Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Woudenberg

Marktverordening Gemeente Woudenberg 2001

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWoudenberg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingMarktverordening Gemeente Woudenberg 2001
CiteertitelMarktverordening Gemeente Woudenberg 2001
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 149
  2. Gemeentewet, art. 151
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-06-201327-06-2013intrekking

27-06-2013

De Woudenberger, 09-07-2013

2013-33
10-10-200127-06-2013geen

27-09-2010

De Woudenberger, 02-10-2001

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Marktverordening Gemeente Woudenberg 2001

De raad van de gemeente Woudenberg,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 augustus 2001,

gelet op de artikelen 149 en 151 van de Gemeentewet;

gezien het advies van de Markt- en standplaatsencommissie;

overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor een ordelijk verloop van de markt;

besluit

vast te stellen de Marktverordening Gemeente Woudenberg 2001

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    markt: de warenmarkt die plaatsvindt op de, bij of krachtens artikel 1.2 vastgestelde dag, tijd en plaats;

  • b.

    marktterrein: de gehele openbare of voor het publiek toegankelijke oppervlakte grond, die bij of krachtens artikel 1.2 is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • c.

    standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt op het marktterrein is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • d.

    vaste plaats: de standplaats die op de markt voor onbepaalde tijd ter beschikking wordt gesteld aan de vergunninghouder;

  • e.

    vergunninghouder: degene aan wie door het college van burgemeester en wethouders vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

  • f.

    wachtlijst: de lijst van gegadigden voor een standplaats;

  • g.

    marktmeester: de persoon, die als zodanig is aangewezen door het college van burgemeester en wethouders;

  • h.

    branche-indeling: de indeling in artikelengroepen en het aantal vastgestelde standplaatsen per artikelengroep;

  • i.

    het college: het college van burgemeester en wethouders;

  • j.

    levenspartner: de persoon met wie de vergunninghouder met het oogmerk duurzaam samen te wonen een gemeenschappelijke huishouding voert, hetgeen blijkt uit een schriftelijke verklaring ingericht volgens door het college te stellen regels.

Artikel 1.2 Dag, tijd en plaats van de markt

  • 1.

    De markt vindt plaats op dinsdag van 8.00 tot 12.30 uur op het plein aan De Nieuwe Poort.

  • 2.

    Het college kan op grond van dringende redenen, in afwijking van het eerste lid, bepalen dat de markt tijdelijk zal plaatsvinden:

    • a.

      op een andere dag;

    • b.

      op een andere tijd;

    • c.

      op een andere plaats.

  • 3.

    Het college is bevoegd te bepalen dat de markt tijdelijk zal plaatsvinden op een andere dag, indien de in het eerste lid bedoelde dag samenvalt met een van de in artikel 2, eerste lid, onder b van de Winkeltijdenwet genoemde dagen.

Artikel 1.3 Inrichting van de markt; branche-indeling

  • 1.

    Het college bepaalt ten aanzien van de markt:

    • a.

      het aantal standplaatsen;

    • b.

      afmetingen van de standplaatsen;

    • c.

      de opstelling en indeling van de markt.

  • 2.

    Het college kan voor de markt vaststellen:

    • a.

      een lijst met artikelengroepen (branches); en

    • b.

      een maximumaantal standplaatsen per branche.

Artikel 1.4 De marktcommissie

  • 1.

    Het college kan een commissie van advies instellen die tot taak heeft het college te adviseren inzake marktaangelegenheden.

  • 2.

    Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de samenstelling en werkwijze van deze marktcommissie.

Artikel 1.5 Nadere regels

Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

Artikel 1.6 Voorschriften en beperkingen

  • 1.

    Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.

  • 2.

    Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

Hoofdstuk 2 Bepalingen over het aanvragen en verlenen van de vergunning

Artikel 2.1 Vergunning voor innemen standplaats; ventverbod

  • 1.

    Het is verboden een standplaats op de markt in te nemen zonder vergunning van het college.

  • 2.

    Het is verboden op de markt met goederen of waren ter verkoop rond te lopen of te rijden.

Artikel 2.2 Toewijzing standplaatsen

Een standplaats wordt toegewezen als vaste plaats.

Artikel 2.3 De vergunningaanvraag

Voor toewijzing van een standplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon die een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij het college en die daarbij tevens aantoont dat hij persoonlijk voldoet aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie.

Artikel 2.4 Intrekking vergunning

  • 1.

