Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Lelystad

Verordening cliëntparticipatie Participatiewet en WSW Lelystad 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLelystad
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening cliëntparticipatie Participatiewet en WSW Lelystad 2015
CiteertitelVerordening cliëntparticipatie Participatiewet en WSW Lelystad 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet werk en bijstand, art. 47
  2. Wet sociale werkvoorziening, art. 2, lid 3

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-06-201501-01-2021nieuwe regeling

02-12-2014

Gemeenteblad, 2015, 54554

141043581

Tekst van de regeling

Intitulé

De raad van de gemeente Lelystad;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 oktober 2014;

 

gelet op gelet op artikel 47 van de Wet werk en bijstand (WWB) en artikel 2, lid 3, van de Wet sociale werkvoorziening (WSW);

 

gezien het advies van Participatieplatform;

 

besluit vast te stellen de Verordening cliëntparticipatie Participatie en WSW Lelystad 2015

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      cliëntparticipatie: de betrokkenheid van maatschappelijke organisaties via het platform cliëntparticipatie bij de gemeentelijke beleidsvorming voor de Participatiewet en de Wet sociale werkvoorziening (WSW);

    • b.

      platform cliëntparticipatie: de overlegvorm waarin maatschappelijke organisaties deelnemen en overleggen over het te voeren en gevoerde gemeentelijk beleid voor en de uitvoering van de Wet werk en bijstand en de Wet sociale werkvoorziening;

    • c.

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lelystad.

  • 2.

    Voor zover niet anders is bepaald, hebben de begrippen in deze verordening dezelfde betekenis als in de desbetreffende wet.

Artikel 2 Doelstelling

  • 1.

    De cliëntparticipatie heeft als doel te bewerkstelligen dat maatschappelijke organisaties, vanuit een onafhankelijke positie, optimaal betrokken zijn bij de voorbereiding, vaststelling, uitvoering, evaluatie en aanpassing van het gemeentelijk beleid op het gebied van de Participatiewet en de WSW in Lelystad.

  • 2.

    De cliëntparticipatie moet een positieve bijdrage leveren aan de totstandkoming of verbetering van het gemeentelijk beleid op het gebied van de Participatiewet en de WSW.

Artikel 3 Beleidsterreinen

In het kader van cliëntparticipatie wordt het platform cliëntparticipatie geïnformeerd over en betrokken bij het beleid op de volgende terreinen:

  • a.

    het ondersteunen van personen bij arbeidsinschakeling en het aanbieden van voorzieningen aan personen als bedoeld in artikel 7 lid 1 van de Participatiewet;

  • b.

    het verlenen van bijstand, inclusief handhaving;

  • c.

    het verlenen van bijzondere bijstand en het minimabeleid;

  • d.

    het verkrijgen of behouden van werk in het kader van de WSW.

Artikel 4 Werkwijze

  • 1.

    In het kader van cliëntparticipatie vraagt het college het platform cliëntparticipatie advies over zaken die betrekking hebben op de in artikel 3 genoemde beleidsterreinen.

  • 2.

    Het platform cliëntparticipatie is gerechtigd uit eigen beweging schriftelijk advies uit te brengen aan het college over zaken die betrekking hebben op de in artikel 3 genoemde beleidsterreinen.

  • 3.

    Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit. Dit houdt in dat het platform cliëntparticipatie in ieder geval wordt betrokken bij:

    • a.

      de vaststelling van de hoofdlijnen van nieuw beleid;

    • b.

      het vaststellen van de vragen die ten grondslag liggen aan de evaluatie.

  • 4.

    Het platform cliëntparticipatie brengt indien mogelijk binnen zes weken na de adviesaanvraag advies uit aan het college.

  • 5.

    Tussen de portefeuillehouder en het platform cliëntparticipatie vindt ten minste één maal per jaar een structureel overleg plaats. Dit overleg kan gecombineerd worden met het reguliere overleg met het platform cliëntparticipatie.

  • 6.

    De portefeuillehouder maakt jaarlijks met het platform cliëntparticipatie afspraken over:

    • a.

      de onderwerpen waarover het platform cliëntparticipatie geconsulteerd wordt;

    • b.

      de wijze en het moment waarop het platform cliëntparticipatie in het beleidsvormingsproces wordt betrokken;

    • c.

      het jaarlijks beschikbare budget voor beleidsruimte op basis van het beleidsplan, beleidsverslag en begroting.

  • 7.

    Indien het belang van de zaak daartoe aanleiding geeft, vindt bij de aanbieding van het advies overleg tussen het platform cliëntparticipatie en de portefeuillehouder plaats.

  • 8.

    In het geval dat het college in een voorstel aan de gemeenteraad afwijkt van het advies van het platform cliëntparticipatie, wordt dit bij het voorstel vermeld, waarbij tevens is aangegeven op welke gronden van het advies van het platform cliëntparticipatie is afgeweken.

  • 9.

    Het college wijst een coördinerend ambtenaar cliëntparticipatie aan als aanspreekpunt voor de communicatie met het platform cliëntparticipatie.

  • 10.

    Onderwerpen voor het reguliere overleg van het platform cliëntparticipatie worden voor het overleg via e-mail of schriftelijk aangeleverd aan de coördinerend ambtenaar cliëntparticipatie.

  • 11.

    De vergaderstukken, evenals andere relevante informatie voor het overleg, worden tijdig aan de deelnemers van het platform cliëntparticipatie verzonden.

  • 12.

