Organisatie | Midden-Delfland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp |
Citeertitel | Besluit maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-10-2015 | 26-01-2016 | art. 2.2 | 15-09-2015 | 2015-27942 | |
01-01-2015 | 08-10-2015 | Nieuwe regeling | 23-12-2014 | Onbekend |
Hoofdstuk 2 Persoonsgebonden budget
2.1 Hoogte van het pgb bij materiële voorzieningen
De hoogte van een pgb voor een (elektrische)rolstoel, vervoersvoorziening of woonvoorziening is gelijk aan de goedkoopst adequate voorziening in natura. Wanneer de voorziening niet kan worden geleverd door de gecontracteerde leveranciers (en er dus geen natura prijs is), wordt de hoogte van het pgb bepaald op basis van het bedrag van de goedkoopste door de gemeente geaccepteerde offerte.
2.2Hoogte van het pgb bij immateriële voorzieningen (zorg of hulp)
De hoogte van het pgb voor beschermd wonen:
voor bewoners van een wooninitiatief beschermd wonen, is een budgetophoging van maximaal € 4.000,= per jaar mogelijk; de definitie van een wooninitiatief is dat er minimaal 3 en maximaal 26 bewoners op 1 adres, of binnen een straal van 100 meter wonen, waarin ten minste één gemeenschappelijke verblijfsruimte aanwezig is die geschikt is voor het ontplooien van gezamenlijke activiteiten.
2.3 Hoogte van het Pgb voor jeugd
Hoofdstuk 3 Eigen bijdrage voor maatwerkvoorzieningen
Jaarlijks bepaalt de Minister de maximale eigen bijdrage die gemeenten kunnen vragen bij de verstrekking van een maatwerkvoorziening, alsmede de inkomensgrenzen binnen welke deze gelden. Gemeente Midden-Delfland volgt deze maxima.
3.1 Eigen bijdrage voor maatwerkvoorzieningen
De bedragen per vier weken, de inkomensbedragen en de percentages die gelden voor de berekening van de eigen bijdrage, die de cliënt verschuldigd is ingevolge artikel 12 lid 2 van de verordening, zijn gelijk aan die genoemd in artikel 3.1, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015, en vermeld in bijlage 2 bij dit besluit.
3.2 Eigen bijdrage bij materiële voorzieningen
Bij overname van een voorziening van een andere gemeente, vanwege verhuizing van de cliënt, is voor het overnamebedrag een eigen bijdrage verschuldigd. Het overnamebedrag wordt gebaseerd op de restwaarde van de voorziening. Het aantal periodes waarover de eigen bijdrage wordt berekend is afhankelijk van de leeftijd van de voorziening. De leeftijd wordt in mindering gebracht op het aantal periodes zoals in lid 3 beschreven.
Bij een depot voorziening wordt de eigen bijdrage berekent over de restwaarde van de voorziening, vermeerderd met de herverstrekkingskosten en eventuele aanpassingskosten. Het aantal periodes waarover de eigen bijdrage wordt berekend is afhankelijk van de leeftijd van de voorziening. De leeftijd wordt in mindering gebracht op het aantal periodes zoals bij de derde bullit van dit artikel beschreven.
De kostprijs van een maatwerkvoorziening in bruikleen, per periode van 4 weken, wordt in verhouding bepaald op basis van de vastgestelde levensduur en restwaarde van de maatwerkvoorziening, vermeerderd met de eventuele kosten voor aanpassing bij eerste levering van de voorziening. De totale kosten worden vervolgens gedeeld door het aantal periodes waarover de bijdrage wordt berekend. Dit is het bedrag dat maximaal aan eigen bijdrage voor die voorziening per periode wordt opgelegd.
3.3. Eigen bijdrage bij immateriële voorzieningen (zorg of hulp)
Hoofdstuk 4 Tegemoetkoming in de meerkosten
Binnen de Wmo is een tegemoetkoming in de meerskosten als maatwerkvoorziening mogelijk. Voor deze meerkostenregeling geeft de gemeente een beschikking af. De eisen om deze tegemoetkoming in de meerkosten te ontvangen is gelijk aan de eisen en kwaliteitsstandaarden van een maatwerkvoorziening. Deze regeling heeft onder andere als doel om administratieve handelingen te beperken.
Indien de maatwerkvoorziening bestaat uit een individuele sportvoorziening, bedraagt de hoogte van de tegemoetkoming in de meerkosten maximaal € 2.500,- waarin begrepen de kosten voor de aanschaf, het onderhoud, en reparatie.
oDeze voorziening wordt maximaal eenmaal per 3 jaar verstrekt en uitbetaald na ontvangst van de factuur.
