Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Weert

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWeert
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2015
CiteertitelVerordening Parkeerbelastingen 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpBelastingen en leges

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is vervangen door de Verordening Parkeerbelastingen 2016.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 225
  2. Gemeentewet, art. 234

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201601-01-2016intrekking

16-12-2015

Elektronisch gemeenteblad, 28-12-2015

RAD-001064
01-01-201501-01-2016nieuwe regeling

22-12-2014

Elektronisch gemeenteblad, 31-12-2014

RAD-001026

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2015

De raad van de gemeente Weert;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

van 25 november 2014;

 

gelet op artikel 225 en 234 van de Gemeentewet;

 

Besluit

 

vast te stellen in de openbare vergadering van 22 december 2014 de

 

Verordening op de heffing en de invordering van

parkeerbelastingen 2015

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • b.

    motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder ia van het RVV 1990;

  • c.

    houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorrijtuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 1994,475) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;

  • d.

    parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

  • e.

    parkeervoorziening: de door het college van burgemeester en wethouders op grond van artikel 8 van deze verordening aangewezen parkeerplaats;

  • f.

    parkeervergunning: een door het college van burgemeester en wethouders verleende vergunning krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op een belanghebbendenplaats of een vergunningplaats;

  • g.

    vergunninghouder: de natuurlijke- of rechtspersoon aan wie een vergunning als bedoeld onder f is verleend;

  • h.

    parkeerabonnement: een door het college van burgemeester en wethouders verleend parkeerabonnement krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op een parkeerplaats waarvoor parkeerbelasting verschuldigd is;

  • i.

    parkeerabonnementhouder: de natuurlijke- of rechtspersoon aan wie een parkeerabonnement als bedoeld onder h is verleend;

  • j.

    wegen: hetgeen daaronder wordt verstaan in de Wegenverkeerswet 1994;

  • k.

    gehandicaptenparkeerkaart: een parkeerkaart als bedoeld in de Regeling Gehandicaptenparkeerkaart.

  • l.

    dag: een periode van vierentwintig uren, welke aanvangt om 0:00 uur;

  • m.

    dagdeel: het gedeelte van een dag van 09:00 uur tot 13:00 uur of 13:00 uur tot 18:00 uur;

  • n.

    koopavond: de donderdagavond van 18:00 uur tot 21:00 uur en de eventueel extra koopavonden van 18:00 uur tot 21:00 uur;

  • o.

    koopzondagen en koopfeestdagen: de als zodanig krachtens artikel 3 van de Winkeltijdenwet en de Verordening winkeltijden voor de gemeente Weert aangewezen zon- en feestdagen waarop de winkels voor het publiek geopend mogen zijn.

Artikel 2. Belastbaar feit

Onder de naam “parkeerbelastingen” worden de volgende belastingen geheven:

  • a.

    een belasting terzake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

  • b.

    een belasting terzake van een van gemeentewege verleend parkeerabonnement voor het parkeren van een voertuig op het parkeerabonnement en de daarbij behorende voorschriften en beleidsregels aangegeven plaats, tijdstip en wijze.

Artikel 3. Belastingplicht

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

  • 2.

    Als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

    • a.

      degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

    • b.

      zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het motorvoertuig, met dien verstande dat:

      • 1.

        indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het motorvoertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd;

      • 2.

        indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het motorvoer­tuig heeft geparkeerd

  • 3.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het motorvoertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijker­wijs niet heeft kunnen voorkomen

  • 4.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die het parkeerabonnement heeft aangevraagd

Artikel 4. Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

  • 1.

    De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de parkeerbelasting wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde tijdseenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5. Ontstaan van de belastingschuld

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren.

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd bij de aanvang van het heffingstijdvak, waarvoor de belasting wordt geheven.

Artikel 6. Wijze van heffing en termijnen van betaling

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte en moet worden betaald bij de aanvang van het parkeren.

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte en moet worden betaald op het tijdstip waarop het parkeerabonnement wordt verleend. Het parkeerabonnement dient duidelijk leesbaar achter de voorruit van het voertuig te worden geplaatst.

  • 3.

    Een naheffingsaanslag is dadelijk en ineens invorderbaar en moet terstond worden betaald.

Artikel 7. Ontheffing

  • 1.

    Ontheffing van parkeerbelasting wordt uitsluitend op aanvraag verleend.

  • 2.