    De vergunning voor het innemen van een standplaats wordt ingetrokken:

    • a.

      op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

    • b.

      bij overlijden van de vergunninghouder, tenzij op grond van artikel 2.10 de vergunning wordt overgeschreven.

  • 2.

    Het college kan een vergunning intrekken:

    • a.

      indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • b.

      indien de vergunninghouder niet meer voldoet aan de in artikel 2.3 genoemde vereisten voor het toewijzen van een standplaats.

Artikel 2.5 Inhoud vergunning

Indien een standplaats kan worden toegewezen, verleent het college een vergunning waarin in ieder geval is bepaald:

  • a.

    de naam en voorletters, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;

  • b.

    een duidelijke omschrijving van de toegewezen standplaats met vermelding van het nummer en de afmetingen daarvan;

  • c.

    de verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de plaats mag gebruiken;

  • d.

    de artikelen (branche) die de vergunninghouder mag verhandelen;

Artikel 2.6 Wachtlijst

  • 1.

    Per branche wordt een wachtlijst bijgehouden.

  • 2.

    Het college schrijft de aanvrager in op de wachtlijst, indien:

    • a.

      de aanvrager voldoet aan het bepaalde in artikel 2.3, maar aan hem geen standplaats kan worden toegewezen;

    • b.

      de aanvrager heeft aangegeven dat hij op de wachtlijst wil worden geplaatst; en

    • c.

      de aanvrager het verschuldigde legesbedrag heeft betaald.

  • 3.

    Het college vermeldt bij de inschrijving in ieder geval:

    • a.

      de naam en voorletters, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de aanvrager;

    • b.

      de datum waarop de aanvraag door hem is ontvangen;

    • c.

      de artikelen (branche) die de aanvrager wil verhandelen;

    • d.

      de verkoopmaterialen die de aanvrager wil gebruiken.

    Het college verstrekt de aanvrager een schriftelijk bewijs van inschrijving op de wachtlijst.

  • 4.

    De inschrijving op de wachtlijst blijft gehandhaafd, indien deze door de ingeschrevene jaarlijks voor 1 januari schriftelijk wordt verlengd én de ingeschrevene vóór deze datum het verschuldigde legesbedrag heeft voldaan.

Artikel 2.7 Doorhalen van inschrijving op wachtlijst

De inschrijving op de wachtlijst wordt doorgehaald:

  • a.

    indien de ingeschrevene zijn inschrijving niet jaarlijks voor 1 januari heeft verlengd en het daarvoor verschuldigde legesbedrag heeft betaald;

  • b.

    op schriftelijk verzoek van de ingeschrevene;

  • c.

    bij overlijden van de ingeschrevene;

  • d.

    wanneer aan de ingeschrevene een vergunning voor een standplaats is verleend, tenzij hij deze op grond van bijzondere omstandigheden niet aanvaardt;

  • e.

    indien niet meer aan de vereisten van artikel 2.3 wordt voldaan.

Artikel 2.8 Toewijzing standplaatsen

Een vrijkomende standplaats wordt in de aangegeven volgorde toegewezen:

  • a.

    aan de eerste gegadigde op de wachtlijst voor de desbetreffende branche;

  • b.

    via open inschrijving, na plaatsing van een advertentie in een of meerdere vakbladen;

  • c.

    aan de eerste gegadigde in een andere branche, te bepalen door het college.

Artikel 2.9 Overschrijving vergunning

  • 1.

    In geval van overlijden dan wel blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder kan de vergunning voor de standplaats worden overgeschreven op de achterblijvende echtgenoot, de geregistreerde partner of de levenspartner van de vergunninghouder.

  • 2.

    Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid, kan een kind van de vergunninghouder vergunning voor een standplaats krijgen indien hij ten minste drie jaar in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende eenzelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd en zich heeft laten inschrijven op de wachtlijst.

  • 3.

    Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden na het overlijden van de vergunninghouder dan wel nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld.

  • 4.

    Het college is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken van het bepaalde in dit artikel.

Hoofdstuk 3 Bepalingen over het gebruik van de standplaats

Artikel 3.1 Persoonlijk innemen standplaats

  • 1.

    De vergunninghouder neemt de standplaats die hem is toegewezen persoonlijk in. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

  • 2.

    De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.

Artikel 3.2 Aantal keren innemen standplaats

De vergunninghouder neemt ten minste eenmaal per twee weken en ten minste tienmaal per dertien weken zijn plaats op de markt in, dit met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 3.3 en 3.4.

Artikel 3.3 Incidentele afwezigheid

  • 1.

    De vergunninghouder die wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn standplaats in te nemen, deelt dit mee aan de marktmeester.

