Organisatie | Asten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening reclamebelasting 2015 |
Citeertitel | Verordening reclamebelasting Asten-centrum 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | financien en economie |
Geen
artikelen 219 en 227 van de Gemeentewet;
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2016 | nieuwe regeling | 16-12-2014 | 14.12.12 |
De raad van de gemeente Asten;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 oktober 2014;
gehoord het advies van de Commissie Algemene Zaken en Control van 27 november 2014;
gelet op de artikelen 219 en 227 van de Gemeentewet;
Vast te stellen de Verordening reclamebelasting Asten-centrum 2015 en de bijbehorende Toelichting.
In deze verordening wordt verstaan onder:
reclameobject: een openbare aankondiging in letters, cijfers, tekens, symbolen of kleuren, of een voorwerp, of een combinatie daarvan, zichtbaar vanaf de openbare weg.
Wet WOZ: de Wet waardering onroerende zaken.
waarde: de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet WOZ voor het kalenderjaar, als bedoeld in artikel 7, voor de onroerende zaak vastgestelde waarde. Indien met betrekking tot een onroerende zaak geen waarde op de voet van hoofdstuk IV van de Wet WOZ is vastgesteld, is de waarde de met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet WOZ vastgestelde waarde.
voorziening: specifiek hulpmiddel bestemd voor het aanbrengen, tonen of vertonen van één of meer (al dan niet wisselende) openbare aankondigingen.
Artikel 2. Gebiedsomschrijving
Deze verordening is van toepassing binnen het gebied van de gemeente Asten, zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende kaart (Bijlage 1).
Het gebied waarop de verordening van toepassing is, wordt begrensd door de straten als volgt (met de klok mee) aangeduid:
Lindestraat, even nummers 2 tot en met 6 achterlangs en vervolgens
Prins Bernhardstraat nummers 23, 25 en 34 achterlangs doorlopend in
Logtenstraat nummers 3 tot en met 41 achterlangs en dan schuin de rotonde over naar Margrietstraat 2 achterlangs
vervolgens Tuinstraat nummers 18 tot en met 2 achterlangs
links af Emmastraat nummers 17 tot en met 29 achterlangs, vervolgens de weg over en
Emmastraat 38 en 36 achterlangs en aansluitend de hoek om naar
Julianastraat nummers 50 tot en met 38, achterlangs, vervolgens
1e St Jozefstraat achterlangs, vervolgens
Julianastraat 34 tot en met 24 achterlangs, vervolgens
Deken Meijerstraat nummer 1 achterlangs, vervolgens
Kerkstraat nummers 16 T tot en met 2 achterlangs, vervolgens langs de kerk en de weg over
Wilhelminastraat nummers 4 en 6 achterlangs en aansluitend
Koningsplein nummers 24 tot en met 18 achterlangs, vervolgens de weg over
Koningsplein 16 tot en met 2 achterlangs, vervolgens de hoek om
Burgemeester Wijnenstraat nummers 1 tot en met 35 achterlangs en vervolgens de weg over rechts de Langstraat nummers 24 tot en met 14 achterlangs en vervolgens de weg over
Onder de naam 'reclamebelasting' wordt, onder de bij deze verordening gestelde voorwaarden, binnen het gebied als bedoeld in artikel 2 een directe belasting geheven ter zake van openbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg.
De reclamebelasting wordt geheven van de gebruiker van de vestiging waarop, waaraan, waarin of waarbij één of meer reclameobjecten zijn aangebracht dan wel zijn geplaatst.
Artikel 8. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsbelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, wordt de aanslag op verzoek van de belastingplichtige verminderd met zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde reclamebelasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.
De reclamebelasting wordt niet geheven van openbare aankondigingen:
die korter dan 13 weken aanwezig zijn, tenzij deze openbare aankondigingen zijn aangebracht getoond of vertoond in een voorziening waarin, waaraan of waarop wisselende openbare aankondigingen worden aangebracht, die individueel korter dan 13 weken aanwezig zijn, getoond of vertoond maar waarbij de verschillende openbare aankondigingen gezamenlijk 13 weken of meer aanwezig zijn;
Artikel 11. Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingplichtige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste vier en ten hoogste zes bedraagt. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reclamebelastingen.