    Wordt geen gebruik meer gemaakt van de in artikel 2 onder b bedoeld parkeerabonnement, dan wordt ten aanzien van de voor dat abonnement verschuldigde parkeerbelasting op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet restitutie verleend over de volle nog niet verstreken kalendermaanden van de geldigheidsduur van het abonnement.

  • 3.

    Bij de berekening van het te restitueren bedrag geldt ten aanzien van de reeds verstreken periode het maandtarief.

Artikel 8. Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2 mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.

Artikel 9. Kosten

De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 59,00 (2014: 58,00).

Artikel 10. Kwijtschelding

Bij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11. Vrijstelling van het betalen van parkeerbelastingen

Parkeerbelastingen worden niet geheven ter zake van de navolgende voertuigen:

  • 1.

     

    • a.

      als zodanig herkenbare politievoertuigen;

    • b.

      als zodanig herkenbare ambulances;

    • c.

      als zodanig herkenbare brandweervoertuigen;

    • d.

      als zodanig herkenbare dierenambulances.

  • 2.

    De dienstwagens van het gemeentebestuur, mits deze voertuigen alszodanig herkenbaar zijn.

Artikel 12. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van parkeerbelastingen.

Artikel 13. Overgangsbepaling, inwerkingtreding, ingang van heffing

  • 1.

    De "Verordening parkeerbelastingen 2014, vastgesteld bij raadsbesluit van 11 december 2013, wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten, die zich voor die datum hebben voorgedaan

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2015

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015

  • 4.

    In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijven, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het tweede lid genoemde datum, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van parkeerbelasting in die periode plaatsvindt

  • 5.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Parkeerbelastingen 2015"

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 22 december 2014,

de griffier, de voorzitter

Bijlage 1 Tarieventabel parkeerbelastingen 2015

Tarieventabel parkeerbelastingen 2015

 

(behorende bij de Verordening parkeerbelastingen)

 

Het tarief voor het parkeren bij de parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2 van de Verordening Parkeerbelastingen bedraagt:

 

Onderdeel I.

Betaald parkeren parkeergarage Stadhuis

 

Zone 1

parkeertijd onbeperkt

 

Tarief

 

 

Parkeergarage Stadhuis

€ 0,13 per 6 minuten

€ 1,30 per uur

€ 5,00 dagtarief

 

 

Betaaltijden:

Maandag t/m vrijdag van 09:00 uur t/m 18:00 uur;

Zaterdag van 09:00 uur t/m 17:00 uur;

Op koopavonden t/m 21:00 uur;

Donderdag vaste koopavond.

 

Onderdeel II A.

Betaald parkeren parkeergarages Kromstraat/Walburgpassage, Poort van Limburg, Ursulinen, Stationsplein en Centrum

 

Zone 1

parkeertijd onbeperkt Tarief

 

Maandag t/m zondag van 09:00 uur t/m 18:00 uur; € 0,13 per 6 minuten

€ 1,30 per uur

€ 5,00 dagtarief

 

Betaaltijden:

24 uur per dag/ 7 dagen per week.

Op feest- en koopzondagen gratis parkeren tussen 10:00 en 22:00 uur

 

Onderdeel II B.

Betaald parkeren parkeerterrein Centrum Noord

 

Zone 4

parkeertijd onbeperkt

 

Tarief

 

 

Parkeerterrein Centrum Noord

€ 0,13 per 6 minuten

€ 1,30 per uur

Betaaltijden:

24 uur per dag/ 7 dagen per week.

 

Onderdeel III.

Betaald parkeren

 

Zone 1

 

parkeertijd onbeperkt

 

 

Tarief

 

 

Bassin

Boermansstraat

Collegeplein (parkeerdek)

Drehmansstraat

Emmasingel

Kasteelplein

Hoge Kei, De

Kasteelsingel

Kromstraat

Maaspoort

Patronaatsplein

Sint Paulusstraat (gedeelte tussen

Langpoort en Lindanusstraat)

Stadhuisplein

Wilhelminasingel

€ 0,13 per 6 minuten

€ 1,30 per uur

€ 5,00 dagtarief

Betaaltijden:

Maandag t/m vrijdag van 09:00 uur tot 18:00 uur;

Zaterdag van 09:00 uur t/m 17:00 uur;

Op koopavonden t/m 21:00 uur;

Donderdag vaste koopavond.

 

Onderdeel IV.

