Organisatie | Berg en Dal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement van Orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad van Groesbeek |
Citeertitel | Reglement van Orde voor de gemeenteraad Groesbeek |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Reglement van Orde |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-01-2015 | 23-11-2017 | Nieuwe regeling | 02-01-2015 www.officielebekendmakingen.nl, Gemeenteblad d.d. 8 januari 2015, nr 1831 | Reglement van orde voor de gemeenteraad |
De raad van de gemeente Groesbeek;
gelezen het voorstel van het presidium van Groesbeek;
overwegende dat vanwege de herindeling het noodzakelijk is de bestaande reglementen van orde te integreren tot een nieuw reglement:
1. Vast te stellen het navolgende Reglement van Orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad van Groesbeek.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In dit reglement wordt verstaan onder:
de wet: Artikel 82 Gemeentewet: De raad kan raadscommissies instellen die besluitvorming van de raad kunnen voorbereiden en met het college of de burgemeester kunnen overleggen. De raad regelt daarbij de taken, de bevoegdheden, de samenstelling en de werkwijze, daaronder begrepen de wijze waarop de leden van de raad inzage hebben in stukken waaromtrent door een raadscommissie geheimhouding is opgelegd.
Het presidium stelt de agenda van de carrousel vast, de begin- en eindtijden van de agendapunten, het doel van agendering en de wijze van behandeling van ieder onderwerp. Bij poli-tiek-maatschappelijk belangrijke onderwerpen kan het presidium besluiten dat de behandeling over twee carrouselvergaderingen plaatsvindt (A-stuk) dan wel in een themabijeenkomst in de zin van artikel 21.
Het presidium stelt de agenda van de raadsvergadering voorlopig vast voor zover het de on-derwerpen betreft die tevens zijn geagendeerd voor de carrousel. De agenda van de raads-vergadering wordt door het presidium definitief vastgesteld waar het de punten betreft die als hamerstuk worden geagendeerd. Een voorstel kan slechts worden geagendeerd als hamer-stuk voor de raad indien alle fracties hiermee instemmen.
Hoofdstuk 2 Toelating van nieuwe leden, benoeming wethouders en carrouselleden
Indien boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de raad de-ze aanduiding als naam. Indien geen aanduiding boven de kandidatenlijst was geplaatst, deelt de fractie in de eerste vergadering van de raad aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de raad wil voeren.
Artikel 10 Verzending concept-agenda en definitieve agenda
Bij de aanvang van de vergadering stelt de raad de agenda vast, met inachtneming van wat in de presidiumvergadering en carrousel is besloten. Op voorstel van een lid van de raad of van de voorzitter kan de raad bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.
Artikel 13 Openbare kennisgeving
De voorzitter draagt zorg voor voldoende publiciteit van de vergaderingen van de raad.
Voor carrouselleden geldt een maximumspreektijd voor de 1e termijn. Deze spreektijd bedraagt 3 minuten als de totale behandeltijd een half uur is. Bij een behandeltijd van 45 of 60 minuten is de spreektijd maximaal 4 minuten en bij een behandeltijd van meer dan 60 minu-ten is dit maximaal 5 minuten.
Artikel 18 Standpuntbepaling in de carrousel
Na afronding van ieder agendapunt formuleert de voorzitter een conclusie op basis van het besprokene. De carrousel adviseert over het vervolg van het onderwerp en kan daarbij een keuze maken uit:
Artikel 19 Nadere bespreking in de volgende carrousel
Indien de meerderheid van de aanwezige fracties een agendapunt niet voldoende besproken vindt in de carrousel, wordt het onderwerp voor nadere bespreking geagendeerd voor een volgende carrousel. Indien nodig formuleert de voorzitter de vereisten c.q. voorwaarden waaronder het voorstel opnieuw wordt geagendeerd.
Van de carrousel wordt een verslag opgesteld. Artikel 29 is van overeenkomstige toepassing. Carrouselleden ontvangen een vergoeding per avond en afhankelijk van de deelname aan de bespreking van een of meerdere agendapunten.
Bij politiek-maatschappelijk belangrijke onderwerpen kan het presidium besluiten deze niet te agenderen voor de carrousel, maar in plaats daarvan een aparte vergadering te houden. Opzet en inhoud van de bijeenkomst wordt voorbereid door het presidium dan wel op aangeven van het presidium door een werkgroepje van raadsleden, indien het thema een raadsinitiatief betreft en door het college in overige gevallen.
