat de cliënt –naar vermogen- een tegenprestatie levert van ongeveer 8 uur per week (of meer indien mogelijk).
Verdringingseffecten door toepassing van wederkerigheid moeten worden voorkomen
1.We streven ernaar dat verdringingseffecten op de arbeidsmarkt zoveel mogelijk worden voorkomen. Dit geldt eveneens voor verdringingseffecten ten opzichte van bestaande vrijwilligers.
Deze beleidsregels zijn van toepassing op elke cliënt van de gemeente Raalte, die een Participatiewet, IOAZ of IOAW-uitkering ontvangt. De prioriteit voor de verplichte tegenprestatie naar vermogen ligt bij cliënten die participatiepotentieel hebben, maar op korte termijn (nog) niet in staat zijn om betaald werk te verrichten.
Artikel 2. Vaststellen participatiepotentieel
Het participatiepotentieel wordt door de consulent vastgesteld op basis van de Participatieladder. Dit is geen statisch gegeven. Dit potentieel kan door veranderende omstandigheden of verbeterde kennis/vaardigheden van de cliënt worden bijgesteld.
Toepassing van de tegenprestatie vindt in beginsel plaats bij cliënten met een participatiepotentie naar participatietredes 3 en 4. In de notitie Wederkerigheid is dit nader toegelicht.
Artikel 8. Vastleggen van de tegenprestatie
De tegenprestatie wordt door de consulent vastgelegd in een plan van aanpak of trajectplan, waarvan de cliënt altijd een exemplaar ontvangt. Dit plan van aanpak maakt onderdeel uit van de beschikking waarin de participatieverplichting is vastgelegd.
De consulent gebruikt hiervoor een vast format. Dit format bevat tenminste:
Wanneer de cliënt onvoldoende medewerking verleent aan de opgelegde tegenprestatie, dan wordt deze gedraging conform de Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW, IOAZ, Bbz gemeente Raalte gesanctioneerd.
Wanneer het onredelijk cq. onbillijk is om de richtlijnen uit deze nota toe te passen, dan kan worden afgeweken van de richtlijnen. Een consulent kan alleen deze conclusie trekken in overleg met kwaliteitsmedewerker van team Participatie, of in opdracht van het college van burgemeester en wethouders.