  • 2.

    De mededeling wordt, behoudens bij plotselinge verhindering, tijdig voor de desbetreffende marktdag gedaan.

Artikel 3.4 Langdurige afwezigheid, vervanging

  • 1.

    Het is de vergunninghouder toegestaan in verband met vakantie jaarlijks gedurende maximaal 6 weken, waarvan maximaal 4 weken achtereenvolgend, af te zien van het innemen van zijn standplaats.

  • 2.

    In geval van ziekte of bijzondere omstandigheden kan het college op aanvraag van de vergunninghouder hem tijdelijk ontheffing verlenen van de verplichting om ten minste eenmaal per twee weken en tienmaal per dertien weken de plaats op de markt in te nemen.

  • 3.

    Bij langdurige afwezigheid wegens ziekte overlegt de vergunninghouder als bewijs van ziekte iedere drie maanden een geneeskundige verklaring aan het college, tenzij het college hiervan ontheffing heeft verleend.

  • 4.

    Het college kan op aanvraag van de vergunninghouder vergunning verlenen zich op zijn standplaats te laten vervangen door een met name genoemde persoon.

Artikel 3.5 Legitimatie en identiteit vergunninghouder

  • 1.

    Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient op eerste aanvraag van de marktmeester aan te tonen dat hij de vergunninghouder is.

  • 2.

    De vergunninghouder dient bij zijn standplaats duidelijk zichtbaar zijn naam en bedrijfsnaam aan te geven.

Artikel 3.6 Tijdstip innemen standplaats/aan- en afvoer goederen

  • 1.

    Het is verboden voor vergunninghouders op het marktterrein meer dan 2 uur voor aanvang en meer dan 2 uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen dan wel goederen aan of af te voeren.

  • 2.

    De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats vanaf de aanvangstijd tot de sluitingstijd van de markt in te nemen. Het college kan van deze verplichting ontheffing verlenen.

Hoofdstuk 4 Straf-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 4.1 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste twee maanden en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 4.2 Intrekking vergunning en schorsing

Het college kan een vergunning voor een standplaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens voor ten hoogste vier achtereenvolgende marktdagen schorsen, indien de vergunninghouder of degene die hem bijstaat:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog.

  • c.

    niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

Artikel 4.3 Onmiddellijke verwijdering

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college, indien het dit noodzakelijk acht, een vergunninghouder gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen, indien hij:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog.

Artikel 4.4 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de marktmeester en de bij besluit van het college aangewezen personen.

Artikel 4.5 Intrekking oude regeling

De Marktverordening, vastgesteld op 26 september 1996, wordt ingetrokken.

Artikel 4.6 Overgangsbepalingen

  • 1.

    Vergunningen en ontheffingen - hoe ook genaamd - verleend krachtens de Marktverordening 1996 blijven - indien en voorzover het gebod of verbod waarop de vergunning of ontheffing betrekking heeft, ook vervat is in deze verordening - van kracht tot de termijn waarvoor zij werden verleend, is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.

  • 2.

    Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de Marktverordening 1996, blijven - indien en voorzover de bepalingen ingevolge welke deze verplichtingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening - van kracht tot de termijn waarvoor zij zijn opgelegd, is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.

  • 3.

    Vergunningen en ontheffingen bedoeld in het eerste lid en verplichtingen bedoeld in het tweede lid, worden geacht vergunningen, ontheffingen en verplichtingen in de zin van deze verordening te zijn.

  • 4.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Marktverordening 1996 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 4.7 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

Artikel 4.8 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Marktverordening gemeente Woudenberg 2001’.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van ..... (datum).

Toelichting Marktverordening Gemeente Woudenberg 2001

Algemeen

Deze toelichting is bedoeld als aanvulling op de toelichting op de VNG-modelmarktverordening. De Marktverordening Gemeente Woudenberg 2001 verschilt namelijk op een aantal punten van de VNG-modelmarktverordening. Verder wordt aandacht besteed aan in het oog springende verschillen met de huidige marktverordening.

Uitgangspunt bij het opstellen van de nieuwe marktverordening is geweest zo veel mogelijk aan te sluiten bij de VNG-modelmarktverordening; deze is namelijk tot stand gekomen in nauw overleg met de brancheorganisaties. In sommige gevallen was het echter wenselijk een modelartikel niet over te nemen of een afwijkende bepaling in de marktverordening op te nemen; de artikelnummering verschilt als gevolg daarvan hier en daar met de modelverordening. De artikelnummers tussen haakjes hebben betrekking op de corresponderende artikelen in de huidige marktverordening.