Artikel 22 Aanvangstijdstip raads- en carrouselvergaderingen
De vergaderingen van de raad en carrousel vangen aan om 20.00 uur, tenzij er redenen zijn om te kiezen voor een ander tijdstip. De voorzitter overlegt hierover met het presidium.
Burgers die zich voor de raadsvergadering hebben aangemeld bij de voorzitter of de griffier, kunnen na de opening van de vergadering, op aangeven van de voorzitter, het woord voeren over op de agenda vermelde onderwerpen, met uitzondering van agendapunten betref-fende het doen van keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen.
Artikel 27 Geluid en beeldregistraties
Voor het maken van geluid- en/of beeldregistraties tijdens de vergaderingen is vooraf toestemming nodig van de voorzitter. Deze kan aanvullende voorwaarden stellen, welke strikt opgevolgd moeten worden.
Artikel 28 Primus bij woordvoering en hoofdelijke stemming
Alvorens de aangekondigde onderwerpen aan de orde te stellen bepaalt de voorzitter door loting bij welk lid van de raad de beraadslaging of de hoofdelijke stemming zal beginnen.
Artikel 29 Verslag en besluitenlijst
De leden, de voorzitter, de wethouders, de griffier en de secretaris hebben het recht, een voorstel tot verandering aan de raad te doen, indien de notulen onjuistheden bevatten of niet duidelijk weergeven wat gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering dient ten-minste 24 uur voor de betreffende vergadering schriftelijk bij de griffier te worden ingediend.
Een politiek debat vindt niet plaats in termijnen, maar wordt gevoerd tot dat naar beoordeling van de voorzitter de standpunten voldoende zijn uitgewisseld.
De voorzitter kan in overleg met het presidium regels stellen omtrent de maximale spreektijd der leden in de raadsvergadering.
Artikel 36 Handhaving orde; schorsing
Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het onderwerp in behandeling, een spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, heeft ieder lid het recht zijn stemgedrag te motiveren.
Artikel 40 Algemene bepaling over stemming
Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen, voordat het volgende raadslid gestemd heeft. Bemerkt het raadslid zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt wel aantekening vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.
Artikel 43 Stemming over personen
Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het tweede lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn, worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.
Artikel 44 Herstemming over personen
Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkre-gen, heeft een derde stemming plaats tussen de twee personen, die bij de tweede stem-ming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitge-maakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.
Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, tenminste 48 uur voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de voorzitter ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd alsmede de te stellen vragen.
De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van de raad en de wethouders. Bij de behandeling van de ingekomen stukken van de eerstvolgende vergadering na indiening van het verzoek, wordt het verzoek in stemming gebracht. De raad bepaalt op welk tijdstip tijdens de vergadering de interpellatie wordt gehouden.
Artikel 52 Schriftelijke vragen
Schriftelijke vragen worden kort en duidelijk geformuleerd. De vragen kunnen van een toe-lichting worden voorzien. Bij de vragen wordt aangegeven, of schriftelijke of mondelinge beantwoording wordt verlangd. Vragen die niet voldoen aan het hiervoor gestelde worden per omgaande aan de indiener teruggestuurd.
Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen 30 dagen, nadat de vragen zijn binnengekomen. Mondelinge beantwoording vindt plaats in de eerstvolgende raadsvergadering. Indien beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, krijgt de vragensteller daarvan gemotiveerd bericht, waarbij aangegeven wordt de termijn, waarbinnen beantwoording plaats zal vinden.
De vragensteller kan, bij schriftelijke beantwoording in de eerstvolgende raadsvergadering en bij mondelinge beantwoording in dezelfde raadsvergadering, na de behandeling van de op de agenda voorkomende onderwerpen nadere inlichtingen vragen over het door de burgemeester of door burgemeester en wethouders gegeven antwoord, tenzij de raad anders beslist.
Artikel 55 Ambtelijke bijstand
Op verzoek helpt de griffier raadsleden bij het opstellen van voorstellen, amendementen en mo-ties en andere bijstand. Indien nodig kan de griffier daarbij een beroep doen op medewerking vanuit de ambtelijke organisatie.
Artikel 56 Fractieondersteuning
De fracties, zoals bedoeld in het Reglement van orde, ontvangen een vergoeding in verband met kosten welke verband houden met het functioneren van de fractie. In de gemeentebegroting wordt daarvoor een budget geraamd per fractie, welk budget kan bestaan uit een vast deel en een variabel deel per raadszetel.