Hoofdstuk 5 Maatwerkvoorzieningen
Voorzieningen worden altijd in bruikleen verstrekt, tenzij het een bouwkundige woningaanpassing betreft. Bouwkundige woningaanpassingen worden in eigendom aan de woningeigenaar verstrekt. De woningeigenaar is zelf verantwoordelijk voor onderhoud, reparatie en het eventueel verwijderen van deze voorzieningen.
Hieronder zijn een aantal regelingen opgenomen met betrekking tot het wonen zoals woonvoorzieningen en woningaanpassingen.
Indien een verhuizing de goedkoopst adequate voorziening is, maar de cliënt kiest ervoor niet te verhuizen, dan kan een financiële tegemoetkoming worden verstrekt voor een woonvoorziening, al dan niet van bouwkundige of woontechnische aard. De hoogte van de tegemoetkoming bedraagt maximaal de hoogte van het primaat van verhuizen.
Het college verleent een tegemoetkoming in de kosten van onderhoud, keuring en reparatie van een liftinstallatie indien die verstrekking heeft plaatsgevonden in het kader van de wet, de WVG dan wel de Regeling Geldelijke Steun Huisvesting Gehandicapten of de Beschikking Geldelijke Steun Huisvesting Gehandicapten. De hoogte van de tegemoetkoming is gelijk aan de werkelijk gemaakte kosten.
5.3 Algemeen gebruikelijke levensduur en woningsanering
Wanneer de maatwerkvoorziening bestaat uit het vervangen van bijvoorbeeld de badkamer of gordijnen wordt er, bij het bepalen van de hoogte van de tegemoetkoming, gekeken naar de levensduur van de voorziening en de afschrijvingstermijn. Dit wordt hieronder verder uitgelegd.
De algemeen gebruikelijke levensduur van het geheel of gedeeltelijk vervangen van een badkamer of keuken is vastgesteld volgens het Beleid Huurverhoging na Woningverbetering van de vereniging Overleg Voorzitters Huurcommissie. De normbedragen voor het vervangen van materialen ten behoeve van woningsanering zijn overgenomen vanuit het Besluit Wmo 2012.
5.4 Tegemoetkoming in de meerkosten voor huurderving
Indien de maatwerkvoorziening bestaat uit het reizen met het collectief vervoer (Regio Taxi), betaalt de cliënt voor een rit het tarief gelijk aan het reguliere openbaar vervoertarief. Dit openbaar vervoertarief bestaat uit een opstaptarief en een tarief per kilometer. Het opstaptarief is gelijk aan het tarief per zone.
Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Delfland in de vergadering van 23 december 2014.
Het college van burgemeester en wethouders van Midden-Delfland
de secretaris, de burgemeester,
Peter Veenman Arnoud Rodenburg
Bijlage 1a: De hoogte van het pgb voor begeleiding
De hoogte van het persoonsgebonden budget voor begeleiding staat in relatie met de maandtarieven voor zorg in natura. De toewijzing tot een bepaalde klasse gebeurt op dezelfde manier als bij zorg in natura. Het pgb is net zoals het zin-tarief een maandbedrag.
Bijlage 1b: De hoogte van het pgb bij kortdurend verblijf
Per etmaal, of een deel daarvan (incl. bescherming, alarmering, servicekosten en kosten van maaltijden) | ||
Optioneel (wanneer nodig) kunnen 3 extra uren begeleiding** worden ingezet * |
* een deel van Begeleiding kan worden betaald uit de aanspraak op wijkverpleging
** volledig arrangement is € 151,98
Bijlage 2: Normbedragen voor eigen bijdrage
Jaarlijks bepaalt de Minister de maximale eigen bijdrage die gemeenten kunnen vragen bij verstrekking van een maatwerkvoorziening, alsmede de inkomensgrenzen binnen welke deze gelden. Deze normbedragen zijn per 1/01/2015 niet gewijzigd. De gemeente Midden-Delfland volgt deze maxima.
Bijlage 3 Meerkosten bij een bouwkundige woningaanpassing
Bij het vaststellen van de hoogte van het financiële tegemoetkoming/persoongebonden budget in de kosten van een bouwkundige woningaanpassing wordt rekening gehouden met de volgende kostensoorten:
Bijlage 4 Hoogte onderhoud, reparatie en verzekeringskosten
Bijlage 5: De hoogte van het pgb voor beschermd wonen
(op basis van de klasse en voor zover de zorg binnen beschermd wonen wordt uitgevoerd door een daartoe opgeleid persoon die niet behoort tot het sociale netwerk van de zorgvrager).
Bruto bedragen per week exclusief Begeleiding groep en vervoer:
Bruto bedragen per week inclusief Begeleiding groep exclusief vervoer
Bruto bedragen per week inclusief Begeleiding groep en vervoer