Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Rheden

Verordening Reductieregeling

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Rheden
Officiële naam regelingVerordening Reductieregeling
CiteertitelReductieregeling
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 147

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-03-201201-01-2012art. 1, 2, 2a, 7 en de positieve lijst

28-02-2012

Regiobode, 14-03-2012

Geen
02-04-200901-01-200901-01-2012Nieuwe regeling

03-03-2009

Regiobode, 01-04-2009

Geen

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Reductieregeling

De raad van de gemeente Rheden;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 januari 2009;

b e s l u i t :

vast te stellen: de Verordening Reductieregeling

Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen
  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      inkomen: het netto-besteedbaar inkomen:

      • -

        voor een gezin;

      • -

        voor een éénoudergezin;

      • -

        voor een alleenstaande met een eigen huishouding;

      • -

        voor een alleenstaande in een instelling;

      • -

        voor een echtpaar/c.q. samenwonenden in een instelling; bestaande uit het bedrag, gerelateerd aan 120% van de op datum van de aanvraag geldende bijstandsnorm (inclusief toeslagen op grond van de verordening toeslagen en verlagingen WWB normen);

    • b.

      ingezetene: alle in de gemeente Rheden verblijvende personen die op de dag van de aanvraag staan ingeschreven in het bevolkingsregister van de gemeente Rheden;

    • c.

      gezinslid: aanvra(a)g(st)er, echtgenote(o)te of partner en inwonende kinderen voor wie het recht op kinderbijslag bestaat;

    • d.

      activiteiten: activiteiten gericht op bevordering van deelname aan het maatschappelijk verkeer ter voorkoming of doorbreking van sociaal isolement zoals opgenomen in de (indicatieve) positieve lijst;

    • e.

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rheden.

Artikel 2 Doelgroepbepaling en vergoedingen
  • 1. Aan ingezetenen van de gemeente Rheden kan door burgemeester en wethouders op verzoek een bijdrage worden verstrekt in de kosten van deelname aan activiteiten als bedoeld in artikel 1 lid 2-d indien het netto-besteedbaar inkomen lager is dan in artikel 1 lid 2-a is aangegeven.

  • 2. De bijdrage wordt vastgesteld op het bedrag van de gemaakte kosten tot een maximumbedrag van €150,00 per persoon.

  • 3. Kosten van deelname aan activiteiten, als bedoeld in artikel 1 lid 2-d die niet zonder meer onder de in de bijlage genoemde activiteiten zijn te brengen kunnen burgemeester en wethouders ook aanmerken als kosten waarvoor een bijdrage ingevolge deze verordening kan worden toegekend. Er wordt in die gevallen gehandeld naar de strekking van de regeling.

Artikel 2-a

Er kunnen, boven het basisbedrag, toeslagen worden toegekend: 

  • 1.

    van ten hoogste € 125,00 per persoon voor:

    • -

      een zwemabonnement (tevens seizoensabonnement);

    • -

      het volgen van instrumentaal muziekonderwijs;

  • 2.

    van ten hoogste € 179,00 per persoon voor:

    • -

      het volgen van zwemlessen die gericht zijn op het behalen van het zwemdiploma-A; deze toeslag wordt slechts eenmaal toegekend;

  • 3.

    van ten hoogste € 150,00 per kind voor:

    • -

      schoolkosten ten behoeve van kinderen in de leeftijd van 12 tot 18 jaar voor zover zij behoren tot een huishouden waarop de bijstandsnorm voor een echtpaar van toepassing is.

Artikel 3 De aanvraag
  • 1. Een verzoek om een bijdrage kan één keer per jaar worden ingediend.

  • 2. Een verzoek om een bijdrage moet uiterlijk vóór 1 februari volgend op het kalenderjaar waar de aanvraag betrekking op heeft worden ingediend.

  • 3. Bij de aanvraag wordt verklaard dat de gevraagde vergoeding wordt besteed aan kosten in overeenstemming met de positieve lijst danwel de strekking van deze regeling.4.