Hoofdstuk 6 Lidmaatschap van andere organisaties
Artikel 58 Verslag; verantwoording
Een lid van de raad, een wethouder, de burgemeester of de secretaris, die door de gemeen-teraad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, heeft het recht om in de raadsvergadering verslag te doen over zaken die in het algemeen bestuur aan de orde zijn geweest. Voor een nadere bespreking van dit verslag kan de voorzitter verwijzen naar de carrousel, tenzij de raad zich daartegen verzet.
Hoofdstuk 7 Besloten vergadering
Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toe-passing voor zover die bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.
Artikel 62 Opheffing geheimhouding
Indien de raad op grond van gestelde in artikel 25, derde en vierde lid, 55, tweede en derde lid, of artikel 86, tweede en derde lid van de Gemeentewet, voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.
Artikel 64 Maatregelen van orde
Indien de voorzitter dit nodig oordeelt, kan hij de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen ter handhaving van de orde in de vergaderruimte. De voorzitter kan de toehoorders die de orde verstoren, of alle toehoorders, gelasten de vergaderzaal te verlaten.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Groesbeek op 2 januari 2015.
De Raadsgriffier, De Voorzitter,
J.A.M. van Workum, H.W.C.G. Keereweer
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Op de carrouselvergaderingen is artikel 82 van de Gemeentewet van toepassing. Dit houdt in dat de voorzitter van de carrousel uit de raad moet komen, maar ook dat de leden van de carrousel een beroep kunnen doen op onschendbaarheid. Dit houdt in dat raadsleden niet rechterlijk vervolgd kunnen worden voor wat ze in raads- of carrouselvergaderingen zeggen (of aan de raad schriftelijk hebben voorgelegd) en evenmin worden verplicht daarover een getuigenis af te leggen (het verschoningsrecht).
Oorspronkelijk was een belangrijk deel van dit artikel opgenomen in artikel 3. Voor de duidelijkheid is het artikel uit elkaar gehaald en aangevuld met relevante bepalingen.
Het presidium is hoofdzakelijk een agendacommissie. Met de wijze van agendering en de bepaling van de tijd in de carrousel bepaalt het presidium welke onderwerpen relatief snel worden behandeld en voor welke onderwerpen meer tijd dient te worden ingeruimd en daarmee in wezen de (politiek-maatschappelijke) importantie c.q. gevoeligheid van het onderwerp. Dit kan ook betekenen dat het presidium een knip brengt in een agendapunt en besluit deze in twee ronden te behandelen. Een eerste carrouselvergadering met bespreking van het agendapunt waarbij burgers de gelegenheid krijgen in te spreken of een eerste oriënterende discussie plaatsvindt en daaropvolgend een tweede carrouselvergadering met agendering en discussie en evt. besluitvorming. Deze tweede bespreking vindt in de carrousel plaats als er sprake is van nieuwe gezichtspunten of belangrijke aanvullende informatie. Voorkeur heeft een directe behandeling in de raadsvergadering.
Het is goed te beseffen dat een agendapunt dat door het presidium als hamerstuk wordt geagendeerd niet meer tijdens de raadsvergadering ter bespreking kan worden opgevoerd.
Dit artikel is aangepast aan het papierloos werken. De raad volgt wat in het presidium ten aanzien van de hamerstukken en in de carrousel ten aanzien van de daar besproken stukken is besloten. Wel kunnen agendapunten worden toegevoegd: gedacht kan worden aan moties over niet op de agenda vermelde onderwerpen.
Goed gebruik is dat de wethouder bij behandeling van een voorstel dat betrekking heeft op zijn portefeuille aanwezig is, ofwel om een toelichting te geven of om vragen te beantwoorden of om kennis te kunnen nemen van de opvattingen van de carrouselleden.
Artikel 13 Openbare kennisgeving
Er zijn vele mogelijkheden om de agenda´s en vergaderingen onder de aandacht te brengen. Het is aan de voorzitter om dit adequaat in te vullen.
In geval van politiek-maatschappelijke belangrijke onderwerpen kan worden besloten deze te agenderen in de carrousel, zonder dat er in een andere ruimte tegelijkertijd een ander agendapunt wordt besproken. Dit biedt alle raads- en carrouselleden de gelegenheid de bespreking te volgen.
Aan de carrousel kan per agendapunt slechts één lid per fractie deelnemen. Dit vereist een goede afstemming binnen de fractie, zowel voorafgaand aan de carrousel als daarna.
Artikel 16 Activiteiten carrousel
In de carrousel is van alles mogelijk, zo lang het raakt aan de taken en rollen van de raad. Met de volgorde van activiteiten genoemd in het eerste lid wordt beoogd de fases van besluitvorming aan te geven: deze loopt van informatieverstrekking, via overleg en uitwisseling van opinies om elkaar te overtuigen naar standpuntbepaling.
