Organisatie | Lansingerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van leges 2015 |
Citeertitel | Legesverordening 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Hoort bij Tarieventabel leges 2015
Gemeentewet, art. 229, lid 1, aanhef en ond. b
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 23-12-2015 | Nieuwe regeling | 18-12-2014 | BR1400350/ T14.15770 |
De raad van de gemeente Lansingerland;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 november 2014;
Overwegende dat specifieke aanpassingen op de tarieven moeten worden toegepast om zoveel mogelijk te komen tot een volledige kostendekkendheid van de leges.
Gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en artikel 1 van de Wet van 13 oktober 2011, houdende regeling van een grondslag voor de heffing van rechten voor de Nederlandse identiteitskaart (Stb. 2011,440).
besluit vast te stellen de volgende verordening:
1.1 Artikel 1 Begripsbepalingen
Deze verordening inclusief de tarieventabel verstaat onder:
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
diensten met betrekking tot de milieuaspecten van een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in Titel 1, artikel 1.19.6, 1.20.2.7 en 1.20.2.16.2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, indien deze aanvraag een vergunning, ontheffing of verklaring van geen bezwaar betreft voor een plaatselijke instelling die zich de uitoefening van activiteiten van maatschappelijke, sociale, liefdadige, godsdienstige, sportieve en culturele aard ter bevordering van het algemeen belang ten doel stelt. De activiteiten worden in hoofdzaak verricht door vrijwilligers en - voor zover er sprake is van een (geldelijke) opbrengst - tenminste 80% van de opbrengst bestemd is voor een “goed doel”.
Leges worden beperkt geheven voor:
Het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in Titel 1; artikelen 1.16.2, 1.20.2.5.1, 1.20.2.5.2, 1.20.2.6, 1.20.2.8.1, 1.20.2.8.2, 1.20.2.11 en Titel 3; artikel 3.2.1.1 t/m 3.2.1.8 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, indien deze aanvraag een vergunning, ontheffing of verklaring van geen bezwaar betreft voor een plaatselijke instelling die zich de uitoefening van activiteiten van maatschappelijke, sociale, liefdadige, godsdienstige en culturele aard ter bevordering van het algemeen belang ten doel stelt. De activiteiten worden in hoofdzaak verricht door vrijwilligers en – voor zover er sprake is van een geldelijke opbrengst – tenminste 80% van de opbrengst bestemd is voor een “goed doel”. Er wordt een bedrag van € 30,- per aanvraag in rekening gebracht.
De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
Voor de toepassing van artikel 28, vierde lid, van de Invorderingswet 1990 wordt de teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de belastingaanslag.
Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze verordening indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt. Matiging kan plaatsvinden op grond van de fiscale hardheidsclausule, zoals vermeld in artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, juncto artikel 231 van de Gemeentewet.
De bepalingen die ingevolge deze verordening worden gewijzigd, blijven van toepassing op de belastbare feiten die zich voor de in artikel 1.13, tweede lid, genoemde datum van ingang van heffing hebben voorgedaan.