Organisatie | Zederik |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Afvalstoffenverordening 2014 gemeente Zederik |
Citeertitel | Afvalstoffenverordening 2014 gemeente Zederik |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet milieubeheer, artikel 10.23, eerste lid
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-12-2014 | 01-01-2021 | Nieuwe regeling | 24-11-2014 GVOP, 31 december 2014 | Z.8287 |
§ 2. INZAMELING VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN
ARTIKEL 5. FREQUENTIE VAN INZAMELEN
In afwijking van het eerste en het derde lid bepaalde, wordt huishoudelijk restafval en/of groente-, fruit-, en tuinafval bij gebruikers van een perceel/percelen waar een (ondergrondse) verzamelcontainer is geplaatst niet afzonderlijk bij elk perceel ingezameld, maar nabij elk perceel/percelen ingezameld.
§ 3. TER INZAMELING AANBIEDEN VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN
ARTIKEL 7. VERBOD OP HET TER INZAMELING AANBIEDEN VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN AAN ANDEREN
Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan een ander dan de inzameldienst, andere inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van producen-tenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inza-melplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.
ARTIKEL 8. VERBOD OP HET TER INZAMELING AANBIEDEN VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN DOOR ANDEREN DAN DE GE-BRUIKERS VAN PERCELEN
Het is anderen dan gebruikers van percelen verboden om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden.
ARTIKEL 9. AFZONDERLIJK TER INZAMELING AANBIEDEN
Het in het tweede lid gestelde verbod geldt niet voor het aanbieden van categorieën huishoudelijke afvalstoffen aan personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor die categorieën huishoudelijke afvalstoffen.
ARTIKEL 12. HET IN BIJZONDERE GEVALLEN TER INZAMELING AANBIEDEN VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN
In afwijking van hetgeen in deze paragraaf is bepaald kan het college regels stellen omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzamel-dienst of door de inzameldienst aangewezen andere inzamelaars.
§ 4. INZAMELING VAN BEDRIJFSAFVALSTOFFEN
ARTIKEL 13. INZAMELING BEDRIJFSAFVALSTOFFEN DOOR DE INZAMELDIENST
Het college kan categorieën bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die door de inzameldienst worden ingezameld.
ARTIKEL 16. VOORKOMEN VAN DIFFUSE MILIEUVERONTREINIGING
Het is verboden buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een inrich-ting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu.
ARTIKEL 19. AFVALBAKKEN IN INRICHTINGEN VOOR HET VER-BRUIKEN VAN EET- EN DRINKWAREN
De houder of beheerder van een inrichting waar eet- of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd, is verplicht:
zorg te dragen dat dagelijks, uiterlijk een uur na sluiting van de inrichting, doch in ie-der geval terstond op eerste aanzegging van een ambtenaar, belast met de toezicht op de naleving van dit artikel, in de nabijheid van de inrichting achtergebleven afval, voor zover kennelijk uit of van die inrichting afkomstig, wordt opgeruimd.
ARTIKEL 20. WEGWERPEN VAN RECLAMEBILJETTEN OF ANDER PROMOTIEMATERIAAL
Degene die in de openbare ruimte reclamebiljetten of dergelijke of ander promotiemateriaal onder het publiek verspreidt, is verplicht deze of de verpakking daarvan terstond op te ruimen of te laten opruimen, indien deze in de omgeving van de plaats van uitreiking op de weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats door het publiek worden weggeworpen.
§ 6. OVERIGE ONDERWERPEN DIE DE VERORDENING AANGAAN
ARTIKEL 22. VERBOD OPSLAG VAN AFVALSTOFFEN
Het verbod is niet van toepassing op het overdragen of ter inzameling aanbieden van huis-houdelijke afvalstoffen aan de inzameldienst, en door de inzameldienst aangewezen andere inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijk-heid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.
Een gedraging in strijd met de volgende artikelen is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 3º, Wet op de economische delicten:
Artikel 6 Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens aanwijzing
Artikel 7 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen
Artikel 8 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen
Artikel 9 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden
Artikel 10 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
Artikel 11 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden
Artikel 14 Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst
Artikel 15 Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst
Artikel 16 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging
Artikel 17 Achterlaten van straatafval
Artikel 18 Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen
Artikel 19 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren
Artikel 20 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal
Artikel 21 Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de krachtens artikel 5.10, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht aangewezen ambtenaren.
