Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
De Ronde Venen

Integraal Veiligheidsplan 2006-2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDe Ronde Venen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingIntegraal Veiligheidsplan 2006-2010
CiteertitelIntegraal Veiligheidsplan 2006-2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp
Externe bijlageBijlage - Integraal veiligheidsplan

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum van inwerkingtreding is niet exact te achterhalen en dus bij benadering bepaald.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-06-200601-01-2011Nieuwe regeling

01-06-2006

De Ronde Vener, 07-06-2006

0042/06

Tekst van de regeling

Intitulé

Integraal Veiligheidsplan 2006-2010

 

 

VOORWOORD

Veiligheid is hot, maar zeker geen hype. Met het ‘kleiner’ worden van de wereld lijken de gevaren steeds groter te worden. De feitelijke gebeurtenissen (objectief) en de verslag-legging via de media hebben een belangrijke invloed op de veiligheidsgevoelens van inwoners (subjectief). Dit geldt voor veiligheidsproblematiek op wereldniveau tot aan de veiligheid in de directe leefomgeving van inwoners, die zich vrij en veilig in de samenleving moeten kunnen bewegen.

Voor u ligt het integraal veiligheidsplan (IVP) van de gemeente De Ronde Venen, dat een vervolg is op de nota integrale veiligheid uit 2003 en een middel is voor het voortzetten en verbeteren van het lokaal integraal veiligheidsbeleid. De afgelopen 3 jaar zijn er veel stappen genomen en afgerond om de veiligheid in de gemeente te verbeteren. Veiligheid is een beleidsveld dat nooit klaar is. Nieuwe ontwikkelingen blijven de veiligheidssituatie beïnvloe-den en blijven om aanpassingen en nieuwe activiteiten vragen.

Het IVP begint met de samenvatting en conclusies en bestaat daarnaast uit drie delen. Deel I schept het algemene kader, deel II geeft de resultaten van de veiligheidsanalyse van de gemeente weer en deel III benoemd de uit de analyse afgeleide speerpunten en actiepunten. Bij een integraal veiligheidsplan zijn veel verschillende aspecten en beleidsterreinen betrokken. Voor de leesbaarheid is het IVP zo kernachtig mogelijk opgesteld en wordt er ter ondersteuning gebruik gemaakt van bijlagen.

Dit plan is tot stand gekomen door samenwerking van een stuurgroep integrale veiligheid en het advies van externe en interne veiligheidspartners. Wij bedanken een ieder die een bijdrage hieraan heeft geleverd en in het bijzonder bedanken wij de inwoners. Ruim 57% van de 4000 inwoners, die een schriftelijke enquête leefbaarheid- en veiligheid hebben ontvangen heeft deze ingevuld en ingestuurd. Dit is een hoge response, dat aangeeft dat de inwoners veiligheid belangrijk vinden.

De gemeente De Ronde Venen stelt de inwoner centraal, want het gaat tenslotte om veiligheid voor en door de inwoners.

, Burgemeester van De Ronde Venen.

HOOFDSTUK 1: SAMENVATTING EN CONCLUSIES

Het bevorderen van de veiligheid voor de inwoners is van oudsher de taak van de landelijke, regionale en lokale overheid. Inmiddels is duidelijk dat de overheid dat niet alleen kan en slechts één van de partners is in veiligheid, die tevens de regie heeft van het vormgeven en uitvoeren van een integraal veiligheidsbeleid. Het is hierbij belangrijk dat inwoners en maatschappelijke organisaties het publieke domein steeds meer gaan zien als iets van henzelf en iets waar ze zelf veel aan kunnen doen. Voor het slagen van een integraal veiligheidsbeleid zijn gestructureerd samenwerken, goede communicatie en toewijding van betrokken partijen de belangrijkste kritische succesfactoren.

De visie van de gemeente De Ronde Venen in het beleidsplan ‘Naar de Kern’ 2002 – 2006 luidt: “Een gemeente die bestuurlijk actief is op het brede gebied van integrale veiligheid en die hierbij de eigen verantwoordelijkheid van inwoners, instellingen en bedrijven stimuleert”.

Integrale veiligheid tracht alle facetten van veiligheid bijeen te brengen in een beleid, waarbij alle betrokkenen gezamenlijk trachten te komen tot een veiligere samenleving. ‘Voorkomen is beter dan genezen’ en daarbij is het zaak dat alle schakels van de veiligheidsketen – voorkomen, preventieve maatregelen, voorbereiden, bestrijden en nazorg – goed op elkaar aansluiten en dat er een goede systematiek, samenhang en samenwerking is bij de ontwikkeling en uitvoering van dit beleid.

Het vormgeven en continueren van het integraal veiligheidsbeleid is een cyclisch proces waarbij steeds opnieuw de veiligheidssituatie wordt geanalyseerd en activiteiten hierop worden afgestemd. Na vaststelling van het IVP worden de daarin genoemde actiepunten uitgewerkt tot concrete voorstellen en uitvoeringsplannen. Deze actiepunten zijn ingedeeld in vijf veiligheidsvelden:

  • 1.

    veilige woon- en leefomgeving;

  • 2.

    bedrijvigheid en veiligheid;

  • 3.

    jeugd en veiligheid;

  • 4.

    fysieke veiligheid;

  • 5.

    integriteit en veiligheid.

De informatie die verzameld is ten behoeve van een veiligheidsanalyse van de gemeente bestaat uit objectieve en subjectieve gegevens. De objectieve gegevens bestaan uit verschillende aangiften cijfers van de politie. De subjectieve gegevens zijn verzameld door middel van een schriftelijke enquête onder inwoners van de gemeente. Uit deze analyse zijn 9 speerpunten en doelstellingen en 22 specifieke actiepunten afgeleid. Op basis hiervan kan de algemene doelstelling van het integraal veiligheidsbeleid van de gemeente als volgt worden gedefinieerd:

Verbetering van de objectieve en subjectieve veiligheid in de gemeente De Ronde Venen.

De speerpunten zijn:

  • 1.

    Onveiligheidsgevoelens

  • 2.

    Communicatie over veiligheid

  • 3.

    Huiselijk geweld

  • 4.

    Inbraak in woningen

  • 5.

    Voertuigcriminaliteit

  • 6.

    Vernielingen

  • 7.

    Overlast door jongeren

  • 8.

    Alcohol en drugs

  • 9.