Parkeerterreinen

Zone 1

 

 

 

Parkeertijd max. 1:00 uur

Tarief

 

 

Begijnensteeg

Collegeplein (beneden)

Hegstraat

Korenmarkt

Molenpoort

€ 0,13 per 6 minuten

€ 1,30 per uur

Wilhelminasingel (gedeelte tussen

Wilhelminastraat en Driesveldlaan)

 

 

Zone 2

 

 

 

Parkeertijd onbeperkt

Tarief

 

 

Beekpoort

Begijnenhofstraat

Dries (Plein)

Kasteelsingel / Ververshof

Looimolenstraat

Nazarethsteeg

Penitentenstraat / Nazarethsteeg

 

€ 0,15 per 10 minuten

€ 0,90 uurtarief

€ 3,50 dagtarief

 

 

Parkeertijd max. 1:00 uur

Tarief

 

 

Maartenslaan, St.

 

€ 0,15 per 10 minuten

€ 0,90 uurtarief

 

 

Betaaltijden:

Maandag t/m vrijdag van 09:00 uur t/m 18:00 uur;

Zaterdag van 09:00 uur t/m 17:00 uur;

Op koopavonden t/m 21:00 uur;

Donderdag vaste koopavond.

 

Onderdeel V.

Parkeerstroken

 

Zone 1

 

 

 

Parkeertijd max. 1:00 uur

Tarief

 

 

Hoogpoort

Beekstraat

€ 0,13 per 6 minuten

€ 1,30 per uur

 

 

Zone 2

 

Parkeertijd onbeperkt

Tarief

 

 

Biest

Boerhaavestraat

Bommelstraat, Van

Sint Maartenslaan

Croonstraat, Jan van de

Hofakkerstraat

Kerkstraat

Minderbroederslaan

Sint Paulusstraat (gedeelte tussen

Lindanusstraat en Sint Maartenslaan)

Recollectenstraat

Regulierenstraat

Sutjensdwarsstraat

Vogelsbleek

Wilhelminastraat

€ 0,15 per 10 minuten

€ 0,90 uurtarief

€ 3,50 dagtarief

 

 

 

 

Parkeertijd max. 1:00 uur

Tarief

 

 

Dries (straat)

€ 0,15 per 10 minuten

€ 0,90 uurtarief

 

 

 

 

Betaaltijden:

Maandag t/m vrijdag van 09:00 uur t/m 18:00 uur;

Zaterdag van 09:00 uur t/m 17:00 uur;

Op koopavonden t/m 21:00 uur;

Donderdag vaste koopavond.

 

Onderdeel VI.

Parkeerstroken zone 1 (incl. vergunningparkeren)

parkeertijd onbeperkt

Tarief

 

 

Wilhelminasingel

(tussen Beekstraat en Molenstraat)

€ 0,13 per 6 minuten

€ 1,30 per uur

€ 5,00 dagtarief

Betaaltijden:

Maandag t/m vrijdag van 09:00 uur t/m 18:00 uur;

Zaterdag van 09:00 uur t/m 17:00 uur;

Maandag t/m vrijdag na 18:00 uur alleen vergunningparkeren;

Zaterdag na 17:00 uur alleen vergunningparkeren.

 

Onderdeel VII.

Parkeervakken

Voorzien van parkeermeters uitsluitend voor

invaliden (parkeertijd max. 2:00 uur)

 

Tarief

 

 

Berlostraat, Van / Nieuwe Markt

Collegeplein

Hegstraat

Korenmarkt

Maaspoort

Patronaatsplein

€ 0,13 per 6 minuten

€ 1,30 per uur

 

Betaaltijden:

Maandag t/m vrijdag van 09:00 uur t/m 18:00 uur;

Zaterdag van 09:00 uur t/m 17:00 uur;

Op koopavonden t/m 21:00 uur;

Donderdag vaste koopavond.

 

Onderdeel VIII. Abonnementen betaald parkeren

 

A. Abonnementen zone 1 en 2

Zone 1

Per kalender jaar

Bewoners

Zakelijk belanghebbende

Per parkeerzone

 

€ 120,00 (€ 90,60)

 

€ 240,00 (€ 181,20)

 

 

Zone 2

Per kalender jaar

Bewoners

Zakelijk belanghebbende

Overige belanghebbende

 

Per parkeerzone

 

 

€ 120,00 (€ 90,60)

 

€ 240,00 (€ 181,20)

 

 

€ 240,00 (€ 181,20)

 

- Abonnement is NIET geldig in parkeergarages

- Indien het abonnement geldt voor een gedeelte van het kalenderjaar, bedraagt het tarief per maand of een gedeelte daarvan respectievelijk € 7,55 en € 15,10).

