Organisatie | Overijssel |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Organisatieregeling provincie Overijssel 2008 |
Citeertitel | Organisatieregeling provincie Overijssel 2008 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
De Organisatieregeling provincie Overijssel 2008 is ingetrokken per 5 december 2012, omdat op die dag de Organisatieregeling provincie Overijssel 2012 in werking getreden is.
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 5-2-2008
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-07-2008 | 05-12-2012 | nieuwe regeling | 05-02-2008 Provinciaal Blad nr. 2008-48 | - |
Hoofdstuk 1. De structuur van de ambtelijke organisatie
Artikel 1. Indeling in organisatorische eenheden
Aan het hoofd van de ambtelijke organisatie van de provincie Overijssel staat de directie. De ambtelijke organisatie bestaat voorts uit eenheden; eenheden staan onder leiding van een hoofd eenheid. Naast de ambtelijke organisatie (be)staat de griffie van de provincie Overijssel. 1
Gedeputeerde Staten stellen aanpassingen met betrekking tot het aantal, de naamgeving en de taken van de eenheden vast. 2
De directie stelt de nadere indeling van de eenheden vast. 3
De directie besluit, naar aanleiding van een door Gedeputeerde Staten vastgesteld project- of programmavoorstel, tot het instellen van tijdelijke organisatorische verbanden tussen of naast eenheden ter voorbereiding en/of uitvoering van het beleid dat meerdere eenheden aangaat. Het beheer van zo'n verband kan worden opgedragen aan een project- of programmaleider.
Het hoofd eenheid besluit, naar aanleiding van een door de directie vastgesteld project, tot het instellen van tijdelijke organisatorische verbanden binnen de eenheid of tussen eenheden ter uitvoering van projecten en programma's ressorterende onder zijn/haar eenheid. Het beheer van zo'n verband wordt opgedragen aan een project- of programmaleider.
Artikel 3. Aanstelling, schorsing en ontslag
De secretaris en directeuren worden aangesteld, geschorst en ontslagen door Gedeputeerde Staten. 6
Hoofdstuk 2. De ambtelijke organisatie
Artikel 7. Verantwoordelijkheid directie
Met inachtneming van de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van Gedeputeerde Staten en de secretaris heeft de directie de verantwoordelijkheid voor: 10
Artikel 8. Verantwoordelijkheid hoofden eenheden
Met inachtneming van de verantwoordelijkheid van de secretaris en de directie heeft het hoofd eenheid de verantwoordelijkheid voor:
[Toelichting: GS stellen hier de hoofdstructuur van de ambtelijke organisatie vast: aan het hoofd staat de directie en voorts bestaat de organisatie uit eenheden die onder leiding van een hoofd eenheid staan. Ook de verder in deze regeling op hoofdlijnen uiteengezette toedeling van verantwoordelijkheden en bevoegdheden vallen onder dit begrip. Gelet op de dualiseringsoperatie (be)staat de griffie naast de ambtelijke organisatie. ]
[Toelichting: Gedeputeerde Staten stellen aanpassingen met betrekking tot het aantal, de naamgeving en de taken van de eenheden vast. Het betreft hier derhalve aanpassingen van de hoofdstructuur. Aanpassingen met betrekking tot het aantal en de naamgeving van de eenheden worden in te allen tijde voorafgegaan van een advies van de directie. Waar wordt verwezen naar ‘de taken’ wordt gedoeld op het takenpakket van de provincie in totaliteit. Het toedelen van taken valt onder de werkingssfeer van artikel 1 lid 3 van deze regeling.]
[Toelichting: De directie stelt de nadere indeling van de eenheden vast. Gedoeld wordt op de wijze waarop een eenheid is ingericht naar subeenheden (bijvoorbeeld teams) waar onder het aantal, de naamgeving en de taken van de subeenheden. Inbegrepen is ook welke coördinatiemechanismen worden aangewend om afstemming tussen processen te waarborgen.]
[Toelichting: De secretaris is ambtelijk eindverantwoordelijk voor het functioneren van de ambtelijke organisatie. De secretaris is tevens voorzitter van de directie. In de regel besluit de directie op basis van unanimiteit; ingeval van verschil van inzicht wordt uiteindelijk het principe van éénhoofdige leiding gehanteerd hetgeen inhoudt dat de secretaris de beslissende stem heeft.]
[Toelichting: De secretaris is de eerste adviseur van de bestuursorganen. Gedoeld wordt op Gedeputeerde Staten en de Commissaris van de Koningin. Voor Provinciale Staten is dat de griffier
(zie de dualiseringsoperatie). De secretaris is belast met de dagelijkse leiding van de ambtelijke organisatie. Gelet op art. 1 lid 1 sub c WOR is de secretaris derhalve ook als bestuurder in de zin van de Wet op de ondernemingsraden aangemerkt. In het licht van de maatschappelijke en politiek-bestuurlijke belang dat wordt gehecht aan de integriteit van het openbaar bestuur is dat de secretaris zorgdraagt voor de bewaking van de integriteit binnen de ambtelijke organisatie. Ten slotte is er een voorziening getroffen voor buitengewone omstandigheden. Buitengewone omstandigheden zijn veelal niet voorzien en de geëigende maatregelen vergen urgentie. De secretaris doet dit "... zo mogelijk in overleg met GS ...": lees of de Commissaris van de Koningin of een of meer gedeputeerden, afhankelijk van het feit wie er op dat moment beschikbaar en bereikbaar is. ]
[Toelichting: De directie is verantwoordelijk voor de kwaliteit van (beleids)adviezen en het tempo van de beleidsvoorbereiding van de ambtelijke organisatie. De directie zal echter slechts in een beperkt aantal gevallen een expliciete positie in de stukkenstroom innemen. Om haar verantwoordelijkheid ten aanzien van kwaliteit en tempo van (beleids)adviezen en beleidsvoorbereiding te kunnen waarborgen, zal de directie:
- er anticiperend voor zorgen dat er een beleidsinhoudelijke "bedding" is, waarin de ambtenaar zijn referentiekader vindt om zijn werk te doen;
- op een nader in te vullen manier actief zicht houden op het verkeer tussen de ambtelijke organisatie en het bestuur en zo nodig initiatieven nemen om de kwaliteit van de ambtelijke advisering te garanderen;
- een werkproces ontwikkelen zodat de directie geïnformeerd is over de aard en inhoud van stukken die aan Gedeputeerde Staten worden voorgelegd;
- het geëigende initiatief nemen, als er strategische aspecten aan de orde zijn.]