    Verkeersveiligheid: te hard rijden en parkeerproblemen

De speerpunten zijn uitgewerkt in specifieke actiepunten waarvoor aparte voorstellen moeten worden gemaakt en opgestart. Voor ieder speerpunt is een doelstelling geformuleerd en zijn het beleidskader, de meetinstrumenten en de partners aangegeven.

De specifieke actiepunten zijn:

  • 1.

    Uitvoeren van een gerichte analyse van de wijk Proostdijland gericht op de fysieke en sociale veiligheid. Op basis van deze analyse een voorstel uitwerken en na vaststelling door burgemeester en wethouders hieraan uitvoering geven. Hierbij zullen het wijkcomité Proostdijland en eventueel andere inwoners uit de wijk actief worden betrokken. Dit actiepunt is tevens gericht op het speerpunt vernielingen (paragraaf 4.2.4), dat wil zeggen vermindering van het aantal vernielingen in deze wijk.

  • 2.

    Onderzocht zal worden of en in hoeverre via een ‘centraal coördinatiepunt integrale veiligheid’ een bijdrage kan worden geleverd aan een betere dienstverlening naar en een grotere betrokkenheid van de inwoners.

  • 3.

    De gemeente heeft te kennen gegeven deel te willen nemen aan een pilot Burgernet. Ook wanneer De Ronde Venen hier niet voor in aanmerking komt, zullen de resultaten van dit project nauwlettend worden gevolgd en zal er op termijn bepaald worden of er zich mogelijkheden voordoen om in De Ronde Venen Burgernet te ontwikkelen.

  • 4.

    Het opzetten van een communicatieplan over veiligheid en meer specifiek over het veiligheidsbeleid van de gemeente. Het gaat hierbij om goede voorlichting en informatieverstrekking naar inwoners en andere veiligheidspartners.

  • 5.

    In kader van huiselijk geweld vormgeven van de hulpverlening en verantwoordelijkheid nemen voor de kwaliteit en capaciteit van de hulpverlening op lokaal niveau.

  • 6.

    Stimuleren dat instellingen, die op lokaal niveau bijdragen aan het hulpaanbod huiselijk geweld, aandachtsfunctionarissen aanstellen.

  • 7.

    Mede uitvoeren van een publiciteitsplan om het regionale Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld te promoten.

  • 8.

    Algemene voorlichting en publiciteit voor inwoners over het PKVW opnemen in het communicatieplan veiligheid.

  • 9.

    Onderzocht moet worden welke aanpassingen er voor de fietsenstallingen aan de Hoofdweg, Rondweg, Industrieweg en Veenweg nodig zijn. Te denken valt aan betere verlichting, aanpassing beplanting en ander soort fietsenbeugels. Hiervoor dient een apart advies uitgebracht te worden.

  • 10.

    Momenteel wordt onderzocht of cameratoezicht in het centrum van Mijdrecht een middel is om vernielingen te verminderen en het veiligheidsgevoel te verbeteren. Hiervoor is een startnotitie gemaakt, waarin alle relevante aspecten op een rij zijn gezet. Uitwerking vindt plaats van de te onderzoeken aspecten, mede op basis van de juridisch gestelde eisen op grond van de per 1 februari 2006 veranderde wetgeving.

  • 11.

    Continue in kaart brengen van vaste en wisselende overlast plekken.

  • 12.

    Projectmatige aanpak per probleemlocatie.

  • 13.

    Jongeren straatwerk.

  • 14.

    Sport Tegen Overlast Projecten (STOMP) opstarten en uitvoeren.

  • 15.

    In afstemming met partners het opzetten van voorlichtingscampagne over drugs en alcohol gericht op van jongeren in het voortgezet onderwijs en hun ouders.

  • 16.

    Realiseren van verblijfsgebieden en gebiedsontsluitingswegen (conform het verkeersveiligheidsplan De Ronde Venen).

  • 17.

    Realiseren van nieuwe fietspaden.

  • 18.

    Uitvoeren van verkeersveiligheidsmaatregelen op ad-hoc basis, zoals het aanpassen van snelheidsremmende voorzieningen, het aanpassen van blackspots (locaties waar relatief gezien veel ongevallen plaatsvinden) of het creëren van een veilige fiets- en / of voetgangersoversteek in een gebiedsontsluitingsweg.

  • 19.

    Oplossen van aantoonbare parkeerproblemen binnen de huidige fysieke ruimte (tijdens grootschalig onderhoud of de herinrichting van een gebied).

  • 20.

    Hanteren van geactualiseerde parkeernormen bij nieuwbouwprojecten.

  • 21.

    Verkeersvoorlichting voor alle doelgroepen in De Ronde Venen.

  • 22.

    Verkeerscontrole en -handhaving door het wijkteam en andere partners, zoals het Bureau Verkeer Onder Controle van de regiopolitie.

HOOFDSTUK 2. DEEL I: BELEIDSKADER INTEGRALE VEILIGHEID

2.1. Inleiding

‘Het bevorderen van de veiligheid van de burgers is een van de oudste kerntaken van de overheid. De feitelijke aantastingen van deze veiligheid, de bestaande risico's en de gevoelens van onveiligheid onder de burgers hebben geleid tot de hernieuwde noodzaak voor de overheid om op dit gebied beleid te ontwikkelen. Veiligheid kan niet aan de burger worden overgelaten, maar het is wel belangrijk dat de inwoners en maatschappelijke organisaties het publieke domein steeds meer gaan zien als iets van henzelf en iets waar ze zelf veel aan kunnen doen. Voor het slagen van een integraal veiligheidsbeleid zijn gestructureerd samenwerken, goede communicatie en toewijding van betrokken partijen de belangrijkste kritische succesfactoren.1 Deze rol van de (lokale) overheid wordt bevestigd in artikel 176 van de Gemeentewet.

Rijksbeleid

Op 16 oktober 2002 heeft het kabinet de nota ‘Naar een veiliger samenleving’ (Veiligheidsprogramma) aan de Tweede Kamer aangeboden. Daarnaast is het landelijk veiligheidsbeleid neergelegd in ‘Bewust veiliger en Actieprogramma rampenbeheersing en brandweer 2002-2006 (oktober 2002)’. De hoofdlijnen van het Veiligheidsprogramma kunnen als volgt worden verwoord:

  • ·

    de reductie van criminaliteit en overlast in de publieke ruimte met 20% à 25% die vanaf 2006 in het vizier moet komen;

  • ·

    de aanpak van de veelplegers en de risicojongeren;

  • ·

    de beoogde intensiveringen in de strafrechtsketen (met inbegrip van de hiervoor noodzakelijke modernisering van de sanctietoepassing);

  • ·

    de beoogde intensiveringen in de bestuurlijke handhaving en het toezicht.