 

Betaaltijden:

Maandag t/m vrijdag van 09:00 uur t/m 18:00 uur;

Zaterdag van 09:00 uur t/m 17:00 uur;

Op koopavonden t/m 21:00 uur;

Donderdag vaste koopavond.

 

B. Abonnement zone 1 inclusief parkeergarage Stadhuis

 

 

Bewoners

Zakelijk belanghebbenden

 

Abonnement zone 1 incl. parkeergarage Stadhuis

 

- Maandag t/m vrijdag van 09:00 uur t/m 18:00 uur;

Zaterdag van 09:00 uur t/m 17:00 uur;

Op koopavonden t/m 21:00 uur;

Donderdag vaste koopavond.

 

 

€ 372,00(€ 280,80) per jaar

 

€ 31,00 (€ 23,40)

per maand

 

€ 372,00(€ 280,80) per jaar

(€ 43,68 btw)

€ 31,00 (€ 23,40) per maand

( 3,64 btw)

 

Abonnement zone 1 incl. parkeergarage Stadhuis (dag- en nacht)

 

- Maandag t/m vrijdag van 09:00 t/m 18:00 uur;

Zaterdag van 09:00 uur t/m 17:00 uur;

Op koopavonden t/m 21:00 uur;

Donderdag vaste koopavond

Maandag t/m zaterdag, dag en nacht

 

€ 756,00 (€ 570,00) per jaar

 

€ 63,00 (€ 47,50) per maand

 

€ 756,00 (€ 570,00) per jaar

(€ 110,40 btw)

€ 63,00 (€ 47,50) per maand (€ 9,20 btw)

C 1. Abonnement zone 1 inclusief parkeerkaart parkeergarage Kromstraat/ Walburgpassage

 

Bewoners * **

Zakelijk gerechtigden * **

 

- Abonnement zone 1 inclusief parkeerkaart parkeergarage Kromstraat/ Walburgpassage;

 

€ 120,00(€ 90,60) per jaar

 

€ 10,00 (€ 7,55) per maand

€ 240,00 (€ 181,20) per jaar

(€ 20,88 btw)

€ 20,00 (€ 15,10) per maand

(€ 1,74 btw)

C 2. Abonnement garages Ursulinen en Poort van Limburg

 

Bewoners * **

 

- Abonnement Ursulinengarage

 

 

€ 663,60 (€ 500,40) per jaar

(€ 94,32 btw)

 

€ 55,30 (€ 41,70) per maand

(€ 7,86 btw)

 

C 3. Abonnement parkeerterrein Centrum Noord

 

 

Zakelijk gerechtigden **

 

- Abonnement parkeerterrein Centrum

Noord

 

 

 

€ 530,40 (€ 399,96) per jaar

 

€ 44,20 (€ 33,33) per maand

* Toegang middels parkeerpas en/of tag. Voor zowel de parkeerpas als de tag wordt een borgsom

ad. € 25,00 in rekening gebracht;

 

** Aantal belanghebbende is gereguleerd. Raadpleeg voor een nadere toelichting de “Beleidsregels voor het verlenen van parkeervergunningen en Parkeerabonnementen”.

 

D. Abonnement standplaatshouder

Alleen geldig op zaterdag tijdens de weekmarkt € 148,80 (€ 112,20)

 

Indien het abonnement geldt voor een gedeelte van het kalenderjaar,

bedraagt het tarief per maand of een gedeelte daarvan respectievelijk € 12,40 (€ 9,35)

 

E. Representatieve uitrijkaart

 

Deze kaart wordt uitsluitend verstrekt door het college van burgemeester en wethouders conform de voorwaarden zoals vastgelegd in de “Beleidsregels voor het verlenen van parkeervergunningen en parkeerabonnementen 2015”.

 

Per kaart € 5,00

 

F. Parkeerkaart voltrekking huwelijk

 

Voor de voltrekking van een huwelijk op andere tijd en of wijze dan op grond van de wet van 23 april 1879 (Stb. 72) voor kosteloze huwelijkssluiting bij de burgerlijke stand in het Stadhuis van de gemeente Weert worden 7 parkeerkaarten per huwelijksvoltrekking verstrekt door de afdeling Publiekszaken voor de Centrumgarage.