  • 4. Bij de aanvraag wordt verklaard dat de aanvrager instemt met een bestedingscontrole achteraf en hiervoor op verzoek van het college achteraf de betaalbewijzen zal verstrekken. Vooraf worden geen betaalbewijzen gevraagd.

Artikel 4 Het besluit

Burgemeester en wethouders beslissen binnen 8 weken na het indienen van de aanvraag. De beslissing wordt schriftelijk meegedeeld.

Artikel 5 Hardheidsclausule

De bedragen van de vergoeding onder artikel 2 en artikel 2-a kunnen niet worden overschreden. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere omstandigheden, om dringende redenen gemotiveerd afwijken van de regeling.

Artikel 6 Jaarlijkse verhoging

De bijdragen als genoemd in artikel 2 lid 2 en artikel 2-a worden jaarlijks verhoogd met de consumentenprijsindex (CPI) volgens CBS vanaf 1 januari 2010.

Artikel 7 Overgangsregeling

Voor degenen die in 2008 een vergoeding ontvingen door toepassing van de woonkostencorrectie uit de reductieregeling 2008, maar daar in 2009, door het vervallen daarvan, niet meer voor in aanmerking komen, wordt, alleen in het jaar 2009, een afbouwregeling getroffen waarbij in 2009 nog een vergoeding wordt verstrekt van 50% van de vergoedingen genoemd onder artikel 2 lid 2 en artikel 2-a.

Slopbepalingen

Artikel 8 Uitvoering

De uitvoering van deze verordening berust bij het college.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2009.

De Reductieregeling 2008, vastgesteld d.d. 26 februari 2008, wordt per 1 januari 2009 ingetrokken.

Artikel 10 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald: Reductieregeling.

Vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 3 maart 2009, nr. 6.1.

Ondertekening

De Steeg, 3 maart 2009

De raad voornoemd,

voorzitter.

griffier.

Indicatieve lijst

Indicatieve lijst, als bedoeld in artikel 1 lid 2-d van de Reductieregeling vast te stellen door de raad per 1 januari 2009.

POSITIEVE LIJST

 

Sportieve activiteiten, zoals

ballet

fitnesstraining

karate

kegelclub

ouderengymnastiek

paardrijles

voetbal

yoga

zwemabonnement

zwemles

Sociale activiteiten, zoals

lidmaatschap voor verenigingen

ouderenbonden

nederlands voor anderstaligen (volwasseneneducatie)

politieke partij

clubhuis/buurtwerk

dierentuin (abonnement)

nivon

scouting

vakbond

visvergunning, visakte

vrouwenbonden (o.a. plattelandsvrouwen)

volkstuin

Culturele activiteiten, zoals

museumjaarkaart

muziekschool

bibliotheekabonnement

schouwburgabonnement

dagbladabonnement

volksdansen

volksuniversiteit (cursusgeld)

losse kaartjes theater

 

En verder

kabelabonnement

NS-voordeelurenkaart

telefoonabonnement vaste aansluiting

internetprovider

eigen bijdragen peuterspeelzaal

abonnementen voor mobiele telefoon en prepaidkaarten

schoolkosten van kinderen van 12 tot 18 jaar voor echtparen

 

NEGATIEVE LIJST

 

ANWB lidmaatschap

(avond)opleiding(en) met een duidelijk beroepsmatig karakter

begrafenis/crematieverzekering

boekenclub (ECI etc.)

gemeentelijke belastingen c.q. heffingen

gezinsverzorging

kerktelefoon

kerkbijdrage

leesmap/leesportefeuille

losse vervoersbewijzen

rente/aflossing geldleningen

tv/radio-gidsen

tijdschriften

ziektekostenverzekering (eigen bijdrage/maandelijkse premie)

zuiveringslasten

 

 

Deze lijst is niet volledig. Indien reductie wordt gevraagd voor zaken die niet op de positieve of negatieve lijst voorkomen zal gehandeld worden naar de strekking van de regeling.