Lokaal Veiligheidsbeleid

Gemeenten geven al van oudsher invulling aan hun wettelijke taken met betrekking tot de openbare orde en veiligheid. De veranderende aard van de problematiek, zoals toename van de criminaliteit, hebben de noodzaak voor een intensievere, integrale aanpak bij de ontwikkeling van veiligheidsbeleid op lokaal niveau benadrukt. Verschillende gemeenten hebben met zo’n integrale aanpak al een begin gemaakt. De focus ligt dan vooral op het bevorderen van samenhang in het beleid en het bevorderen van de samenwerking tussen de veiligheidspartners. Om dit daadwerkelijk te bewerkstelligen is een scherpe invulling van de regierol van de gemeenten noodzakelijk.2

TNS Nipo heeft eind 2005 onder gemeenten een behoefteonderzoek uitgevoerd op het terrein van integrale veiligheid. Het onderzoeksrapport gaat in op de vraag wat die ondersteuningsbehoefte van gemeenten is en in welke fase van uitvoering het beleid zich bevindt. Uit het onderzoek blijkt dan van de 261 gemeenten die hebben deelgenomen, 63% een IVP heeft. Bij de meeste gemeenten is maximaal 1 fte beschikbaar voor de coördinatie en uitvoering van het integraal veiligheidsbeleid. Verder blijkt dat gemeenten een ondersteuningsbehoefte hebben bij de uitvoering van de regierol, zowel in de beleidsvoorbereiding als in de uitvoering. Beschikbare instrumenten op dit gebied zijn bekend, maar worden lang niet allemaal als bruikbaar ervaren. Regionale samenwerking vindt plaats zoals bij rampenbestrijding en HALT, dat staat Het ALTernatief. Dit is een initiatief van het Ministerie van Justitie, gemeenten en politie met als doelstelling een bijdrage te leveren aan criminaliteitsbestrijding en -preventie bij jongeren tot 18 jaar. Gemeenten geven wel aan behoefte te hebben aan ondersteuning bij de slagvaardige samenwerking tussen gemeenten. In het kader van samenwerking is De Ronde Venen deelnemer van de per 1 januari 2006 opgerichte Veiligheidsregio Utrecht (VRU). Hierin zijn diverse organisaties gebundeld tot een samenhangende, slagvaardige organisatie voor rampenbestrijding, crisisbeheersing en noodhulpverlening. Deze gemeenschappelijke regeling vervangt en is de opvolger van de BRUL (Brandweer Regio Utrechtsland) en de GHOR (Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen).

2.2. Integrale veiligheid

Wat is (on)veiligheid?

Veiligheid: het aanwezig zijn van een zekere mate van ordening en rust in het publieke domein en van bescherming van leven, gezondheid en goederen tegen acute of dreigende aantastingen.

Onveiligheid: alles wat inbreuk maakt op veiligheid. Deze inbreuken op veiligheid kunnen feitelijke aantastingen van de veiligheidssituatie betreffen, maar kunnen ook worden ingege-ven door veiligheidsprogramma’s.3

Wat is integrale veiligheid?

Integrale veiligheid tracht alle facetten van veiligheid bijeen te brengen in een beleid, waarbij alle betrokkenen gezamenlijk trachten te komen tot een veiligere samenleving. ‘Voorkomen is beter dan genezen’ en daarbij is het zaak dat alle schakels van de veiligheidsketen – voor-komen, preventieve maatregelen, voorbereiden, bestrijden en nazorg – goed op elkaar aan-sluiten en dat er een goede systematiek, samenhang en samenwerking is bij de ontwikkeling en uitvoering van dit beleid.

Wat is een integraal veiligheidsbeleid?

Het op een systematische en samenhangende manier werken aan behoud of verbetering van veiligheid in al haar facetten, onder de coördinatie, regie en sturende rol van het lokaal bestuur. Het op een goede manier inhoud geven aan dit beleid betekent dat steeds opnieuw de veiligheid in de gemeente moet worden gemeten en waar mogelijk moet worden verbeterd. Integraal verwijst zowel naar de organisatorische als inhoudelijke aspecten van het veiligheidsbeleid. Organisatorisch betekent partnerschap en samenwerking en inhou-delijk betekent de noodzaak van evenwicht in de veiligheidsketen en het streven naar een optimale synergie van maatregelen. De beperking van het integrale beleid ligt in het feit dat de samenhang van alle verschillende aspecten van veiligheid vaak moeilijk is aan te geven.

Andere soorten veiligheid?

Enkele andere veel gebruikte termen op het gebied van veiligheid zijn:

  • ·

    objectieve veiligheid: feitelijke, cijfermatige gegevens;

  • ·

    subjectieve veiligheid: de beleving van de bewoners van veiligheid in hun leefomge-ving;

  • ·

    sociale veiligheid: slachtofferschap en veiligheidsbeleving in de openbare ruimte. Een sociaal veilige omgeving is een omgeving waarin iedereen zich vrijelijk kan verplaat-sen, zonder zich bedreigd te voelen;

  • ·

    fysieke veiligheid: verkeers-, milieu- en brandveiligheid;

  • ·

    externe veiligheid: risico's die voortvloeien uit de opslag, productie, het gebruik en vervoer van gevaarlijke stoffen.

2.3. Integrale veiligheid in De Ronde Venen

De visie van de gemeente De Ronde Venen in het beleidsplan ‘Naar de Kern’ 2002 – 2006 luidt: ‘Een gemeente die bestuurlijk actief is op het brede gebied van integrale veiligheid en die hierbij de eigen verantwoordelijkheid van inwoners, instellingen en bedrijven stimuleert’. Door landelijke en regionale ontwikkelingen is integrale veiligheid op de politieke agenda gekomen en als apart thema’s voor deze beleidsperiode opgenomen.