Om te voorkomen dat veel tijd in de carrousel op gaat aan technische of detailvragen, is in het derde lid geregeld dat deze vragen voorafgaand aan de carrousel worden gesteld aan de behandelend ambtenaar, die in ieder raadsvoorstel is vermeld. Door de vragen ook aan de griffier te zenden zorgt deze er voor dat alle raads- en carrouselleden worden geïnformeerd over de vragen en de antwoorden.
Artikel 17 Inspreken burgers in carrousel
In de carrousel dient voldoende ruimte te zijn voor burgers om in te spreken. Het is de taak van het presidium om in te schatten of en in welke mate burgers gebruik zullen maken van dit recht en daarvoor tijd in te ruimen. Mocht het agendapunt leiden tot veel insprekers, dan kan het presidium besluiten een eerste carrouselbehandeling daaraan te besteden en de daaropvolgende carrousel het onderwerp opnieuw te agenderen, waarbij carrouselleden en portefeuillehouder aan het woord kunnen komen.
Uitgangspunt is de volgende spreektijdverdeling. Voor alle insprekers tezamen is in 1e termijn maximaal ¼ van de geplande tijd beschikbaar. Dus is voor een agendapunt 1 uur ingeruimd dan is een kwartier beschikbaar voor alle insprekers, met een maximum van 5 minuten per spreker.
Artikel 18 Agendering voor een politiek debat
Iedere fractie of individueel raadslid kan verzoeken om een politiek debat in de raad. Achterliggende reden is dat een debat niet kan worden gefrustreerd door een meerderheid. Wel dient de aanvrager van het debat aan te geven met wie hij in debat wil en over welk geschilpunt. De voorzitter van de carrousel kan de aanvrager voorhouden dat in plaats van een politiek debat wellicht ook kan worden volstaan met een stemverklaring.
Een debat kan worden gehouden op diezelfde avond dan wel worden geagendeerd voor een volgende raadsvergadering. Dit zal afhangen van de urgentie van de besluitvorming en van de eventueel gewenste voorbereiding van het debat door partijen. Uiteindelijk bepaalt een meerderheid of agendering plaatsvindt diezelfde avond of voor een volgende raad.
Artikel 19 Nadere bespreking in volgende carrousel
Gekozen is voor een redactie die weinig ruimte laat voor interpretatieverschillen. Bij de bepaling van de meerderheid wordt geen rekening gehouden met het aantal raadszetels van de fracties en dus heeft elke fractie één stem. Ook als het aantal stemmen gelijk is wordt het voorstel doorgeschoven naar een volgende vergadering.
Het kan noodzakelijk zijn voor politiek-maatschappelijk belangrijke onderwerpen een aparte bijeenkomst van de raad te beleggen. Het is aan het presidium om te beoordelen in welke gevallen een onderwerp in de carrousel kan en wanneer een aparte themabijeenkomst nuttig is.
Daarnaast kan ook het college onderwerpen voorleggen aan de raad en daarbij voorstellen een themabijeenkomst daarvoor te beleggen.
Artikel 22 De raadsvergadering
De artikel regelt het aanvangstijdstip van de raadsvergadering.
Burgers kunnen behalve in de carrousel ook inspreken in de raadsvergadering. Wel is het zo dat het inspreken in de carrousel over het algemeen informeler is en in twee termijnen kan. Inspreken in de raadsvergadering gebeurt aan het begin van de raadsvergadering, waarbij er geen gelegenheid is voor discussie met de raadsleden. Wel kunnen raadsleden vragen stellen aan de inspreker.
In het tweede lid is het mondelinge vragenrecht van raadsleden geregeld. Mondelinge vragen zijn bij uitstek bedoeld om actuele kwesties die een direct antwoord verlangen aan de orde te stellen. Indien dat niet aan de orde is, kan het onderwerp via het schriftelijke vragenrecht aan het college worden voorgelegd. Of een kwestie actueel is of niet wordt beoordeeld door de voorzitter.
Bij een politiek debat geldt niet dat gesproken wordt in termijnen. Degene die om het politieke debat heeft verzocht zal een aftrap geven met een betoog. Vervolgens zal de wethouder of een fractie de gelegenheid krijgen een reactie te geven op dat betoog. Nadat de standpunten zijn uitgewisseld kunnen ook andere fracties deelnemen aan het debat. Voor andere beraadslagingen, zoals het jaarlijkse begrotingsdebat worden in het presidium nadere afspraken gemaakt.
