Organisatie | Delfzijl |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening individuele inkomenstoeslag 2015 voor de gemeente Delfzijl |
Citeertitel | verordening individuele inkomenstoeslag 2015 voor de gemeente Delfzijl |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening Langdurigheidstoeslag Delfzijl 2014 van 19 februari 2014.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2021 | nieuwe regeling | 18-12-2014 Gemeenteblad, 2014, 79395 | Geen |
Tot de doelgroep van deze regeling behoren personen van 21 jaar of ouder doch jonger dan depensioengerechtigde leeftijd, die langdurig een laag inkomen en geen in aanmerking te nemen vermogen hebben en geen uitzicht hebben op inkomensverbetering en op de peildatum in de gemeente Delfzijl woonachtig is.
Een verzoek als bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de Participatiewet, wordt ingediend middels een door het college vastgesteld formulier.
Artikel 4. Langdurig laag inkomen
Een persoon heeft een langdurig laag inkomen als bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de Participatiewet als gedurende de referteperiode het in aanmerking te nemen inkomen niet hoger is dan 100 % van de toepasselijke bijstandsnorm.
Artikel 5. Hoogte individuele inkomenstoeslag
Als één van de gehuwden is uitgesloten van het recht op individuele inkomenstoeslag ingevolge de artikelen 11 of 13, eerste lid, van de Participatiewet, komt de rechthebbende echtgenoot in aanmerking voor een individuele inkomenstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.
Het college kan nadere regels vaststellen met betrekking tot de uitvoering van deze regeling, voor zover deze niet zijn opgenomen in de Participatiewet, deze verordening en toelichting of een uitwerking zijn van deze verordening.
Het college kan in bijzondere omstandigheden die in het individuele geval onredelijk uitwerken afwijken van het bepaalde in deze verordening.