In januari 2003 heeft de raad de eerste nota integrale veiligheid vastgesteld. Dit is een belangrijke stap geweest in het vormgeven van het integrale veiligheidsbeleid (IVB). In augustus 2005 is de laatste rapportage over de voortgang van dit beleid door burgemeester en wethouders (B&W) vastgesteld en ter advisering aan de commissie Algemeen Bestuurlijke Zaken (ABZ) voorgelegd. Hiermee is bepaald dit beleid verder te ontwikkelen en in het voorjaar van 2006 een nieuw integraal veiligheids plan (IVP) door B&W vast te laten stellen en in de desbetreffende raadscommissie voor instemming in te brengen.

Dat veiligheid in De Ronde Venen nog steeds actueel is blijkt wel uit de beleidsprioriteiten van de verschillende fracties. Enkele onderwerpen die genoemd worden zijn onveiligheids-gevoelens, verkeersveiligheid, cameratoezicht, coffeeshop en drugsbeleid, huiselijk beleid, overlast en vandalisme.

Aanpak Integraal Veiligheids Beleid

Veiligheid is dus een belangrijk onderwerp op de politieke agenda van het kabinet en van het lokaal bestuur. Van gemeenten wordt verwacht dat ze het veiligheidsbeleid vormgeven door het maken van een veiligheidsanalyse en een veiligheidsplan. In het districtscollege medio 2004 is besloten om, voor de ontwikkeling, implementatie en beheersing van het integraal veiligheidsbeleid als uitgangspunt het ‘10-Stappenplan van de Commissie van Vliet’ te volgen. Daarnaast is besloten om de veiligheidsproblematiek onder te verdelen in vijf veiligheidsvelden. Deze methode ‘Kernbeleid Veiligheid’ is ontwikkeld door de Vereniging Nederlandse Gemeenten. Het doel hiervan is om de informatie die nu per gemeente en district verzameld wordt beter op elkaar af te stemmen, waardoor de vergelijkbaarheid tussen gemeenten groter wordt. Daarnaast werkt een vastgesteld model uiteindelijk tijd- en kostenbesparend. Kenmerkend van deze aanpak is dat er eerst een uitgebreide analyse van de veiligheidssituatie in de gemeente wordt gedaan. Uit de analyse komen de belangrijkste problemen naar voren, op basis waarvan speerpunten worden vastgesteld. Vervolgens worden er actieplannen ontwikkeld en geïmplementeerd. Vervolgens dient het activiteitenplan van het wijkteam De Ronde Venen hier op afgestemd te worden en uiteindelijk worden de resultaten geëvalueerd, gerapporteerd en de plannen zonodig bijgesteld. Vanzelfsprekend is het integraal veiligheidsplan niet statisch en is het een continue verbeterings- en vernieuwingsproces, waarbij er ingespeeld moet worden op nieuwe ontwikkelingen en incidenten.

Monitoring

In dit kader wordt het nieuwe integraal veiligheidsplan ontwikkeld voor een periode van 4 jaar. De resultaten van het integraal veiligheidsbeleid en daaraan gerelateerde projecten zullen zoveel mogelijk via de concernrapportage worden gerapporteerd. Daarnaast zullen de objectieve cijfers geregistreerde criminaliteit en de criminaliteitskaart jaarlijks in een aparte rapportage worden verwerkt. Het onderzoek onder inwoners naar de subjectieve veiligheid zal om het jaar worden uitgevoerd, dat wil zeggen dat het volgende onderzoek in het najaar van 2007 zal plaatsvinden.

De politie voert ook om het jaar een politiemonitor uit, waarvan de uitkomsten tevens worden meegenomen in de evaluatie. Er worden steeds meer instrumenten ontwikkeld en aangeboden, die het gemeenten makkelijker moeten maken om hun integraal veiligheidsbeleid te ontwikkelen en te toetsen. Voorbeeld voor het toetsen van het veiligheidsbeleid is het veiligheidsvizier en voor het toetsen van het integraal veiligheidsplan is het diagnose-instrument van de VNG, dat momenteel nog in ontwikkeling is.

In De Ronde Venen zal voor een continue verbetering van het veiligheidsbeleid van dit soort instrumenten gebruik worden gemaakt. Deze aanpak komt overeen met het stappenplan dat gebruikt is in de eerste nota integrale veiligheid van de gemeente. Dit bestaat uit een cyclisch proces van informatieverzameling, interpretatie, verwerking, prioritering, uitvoering, evaluatie en rapportage. Het integraal veiligheidsplan richt zich op het omzetten van de veiligheidsanalyse in prioriteiten en actiepunten. Het uitwerken van actieplannen tot concrete voorstellen en uitvoeringsplannen zijn stappen die na vaststelling van het IVP worden genomen. Leidend bij de invulling hiervan zijn de volgende vijf veiligheidsvelden, die verder worden opgesplitst in 24 veiligheidsthema’s (zie ook bijlage IV):

  • 1.

    veilige woon- en leefomgeving;

  • 2.

    bedrijvigheid en veiligheid;

  • 3.

    jeugd en veiligheid;

  • 4.

    fysieke veiligheid;

  • 5.

    integriteit en veiligheid.

Door middel van een integraal veiligheidsbeleid wordt beoogd om veiligheidsproblemen structureel aan te pakken. In sommige gevallen is een ad hoc aanpak voldoende, maar in veel gevallen is de problematiek daarvoor te complex. Verschillende aspecten van veiligheid spelen dan een rol en oplossing van het probleem moet worden gezocht in een brede aanpak en in gestructureerde en langdurige samenwerking tussen verschillende partijen. Deze partijen zijn de partners van het integraal veiligheidsbeleid en bestaan uit instanties van binnen en buiten de gemeentelijke organisatie. Zo bepaalt de gemeenteraad bijvoor-beeld de beleids- en financiële kaders en zijn burgemeester en wethouders binnen hun portefeuille verantwoordelijk voor veiligheidsvelden van beleid. Binnen de gemeentelijke organisatie zijn op de verschillende werkterreinen interne strategische veiligheidspartners benoemd, die verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling en uitvoering van veiligheids-aspecten binnen hun eigen beleidsveld. Daarnaast zijn politie, brandweer en Openbaar Ministerie veiligheidspartners en hebben inwoners, bedrijven, organisaties en andere instel-lingen eveneens een belangrijke rol in het veiligheidsbeleid.

