Organisatie | Bergen op Zoom |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet |
Citeertitel | Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Sociale Zaken |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-10-2016 | 01-01-2016 | 1e wijziging | 29-09-2016 Gemeenteblad 2016, nr. 135832 | RVB16-0051 | |
01-01-2015 | 08-02-2017 | Nieuwe regeling | 17-12-2014 Gemeenteblad 2014, 78167 | RVB14-0100 |
De raad van de gemeente Bergen op Zoom;
overwegende dat vaststelling van een verordening wettelijk is voorgeschreven;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november 2014, nummer RVB14-0100;
gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en artikel 8, lid 1, sub b, en lid 2 juncto artikel 36 van de Participatiewet;
de Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet vast te stellen.
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- alleenstaande: de ongehuwde met of zonder ten laste komende kinderen die geen gezamenlijke huishouding voert met een ander, tenzij het betreft en bloedverwant in de eerste graad of een bloedverwant in de tweede graad indien er bij één van de bloedverwanten in de tweede graad sprake is van zorgbehoefte;
inkomen: het inkomen als bedoeld in artikel 32 van de wet, met dien verstande dat voor de zinsnede “een periode waarover een beroep op bijstand wordt gedaan” moet worden gelezen als “de referteperiode”, waarbij een bijstandsuitkering, in afwijking van artikel 32 van de wet, voor de beoordeling van het recht op
Een verzoek om een individuele inkomenstoeslag wordt ingediend middels een door het college vastgesteld formulier.
Geen recht op een individuele inkomenstoeslag heeft in ieder geval:
de persoon die in de periode van 12 maanden onmiddellijk voorafgaand aan de maand van aanvraag een boete- en/of maatregelwaardige gedraging in de zin van de Participatiewet, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers of de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen heeft gepleegd op grond waarvan een boete en/of maatregel is opgelegd, tenzij het een boete of maatregel in de vorm van een waarschuwing betreft;
Onder langdurig een laag inkomen wordt verstaan een gemiddeld inkomen per maand dat gedurende de referteperiode niet uitkomt boven 100% van de geldende bijstandsnorm.
Indien één van de gehuwden op de aanvraagdatum is uitgesloten van het recht op een individuele inkomens-toeslag ingevolge artikel 11 of artikel 13, lid 1, van de wet komt de rechthebbende echtgenoot in aanmerking voor een individuele inkomenstoeslag naar de hoogte die voor hem of haar als alleenstaande zou gelden.
Ter uitvoering van artikel 3, lid 2 van deze verordening stelt het college nadere beleidsregels vast.
Door of namens het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende worden afgeweken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing hiervan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.