Algemene toelichting

Artikel 108 van de gemeentewet geeft de bevoegdheid aan de gemeente om minimabeleid vorm te geven ter bevordering van de deelname aan het maatschappelijke verkeer en ter voorkoming van een sociaal isolement. Deze regeling mag niet strijdig zijn met de bepalingen en de strekking van de Wet werk en bijstand. Dit betekent dat activiteiten van sportieve, culturele en sociale activiteiten op aanvraag kunnen worden vergoed.

Andere regelingen kunnen worden gezien als een regeling voor inkomenssuppletie en zijn niet toegestaan.

 

Artikel 1 Begripsbepaling

Er is voor gekozen om begrippen die al zijn omschreven in de Awb niet afzonderlijk te definiëren in deze verordening. Dit voorkomt dat in geval van wijziging van de Awb ook de verordening moet worden gewijzigd.

Omdat de reductieregeling geen uitwerking van de Wet werk en bijstand is wordt niet bij die begrippen aangesloten. De begrippen die verduidelijkt moeten worden zijn in het tweede lid beschreven. Voor de activiteiten die onder de vergoeding vallen is een indicatieve lijst toegevoegd aan de verordening welke gelijktijdig met de verordening door de gemeenteraad is vastgesteld.

 

Artikel 2 Doelgroepbepaling en vergoeding

In het eerste lid wordt de doelgroep geregeld. Voor de doelgroep wordt aangesloten bij de door de gemeenteraad vastgestelde doelgroep voor alle minimaregelingen, zijnde de ingezetenen van de gemeente met een inkomen tot een bedrag van 120% van de voor de aanvrager geldende bijstandsnorm.

 

In het tweede lid wordt de hoogte van de basisbijdrage per persoon geregeld.

 

In het derde lid wordt de relatie gelegd met de positieve lijst. De kosten die op de, indicatieve, positieve lijst staan worden altijd vergoed. Voor kosten die niet zijn benoemd besluiten burgemeester en wethouders naar de strekking van de wet. Kosten die op de negatieve lijst staan moeten worden afgewezen.

 

Artikel 2-a

Naast het vaste basisbedrag per persoon kunnen extra vergoedingen worden toegekend voor specifieke onder artikel 2a benoemde kosten.

 

In het eerste lid is de extra vergoeding voor een zwemabonnement en instrumentaal muziekonderwijs geregeld. De gemeenteraad hecht er grote waarde aan dat deze activiteiten ook mogelijk zijn voor de minima en heeft daarom een extra bijdrage voor die kosten opgenomen.

 

In het tweede lid is een extra vergoeding voor zwemlessen geregeld.

De gemeenteraad heeft uitgesproken dat het van belang is dat inwoners (volwassenen en kinderen) over voldoende zwemvaardigheden beschikken.

Per gezinslid kan één keer vergoeding voor zwemlessen worden gegeven. Er wordt van uitgegaan dat één seizoen zwemles voldoende is voor het behalen van het zwemdiploma-A.

 

In het derde lid is een extra vergoeding voor schoolkosten geregeld.

Aangenomen wordt dat voor kinderen in het voortgezet onderwijs (12 tot 18 jaar) gedurende het jaar meerdere keren geringe kosten worden voldaan die te maken hebben met het volgen van het onderwijs (bijv. schrijfmaterialen, kosten van reparatie aan fietsen, schoolreisjes en vrijwillige ouderbijdrage etc.).

Deze vergoeding geldt alleen voor gezinnen waar de echtparennorm WWB van toepassing is. Uit een onderzoek van het NIBUD is gebleken dat, rekening houdend met diverse minima-instrumenten van rijk en gemeente, de financiële situatie voor echtparen met kinderen achter blijft ten opzichte van andere huishoudtypes. Om die reden is alleen voor echtparen met kinderen een extra vergoeding opgenomen.

 

Artikel 3 De aanvraag

In het eerste lid is geregeld dat één keer per jaar een aanvraag kan worden ingediend.

De bijdrage wordt op schriftelijk verzoek (aanvraag) verstrekt ter hoogte van het totaalbedrag voor alle gezinsleden (aantal gezinsleden keer het vaste bedrag per gezinslid te verhogen met extra kosten). De aanvrager geeft aan welke kosten worden gemaakt voor alle gezinsleden gezamenlijk. De bijdrage wordt aan de aanvrager uitbetaald.

