Organisatie | Zwolle |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsvoorschriften voor onderhoud en herstel van beschermde monumenten |
Citeertitel | Uitvoeringsvoorschriften voor onderhoud en herstel van beschermde monumenten |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | ruimtelijke ordening |
Regels ten aanzien van onderhoud en herstel van beschermde monumenten (beleidsregel)
artikel 9 Monumentenverordening
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2004 | nieuwe regeling | 01-06-2004 de Peperbus, 16-06-2004 | cb 2004-06.01 |
Toe te voegen elementen ten behoeve van geriefs- of functieverbetering dienen op een zodanige wijze te worden ingepast dat dit geen gevolgen heeft voor de oorspronkelijke vormgeving of detaillering (bijv. isolatie t.b.v. warmte en geluid, beschermende beglazing, ventilatie etc.). Deze toevoegingen zijn vergunningplichtig.
Het loodwerk dient in minimaal 20 kg/m² (NHL 20) en uitsluitend met koper vernageld te worden uitgevoerd. Het gebruik van gegalvaniseerde nagels is niet toegestaan.
. Muurlood, zwaar NHL 25, aanbrengen in stukken van max. 1 m, met overlappen van min. 10 cm. Het loodwerk dient ter plaatse van muuraansluitingen door middel van loodproppen in voldoende diep uitgehakte of uitgeslepen voegen (3 cm diep) te worden vastgezet en daarna te worden afgevoegd. De voeg af te werken met dezelfde kleur en samenstelling als de bestaande voegspecie.
. Het lood op hoekkepers en nokken dient in minimaal 25 kg/m² (NHL 25), in meterstukken met gefelste naden te worden uitgevoerd. Op ieder felsnaad dient een klang ter bevestiging te worden aangebracht. Ieder stuk lood dient slechts in het midden te worden vernageld met koperen nagels. Eventueel zichtbare koperen nagels dienen met trotseerloodjes te worden afgedekt.
Het glaswerk dient in enkel glas (in stopverf gezet) en in principe zonder gebruikmaking van glaslatten te worden uitgevoerd. Glaslatten mogen slechts worden toegepast in situaties waar dit historisch juist is. Ten aanzien van de detaillering van glaslatten wordt verwezen naar de voorschriften 2.1 en 2.2.