Regierol

De gemeente als zodanig heeft de regierol: zij inspireert bedrijven en instellingen, neemt het voortouw bij gezamenlijke visievorming en maakt productafspraken. Het voeren van de regie betekent stimuleren, faciliteren en samenwerking. In dit kader wordt ook wel gesproken over de vijf ‘s’-en van regisseren: stimuleren, situeren, steun creëren, structureren en sturen. Het is voor veel gemeenten nog onduidelijk wat er precies onder de regierol wordt verstaan. De VNG werkt aan een betere omschrijving en definiëren van dit begrip door een verdere uitwerking van de methode Kernbeleid Veiligheid en door het ontwikkelen van een handreiking over regie.

Bestuurlijk valt zowel openbare orde als integrale veiligheid in De Ronde Venen onder de portefeuille van de burgemeester. Ambtelijk valt integrale veiligheid onder de afdeling CIB (communicatie, integrale veiligheid en algemene bestuurszaken) en is het bewaken en coördineren van de voortgang van het integraal veiligheidsplan de verantwoordelijkheid van de senior beleidsmedewerker integrale veiligheid.

De reguliere werkzaamheden van de afdeling integrale veiligheid bestaan uit: vergunning-verlening openbare orde, vergunning-verlening bijzondere wetten, handhaving vergunningen, politiezaken, ondersteuning burge-meester (regionaal en districtscollege), behandeling klach-ten openbare orde en beleid, coör-dinatie en beheer crisisbeheersingsplan.

De projectmatige werkzaamheden bestaan uit: uitvoeren Wet bijzondere opneming, coör-dineren opleidingen / oefeningen, coördineren integraal veiligheidsbeleid, uitvoeren conve-nant dierenbescherming. Daarnaast zijn er voor 2006 / 2007 een aantal specifieke projecten zoals: veiligheidsanalyse, activiteitenplan, integraal veiligheidsplan, coördinatiepunt integrale veilig-heid, actualisering nota integraal horecabeleid, horecaconvenant, cameratoezicht, beleid Wet Bibob, actualisering crisisbeheersingsplan en overdracht taken politie.

Voor het ontwikkelen en monitoren van het integraal veiligheidsbeleid is een stuurgroep actief, die bestaat uit de wijkchef van de politie en vier medewerkers van de gemeente van de afdelingen welzijn, facilitaire diensten en integrale veiligheid. De portefeuillehouder is agendalid van deze stuurgroep.

Bij alle partners in veiligheid wordt er onderscheid gemaakt tussen externe en interne strategische en projectpartners. Projectpartners worden betrokken bij de ontwikkeling en uitvoering van specifieke actiepunten en projecten. Strategische partners zijn tevens projectpartners en worden zowel betrokken bij de ontwikkeling van het integraal veiligheidsplan als bij de uitvoering. Zie bijlage I voor een overzicht van deze partners. De lijst van projectpartners is niet volledig en is afhankelijk van ontwikkelingen op het gebied van veiligheid.

HOOFDSTUK 3. DEEL II: DE VEILIGHEIDSANALYSE

3.1. Inleiding

Ten behoeve van de veiligheidsanalyse is zowel objectieve als subjectieve informatie verzameld. De objectieve cijfers bestaan uit gegevens aangeleverd door de politie, afkomstig uit het BPS (Bedrijfs Processen Systeem) en enkele kerngegevens van het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek). De subjectieve informatie is verzameld via een schriftelijke enquête, die onder 4000 inwoners van 18 jaar en ouder is uitgezet. Voor dit onderzoek is de gemeente opgedeeld in 9 ‘veiligheids’wijken, met als doel de overeenkomsten en verschillen op het gebied van veiligheid goed naar voren te laten komen. Het centrum van Mijdrecht is bijvoorbeeld één wijk en het plassengebied is ook een aparte wijk. Daarnaast is Waverveen in de wijk Buitengebied opgenomen en vormen dorpskernen Amstelhoek, De Hoef, Wilnis-dorp en Vinkeveen-dorp samen ook één wijk. Een opsplitsing in meer dan 9 wijken was niet werkbaar voor het onderzoek. Zie voor meer informatie als aparte bijlage het rapport ‘Leefbaarheid en veiligheid gemeente De Ronde Venen, nulmeting, 2005’.

De verzamelde informatie bestaat uit de volgende vier stappen:

  • 1.

    rapportage geregistreerde criminaliteit (politiecijfers);

  • 2.

    criminaliteitskaart (politiecijfers);

  • 3.

    sociale kaart (gemeente);

  • 4.

    bevolkingsonderzoek leefbaarheid en veiligheid (gemeente).

3.2. Objectieve gegevens

3.2.1. Rapportage geregistreerde criminaliteit

De rapportage geregistreerde criminaliteit wordt door het Stafbureau Controlling van de Politie Regio Utrecht drie maal per jaar verstrekt aan alle 29 gemeenten uit de provincie Utrecht. Deze rapportage geeft de ontwikkelingen van geregistreerde criminaliteit en overlast per gemeente weer. Dit is het aantal aangiftes en meldingen per 1000 inwoners per jaar. De tabellen geven aan hoeveel aangiftes / meldingen per soort criminaliteit per gemeente zijn opgenomen in de jaren 1998 tot en met 2005. Figuur 1 geeft hiervan een overzicht voor De Ronde Venen. Voor meer cijfers en een vergelijking met andere gemeenten wordt verwezen naar een aparte bijlage VII: rapportage Geregistreerde criminaliteit.

De doelstellingen van het wijkteam De Ronde Venen voor 2006-2007 is afname totaal aantal aangiftes met 30%, door:

  • a.

    gelijkblijvend niveau van het aantal geweldsdelicten in 2002-2007;

  • b.

    afname woninginbraken 15% in 2002-2007;

  • c.

    afname veel voorkomende en overige vormen van criminaliteit met 30% in 2002-2007;

  • d.

    afname overlast meldingen van / door jongeren met 10% in 2006 tov van 2005.

Het totaal aantal aangiftes (lees aangiftes en meldingen) in De Ronde Venen is met ruim 22% gedaald van 1918 aangiftes in 2004 tot 1492 stuks in 2005. Dit is het laagste aantal aangiftes sinds 1998, terwijl het in 2003 en 2004 nog was gestegen. Van 2004 naar 2005 zijn vooral veelvoorkomende criminaliteit (-30,5%), zakkenrollerij (-54%) en overlast van / door jongeren (-18%) gedaald. De politie regio Utrecht heeft door samenvoeging van enkele ge-meentes per 1 januari 2006 nog 29 gemeentes. In 2005 waren dat er nog 33. De daling en stijging van aangiftes bij alle gemeenten is gelijk verdeeld, dat wil zeggen bij 17 gemeenten is het aantal aangiftes gestegen en bij 16 gemeenten gedaald. De gemeente met de hoogste stijging in 2005 (+27%) is Wijk bij Duurstede en met de grootste daling (-22%) is De Ronde Venen.