 

Per kaart € 1,00

 

Onderdeel IX. Combi Abonnementen (Zone 1, 2 en 3)

 

A. Eerste lijnszorg abonnement

 

Voor de alle zones incl. vergunning parkeren

incl. parkeergarages € 441,00 (€ 332,40) (€ 55,68 btw)

 

Indien de vergunning geldt voor een gedeelte van het kalenderjaar,

bedraagt het tarief per maand of een gedeelte daarvan respectievelijk € 36,75 (€ 27,70) (€ 4,64 btw)

 

B. Commercieel abonnement

 

Verkrijgbaar voor bedrijven, en is geldig voor zowel de betaald

parkeerzones als ook voor alle vergunningzones. 1.323,00 (€ 997,80)

 

Indien het abonnement geldt voor een gedeelte van het kalenderjaar,

bedraagt het tarief per maand of een gedeelte daarvan respectievelijk €110,25 (€ 83,15)

 

Maandag t/m vrijdag van 09:00 tot 18:00 uur.

 

C. Dagdeelvergunning bedrijven

 

Geldig voor bedrijven voor een dagdeel per kaart voor zowel betaald

parkeerzones als voor alle vergunningzones.

 

Per kaart € 3,00

 

D. Arrangementen

Bewoners, nacht en weekend voor 1 parkeergarage

(werkdagen 17:00 – 08:00 )

Zakelijk voor 1 parkeergarage (werkdagen 07:00 – 19:00 uur)

All inclusive voor 1 parkeergarage

(7 x 24 uur)

OV reizigers voor 1 parkeergarage (7 x 24 uur)

 

€ 500,00 p/j

€ 550,00 p/j

€ 600,00 p/j

€ 500,00 p/j

 

Onderdeel X.

Zone 3 Vergunningparkeren

A. Vergunningen

Bewoners

1ste vergunning

Zakelijk belanghebbende

 

Bedrag per kalenderjaar

 

 

€ 30,00

 

€ 90,60

Indien de vergunning geldt voor een gedeelte van het kalenderjaar, bedraagt het tarief per maand of een gedeelte daarvan respectievelijk

 

 

€ 2,50

 

 

€ 7,55

B. Dagvergunning

Voor bewoners in vergunningzones. Het aantal kraskaarten bedraagt maximaal 100 per adres per jaar.

 

Per kaart € 1,50

 

Onderdeel XI.

Tijdstippen gefiscaliseerd parkeren

 

De tijdstippen waarop de parkeerbelasting dient te worden voldaan zijn door het college van burgemeester en wethouders in artikel 3 van het “aanwijzingsbesluit betaald parkeren” als volgt vastgesteld:

 

  • a.

    Op werkdagen van maandag tot en met vrijdag van 09:00 uur tot en met 18:00 uur;

  • b.

    Op zaterdag van 09:00 uur tot en met 17:00 uur;

  • c.

    Op donderdag van 09:00 tot en met 21:00 uur;

  • d.

    Op vooraf door het college van burgemeester en wethouders bekend te maken winkelavonden tot en met 21:00 uur.

  • e.

    Wilhelminasingel (tussen de Beekstraat en Molenstraat) van maandag tot en met vrijdag van 09:00 uur tot en met 18:00 uur. Op zaterdag van 09:00 uur tot en met 17:00 uur;

  • f.

    In afwijking van het onder a, b en c van dit artikel gestelde geldt voor de parkeergarages Kromstraat/Walburgpassage, Ursulinen, Stationsplein, Centrum en Poort van Limburg, 24 uur per dag, 7 dagen per week betaald parkeren. Dit uitgezonderd feest- en koopzondagen waarop 10:00 tot 22:00 uur gratis geparkeerd kan worden.

 

Onderdeel XII.

Tijdstippen vergunning parkeren

 

De tijdstippen waarop in een vergunningzone uitsluitend met een parkeervergunning mag worden geparkeerd zijn door het college van burgemeester en wethouders in artikel 4 van het “Aanwijzingsbesluit parkeren 2015” als volgt vastgesteld:

 

a. Op werkdagen van maandag tot en met zaterdag van 09:00 uur tot en met 18:00 uur;

b. Op donderdag van 09:00 tot en met 21:00 uur;

c. Wilhelminasingel (Tussen de Beekstraat en Molenstraat) van maandag tot en met

vrijdag van 18:00 uur tot en met 09:00 uur. Op zaterdag vanaf 17:00 uur.

