Organisatie | Dongen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de uitgangspunten van het financiële beleid alsmede op de regels voor het financiële beheer en de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Dongen |
Citeertitel | Financiële beheersverordening 2015 gemeente Dongen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, artikelen 149 en 212
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2016 | Onbekend | 18-12-2014 Onbekend | Onbekend |
De raad van de gemeente Dongen;
gelet op de artikelen 149 en 212 van de gemeentewet;
overwegende dat het noodzakelijk is de “Financiële beheersverordening gemeente Dongen”, zoals vastgesteld op 4 maart 2009, te wijzigen;
Verordening op de uitgangspunten van het financiële beleid alsmede op de regels voor het financiële beheer en de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Dongen.
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
netto schuld Bruto schuld minus de omvang van de geldelijke bezittingen die niet zijn ingezet voor de publieke taak. Onder bruto schuld wordt verstaan het totaal van langlopende leningen, kortlopende schulden, crediteuren en overlopende passiva. Onder geldelijke bezittingen die niet zijn ingezet voor de publieke taak wordt verstaan het totaal van langlopende uitzettingen, vorderingen, liquide middelen en overlopende activa.
Hoofdstuk II Begroting en Verantwoording
Wanneer het Rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van gemeenten in het EMU tekort, bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de wet houdbare overheidsfinanciën, hebben overschreden, informeert het college de raad of een aanpassing van de begroting nodig is. Als het college een aanpassing nodig acht, doet het college een voorstel voor het wijzigen van de begroting.
Artikel 14. Prijzen economische activiteiten
Voor de levering van goederen, diensten of werken aan overheidsbedrijven en derden en met welke bijbehorende activiteiten de gemeente in concurrentie met marktpartijen treedt, wordt tenminste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht. Bij afwijking doet het college vooraf voor elk van deze activiteiten afzonderlijk een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de activiteit wordt gemotiveerd.
Bij het verstrekken van kapitaal door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden gaat het college uit van een vergoeding van tenminste de geraamde integrale kosten van de verstrekte middelen. Bij afwijking doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de kapitaalverstrekking wordt gemotiveerd.
Hoofdstuk IV Paragrafen in begroting en jaarstukken
De paragrafen in de begroting en de jaarstukken bestaan minimaal uit:
In het onderdeel bedrijfsvoering van de begroting wordt ingegaan op de tijdelijke en actuele onderwerpen die aandacht behoeven; in het onderdeel bedrijfsvoering bij de jaarstukken wordt gerapporteerd over de bij de begroting bepaalde onderwerpen aangaande de bedrijfsvoering en over nieuwe ontwikkelingen;
In de begroting en de jaarstukken wordt in de paragraaf verbonden partijen ingegaan op nieuwe participaties, het beëindigen van bestaande participaties, het wijzigen van bestaande belangen en het aanwezig zijn van problemen bij bestaande participaties. Van elk van de verbonden partijen wordt bij de begroting en jaarstukken een opgave verstrekt van:
Het college draagt zorg voor een nota Grondbeleid die jaarlijks wordt geactualiseerd en ter vaststelling aan de raad wordt aangeboden. Daarin is opgenomen de strategische visie van het toekomstig grondbeleid van de gemeente. Ook wordt daarin aandacht besteed aan te ontwikkelen en in ontwikkeling genomen projecten (complexen), de voorraadverwerving en uitgifte van gronden, tussentijdse winstneming, waardering niet in exploitatie genomen gronden, de wijze van activeren van kosten en de autorisatie van kredieten door de gemeenteraad.
In de paragraaf grondbeleid in de begroting en de jaarstukken wordt ingegaan op de uitvoering van de beleidsanalyse en de financiële ontwikkelingen zoals winst/verliesverwachtingen en de verwerving van gronden.
Ter voorkoming van verwarring is het noodzakelijk dat de begripsdefinities duidelijk zijn. In Dongen kennen we de programmabegroting met acht programma’s. Onder ieder programma zijn vervolgens thema's opgenomen. De raad stelt kaders en controleert op het niveau van de programma’s, het college stuurt op het niveau van de thema's. De uitvoerende vakdiensten werken met budgetten.