De voorzitter kan in overleg met het presidium komen tot invoering van een spreektijd in de carrousel of raadsvergadering. Voor de raadsvergadering is bij de behandeling van de begroting normaliter sprake van een maximum spreektijd voor de 1e en 2e termijn samen.
In de carrouselvergadering wordt in de 1e termijn gebruik gemaakt van spreektijd, waarbij de volgende tijden uitgangspunt zijn:
Bij een vergadertijd van 30 minuten, maximaal 3 minuten per spreker.
Bij 45 minuten, 4 minuten per spreker,
Bij 60 minuten of meer, 5 minuten per spreker.
De 2e termijn kent geen beperkingen om alle ruimte te laten voor de politieke discussie.
Artikel 52 Schriftelijke vragen
De regeling in het derde lid dat schriftelijke vragen binnen 30 dagen worden beantwoord is zodanig gekozen dat ook het college zich kan buigen over het antwoord.
Met de wet dualisering gemeentebestuur is een bepaling in de gemeentewet opgenomen over de actieve inlichtingenplicht van het college. De invulling van deze actieve inlichtingenplicht is in een beleidsnotitie vastgelegd.
In het eerste lid wordt de keuzemogelijkheid geboden aan raadsleden om zich tot de griffier of tot een ambtenaar van de reguliere ambtelijke organisatie te wenden. Vanuit de centrale rol die de griffier ten opzichte van de raad vervult, is de griffier uiteraard primair het aanspreekpunt voor raadsleden.
Die keuzemogelijkheid doet zich overigens vooral voor bij verzoeken om informatie van feitelijke aard, dan wel het willen inzien of het verkrijgen van een afschrift van openbare documenten. Voor niet openbare documenten wordt een regeling gegeven in de artikelen 25, 55 en 86 van de Gemeentewet.
Artikel 56 Fractieondersteuning
Fractieondersteuning vindt zijn vorm in een financiële ondersteuning. Het budget voor fractieondersteuning wordt in de gemeentebegroting opgenomen en door de raad jaarlijks vastgesteld. Omdat grotere fracties meer lasten kunnen hebben op facilitair gebied is het mogelijk dat voor hen met hogere kosten rekening wordt gehouden. Hiervoor is in Groesbeek niet gekozen.
Voorwaarde is dat de bijdrage besteed wordt aan raadswerkzaamheden. Tot raadswerkzaamheden worden gerekend alle activiteiten die noodzakelijk zijn in het belang van het goed functioneren van een duale raad, met andere woorden nodig voor de uitvoering van de volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol. De uitgaven dienen op enigerlei wijze terug te vinden zijn in toekomstige activiteiten van de raad en de fracties dienen dit bij het verzoek om bekostiging vooraf aannemelijk te maken.
In lid 3 staat aangegeven voor welke uitgaven geen bijdrage wordt verstrekt. Hiermede wordt voorkomen dat met de bijdrage verkiezingscampagnes worden gefinancierd of dat raadsleden hun eigen vergoeding voor het raadswerk (vastgelegd in het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden op grond van de artikel 95 en 96 van de Gemeentewet) aanvullen met de bijdrage voor fractieondersteuning.
In het rechtspositiebesluit is naast een vergoeding voor werkzaamheden een onkostenvergoeding voor raadsleden opgenomen. Tot die onkostenvergoeding worden de volgende componenten gerekend die daardoor niet apart vergoed worden:
Voor de eventuele bekostiging van campagne- en partijbelangen is de Wet subsidiëring politieke partijen bedoeld. Opleidingen voor raadsleden en leden van de carrousel dienen bekostigd te worden uit het daarvoor apart beschikbare budget en dientengevolge ook niet uit de bijdrage voor fractieondersteuning.
Fractieondersteuning in de vorm van het beschikbaar stellen van gemeenteambtenaren voor de fracties wordt niet wenselijk geacht, aangezien het vaak politiek getinte ondersteuning betreft. Fracties moeten daarom vrij zijn in de keuze van personen die de fracties eventueel ondersteunen.
Over voorgenomen te declareren uitgaven dient het oordeel te worden gevraagd van de griffier of het presidium. De kosten dienen zo spoedig mogelijk te worden gedeclareerd en tijdig voor het afsluiten van een bepaald boekjaar.
In lid 4 wordt de Financiële verordening gemeente Groesbeek van toepassing verklaard, zodat toetsing van de rechtmatigheid van de uitgaven is geregeld.