Artikel 1.1 (artikel 1 oud) e.a.

Op de Woudenbergse markt worden geen dagplaatsen en standwerkersplaatsen uitgegegeven. In artikel 1.1 is dan ook geen begripsomschrijving opgenomen van de begrippen "dagplaats", "standwerken" en "standwerkersplaats". Het begrip "vaste plaats" in de modelverordening is in de Woudenbergse marktverordening in de meeste gevallen vervangen door " standplaats". Bepalingen in de modelverordening over dagplaatsen en standwerkersplaatsen zijn niet overgenomen in de Woudenbergse marktverordening.

Artikel 1.2 (artikel 1/2 oud)

De bepaling over dag, tijd en plaats van de markt is in de huidige verordening opgenomen onder artikel 1, 1ste lid, onder a.

Artikel 1.3 (artikel 3 oud)

1e lid: punt d uit de modelverordening is niet opgenomen; zie ook opmerking onder artikel 1.1. Dit artikel is uitgewerkt onder punt 1 van het Markbesluit.

Artikel 1.4 (artikel 31 oud)

Dit artikel is uitgewerkt onder punt 2 van het Marktbesluit.

Artikel 1.6

In de huidige verordening ontbreekt een artikel met deze strekking; vergunningvoorschriften zijn al vastgelegd in artikel 23 van de huidige verordening. Artikel 1.6 is uitgewerkt in punt 3 van het Marktbesluit.

Artikel 2.1

In de modelverordening ontbreekt een bepaling over venten; de huidige marktverordening bevat echter wel zo’n (nuttige) bepaling.

Artikel 2.2 (artikel 8 oud)

Zie ook de opmerking bij artikel 1.1.

Artikel 2.5 (artikel 13 oud)

In de nieuwe marktverordening is bepaald dat in de vergunning ook de exacte locatie van de standplaats wordt opgenomen; bij de huidige marktvergunningen is dat niet het geval. De bepaling van de locatie zal aan de hand van een tekening dienen te gebeuren.

(Artikel 2.6 van de modelverordening heeft betrekking op de invoering van een ancienniteitslijst: een lijst waarop de standplaatshouders “in volgorde van binnenkomst” staan vermeld. Aan een dergelijke lijst kunnen standplaatshouders bepaalde rechten ontlenen, bijvoorbeeld bij vrijkomende marktplaatsen. Gezien de schaal van de Woudenbergse markt is invoering van een anciënniteitslijst echter niet zinvol.)

Artikel 2.6 en 2.7

Inschrijving op een wachtlijst is op dit moment niet mogelijk; toewijzing van marktplaatsen gebeurt via open inschrijving (artikel 11 oud). Het duurt daardoor op dit moment echter te lang voordat een vrijkomende marktplaats is opgevuld; via een wachtlijstsysteem kan dit probleem worden aangepakt. Om de wachtlijst actueel te houden, dienen inschrijvers hun inschrijving ieder jaar te verlengen. Uit kostenoverwegingen en om inschrijvers met minder serieuze bedoelingen te weren, dienen voor plaatsing op de wachtlijst leges betaald te worden.

Artikel 2.9 (artikel 14, 2

Het nieuwe artikel bevat ruimere overschrijvingsmogelijkheden dan het oude artikel.

Artikel 3.2

Een artikel van deze strekking ontbreekt in de huidige verordening; impliciet is deze bepaling echter wel in artikel 14, 1ste lid onder d, opgenomen.

Artikel 3.3 en 3.4 (artikel 17 en 18 oud)

In de nieuwe verordening is gekozen voor een praktischer benadering van de aanwezigheidsplicht dan in de modelverordening. Bij incidentele afwezigheid kan volstaan worden met mondelinge afmelding bij de marktmeester. Verder mag iedere vergunninghouder jaarlijks maximaal 6 weken (waarvan maximaal 4 weken achtereenvolgend) afwezig zijn in verband met vakantie. In geval van langere afwezigheid bij ziekte of bijzondere omstandigheden dient de vergunninghouder bij het college ontheffing aan te vragen.

Artikel 4.3

Op grond van dit artikel zijn in het Marktbesluit de marktmeester en de medewerker marktzaken aangewezen als toezichthoudend ambtenaren. De gemeente Woudenberg kent geen bijzondere opsporingsambtenaren; voor opsporing van strafbare feiten is de gemeente aangewezen op de politie (algemene opsporingsambtenaren).

Nota-toelichting

2010-11-05