Vergunningen verleend krachtens de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, blijven - voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende één jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht en worden beschouwd als een aanwijzing bedoeld in artikel 2 van deze verordening.
Ontheffingen verleend krachtens de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, blijven - voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende één jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht en worden beschouwd als een ontheffing als bedoeld in deze verordening.
Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, blijven - indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke deze voorschriften en beperkingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende één jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning op grond van de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt deze aanvraag beschouwd als een aanvraag tot aanwijzing, als bedoeld in artikel 2 van deze verordening.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een ontheffing op grond van de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt deze aanvraag beschouwd als een aanvraag tot ontheffing, als bedoeld in deze verordening.
Op een aanhangig beroep of bezwaarschrift, betreffende een vergunning of ontheffing be-doeld in het eerste lid, dan wel voorschrift of beperking bedoeld in het tweede lid dat voor of na het tijdstip bedoeld in artikel 26, eerste lid, is ingekomen binnen de voordien geldende beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid.
De intrekking van de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die verordening genomen nadere regels en aanwijzingsbe-sluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Zederik, gehouden op 24 november 2014.
De griffier,De voorzitter,
UITVOERINGSBESLUIT AFVALSTOFFENVERORDENING 2014 GEMEENTE ZEDERIK
overwegende dat het in het belang van een doelmatige verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen wenselijk is nadere regels te stellen omtrent de dagen, tijden, plaatsen en wijze waarop afvalstoffen kunnen worden overgedragen of ter inzameling kunnen worden aangeboden aan de bij dit besluit aan te wijzen inzameldienst en andere inzamelaars, als bedoeld in de Afvalstoffenverordening 2014 gemeente Zederik;
gelet op de bepalingen van de Afvalstoffenverordening 2014 gemeente Zederik;
I. In te trekken Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening 2011 gemeente Zederik
II. Vast te stellen het Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening 2014 gemeente Zederik.
ARTIKEL 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
Alle begrippen in het Uitvoeringsbesluit volgen de begripsomschrijvingen zoals opgenomen in artikel 1 van de verordening, waarbij onder verordening de Afvalstoffenverordening 2014 gemeente Zederik wordt verstaan.
ARTIKEL 2. AANWIJZING INZAMELDIENST EN ANDERE INZAMELAARS
Als inzameldienst op grond van artikel 2, eerste lid, van de verordening wordt aangewezen Reinigingsdienst Waardlanden gevestigd te Gorinchem, mede conform de statuten van de Gemeenschappelijke Regeling Reinigingsdienst Waardlanden, vastgesteld op 21 mei 2013. Reinigingsdienst Waardlanden kan andere inzamelaars aanwijzen voor de inzameling van afvalstoffen zoals genoemd in artikel 3 van de verordening.
ARTIKEL 3. AFZONDERLIJKE INZAMELING
De volgende omschrijvingen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen worden op grond van artikel 3, tweede lid, van de verordening vastgesteld:
ARTIKEL 4. INZAMELMIDDELEN EN –VOORZIENINGEN
Op grond van artikel 4, tweede lid, van de verordening worden de volgende inzamelmiddelen en inzamelvoorzieningen aangewezen:
voor een combinatie van herbruikbare afvalstromen, waarbij de combinatie door de inzameldienst wordt bepaald en kenbaar wordt gemaakt via doelgroepgerichte communicatie, een inzamelmiddel (minicontainer) voor de gebruiker van een perceel of een inzamelvoorziening (verzamelcontainer) voor de gebruikers van een aantal percelen.
ARTIKEL 5. VASTSTELLEN FREQUENTIE VAN INZAMELEN OVERIGE CATEGORIEEN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN
Op grond van artikel 5, tweede lid, van de verordening wordt huishoudelijk restafval aangeboden in een inzamelvoorziening (verzamelcontainer) ingezameld al naar gelang de vulgraad dat vereist en wordt huishoudelijk restafval aangeboden in inzamelmiddelen (minicontainers) ten minste een maal per vier weken bij elk perceel ingezameld.
