Organisatie | Pijnacker-Nootdorp |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Pijnacker-Nootdorp 2015 |
Citeertitel | |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vervangen door de Nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Pijnacker-Nootdorp 2018.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-07-2017 | 25-10-2018 | Wijziging | 12-06-2017 | 17INT06174 | |
18-01-2017 | 01-01-2017 | 04-07-2017 | wijziging art. 1.1, 4.1, 5.1 | 20-12-2016 | 16INT12572 |
01-01-2017 | 18-01-2017 | Wijziging: Artikel 4.1, lid 2, Artikel 4.2, lid 1 en 2, Bijlage 1 en Bijlage 2 | 13-12-2016 | 16INT12088 | |
09-04-2015 | 01-01-2017 | Eerste wijziging: artikel 4.1; bijlage 2 | 17-03-2015 zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2015-29652.html, 08-04-2015 | 15INT02429/BBV15.0012 | |
01-01-2015 | 09-04-2015 | nieuwe regeling | 09-12-2014 zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2014-75172.html, 17-12-2014 | 14INT10826/BBV14.0677 |
Het college van de gemeente Pijnacker-Nootdorp;
gezien het advies van de afdeling DST d.d. 9 december 2014;
gelet op de artikelen 4.2, tweede lid, 5.1, achtste lid, 6.1, derde lid, 7.2, tweede lid, 9.3 en 10.2 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Pijnacker-Nootdorp 2015;
vast te stellen de volgende Nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Pijnacker-Nootdorp 2015:
In deze nadere regels wordt verstaan onder:
Uitvoeringsbesluit: Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 (Algemene Maatregel van Bestuur Stb. 2014 nr. 420);
Alle overige begrippen die in deze nader regels worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet, de verordening, het Uitvoeringsbesluit en de Algemene Wet bestuursrecht (Awb).
HOOFDSTUK 2 BEPALINGEN INZAKE VERSTREKKING VAN (MAATWERK)VOORZIENINGEN
Paragraaf 2.1 Ondersteuning bij het wonen in een geschikt huis
Artikel 2.1.1 Toepassing primaat verhuizing
Het bedrag, zoals bedoeld in artikel 4.2.tweede lid van de verordening , is € 5.000,00.
Artikel 2.1.3 Aanvang werkzaamheden en bezichtiging van de woonruimte in verband met woningaanpassing
Voor de verstrekking van een maatwerkvoorziening in de vorm van een woningaanpassing gelden de volgende voorwaarden:
Artikel 2.1.5 Kosten in verband met woningaanpassing en overige woonvoorzieningen
Een maatwerkvoorziening voor noodzakelijke tijdelijke huisvesting van de cliënt in verband met het aanpassen van diens huidige woonruimte of de door deze cliënt nog te betrekken woonruimte kan alleen worden verstrekt voor de periode dat de woonruimte ten gevolge van het realiseren van een woonruimteaanpassing niet bewoond kan worden en de cliënt dubbele woonlasten heeft.
De kosten voor een maatwerkvoorziening als bedoeld in het eerste lid wordt vastgesteld
op de hoogte van het bedrag van de werkelijke kosten met een maximum van het bedrag per maand dat als maximale huurgrens geldt om nog in aanmerking te komen voor huurtoeslag ingevolge de Wet op de huurtoeslag als tegemoetkoming in de kosten van het tijdelijk betrekken van zelfstandige woonruimte en het langer aanhouden van de te verlaten zelfstandige woonruimte;
In geval van huurbeëindiging van een aangepaste woonruimte, die voor meer dan € 5.000,00 is aangepast, kan het college, indien noodzakelijk, een maatwerkvoorziening verlenen aan de eigenaar van de woning in verband met derving van huurinkomsten voor de duur van maximaal zes maanden, waarbij de eerste maand huurderving niet voor een maatwerkvoorziening in aanmerking komt.
Paragraaf 2.2 Ondersteuning bij het lokaal verplaatsen per vervoermiddel
Artikel 2.2.1 Gebruik Regiotaxi
Gebruik van de Regiotaxi buiten het gebied als bedoeld in artikel 4.10 , eerste lid van de verordening is geheel voor eigen rekening.
HOOFDSTUK 3 NADERE REGELS ROND VERSTREKKING VAN MAATWERKVOORZIENINGEN
Artikel 3.1 Regels rond verstrekking van maatwerkvoorzieningen in natura
Indien een maatwerkvoorziening in natura wordt verstrekt in bruikleen of in de vorm van persoonlijke dienstverlening dient tussen leverancier en cliënt dan wel diens vertegenwoordiger een bruikleenovereenkomst respectievelijk een dienstverleningsovereenkomst te worden gesloten. Levering of dienstverlening vindt eerst plaats nadat de beschikking tot toekenning van de maatwerkvoorziening in natura bekend is gemaakt aan de cliënt.
HOOFDSTUK 5 BIJDRAGE IN DE KOSTEN
Artikel 5.1 Bijdrage in de kosten voor bij verstrekking maatwerkvoorziening of persoonsgebonden budget
De bedragen per vier weken, de inkomensbedragen en de percentages die gelden voor de berekening van de bijdrage in de kosten bij verstrekking van een maatwerkvoorziening of persoonsgebonden budget zijn gelijk aan de bedragen zoals genoemd in artikel 3.1, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015.
In afwijking van het gestelde in het eerste lid wordt geen bijdrage in de kosten gevraagd bij:
verstrekking van een maatwerkvoorziening of persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen voor zover de voorziening bestaat uit of bedoeld is voor accessoires, aanpassingen van hulpmiddelen (met uitzondering van autoaanpassingen), rijlessen of reparatie-, onderhouds- en keuringskosten die niet bij de eerste verstrekking van de maatwerkvoorziening zijn inbegrepen.
Artikel 6.1 Citeertitel en inwerkingtreding
Deze nadere regels treden in werking op 1 januari 2015, onder gelijktijdige intrekking van het Uitvoeringsbesluit individuele verstrekkingen in het kader van maatschappelijke ondersteuning 2013.
Vastgesteld in de vergadering van 9 december 2014
de secretaris, de burgemeester,
drs. J.P.R. Woudstra mw. F. Ravestein
Maximale vergoeding 1 van kosten onderhoud, keuring en reparatie van liften en elektrische deurdrangers zoals bedoeld in artikel 2.1.2, vierde lid, van de Nadere regels Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Pijnacker-Nootdorp 2015.
Onder een traplift wordt verstaan: een stoeltraplift, een rolstoeltraplift en/of een staplateaulift.
Maximale toeslagen op bovengenoemde tarieven:
50% voor installaties geplaatst buiten de woning
50% voor installaties die meer dan 1 verdieping overbruggen
50% voor installaties, uitgevoerd met elektrisch aangedreven plateaus en/of afrijdbeveiliging respectievelijk elektrisch weg te klappen raildelen.
De kosten voor eventuele bijkomende reparaties kunnen separaat van de onderhoudskosten worden vergoed. Genoemde bedragen zijn per onderhoudsbeurt.
Reparatiekosten als gevolg van vandalisme worden maximaal eenmaal per jaar vergoed.