 

In het tweede lid is geregeld dat een aanvraag tijdig moet worden ingediend.

De aanvraag kan gedurende het gehele kalenderjaar worden gedaan en na afloop van dat kalenderjaar nog tot 1 februari van het daaropvolgende jaar. Hiermee wordt voorkomen dat lang na afloop van een kalenderjaar nog aanvragen worden ingediend. Aanvragen die na 31 januari, van het jaar volgend op het jaar waarop de kosten betrekking hebben, worden ingediend moeten worden afgewezen.

 

In het derde lid is bepaald dat bij de aanvraag (vooraf) geen betaalbewijzen hoeven worden meegezonden. Een verklaring dat kosten als bedoeld in artikel 1 lid 2 onder d worden gemaakt is voldoende. Dit betekent dat kosten niet hoeven te worden voorgeschoten.

 

In het vierde lid is geregeld dat de aanvrager met de ondertekening tevens verklaart dat hij/zij bereid is achteraf aan te tonen dat de ontvangen bijdrage is besteed voor kosten die zijn aangevraagd en op de positieve lijst voorkomen. Er is voor gekozen om niet alle aanvragers op de besteding te controleren maar dit via een steekproef te doen. Aanvragers worden daarop gewezen en verzocht de betaalbewijzen of bankafschriften te bewaren.

 

Artikel 4 Het besluit

Dit spreekt voor zich en sluit aan bij de bepalingen van de Awb.

 

Artikel 5 De hardheidsclausule

Het is wenselijk om in die gevallen waar bij de uitvoering van de regeling blijkt dat een ongewenste situatie ontstaat toch een vergoeding kan worden verstrekt tot het gestelde maximum. Het gaat om situaties waarbij, ondanks een hoger inkomen zonder vergoeding een, volgens het college van burgemeester en wethouders, ongewenste situatie ontstaat of andere dringende individuele omstandigheden tot vergoeding nopen.

 

Artikel 6 Jaarlijkse verhoging

Met ingang van het kalenderjaar 2009 vormt de reductieregeling een doorlopende regeling. De regeling wordt niet meer jaarlijks vastgesteld. De vergoedingen voor de Reductieregeling worden daarom automatisch verhoogd op basis van de stijging van de consumenten prijsindex (CPI) zoals deze door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) wordt verstrekt. De jaarlijkse indexering wordt op alle doorlopende regelingen toegepast waardoor jaarlijkse vaststelling van de vergoeding door de Raad niet nodig is en de vergoeding in de pas blijft lopen met de kostenstijging van de te vergoeden activiteiten.

 

Overgangsbepaling Artikel 7

Tot 1 januari 2009 werd het te hanteren inkomen verminderd met de minimum voor eigen rekening blijvende eigen woonlasten conform de Wet op de huurtoeslag. Door deze woonkostencorrectie konden sommige inkomens boven 120% van de bijstandsnorm nog een vergoeding ontvangen. Er is, door de gemeenteraad, voor gekozen om deze regeling te laten vervallen. De inkomensgrens voor de vergoeding is 120% van de geldende bijstandsnorm. Voor degenen die in 2008 een vergoeding ontvingen door toepassing van de woonkostencorrectie uit de reductieregeling 2008, maar daar in 2009, door het vervallen van die bepaling, niet meer voor in aanmerking komen, wordt, alleen in het jaar 2009, een afbouwregeling getroffen. Zij komen alleen in 2009 nog in aanmerking voor een vergoeding van 50% van de vergoedingen genoemd onder artikel 2 lid 2 en artikel 2-a.

Per 1 januari 2010 vervalt deze overgangsregeling.

 

Slotbepalingen Artikel 8, 9 en 10

De artikelen 8, 9 en 10 behoeven geen nadere toelichting.

Indicatieve lijst, als bedoeld in artikel 1 lid 2-d van de Reductieregeling 2009 vast te stellen door de raad per 1 januari 2009.