Een voorbeeld ter verduidelijking. De raad zorgt voor een afgewogen programma Werk en Inkomen, waarbinnen de thema's "re-integratie en arbeidsmarktbeleid" en "inkomensvoorziening en minimabeleid" aan de Dongense bevolking worden aangeboden. Het college draagt er vervolgens zorg voor dat Dongenaren die recht hebben op bijvoorbeeld inkomensondersteuning ook daadwerkelijk en volgens de regels worden geholpen. Voor de betreffende uitvoerende dienst is het van belang welke vorm van inkomensondersteuning kan of moet worden verleend, algemene bijstand of een vorm van bijzondere bijstand (budgetten).
Artikel 2 bevat een aantal bepalingen over de inrichting van de begroting waarin de kaderstellende functie van de raad tot uiting komt. De raad legt op basis van dit artikel een belangrijk deel van de infrastructuur van de begroting vast.
De gemeente bepaalt zelf het aantal en de inhoud van de programma’s van de begroting en kan daardoor de begrotingsopzet aanpassen aan de eigen politiek-bestuurlijke wensen. Omdat er een politiek-bestuurlijke keuze ten grondslag ligt aan de indeling van de programma’s stelt de raad de indeling vast. Indien daartoe aanleiding is, kan de raad de indeling wijzigen.
De raad stelt de programmabegroting vast. Ter uitvoering van de begroting stelt het college een begroting naar thema's op. Het college is vrij in het aantal thema's en de indeling daarvan. De begroting naar thema's is in de systematiek van het ‘Besluit Begroting en Verantwoording’ geen onderdeel van de begroting. De raad kan van oordeel zijn dat hij bij de programmabegroting en verantwoording een overzicht wil hebben van welke thema's er bij de programma’s horen. Dit wordt geregeld in het eerste lid.
Artikel 4. Uitvoering begroting
In artikel 4 legt de raad het college een aantal verplichtingen op die voor een goede uitvoering van de begroting noodzakelijk zijn. In het eerste lid wordt bepaald dat het college de rechtmatigheid, de doeltreffendheid en de doelmatigheid van de uitvoering moet waarborgen. Lid 2 stelt eisen voor de onderwerpen die van belang zijn voor de opstelling van de begroting naar thema's. In het duale stelsel geeft de raad geen nadere uitvoeringsregels; het vaststellen van uitvoeringsregels is de bevoegdheid van het college.
De raad legt in dit artikel enkele basiscondities vast voor de interne controle. Daarmee verkrijgt de raad de zekerheid dat het college aan de verplichting genoemd in met name artikel 4, eerste lid, zal kunnen voldoen.
Artikel 6. Budgetbewaking en tussentijdse rapportage
Artikel 6 formaliseert een belangrijk onderdeel van de planning & control functie van de raad. De raad geeft namelijk aan welke informatie het college standaard dient te verstrekken evenals de frequentie waarmee de informatie moet worden verstrekt. Op basis van deze informatie kan de raad de uitvoering van de begroting volgen en besluiten of bijsturing nodig is.
Artikel 7 is het sluitstuk van de begrotingscyclus: de verantwoording over de begrotingsuitvoering door het college en de controle van de raad daarop. De gemeenterekening is ingedeeld overeenkomstig de in het Besluit begroting en verantwoording Provincies en Gemeenten voorgeschreven indeling.
Voor gemeenten is in de Wet houdbare overheidsfinanciën vastgelegd dat ze aandeel hebben in plafond voor het totale EMU-tekort van Nederland. Wordt dit gemeentelijk aandeel in het EMU-tekort door de gezamenlijke gemeenten overschreden dan kan dat tot een correctieve maatregel van het Rijk leiden of tot een boete uit Europa die naar gemeenten wordt doorvertaald. Maar het kan ook zijn dat de overschrijding niet erg is.