Figuur 1: Rapportage geregistreerde criminaliteit Gemeente De Ronde Venen

Datum: 18 januari 2006 – Aangifte (en / of melding) opgenomen

 

 

2002

2003

2004

2005

Algemene

Doelstelling

2007

2005

t.o.v.

2004

1.

Aangiftes totaal

1777

1850

1918

1492

1244

- 30%

2.

Lichamelijk integriteit

113

109

154

155

113

+0,5%

2.1.

Bedreiging

18

25

43

37

18

-14%

2.2.

Mishandeling

77

66

83

91

77

+10%

2.3.

Openlijk geweld (persoon)

6

0

14

12

6

-1,4%

2.4.

Straatroof

3

3

2

1

3

-50%

2.5.

Zedenmisdrijf

6

6

10

13

6

-30%

2.6.

Overval

3

9

2

1

3

-50%

3.

Veelvoorkomende criminaliteit

748

842

996

692

524

-30%

3.1.

Vernieling cq zaakbeschadiging

295

388

493

360

207

-27%

3.2.

Diefstal fiets

162

142

116

119

113

+2,5%

3.3.

Diefstal af / uit auto

291

312

387

213

204

-45%

4.

Zakkenrollerij

11

9

13

6

8

-54%

5.

Diefstal / inbraak bedrijven en instellingen

175

129

117

110

122

-6%

6.

Diefstal / inbraak woning

142

191

106

101

121

-5%

7.

Diefstal auto

48

53

31

30

34

-3%

8.

Meldingen overlast van / door jongeren

136

155

239

196

nvt

-18%

9.

Meldingen Burengerucht

178

204

218

154

nvt

-29%

Sinds vorig jaar is het in elke gemeente mogelijk om snel en makkelijk aangiftes via internet te doen. Internetaangiftes kunnen worden gedaan bij ‘eenvoudige’ strafbare feiten zoals: diefstal uit of vanaf de eigen auto, diefstal van een (brom)fiets, vernieling van openbaar vervoer, een openbaar gebouw, vernieling van een auto of een goed en winkeldiefstal. De politie heeft hier een campagne voor gevoerd en uit onderzoek blijkt dat aangifte via internet stijgt en dat in 10% van de gevallen er geen aangifte zou zijn gedaan zonder internetmogelijkheid. Daarnaast is het tegenwoordig mogelijk om misdaad anoniem te melden. Het feit dat het aantal aangiftes van mishandeling met bijna 10% is gestegen is positief, omdat hieruit blijkt dat de campagnes en publiciteit om aangiftes van mishandeling en huiselijk geweld te stimuleren succes hebben. Dit wil niet zeggen dat ook het feitelijk aantal delicten is gestegen. Inzicht in de soort delicten en de mogelijkheden om hierop in te spelen worden steeds beter. Al deze maatregelen hebben tot doel de aangiftebereidheid van inwoners te stimuleren, want alleen dan hebben de politie en haar veiligheidspartners een beter en sneller zicht op criminaliteit en kan er doelgerichter worden gewerkt.

Een daling van het aantal aangiftes lijkt positief, een kritische kanttekening is hierbij echter op z’n plaats. Rekening moet worden gehouden met het feit dat de daling van de aangiftes een gevolg is van een algemene daling van de aangiftebereidheid. Uit onderzoek onder de inwoners blijkt dat 45% tevreden is over de afhandeling van een melding bij de politie en 33% ontevreden. Dit is één van de speerpunten van de politie van de provincie Utrecht.

3.2.2. Veel voorkomende criminaliteit

Omdat een groot deel van de criminaliteit bestaat uit de drie soorten ‘VAF’delicten heeft de politie regio Utrecht zich tot doel gesteld om door gerichte maatregelen het totaal aantal aan-giftes hiervan tussen 2002 en 2007 met 30% terug te brengen. Zie ook aparte bijlage VIII: ‘30% criminaliteitsreductie door Aanpak Grote Getallen’.

Het blijkt dat de objectieve cijfers van veel voorkomende criminaliteit sterk worden beïnvloedt door het wel of niet vrij rondlopen van zogenaamde veelplegers van binnen of buiten de gemeente. In 2005 zijn er enkele veelplegers, woonachtig in De Ronde Venen, opgepakt en was er een sterke daling van de veelvoorkomende criminaliteit te zien. Echter zijn het niet alleen veelplegers van binnen de gemeente die hier actief zijn en het is helaas ook zo dat wanneer er weer veelplegers vrij komen de veelvoorkomende criminaliteit cijfers vaak weer stijgt.

Vernielingen

Bij vernielingen bestaat 50% uit vernielingen aan auto’s en 50% uit vernielingen aan openbaar gebouw en openbaar vervoer, vandalisme, graffiti, overige vernielingen en overige geweldpleging aan goederen.

Diefstal aan / uit auto

De daling van diefstal aan / uit auto’s is bijzonder hoog. Deze objectieve cijfers worden sterk worden beïnvloedt door slechts enkele resultaten, zoals het oppakken van een paar veelplegers in de gemeente in 2005.

Fietsendiefstal

In 2005 waren er gemiddeld 3,5 aangiftes van fietsendiefstal per 1000 inwoners. Uit analyse van de cijfers door de politie blijkt dat de meest diefstalgevoelige fietsenstallingen langs de Hoofdweg, de Rondweg, de Industrieweg en de Veenweg liggen.

