Organisatie | Achtkarspelen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Rekenkamercommissie |
Citeertitel | Rekenkamercommissie |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | Onbekend | 11-12-2014 Onbekend | Onbekend |
De Gedragscode voor bestuurders, zoals vastgesteld door de raad, is van toepassing op de leden van de commissie.
Artikel 8 Inventarisatie en selectie van onderwerpen
De commissie stelt de inwoners van de gemeente jaarlijks door middel van een daarvoor geschikte publicatie in de gelegenheid tot het aandragen van te onderzoeken onderwerpen. Degene die een onderwerp heeft aangedragen, wordt door de commissie schriftelijk op de hoogte gesteld van het besluit van de commissie dienaangaande.
De secretaris en de door de commissie ingeschakelde onderzoeker(s) hebben de bevoegdheid om alle informatie te verzamelen die de commissie in het belang van het onderzoek nodig acht. Zij hebben een geheimhoudingsplicht met betrekking tot die informatie en het onderzoek en zijn alleen verantwoording verschuldigd aan de commissie.
Artikel 11 Rapportage onderzoeken
termijn van maximaal 6 weken hun reacties op het voorlopige onderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken. De commissie bepaalt wie als betrokkenen worden aangemerkt.
De commissie verwerkt de uitgebrachte reacties in haar eindrapportage en deelt die rapportage, vergezeld van de uitgebrachte reacties en aanbevelingen, mee aan de raad. Het college en eventuele andere betrokkenen ontvangen een afschrift van de rapportage. De eindrapportage van de commissie is openbaar, met dien verstande dat niet worden opgenomen gegevens en bevindingen die naar hun aard vertrouwelijk zijn.
commissie het onderzoek heeft verricht en waarop zij van haar bevoegdheden gebruik heeft gemaakt
5.De raad bespreekt de eindrapportage en de reacties, besluit over de
eindrapportage en aanbevelingen en bepaalt wat de voortgang daarbij zal zijn.
6.De van de commissie uitgaande stukken worden ondertekend door de voorzitter
De commissie stelt elk jaar voor 1 april een verslag op van haar werkzaamheden over het voorafgaande jaar en stuurt dit ter kennisname naar de raad.
Deze verordening wordt aangehaald als Verordening Commissie Achtkarspelen 2015.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Achtkarspelen van
Artikelgewijze toelichting op de Verordening Commissie Achtkarspelen 2015
Voor zover noodzakelijk wordt hieronder een toelichting gegeven op de bepalingen van de verordening.
Artikel 2 Instelling en taak commissie
Op grond van artikel 81oa van de Gemeentewet is iedere gemeente verplicht een rekenkamerfunctie in te stellen , die onafhankelijk staat ten opzichte van het college.
Door middel van deze verordening wordt aan die verplichting voldaan door het instellen van een commissie met externe leden.
De commissie is een zogenaamde "andere commissie"als bedoeld in artikel 84, eerste lid, van de Gemeentewet.
Daarnaast kent de Gemeentewet bestuurscommissies en adviescommissies.
Artikel 84, eerste lid, Gemeentewet
De raad, het college of de burgemeester kan andere commissies dan bedoeld in de artikelen 82, eerste lid, en 83, eerste lid, instellen.
Voor de taken van de commissie wordt verwezen naar de artikelen 182, 184a en 185 van de Gemeentewet. De letterlijke tekst van die artikelen luidt als volgt.
1. De rekenkamer onderzoekt de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur. Een door de rekenkamer ingesteld onderzoek naar de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur bevat geen controle van de jaarrekening als bedoeld in artikel 213, tweede lid.
2. Op verzoek van de raad kan de rekenkamer een onderzoek instellen.
De rekenkamer is belast met het toezicht op de naleving van artikel 213, achtste lid.
Omdat onze gemeente geen accountants in eigen dienst heeft, is dit artikel niet van toepassing.
1. De rekenkamer legt haar bevindingen en haar oordeel vast in rapporten, met dien verstande dat hierin niet worden opgenomen gegevens en bevindingen die naar hun aard vertrouwelijk zijn.
2. De rekenkamer deelt aan de raad, het college en, indien van toepassing, aan de
betrokken instelling, de opmerkingen en bedenkingen mee die zij naar aanleiding van haar bevindingen van belang acht. Aan de raad of het college kan zij ter zake voorstellen doen.