Op grond van artikel 5, zevende lid, van de verordening stelt het college de volgende frequenties vast:
de door de inzameldienst bepaalde combinatie van herbruikbare afvalstromen als bedoeld in artikel 4 lid j van dit Uitvoeringsbesluit, aangeboden door huishoudens in het buitengebied in een daartoe van gemeentewege verstrekt inzamelmiddel (minicontainer), wordt ten minste een maal per vier weken ingezameld;
ARTIKEL 6. AFZONDERLIJK TER INZAMELING AANBIEDEN
Op grond van artikel 9, derde lid, van de verordening worden de personen die woonachtig zijn op de adressen als bedoeld in artikel 4, lid d, van dit Uitvoeringsbesluit vrijgesteld van het gescheiden aanbieden van groente-, fruit- en tuinafval.
ARTIKEL 7. TER INZAMELING AANBIEDEN VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN
Krachtens artikel 10, derde lid, van de verordening stelt het college de volgende regels voor het gebruik van de verstrekte inzamelmiddelen (minicontainers):
het beheer van de inzamelmiddelen die in bruikleen zijn verstrekt namens de gemeente, berust bij de inzameldienst;
de inzameldienst is bevoegd om de inzamelmiddelen te voorzien van een identificatie, zoals een sticker waarop staat vermeld: een barcode, de afvalstroom waarvoor de container is bestemd, het volume van de container, een postcode, een plaatsnaam, een straatnaam en/of een huisnummer.
de gebruiker van een perceel dient zich tot de klantenservice van de inzameldienst te wenden indien bij een verhuizing naar een ander perceel geen of een kapot door of namens de gemeente te verstrekken inzamelmiddel wordt aangetroffen, en ook bij verdwijning, vermissing of beschadiging van een namens de gemeente te verstrekken inzamelmiddel;
Krachtens artikel 10, vierde lid, van de verordening stelt het college de volgende regels omtrent de plaats en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen moeten worden aangeboden:
het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen in inzamelmiddelen (minicontainers) dient ordelijk te geschieden door plaatsing van het inzamelmiddel op het voetpad, zo dicht mogelijk bij de rijweg, of, bij het ontbreken van een voetpad, aan de kant van de openbare weg, dan wel op een inzamel- of clusterplaats, in een rechte lijn met 20 centimeter tussenruimte, zodanig dat het voetgangers- en overige verkeer niet wordt gehinderd of in de doorgang wordt belemmerd en gevaar of schade wordt voorkomen en waarbij aanwijzingen van de inzameldienst dienen te worden opgevolgd;
om oud papier en karton, kunststof verpakkingen, groente- fruit en tuinafval en een combinatie van herbruikbare afvalstromen (als bedoeld in artikel 4 lid j van dit Uitvoeringsbesluit) afzonderlijk aan te kunnen bieden, liggen de inzamelvoorzieningen (verzamelcontainers) of de locaties voor het ter lediging aanbieden van inzamelmiddelen (minicontainers) voor deze afvalstoffen binnen een cirkel met een straal van 200 meter vanuit de betrokken percelen;
uitgezonderd op lid k mag klein chemisch afval op het afvalbrengstation Korenet te Groot-Ammers alleen op de laatste zaterdag van de maand worden ingeleverd tussen 10:00 uur tot 12:00 uur; op het afvalbrengstation in Leerdam kan klein chemisch afval op de laatste zaterdag van de maand tussen 13:00 uur en 15:00 uur worden ingeleverd;
ARTIKEL 8. DAGEN EN TIJDEN VOOR HET TER INZAMELING AANBIEDEN
Het college stelt de volgende regels op grond van artikel 11, eerste lid, van de verordening:
metalen, grof huishoudelijk afval, grof tuinafval en (grote) elektrische en elektronische apparatuur worden op afroep ingezameld, deze categorieën mogen slechts worden aangeboden op de afgesproken ophaaldag vanaf 6.30 uur; de inzameling start om 7.30 uur en op dit tijdstip moet het opgegeven afval gereed staan voor de inzameldienst;
ARTIKEL 9. HET IN BIJZONDERE GEVALLEN TER INZAMELING AANBIEDEN VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN
Als het voor de inzameldienst door werkzaamheden in de buitenruimte niet mogelijk is om de normale plaatsen te bereiken waar de inzamelmiddelen of inzamelvoorzieningen staan, kunnen op grond van artikel 12 van de verordening, door het college voor de duur van de werkzaamheden tijdelijke inzamelplaatsen worden aangewezen.
Dit uitvoeringsbesluit treedt in werking op de dag van publicatie.
Dit uitvoeringsbesluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening 2014 gemeente Zederik