 

2004

2005

Verandering

Mijdrecht

Fietsendiefstal

79

83

+ 5%

 

Vernielingen

350

245

-30%

 

Diefstal a / u auto

252

107

-58%

 

 

 

 

 

Wilnis

Fietsendiefstal

13

15

+ 15%

 

Vernielingen

57

42

-26%

 

Diefstal a / u auto

37

18

-51%

 

 

 

 

 

Vinkeveen

Fietsendiefstal

22

20

-9%

 

Vernielingen

82

68

-17%

 

Diefstal a / u auto

92

80

-13%

De daling van vernielingen (-30%) en autokraken (-58%) is het grootst in Mijdrecht. Het absolute aantal vernielingen is met 107 aangiftes in 2005 ten opzichte van 252 in 2004 het meest gedaald. Van 2003 naar 2004 zijn de vernielingen maar met 3% gedaald. Veel vernie-lingen vinden ’s avonds en in het weekend plaats en zijn vaak horeca en uitgaan gerelateerd. Sinds maart 2006 is het Convenant Veilig Uitgaan De Ronde Venen van kracht. Dit is een instrument dat wordt ingezet om onder andere vernielingen en horeca gerelateerde overlast te verminderen. Eind juli 2005 heeft het wijkteam een groep van 28 jongeren aangehouden, waarmee meer dan 56 delicten naar voren zijn gekomen. Deze jongeren zitten allemaal nog in de justitiële molen en sindsdien is het aantal vernieling in het centrum van Mijdrecht en de directe omgeving sterk afgenomen.

In Wilnis is de daling van het aantal vernielingen (-26%) en autokraken (-51%) in 2005 ook groot. Het aantal vernielingen van 75 stuks (17%) in Wilnis en 168 stuks (39%) in Vinkeveen zijn aanzienlijk minder dan in Mijdrecht. In Vinkeveen zijn de VAF delicten in 2005 alledrie gedaald. De vernielingen, fietsendiefstal en vooral de autokraken zijn alledrie wel meer dan in Wilnis.

3.2.3. Criminaliteitskaart

Het doel van de criminaliteitskaart is het geven van inzicht in opvallende dadergroepen en risicolocaties in de gemeente. Dit is een verdieping van de gerapporteerde criminaliteit. Deze rapportage wordt voor elke gemeente op districtsniveau door de politie gemaakt. De criminaliteitskaart is momenteel nog in ontwikkeling en voor 2005 nog niet beschikbaar.

3.2.4. Sociale kaart

Gericht op veiligheid is het doel van een sociale kaart het verschaffen van inzicht in de sociale context van de gemeente. Dat wil zeggen inzicht in de indeling, samenstelling en ontwikkeling, waarbij mogelijk een relatie kan worden gelegd tussen de samenstelling van de gemeente en / of een wijk en de ontwikkelingen op het gebied van veiligheid. Zie bijlage I voor een algemene sociale kaart van de hele gemeente. Bij een verdere uitwerking van prioriteiten zal de sociale kaart worden gebruikt en waar nodig verder per wijk worden uitgewerkt.

3.3. Subjectieve gegevens

Hoe veilig en hoe leefbaar vindt u uw buurt en de gemeente? Deze vraag stond centraal in de schriftelijke enquête leefbaarheid en veiligheid, die in november 2005 naar willekeurig 4000 inwoners van 18 jaar en ouder is gestuurd. Dit is een steekproef van ca. 16%. Er is een verdeling gemaakt in 9 ‘veiligheids’ wijken met als doel overeenkomsten en verschillen op het gebied van veiligheid goed naar voren te laten komen. Het onderzoek is uitgevoerd om inzicht te krijgen in de mening van de inwoners over de woonbeleving, leefbaarheid en veiligheid in de gemeente. In totaal zijn 2.268 bruikbare enquêtes teruggezonden, een goede respons van 57%. Het onderzoek is in opdracht van de gemeente uitgevoerd door het onder-zoeksbureau Dimensus uit Breda, waarbij de gemeente een deel van de werkzaamheden zelf heeft uitgevoerd.

In dit hoofdstuk zijn de belangrijkste bevindingen uit het onderzoek onder de inwoners beschreven. Voor een compleet inzicht in de vragen van de enquête en de uitkomsten van het onderzoek wordt verder verwezen naar de aparte bijlage VI: Rapport onderzoek Leefbaarheid– en Veiligheid, 0-meting 2005.

3.3.1. Woonbeleving

Wonen in De Ronde Venen

Vrijwel alle bewoners vinden het (zeer) prettig wonen in de gemeente De Ronde Venen. In het algemeen vindt men dat de bewoners op een plezierige manier met elkaar omgaan en dat men het in de gemeente goed heeft getroffen. Over de sociale contacten en de mate van saamhorigheid zijn de meningen meer verdeeld. Een aanzienlijk deel van de bewoners vindt dat men in een gezellige wijk woont met veel saamhorigheid en heeft veel contacten in de buurt, maar voor een deel van de bewoners geldt dit niet. Dat geldt ook voor de gehechtheid aan de buurt. Deze factoren lijken het woongenot echter niet te bepalen. Het gemiddelde rapportcijfer (7,6) voor de buurt is dan ook ruim voldoende, het cijfer voor de gemeente als geheel is een fractie lager (7,1). Over het algemeen zijn de bewoners van het plassengebied en het Buitengebied en Waverveen iets positiever dan gemiddeld over het wonen in de buurt en de bewoners van de woonwijken in Mijdrecht wat minder positief. De verschillen zijn echter niet heel groot.

De ontwikkeling van de buurt

Bijna een kwart van de bewoners vindt dat de buurt er het afgelopen jaar op achteruit is gegaan. Dit is ruim twee keer zo veel als het deel dat een vooruitgang heeft geconstateerd. Ongeveer tweederde van de bewoners vindt dat hun woonbuurt er het afgelopen jaar noch op vooruit, noch op achteruit gegaan. Het beeld van de verwachting voor de komende jaren is vrijwel hetzelfde. Vooruitgang van de buurt wordt veelal gerelateerd aan nieuwbouw en / of onderhoud aan de buurt of aan woningen. Factoren die een achteruitgang veroorzaken zijn volgens de inwoners vaak het gebrek aan onderhoud, criminaliteit, verandering van de bevolkingssamenstelling of de mentaliteit van inwoners.

3.3.2. Voorzieningen en onderhoud

Het openbaar groen, de straatverlichting, de winkelvoorzieningen, het verenigingsleven en de sportvoorzieningen in de gemeente stemmen het meest tot tevredenheid. Circa de helft van de bewoners is (ook) tevreden over de voorzieningen voor kinderen, de gezondheidszorg, het openbaar vervoer en de parkeerruimte, maar hierover is een kwart tot een derde ook niet tevreden. Het minst tevreden is men in De Ronde Venen over de voorzieningen voor ouderen en vooral voor jongeren.

Gemiddeld genomen is ook ongeveer de helft van de bewoners tevreden over het onderhouden en schoonhouden van de openbare ruimte. Het meest tevreden is men over het onderhoud van de trottoirs en het minst tevreden is men over schoonhouden bij winkels.