 

Onderdeel XIII.

Vervangend abonnement en/of vergunning bij verlies of diefstal

 

Bij verlies of tenietgaan van een parkeervergunning en/of –abonnement, wordt uitsluitend tegen betaling van de verschuldigde leges, vastgesteld in artikel 18.1.2. van de bij de “Legesverordening 2015” behorende tarieventabel, een nieuwe parkeervergunning en/of –abonnement verleend.

 

Onderdeel XIV.

Wijziging kenteken op abonnement en/of vergunning

 

Voor het wijzigen van het kenteken of zone op een parkeervergunning en/of – abonnement geschiedt uitsluitend tegen betaling van de verschuldigde leges, vastgesteld in artikel 18.1.1. van de bij de “Legesverordening 2015” behorende tarieventabel.

 

Onderdeel XV.

Overgangsbepaling, inwerkingtreding, ingang van heffing en citeertitel

1. De “Tarieventabel behorende bij de Verordening Parkeerbelastingen 2014, vastgesteld bij raadsbesluit van 11 december 2013, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2. De datum van ingang van de tarieventabel 1 januari 2015.

3. In afwijking van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze tarieventabel ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken tarieventabel gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de leges in die periode plaatsvindt.

4. Deze tarieventabel wordt aangehaald als ‘Tarieventabel Parkeerbelastingen 2015’.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 22 december 2014;

 

De griffier,

Toelichting op de verordening parkeerbelastingen

I. Algemene toelichting

 

Wettelijke basis

De modelverordeningen parkeerbelastingen zijn gebaseerd op de tekst van de Gemeentewet zoals die luidt vanaf 1 januari 1995. Dit is de datum van inwerkingtreding van de Wet tot wijziging van de Gemeentewet met betrekking tot de materiële belastingbepalingen (hierna: Wet materiële belastingbepalingen). Gekozen is voor een zogenaamd 'aangekleed' model, dat wil zeggen dat de tekst van hogere wettelijke regelingen, waar nodig voor de duidelijkheid, is overgenomen.

 

II Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In artikel 1 hebben de begripsomschrijvingen een plaats gevonden. Die zijn in deze verordening belangrijker dan in sommige andere verordeningen. Met name omdat het gaat om een zeer nauwkeurige omschrijving van de gehanteerde begrippen in de rest van de verordening. Zo is betrekkelijk uitvoerig gedefinieerd wat wordt verstaan onder het parkeren van een voertuig. Het valt op dat nadrukkelijk wordt gesproken over voertuigen en niet over motorrijtuigen. Het begrip voertuig is ruimer dan het begrip motorrijtuig. Deze ruimere omschrijving is ook terug te vinden bij de definitie van het begrip houder. Voor de houder van voertuigen wordt gekeken naar degene die naar de omstandigheden beoordeeld als houder van het voertuig moet worden beschouwd. Alleen voor de houders van motorrijtuigen die zijn ingeschreven in het kentekenregister wordt gekeken naar degene op wiens naam het voor dat motorrijtuig afgegeven kenteken ten tijde van het parkeren was ingeschreven.

 

Voor het parkeren van andere voorwerpen dan voertuigen in een gefiscaliseerde zone komt de heffing van parkeerbelastingen niet aan de orde. In die situatie kan precariobelasting worden geheven.

 

Van parkeren is geen sprake gedurende de tijd dat het voertuig nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk laden of lossen van zaken (Hof 's-Gravenhage 28 april 1993, nr. 921 361-E-3 en nr. 921 700-E-3, Belastingblad 1993, blz. 585 en 586, Hof Arnhem 16 september 1993, nr. 920 866, Belastingblad 1994, blz. 207 en Hof Amsterdam 12 november 1993, nr. 2108/92, M IV, Belastingblad 1994, blz. 208).

 

De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 12 mei 1999 , nr. 33 286, Belastingblad 1999, blz. 566 een definitie gegeven van het begrip onmiddellijk laden en lossen: 'Onder het onmiddellijk laden en lossen (...) dient te worden verstaan het onmiddellijk nadat het voertuig tot stilstand is gebracht bij voortduring inladen of uitladen van goederen van enige omvang of enig gewicht, gedurende de tijd die daarvoor nodig is.'