3. De rekenkamer stelt elk jaar voor 1 april een verslag op van haar werkzaamheden over het voorgaande jaar.
4. De rekenkamer zendt een afschrift van haar rapporten en haar verslag aan de raad en het college. Indien zij met toepassing van artikel 184 een onderzoek heeft ingesteld, zendt de rekenkamer tevens een afschrift van het rapport aan de betrokken instelling.
5. De rapporten en de verslagen van de rekenkamer zijn openbaar.
Doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid
De begrippen doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid, zoals genoemd in artikel 182 Gemeentewet kunnen als volgt worden uitgelegd.
Artikel 3 Samenstelling en benoeming
De commissie bestaat uit vier externe leden. De Commissie Noordoost Fryslân had drie leden, maar in verband met de personele unie met de Commissie Tytsjerksteradiel is aansluiting gezocht bij de samenstelling van die commissie, die uit vier leden bestaat. Het voordeel van vier leden is, dat per onderzoek twee leden kunnen worden aangewezen die zich intensief met het onderzoek bezig houden. Bij minder leden zou dit een te grote belasting voor de commissie zijn.
Artikel 81f van de Gemeentewet is van toepassing op de commissie. Daarin staat een groot aantal functies die onverenigbaar zijn met het lidmaatschap van de commissie. Volgens de wet zijn echter uitgezonderd de leden van de raad en commissieleden. De raad kan echter bepalen dat raads- en commissieleden ook tot de onverenigbare functies behoren, ter waarborging van de onafhankelijkheid van de commissie. Dat is hier gebeurd.
De letterlijke tekst van artikel 81f Gemeentewet is als volgt.
1. Een lid van de rekenkamer is niet tevens:
d. lid van de Algemene Rekenkamer;
f. substituut-ombudsman als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wet Nationale
g. commissaris van de Koning van de provincie waarin de gemeente waar hij lid van de rekenkamer is, is gelegen;
h. gedeputeerde van de provincie waarin de gemeente waar hij lid van de rekenkamer is, is gelegen;
i. secretaris van de provincie waarin de gemeente waar hij lid van de rekenkamer is, is gelegen;
j. griffier van de provincie waarin de gemeente waar hij lid van de rekenkamer is, is gelegen;
l. burgemeester van de betrokken gemeente;
m. wethouder van de betrokken gemeente;
n. ombudsman of lid van de ombudscommissie als bedoeld in artikel 81p, eerste lid;
o. lid van een deelraad van de betrokken gemeente;
p. lid van het dagelijks bestuur van een deelgemeente van de betrokken gemeente;
q. lid van een commissie van de betrokken gemeente;
r. ambtenaar, door of vanwege het gemeentebestuur aangesteld of daaraan ondergeschikt;
s. ambtenaar, door of vanwege het Rijk of de provincie aangesteld, tot wiens taak behoort het verrichten van werkzaamheden in het kader van het toezicht op de gemeente;
t. functionaris die krachtens de wet of een algemene maatregel van bestuur het
gemeentebestuur van advies dient.
2. In afwijking van het eerste lid, aanhef en onder r, kan een lid van de rekenkamer tevens zijn:
a. ambtenaar van de burgerlijke stand;
b. vrijwilliger of ander persoon die uit hoofde van een wettelijke verplichting niet bij wijze van beroep hulpdiensten verricht;
c. ambtenaar werkzaam voor een school voor openbaar onderwijs
De leden worden benoemd voor een periode van vier jaar. Er kan eenmaal herbenoeming plaatsvinden voor eenzelfde periode. Deze beperking is ingebouwd ter bevordering van de onafhankelijkheid van de commissie.
Artikel 4 Einde van het lidmaatschap
Voor dit artikel is aansluiting gezicht bij artikel 81c van de Gemeentewet, waarin het ontslag van leden van een rekenkamer is geregeld. In de gevallen als genoemd in het tweede lid is het ontslag verplicht, in de gevallen als genoemd in het derde lis is het ontslag facultatief.
Artikel 15, eerste lid van de Gemeentewet betreft de zogenaamde "verboden handelingen". Bij overtreding van die bepaling zal per geval een afweging moeten plaatsvinden of dit aanleiding geeft tot ontslag.
