Organisatie | Ooststellingwerf |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening individuele studietoeslag 2015 |
Citeertitel | Verordening individuele studietoeslag 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Participatiewet, art. 8, eerste lid, aanhef en onderdeel c en derde lid
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | nieuwe regeling | 16-12-2014 | Raad, 16-12-2014 |
Een verzoek als bedoeld in artikel 36b eerste lid van de Participatiewet, wordt ingediend middels een door het college vastgesteld formulier.
Met de invoering van de Participatiewet wordt een studieregeling toegevoegd aan de mogelijkheden van het college om mensen, van wie is vastgesteld dat ze niet in staat zijn het minimumloon te verdienen, een individuele studietoeslag te verstrekken als ze studeren. De gedachte hierbij is dat het afronden van een studie de positie op de arbeidsmarkt versterkt. Een diploma is een bewijs voor werkgevers dat iemand gemotiveerd is en veel in zijn mars heeft.
De regering vindt dat mensen met een arbeidshandicap een extra steuntje in de rug nodig hebben als het gaat om studeren. Om te gaan lenen is voor deze doelgroep lastiger, omdat de kans op een baan later veel lager is. Deze studieregeling stimuleert om toch naar school te gaan of een studie te gaan volgen. Ook biedt het een financiële compensatie voor het feit dat het voor deze groep vaak moeilijk is om de studie te combineren met een bijbaan.
De individuele studietoeslag is een vorm van bijzondere bijstand (artikel 5, onderdeel d, van de Participatiewet). De individuele studietoeslag is niet gerelateerd aan bepaalde kosten, het is een inkomensondersteunende maatregel.
De regels voor een individuele studietoeslag moet op grond van artikel 8, eerste lid, onderdeel c Participatiewet worden opgenomen in een verordening. Hierin moeten in ieder geval de hoogte en frequentie van de betaling van de individuele studietoeslag zijn opgenomen (artikel 8, derde lid, Participatiewet).
Het verlenen van een individuele studietoeslag is een discretionaire bevoegdheid van het college. Dit betekent dat het college aan personen die voldoen aan de voorwaarden van artikel 36b, eerste lid, Participatiewet, een toeslag kan toekennen, maar hiertoe niet is gehouden. Het college kan in beleidsregels aangeven of bepaalde groepen niet in aanmerking komen voor een studietoeslag. In aanvulling op artikel 36b, eerste lid, Participatiewet kan het college dus in beleidsregels aangeven wie, wanneer, en op grond van welke nadere voorwaarden recht heeft op een individuele studietoeslag.
Als voorwaarde om in aanmerking te komen voor een toeslag geld in de eerste plaats dat de student minimaal 18 jaar oud is en geen vermogen heeft (niet meer dan het vrij te laten vermogen).
Student is degene die recht heeft op studiefinanciering op grond van de Wsf 2000 of een tegemoetkoming op grond van de WTOS (H4). 'Recht hebben' betekent niet dat de student ook daadwerkelijk studiefinanciering of een WTOS-tegemoetkoming moet ontvangen.
Studenten zijn uitgesloten van algemene bijstand, maar niet van bijzondere bijstand. Er wordt geen bijzondere bijstand verleend voor studiekosten of woonkosten, omdat voor die kosten de Wsf 2000 of de WTOS als voorliggende voorziening wordt aangemerkt die passend en toereikend is.
Niet in staat tot het verdienen van het wettelijk minimumloon: De student moet niet in staat zijn tot het verdienen van het minimumloon, maar wel mogelijkheden hebben tot arbeidsparticipatie. Gemeenten kunnen voor de vaststelling hiervan gebruik maken van hetzelfde instrumentarium als bij de doelgroepbepaling voor de loonkostensubsidie. Waar nodig kunnen gemeenten hierover advies inwinnen bij het UWV.
De gemeente heeft beleidsvrijheid bij het vaststellen van de hoogte van toeslag en of deze toeslag éénmalig twee maal per jaar of maandelijks wordt uitbetaald.
De artikelen 12, 43, 49 en 52 van de Participatiewet zijn niet van toepassing. Dit betekent dat de studietoeslag niet kan worden verstrekt als geldlening of als voorschot.
Dit artikel spreekt voor zich.
Een verzoek als bedoeld in artikel 36b eerste lid van de Participatiewet, wordt ingediend door middel van een door het college vastgesteld formulier.
Artikel 3. Personenkring en ingangsdatum
Om in aanmerking te komen voor de individuele studietoeslag, dient een persoon te voldoen aan de volgende in artikel 36b eerste lid van de Participatiewet genoemde voorwaarden. Hij moet:
Artikel 44 eerste lid van de Participatiewet bepaalt dat de individuele studietoeslag niet mag worden toegekend over de periode die voorafgaat aan de meldingsdatum. Het tweede lid bepaalt, dat bij toekenning van de individuele studietoeslag recht bestaat over de eerste maand van toekenning op het volledige maandbedrag.
Een persoon kan slechts 1 keer in aanmerking komen voor de individuele studietoeslag. Als de studie wordt onderbroken of afgebroken, dan vervalt in de daaropvolgende maand ook het recht op de verdere toeslag. Zie wat dit betreft ook artikel 4 vierde lid van deze verordening. Na beëindiging, moet een nieuwe aanvraag voor de individuele studietoeslag worden afgewezen.
Artikel 4. Vaststelling en advies
Het college stelt vast of een persoon niet in staat is tot het verdienen van het wettelijk minimumloon, maar wel mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft. Hierbij kan gebruik worden gemaakt het instrumentarium dat gebruikt wordt bij de doelgroepbepaling voor de loonkostensubsidie. Desgewenst kan ook extern advies worden ingewonnen, bijvoorbeeld bij het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV).
Artikel 5. Hoogte, duur en betaling
De individuele studietoeslag wordt toegekend voor de (resterende) duur van de gevolgde studie. De individuele studietoeslag wordt maandelijks betaalbaar gesteld.
Indien een persoon op enig moment, gedurende de looptijd van de toeslag, niet langer voldoet aan alle in artikel 36b eerste lid van de Participatiewet, dan vervalt het recht op de toeslag in de daaropvolgende maand.