    Van het overleg met het platform cliëntparticipatie (inclusief de afspraken en wederzijdse adviezen) doet de coördinerend ambtenaar cliëntparticipatie binnen zes weken schriftelijk verslag aan het platform cliëntparticipatie.

  • 13.

    Het platform cliëntparticipatie komt minimaal vier keer per jaar bijeen in een regulier overleg.

  • 14.

    Het reguliere overleg van het platform cliëntparticipatie wordt voorgezeten door een externe voorzitter.

  • 15.

    Het reguliere overleg van het platform cliëntparticipatie vindt doorgang als er deelnemers aanwezig zijn vanuit ten minste twee maatschappelijke organisaties en de afdeling Werk, Inkomen en Zorg.

  • 16.

    Niet-georganiseerde belanghebbenden kunnen een onderwerp voor het platform cliëntparticipatie schriftelijk inbrengen via de coördinerend ambtenaar cliëntparticipatie of via één van de deelnemende organisaties.

  • 17.

    Het staat het platform cliëntparticipatie vrij om personen of doelgroepen te betrekken bij het platform cliëntparticipatie, wanneer dit voor de behandeling van een onderwerp van belang is.

  • 18.

    De voorzitter van het platform cliëntparticipatie kan besluiten tot mondelinge inspraak van individuele personen.

Artikel 5 Deelnemende organisaties

  • 1.

    In het platform cliëntparticipatie hebben vertegenwoordigers zitting van de volgende maatschappelijke organisaties:

    • a.

      het Interkerkelijk Diaconaal Overleg (IDO) / de Interkerkelijke Schuldhulpverlening (ISL);

    • b.

      de Maatschappelijke Dienstverlening Flevoland (MDF);

    • c.

      de OR van Concern voor Werk NV (in de persoon van een vakbondsbestuurder);

    • d.

      het Leger des Heils;

    • e.

      Humanitas.

  • 2.

    Per organisatie hebben maximaal twee vertegenwoordigers zitting in het platform cliëntparticipatie.

  • 3.

    De afdeling Werk, Inkomen en Zorg is vertegenwoordigd bij het overleg van het platform cliëntparticipatie, maar is geen deelnemende organisatie als bedoeld in het eerste lid.

  • 4.

    Het platform cliëntparticipatie heeft een aantal witte zetels, die na goedkeuring van de voorzitter incidenteel of structureel bezet kunnen worden door andere dan in het eerste genoemde organisaties.

Artikel 6 Voorzitter

  • 1.

    De onafhankelijke voorzitter wordt aangesteld door het college.

  • 2.

    De voorzitter van het platform cliëntparticipatie kan geen deel uitmaken van of werkzaam zijn bij de gemeente Lelystad of een organisatie die activiteiten ontplooit in het verlengde van de doelstellingen van de afdeling Werk, Inkomen en Zorg van de gemeente Lelystad.

  • 3.

    De voorzitter verricht ook voorkomende werkzaamheden ten behoeve van het platform cliëntparticipatie buiten de vergaderingen om.

  • 4.

    Bij afwezigheid van de voorzitter zorgt het platform cliëntparticipatie zelf voor vervanging.

Artikel 7 Secretaris

  • 1.

    De coördinerend ambtenaar cliëntparticipatie treedt op als secretaris van het platform cliëntparticipatie.

  • 2.

    Bij afwezigheid van de secretaris zorgt de afdeling Werk, Inkomen en Zorg voor vervanging.

Artikel 8 Vergoedingen

  • 1.

    Deelnemers aan het platform cliëntparticipatie en de voorzitter kunnen voor hun werk in het platform cliëntparticipatie aanspraak maken op een forfaitaire onkostenvergoeding en een reiskostenvergoeding.

  • 2.

    De in het vorige lid bedoelde onkostenvergoeding bedraagt voor de leden € 50,00 per bijeenkomst en voor de voorzitter € 200,00 per bijeenkomst.

  • 3.

    Reiskosten worden vergoed conform de geldende gemeentelijke richtlijnen.

Artikel 9 Openbaarheid vergaderingen

  • 1.

    De vergaderingen van het platform cliëntparticipatie zijn openbaar.

  • 2.

    Op grond van dringende redenen kan de voorzitter besluiten tot het besloten houden van een deel van de vergadering.

Artikel 10 Slotbepaling

In alle gevallen met betrekking tot de cliëntparticipatie in het kader van de Participatiewet en de WSW waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college van de gemeente Lelystad na consultatie van het platform cliëntparticipatie.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening cliëntparticipatie Participatiewet en WSW Lelystad 2015.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015.

 

 

Lelystad, 2 december 2014.

 

De raad van de gemeente Lelystad,

 

de griffier, de voorzitter,

 

 

 

 

Artikelgewijze toelichting

 

Artikel 3 Beleidsterreinen

Met ‘personen als bedoeld in artikel 7 lid 1 van de Participatiewet wordt bedoeld: de personen met algemene bijstand op grond van de Participatiewet, de personen met een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (Anw) en niet-uitkeringsgerechtigden.

 

Artikel 5 Deelnemende organisaties

In dit artikel worden de organisaties die deelnemen aan het platform cliëntparticipatie opgesomd. De laatste jaren zijn hierin enkele wijzigingen opgetreden.

Met de ‘witte zetels’ zoals bedoeld in het vierde lid is voorzien in de mogelijkheid om nog andere organisaties voorlopig toe te laten als deelnemende organisatie. Daarvoor is dan geen wijziging van de verordening noodzakelijk.