Gemeenten krijgen in het voorjaar van het Rijk bericht of het gemeentelijk aandeel in het nationale toegestane EMU-tekort met de lopende begroting dreigt te worden overschreden. Ook wordt dan duidelijk of daarop actie van gemeenten is gewenst. Pas als dit laatste het geval is, moeten gemeenten met een individueel EMU-saldo hoger dan gemeentelijke EMU-referentiewaarde hun begroting neerwaarts bijstellen om de overschrijding van het collectieve aandeel ongedaan te maken.
In het artikel is opgenomen dat het college de raad informeert bij een overschrijding van het toegestane EMU-tekort voor alle gemeenten. Als daarop actie nodig is van de gemeente, doet het college een voorstel voor het wijzigen van de begroting.
Artikel 9. Reserves en voorzieningen
Artikel 9 betreft de kaders voor reserves en voorzieningen.
Artikel 10. Waardering & afschrijving vaste activa
Artikel 10 betreft de kaders voor waardering, activering en afschrijving van activa.
Artikel 11. Waardering openstaande vorderingen en invorderingsbeleid
Artikel 11 draagt het college op regels te stellen voor waardering van debiteuren en overige vorderingen en voor het invorderingsbeleid.
Artikel 12. Grondslagen lokale heffingen
In artikel 12 is de grondslag voor de bepaling van heffingen en tarieven neergelegd. De grondslag voor de hoogte van heffingen en tarieven is namelijk politieke besluitvorming door de raad op basis van de geraamde hoeveelheden en de geraamde kostprijzen. Kostprijzen laten zich op vele manieren berekenen. In dit artikel worden uitgangspunten voor de bepaling van de kostprijzen gegeven.
Het uitgangspunt is dat heffingen en tarieven kostendekkend en marktconform moeten zijn. Dit geldt ook voor gesubsidieerde instellingen. Als zij hierdoor in financiële problemen komen, kan gekozen worden voor aanvullende subsidiëring.
Bij de kosten worden betrokken de bijdragen aan reserves voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor rioolheffing en reinigingsrechten de compensabele BTW.
De begroting en jaarstukken zijn exclusief de compensabele BTW. Voor dit soort rechten en heffingen is echter in de wet bepaald dat ze meegenomen worden in de kostprijsberekening, omdat de gemeente deze kosten wel heeft, ook al wordt de BTW gecompenseerd.
Artikel 13. Financieringsfunctie
De financieringsfunctie (treasury) is een belangrijk onderdeel van het middelenbeheer. Artikel 212 bevat het expliciete voorschrift dat de verordening een onderdeel over de financieringsfunctie heeft. De gemeente Dongen heeft de regels inzake de algemene doelstellingen en de te hanteren richtlijnen en limieten van de financieringsfunctie, alsmede inzake de administratieve organisatie van de financieringsfunctie in het Treasurystatuut vastgelegd.
Artikel 14. Prijzen economische activiteiten
Als een gemeente goederen, diensten of werken levert aan overheidsbedrijven of derden dan mag zij deze activiteiten niet bevoordelen als het economische activiteiten betreft. Economische activiteiten zijn hier activiteiten waarmee de gemeenten in concurrentie met ander ondernemingen treedt. Het bevoordelingsverbod houdt feitelijk in dat tenminste een integrale kostprijs voor de levering van goederen, diensten werken en het verstrekken van leningen garanties en kapitaal in rekening moet worden gebracht.
Van deze verplichting kan worden afgeweken als de activiteiten worden ontplooid in het kader van het publiek belang. Daarvoor is wel nodig dat in een raadbesluit het publiek belang van de activiteit wordt gemotiveerd. Het raadbesluit moet worden aangemerkt als een concretiserend besluit van algemene strekking. Het besluit moet worden bekendgemaakt in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad en moet open staan voor bezwaar en beroep. Belanghebbenden kunnen dan binnen uiterlijk zes weken na bekendmaking van het besluit een bezwaarschrift indienen bij de gemeente (Artikel 6:7 Algemene wet bestuursrecht). De gemeente moet binnen zes weken een besluit nemen over het bezwaarschrift of – indien een commissie als bedoeld in artikel 7:13 Algemene wet bestuursrecht is ingesteld – binnen twaalf weken, gerekend vanaf de dag na die waarop de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift is verstreken.
