Overheidsorganisatie | Gemeente Breda |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van staangeld |
Citeertitel | Verordening staangeld Breda 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | staangelden, woonwagenrechten |
Deze regeling vervangt de Verordening staangeld Breda 2014.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.
Gemeentewet, art. 229, lid 1, aanhef en onderdeel a en b
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-12-2014 | 01-01-2016 | Nieuwe regeling | 04-12-2014 | 42762 |
De raad van de gemeente Breda;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet;
B E S L U I T
vast te stellen de
verordening op de heffing eninvordering van staangeld
Deze verordening verstaat onder:
standplaats: een standplaats als bedoeld in artikel 1, onderdeel j, van de Wet op de huurtoeslag;
woonwagen: een woonwagen als bedoeld in artikel 1, onderdeel l, van de Wet op de huurtoeslag;
huurovereenkomst: de overeenkomst tussen de huurder en de verhuurder van de standplaats met toebehoren, waarin de huurbepalingen voor de standplaats zijn geregeld;
maand: een kalendermaand of een gedeelte daarvan.
Onder de naam 'staangeld' wordt een recht geheven voor het hebben van een standplaats voor een woonwagen, daaronder begrepen de diensten die met de standplaats verband houden.
Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt geheven van degene die de standplaats heeft. Als degene die de standplaats heeft wordt aangemerkt de hoofdbewoner van de woonwagen. Wie als hoofdbewoner wordt aangemerkt wordt naar de omstandigheden beoordeeld.
Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt niet geheven zolang voor de standplaats een huurovereenkomst geldt.
Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt geheven naar het tarief, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Het belastingtijdvak is een maand.
Het recht wordt geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving.
1. Het recht als bedoeld in artikel 2 is verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
2. Indien de belastingplicht vóór de zestiende van een maand aanvangt, is het recht, bedoeld in artikel 2, ten volle over die maand verschuldigd.
3. Indien de belastingplicht op of ná de zestiende van een maand aanvangt dan wel de vrijstelling genoemd in artikel 4 vervalt, is het recht, bedoeld in artikel 2, eerst met ingang van de daarop volgende maand verschuldigd.
4. Indien de belastingplicht vóór de zestiende van een maand eindigt dan wel de vrijstelling genoemd in artikel 4 van toepassing wordt, is het recht over die maand niet verschuldigd, met dien verstande dat bij het hebben van een standplaats voor een woonwagen over een periode korter dan één maand, het recht voor tenminste één maand is verschuldigd.
Het staangeld moet worden betaald binnen acht dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.
Bij de invordering van staangeld wordt geen kwijtschelding verleend.
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van de tarieven die zijn opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van staangeld.
1. De "Verordening staangeld Breda 2014", vastgesteld bij raadsbesluit van 23 december 2013, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.
Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening staangeld Breda 2015".
Aldus besloten in zijn openbare raadsvergadering van 4 december 2014,
, de voorzitter.
, de griffier.
Nummers | Naam Centrum/ straatnaam | Staangeld per maand |
C.Persoonstraat, Breda | 66, 68, 70 en 74 | € 119,25 |
Edisonstraat, Breda | 81, 83, 85, 87, 89, 91, 93, 101, 103, 105 en 109 | € 117,76 |
Emerweg, Breda | 33, 33a, 35, 35a, 37, 37a, 39a, 41a, 43, 43a en 45a | € 116,89 |
Hamdijk, Breda | 11, 13, 15, 21, 27, 29 en 31 | € 119,25 |
J.Catssingel, Breda | 2, 2a, 4a, 6a en 8 | € 119,25 |
Nieuwe Inslag, Breda | 64, 66, 68, 72 en 74 | € 114,63 |
Pietersberg, Breda | 13, 19, 21, 27, 29, 31, 33 en 37 | € 119,25 |
Ruitersboslaan, Breda | 53, 53a, 55 en 55b | € 119,25 |
Rijnauwenstraat, Breda | 137, 143, 145 en 153 | € 116,89 |
Weegbladtuin, Breda | 2, 4, 6, 8, 12, 14, 18, 20, 22, 24, 26, 28 en 30 | € 118,45 |
Veldekens, Breda | 1, 3, 6, 7 en 8 | € 80,96 |
Hesseling, Breda | 54 | € 119,25 |
Boterbloemstraat, Prinsenbeek | 30 | € 131,18 |
Heidehof, Breda | 1, 2, 3, 4 en 5 | € 84,24 |
Baarschot, Breda | 24, 26, 28, 30, 32, 34, 36 en 38 | € 119,25 |
Hoogeindsestraat, Breda | 2, 2a, 3a, 4, 6, 6a, 8 en 8a | € 119,25 |
Minervum, Breda | 1304, 1306, 1308, 1310 en 1312 | € 119,25 |
Korte Raamstraat, Breda | 2, 4, 6, 8, 10, 12, 14, 16, 18, 20, 22 en 24 | € 119,25 |
Behorende bij raadsbesluit d.d. 4 december 2014
Voor eensluidend afschrift,
de griffier.