 

Artikel 2. Belastbaar feit

In artikel 2 is omschreven welke parkeerbelastingen geheven kunnen worden. Het gaat dan om de belasting terzake van het parkeren van een voertuig op een bepaalde aangewezen plaats en om een belasting terzake van het vergunningparkeren. Een ontheffing om bij een parkeermeter te mogen staan zonder dat voor de duur van het parkeren wordt betaald, wordt door ons als een vergunning aangemerkt.

 

Artikel 3. Belastingplicht

Eerste lid

In artikel 3 is vastgelegd wie belastingplichtig is voor de belastingen die zijn genoemd in artikel 2, onderdelen a en b. Hoofdregel is dat de belasting die wordt genoemd in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van degene die het voertuig heeft geparkeerd. De belasting genoemd in artikel 1, onderdeel b, wordt echter geheven van degene die het abonnement heeft aangevraagd.

Tweede lid

In dit tweede lid wordt aangegeven wie als degenen die het voertuig hebben geparkeerd mede worden aangemerkt. Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt tevens aangemerkt degene die de belasting voldoet, dat is dus degene die geld werpt in de meter, dan wel degene die na de eerste aanmaning te kennen geeft of te kennen heeft gegeven de belasting te willen voldoen. Zolang die belasting echter niet is voldaan is de houder van het voertuig tevens aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd en de houder is dan weer degene waarvan het kenteken staat ingeschreven in het kentekenregister. Een uitzondering op het aanmerken van de houder als degene die het voertuig heeft geparkeerd is te vinden in het tweede lid, onderdeel b. Als namelijk een voor ten hoogste 3 maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit kan blijken, wie ten tijde van het parkeren de huurder van het voertuig was dan wordt niet de houder maar de huurder als degene die het voertuig heeft geparkeerd aangemerkt. Een tweede uitzondering wordt gemaakt, indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven dan wordt die ander als degene die het voertuig heeft geparkeerd aangemerkt. Dit kan bijvoorbeeld blijken als de houder een zogenaamd vrijwaringsbewijs overlegt.

Derde lid

In het derde lid van artikel 3 staat van wie de belasting niet wordt geheven. Iemand kan niet als degene die het voertuig heeft geparkeerd worden aangemerkt indien hij aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig gebruik heeft gemaakt. Er moet wel aannemelijk worden gemaakt dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen. Het is de bedoeling dat de houder niet als parkeerder wordt aangemerkt indien er met zijn voertuig joyriding heeft plaatsgevonden of als het voertuig op het moment van constateren als gestolen geregistreerd staat.

 

Artikel 4. Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

In artikel 4 wordt voor het tarief, het tijdvak en de maatstaf van heffing verwezen naar een bij de verordening behorende tarieventabel. Ten aanzien van de mogelijke heffingsmaatstaven voor de parkeerbelastingen is in artikel 225, achtste lid, van de Gemeentewet een limitatieve opsomming weergegeven. Het tarief van de parkeerbelastingen kan slechts afhankelijk worden gesteld van de parkeerduur, van de parkeertijd, van de ingenomen oppervlakte en van de ligging van de terreinen of weggedeelten.

 

Artikel 5. Ontstaan van de belastingschuld

In artikel 5 is geregeld op welk tijdstip de belastingschuld ontstaat. Voor de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, is geregeld dat deze is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren (eerste lid). De belasting genoemd in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip dat de vergunning wordt verleend (tweede lid).

 

Artikel 6. Wijze van heffingen termijnen van betaling

In artikel 6 hebben de wijze van heffing en de betalingstermijn een plaats gevonden. Op grond van de wettelijke regeling wordt de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, aangemerkt als geheven bij wege van voldoening op aangifte en zij moet worden betaald bij de aanvang van het parkeren. Dit is zo in de verordening opgenomen. Als geen voldoening op aangifte heeft plaatsgevonden kan een naheffingsaanslag worden opgelegd. In die situatie vindt het traject zoals dat is vastgelegd in de artikelen 234 en 235 van de Gemeentewet van toepassing. Een naheffingsaanslag moet ingevolge het derde lid van artikel 6 terstond worden betaald. De gemeente kan overigens ook een acceptgiro sturen die binnen een bepaalde termijn betaald moet worden.

 

Artikel 7. Ontheffing

Dit artikel regelt de vermindering van de belastingaanslag in geval een abonnement is aangevraagd

 

Artikel 8. Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

In artikel 8 is opgenomen dat het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid heeft om de plaats waar en het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van belasting mag worden geparkeerd aan te wijzen. Op grond van artikel 225, eerste lid van de Gemeentewet moet de verordening een regeling bevatten in welke gevallen het college van burgemeester en wethouders die aanwijzing kan doen.