Bij afwijzing van de bezwaren kan de belanghebbende beroep instellen bij de bestuursrechter.
Voor het verplicht in rekening brengen van minimaal een integrale kostprijs voor de levering van goederen, werken en diensten of voor het verstrekken van leningen, garanties en kapitaal gelden een aantal uitzonderingen. Deze uitzonderingen worden in het vierde lid opgesomd.
Als een gemeente goederen, diensten of werken levert aan overheidsbedrijven of derden dan mag zij deze activiteiten niet bevoordelen als het economische activiteiten betreft. Economische activiteiten zijn hier activiteiten waarmee de gemeenten in concurrentie met ander ondernemingen treedt. Het bevoordelingsverbod houdt feitelijk in dat tenminste een integrale kostprijs voor de levering van goederen, diensten werken en het verstrekken van leningen garanties en kapitaal in rekening moet worden gebracht.
Van deze verplichting kan worden afgeweken als de activiteiten worden ontplooid in het kader van het publiek belang. Daarvoor is wel nodig dat in een raadbesluit het publiek belang van de activiteit wordt gemotiveerd. Het raadbesluit moet worden aangemerkt als een concretiserend besluit van algemene strekking. Het besluit moet worden bekendgemaakt in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad en moet open staan voor bezwaar en beroep. Belanghebbenden kunnen dan binnen uiterlijk zes weken na bekendmaking van het besluit een bezwaarschrift indienen bij de gemeente (Artikel 6:7 Algemene wet bestuursrecht). De gemeente moet binnen zes weken een besluit nemen over het bezwaarschrift of – indien een commissie als bedoeld in artikel 7:13 Algemene wet bestuursrecht is ingesteld – binnen twaalf weken, gerekend vanaf de dag na die waarop de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift is verstreken.
Bij afwijzing van de bezwaren kan de belanghebbende beroep instellen bij de bestuursrechter.
Voor het verplicht in rekening brengen van minimaal een integrale kostprijs voor de levering van goederen, werken en diensten of voor het verstrekken van leningen, garanties en kapitaal gelden een aantal uitzonderingen. Deze uitzonderingen worden in het vierde lid opgesomd.
In dit artikel worden de verplicht voorgeschreven paragrafen nader uitgewerkt. Per onderdeel is aangegeven bij welk thema waarover en in welke vorm moet worden gerapporteerd.
Artikel 16. De financiële administratie
In artikel 14 worden de kaders gegeven voor de inrichting van de gemeentelijke administraties. In hoofdlijnen wordt opgedragen welke gegevens moeten worden vastgelegd en aan welke eisen de vastgelegde gegevens moeten voldoen. Deze verordening regelt niet – inherent aan het dualisme – de regels en activiteiten die daarvoor in de uitvoering nodig zijn. Dat is een taak van het college. Deze zal deze zaken wel moeten vastleggen voor de aansturing van de ambtelijke organisatie.
Artikel 17. De financiële organisatie
In dit artikel worden uitgangspunten voor de inrichting van de financiële organisatie gegeven, waaraan het college bij het stellen van regels voor de ambtelijke organisatie invulling moet geven. De uitgangspunten vormen kaders voor het college, waaraan het zich moet houden.
Bij het beleid en interne regels voor de inkoop en aanbesteding kan gedacht worden aan een inkoopreglement en ook aan gemeentelijke inkoopvoorwaarden.
De nieuwe verordening artikel 212 Gemeentewet gaat in per 1 januari 2015.
In dit artikel wordt de naam gegeven, waarmee men in de gemeentelijke stukken naar deze verordening kan verwijzen.