Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Hulst

Verordening hondenbelasting 2005

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Hulst
Officiële naam regelingVerordening hondenbelasting 2005
CiteertitelVerordening hondenbelasting 2005
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpFinanciën / Belastingen / Leges

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 226 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201201-01-2013artikel 5 lid 1 en lid 2

10-11-2011

Zeeuwsch Vlaams Advertentieblad, 28-12-2011

Rb2011/79
01-01-201101-01-2012artikel 5 lid 1 en lid 2

11-11-2010

Zeeuwsch Vlaams Advertentieblad, 17-11-2010

Rb2010/72
01-01-200501-01-2011Nieuwe regeling

23-12-2004

Zeeuwsch Vlaams Advertentieblad, 30-12-2004

Rb2004/142

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening hondenbelasting 2005

De raad van de gemeente Hulst;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van ;

gelet op artikel 226 van de Gemeentewet;

gezien het advies van de commissie Middelen;

B E S L U I T :

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting 2005

(Verordening hondenbelasting 2005).

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam “hondenbelasting” wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een hond binnen de gemeente.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is de houder van een hond.

  • 2. Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is.

  • 3. Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden.

Artikel 3 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van honden:

  • a.

    die uitsluitend dienen om blinde personen te leiden;

  • b.

    die door de 'Stichting Hulphond Nederland' als gehandicaptenhond aan een gehandicapte ter beschikking zijn gesteld;

  • c.

    die verblijven in een hondenasiel als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van het Honden- en kattenbesluit 1999, welk asiel is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit;

  • d.

    die uitsluitend ten verkoop of aflevering in voorraad worden gehouden in een bedrijfsinrichting als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van het Honden- en kattenbesluit 1999, welke inrichting is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit;

  • e.

    die jonger zijn dan drie maanden, voor zover zij te zamen met de moederhond worden gehouden.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.

Artikel 5 Belastingtarief

  • 1. De belasting bedraagt per belastingjaar € 55,00 per hond.

  • 2. In afwijking in zoverre van het voorgaande lid bedraagt de belasting voor honden, gehouden in kennels die zijn geregistreerd bij de Raad van beheer op kynologisch gebied in Nederland € 262,00 per kennel.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,00

  • 4. Belastingbedragen van minder dan € 5,00 worden niet geheven.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2. in afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen hondenbelasting en andere heffingen minder bedraagt dan € 2.000,00 en aan de gemeente een machtiging tot automatische incasso is afgegeven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog kalendermaanden in het belastingjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste zes bedraagt.

    De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de hondenbelasting.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De “Verordening Hondenbelasting 2003” van 19 december 2002, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 18 december 2003, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2005.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2005.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening hondenbelasting 2005'.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Hulst van 23 december 2004.

De gemeenteraad van de gemeente Hulst,

De Raadsgriffier, De Raadsvoorzitter,

Bovenstaande verordening is gewijzigd bij raadsbesluit (Rb2011/79) van 28 december 2011. De wijzigingen zijn in deze verordening verwerkt.