 

In het verleden is discussie geweest over de vraag of bezwaar en beroep mogelijk is tegen een dergelijke aanwijzing, indien deze is vervat in een afzonderlijk besluit, dat gebaseerd is op de verordening, maar er geen deel van uitmaakt. In een uitspraak van 12 april 1999 heeft de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State beslist dat zulks niet mogelijk is. Een op grond van de verordening parkeerbelastingen opgenomen aanwijzingsbesluit berust namelijk op een wettelijk voorschrift inzake belastingen (artikel 225 Gemeentewet). Op grond van artikel 8:4, aanhef en onder g, van de Awb staat daartegen geen voorziening open.

 

Het college van burgemeester en wethouders kan niet volstaan met het aanwijzen van de betaald-parkeren plaatsen maar moet in het openbaar te maken besluit ook aangeven de tijd dat het betaald parkeren voor de verschillende parkeerplaatsen geldt en de wijze waarop tegen betaling geparkeerd mag worden.

 

Artikel 9. Kosten

In artikel 9 worden alle in rekening te brengen kosten naheffingsaanslag, indien niet op reguliere wijze wordt betaald, geregeld. De hoogte hiervan moet worden vastgesteld met inachtneming van het Besluit gemeentelijke belastingen. Het maximale kostenbedrag wordt jaarlijks geïndexeerd aan de hand van de procentuele wijziging van het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie over de maand april ten opzichte van de maand april van het jaar daarvoor.

 

Artikel 10. Kwijtschelding

Vanaf 1 januari 1991 zijn gemeenten bij het verlenen van kwijtschelding gebonden aan de in een ministeriële regeling (Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990, Stcrt. 1990, 103) vervatte kwijtscheldingsnormen. Dit is vastgelegd in artikel 255 van de Gemeentewet. Voor parkeerbelastingen en naheffingsaanslagen parkeerbelastingen wordt geen kwijtschelding verleend.

 

Artikel 11. Vrijstelling

Voertuigen in gebruik bij de hulpdiensten, gemeente of een van haar instellingen worden niet in de parkeerbelasting betrokken.

 

Artikel 13. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Aangezien artikel 217 van de Gemeentewet bepaalt dat al hetgeen voor de heffing en de invordering van belang is in de belastingverordening moet staan, is ervoor gekozen in de verordening een bepaling op te nemen die aangeeft dat het mogelijk is dat het college van burgemeester en wethouders nadere regels kan stellen met betrekking tot de heffing en de invordering van de betreffende gemeentelijke belasting. Op deze wijze wordt aan de belastingplichtige burger duidelijk gemaakt dat er nog nadere regels kunnen gelden. De nadere regels dienen ter vervanging van de bepalingen in de verordeningen gemeentelijke belastingen over de verplichting om te verzoeken om te worden uitgenodigd tot het doen van aangifte, rente en voorlopige aanslagen c.q. voorlopig gevorderde bedragen.

Artikel 12. Overgangsbepaling, inwerkingtreding, ingang van heffing en citeertitel

 

Eerste lid

Het eerste lid regelt dat de oude verordening wordt ingetrokken met ingang van de datum van ingang van de heffing. De oude verordening blijft van toepassing op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. Voor die belastbare feiten blijft heffing dus mogelijk op basis van de oude verordening, ook al is die verordening ingetrokken.

Tweede lid

Ingevolge artikel 139 van de Gemeentewet moet de gemeente het besluit tot het vaststellen, wijzigen of intrekken van belastingverordeningen bekend maken. Bekendmaking geschiedt door middel van publicatie in het gemeenteblad. In het huis aan huisblad "Land van Weert" wordt medegedeeld welk besluit is vastgesteld dan wel gewijzigd Dit is de datum waarop de tekst van de verordening daadwerkelijk beschikbaar is voor de burger. Het feit dat de belastingverordening pas in werking treedt 8 dagen na bekendmaking, houdt slechts in dat de gemeente vóór dat tijdstip geen belastingaanslagen kan opleggen. De aanslagen kunnen wel betrekking hebben op de periode vanaf de datum van ingang van de heffing.

Derde lid

Het derde lid regelt de ingangsdatum van de heffing.

Vierde lid

Het vierde lid bevat de citeertitel.