De tekst van artikel 15, eerste lid Gemeentewet is als volgt.
Artikel 15, eerste lid Gemeentewet
1. Een lid van de raad mag niet:
a. als advocaat of adviseur in geschillen werkzaam zijn ten behoeve van de gemeente of het gemeentebestuur dan wel ten behoeve van de wederpartij van de gemeente of het gemeentebestuur;
b. als gemachtigde in geschillen werkzaam zijn ten behoeve van de wederpartij van de gemeente of het gemeentebestuur;
c. als vertegenwoordiger of adviseur werkzaam zijn ten behoeve van derden tot het met de gemeente aangaan van:
1e. overeenkomsten als bedoeld in onderdeel d;
2e. overeenkomsten tot het leveren van goederen aan de gemeente;
d. rechtstreeks of middellijk een overeenkomst aangaan betreffende:
1e. het aannemen van werk ten behoeve van de gemeente;
2e. het buiten dienstbetrekking tegen beloning verrichten van werkzaamheden ten behoeve van de gemeente;
3e. het leveren van roerende zaken anders dan om niet aan de gemeente;
4e. het verhuren van roerende zaken aan de gemeente;
5e. het verwerven van betwiste vorderingen ten laste van de gemeente;
6e. het van de gemeente onderhands verwerven van onroerende zaken of beperkte rechten waaraan deze zijn onderworpen;
Artikel 183 en 184 van de Gemeentewet bevatten bepalingen over de bevoegdheden van de rekenkamer, die door middel van dit artikel van toepassing worden verklaard op de commissie. Het betreft bevoegdheden tot het onderzoeken van documenten die bij het gemeentebestuur berusten, het verplicht verstrekken van inlichtingen door het gemeentebestuur en het inwinnen van inlichtingen bij instellingen waarmee de gemeente bepaalde financiële banden heeft.
Hieronder volgt de letterlijke tekst van genoemde artikelen uit de Gemeentewet.
1. De rekenkamer is bevoegd alle documenten die berusten bij het gemeentebestuur te onderzoeken voor zover zij dat ter vervulling van haar taak nodig acht.
2. Het gemeentebestuur verstrekt desgevraagd alle inlichtingen die de rekenkamer ter vervulling van haar taak nodig acht.
3. Indien de zorg voor een administratie aan een derde is uitbesteed, is het eerste lid van overeenkomstige toepassing op de administratie van de betrokken derde dan wel van degene die de administratie in opdracht van die derde voert.
1. De rekenkamerheeft de in de volgende leden vermelde bevoegdheden ten aanzien van de volgende instellingen en over de volgende periode:
a. openbare lichamen en gemeenschappelijke organen ingesteld krachtens de Wet
gemeenschappelijke regelingen, waaraan de gemeente deelneemt, over de jaren dat de gemeente deelneemt in de regeling;
b. naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte
aansprakelijkheid waarvan de gemeente meer dan vijftig procent van het geplaatste aandelenkapitaal houdt, over de jaren dat de gemeente meer dan vijftig procent van het geplaatste aandelenkapitaal houdt;
c. andere privaatrechtelijke rechtspersonen waaraan de gemeente of een derde voor rekening en risico van de gemeente rechtstreeks of middellijk een subsidie, lening of garantie heeft verstrekt ten bedrage van ten minste vijftig procent van de baten van deze instelling, over de jaren waarop deze subsidie, lening of garantie betrekking heeft.
2. De rekenkamer is bevoegd bij de betrokken instelling nadere inlichtingen in te winnen over de jaarrekeningen, daarop betrekking hebbende rapporten van hen die deze jaarrekeningen hebben gecontroleerd en overige documenten met betrekking tot die instelling die bij het gemeentebestuur berusten. Indien een of meer documenten ontbreken, kan de rekenkamer van de betrokken instelling de overlegging daarvan vorderen.
3. De rekenkamer kan, indien de documenten, bedoeld in het tweede lid, daartoe aanleiding geven, bij de betrokken instelling dan wel bij de derde die de administratie in opdracht van de instelling voert, een onderzoek instellen. De rekenkamer stelt de raad en het college van haar voornemen een dergelijk onderzoek in te stellen in kennis.