Over het geheel genomen is men over zowel de voorzieningen als het onderhoud van de openbare ruimte het meest tevreden in Mijdrecht Centrum, en in de woonwijken van Wilnis en Vinkeveen en de wijk Proostdijland in Mijdrecht en het minst in het plassengebied, het Buitengebied en Waverveen en de dorpskernen Amstelhoek, de Hoef, Wilnis en Vinkeveen. Dit beeld is omgekeerd in vergelijking met de woonbeleving. Vrijwel alle bewoners vinden het prettig wonen in de gemeente, dus klaarblijkelijk is het huidige voorzieningenniveau in de wijken geen bepalende factor bij het beoordelen van het woongenot.

3.3.3. Leefbaarheid en overlast

Te hard rijden vormt de grootste bron van overlast in De Ronde Venen: driekwart van de bewoners zegt dat dit probleem vaak of soms voorkomt en volgens een derde komt dit zelfs vaak voor. Op de tweede plaats in de rangschikking van voorvallen die volgens de bewoners vaak of soms voorkomen staat overlast door parkeren, gevolgd door overlast door scooters en brommers en overlast van groepen jongeren. Deze voorvallen komen volgens de helft van de bewoners vaak of soms voor in de buurt. Als de mate van overlast wordt vertaald in een indicatorwaarde, scoort de gemeente hiervoor een voldoende. De meeste overlast wordt ondervonden in Mijdrecht Centrum, de minste in het buitengebied en de woonwijken in Wilnis en Vinkeveen.

De verkeerssituatie levert voor de gemeente een voldoende van 6,9 0p. De situatie is het gunstigst in de woonwijken in Vinkeveen en het ongunstigst in het plassengebied.

Ruim de helft van alle bewoners geeft aan dat er in hun buurt vaak of soms wordt ingebroken en / of dat er auto’s worden vernield. Ook auto-inbraken en fietsendiefstal komen volgens de bewoners regelmatig voor. In de woonwijken in Wilnis, Hofland (Mijdrecht) en het plassengebied wordt meer dan gemiddeld ingebroken in woningen. Auto-inbraken, vernielingen aan auto’s en fietsendiefstal komen meer dan gemiddeld voor in Mijdrecht het centrum en Hofland, Proostdijland en de woonwijken in Wilnis. Uiteindelijk scoort de gemeente ook op dit punt een voldoende van 6,8.

Als wordt gekeken naar het aantal slachtoffers van (vermogens)delicten blijkt dit aandeel lager te liggen dan de cijfers over de beleving hiervan doen vermoeden. Desondanks is een kwart van alle huishoudens het afgelopen jaar slachtoffer geweest van vernielingen aan auto’s en heeft 10% tot 15% te maken gehad met fietsendiefstal, diefstal uit de auto en overige diefstal. Bij 6% van de huishoudens heeft het afgelopen jaar een poging tot inbraak in de woning plaatsgevonden en bij 3% is daadwerkelijk ingebroken.

Meer dan de helft van de respondenten geeft aan vaak of soms hinder te ondervinden van hondenpoep, rommel op straat en vandalisme. Deze vormen van overlast komen in alle wijken in vergelijkbare mate voor. Voor de mate van verloedering scoort de gemeente een 6,3. In het buitengebied en het plassengebied is de situatie op dit punt gunstiger dan gemiddeld. Overigens is bijna een vijfde van alle huishoudens in 2005 het slachtoffer geweest van vandalisme of vernieling.

Van dreiging is in de gemeente De Ronde Venen nauwelijks sprake, getuige de lage gemiddelde indicatorwaarde. Het gaat dan om dronken mensen op straat, bedreigingen en geweldsdelicten. Inherent aan de centrumfunctie komen deze voorvallen het meest voor in Mijdrecht Centrum. Uiteindelijk is circa 5% van alle bewoners in de gemeente het afgelopen jaar het slachtoffer geweest van bedreiging (met geweld), van tasjesroof en / of mishandeling.

Belangrijkste problemen

Als belangrijkste probleem dat in de buurt met voorrang moet worden aangepakt noemen de bewoners verkeer: een derde noemt verkeersveiligheid en de verkeersdrukte (o.a. te hard rijden) en een vijfde wijst op de parkeerproblematiek. Minder vaak genoemde problemen hebben betrekking op het onderhoud van woningen, de buurt of het groen, overlast van jongeren, criminaliteit / vandalisme en hondenpoep / loslopende honden.

De verkeersproblematiek wordt vooral in het plassengebied en het Buitengebied en Waverveen naar voren geschoven als belangrijkste probleem. De parkeerproblematiek komt vaker naar voren in Molenland, Twistvlied en Wickelhof. Het centrum van Mijdrecht is de enige wijk waar overlast van jongeren het belangrijkste probleem vormt en in deze wijk zijn ook aspecten met betrekking tot criminaliteit en vandalisme vaker genoemd.

Het onderhoud vormt een meer dan gemiddeld probleem in de dorpskernen.

Medeverantwoordelijkheid

Een grote meerderheid van de bewoners voelt zich (mede) verantwoordelijk voor de leefbaarheid en veiligheid in de buurt. Een kwart geeft aan dat ze ook zelf actief zijn (geweest) op dit gebied en ruim de helft zegt wel actief te willen zijn. Daarbij moet vooral worden gedacht aan het zelf opruimen van zwerfvuil, onderhoud van openbaar groen of deelname aan bewonersoverleg en het mee organiseren van buurtactiviteiten.

Gevoel van (on)veiligheid

Meer dan een derde van de ondervraagde bewoners voelt zich wel eens onveilig in de gemeente De Ronde Venen. Ruim een vijfde voelt zich (ook) wel eens onveilig in de eigen buurt. In het algemeen voelt men zich in de eigen buurt, op bekend terrein, dan ook veiliger dan buiten de eigen buurt. Er zijn overigens maar weinig mensen die zich vaak onveilig voelen. In Mijdrecht Centrum en Proostdijland is het gevoel van onveiligheid wat groter dan gemiddeld. Het gevoel van onveiligheid manifesteert zich vooral ’s avonds. Daarnaast blijkt dat doorgaande fiets- en wandelroutes en de horecabezoekers het meeste gevoel van onveiligheid oproepen: tussen 10% en 20% voelt zich hier wel eens onveilig. Minder dan 10% voelt zich niet altijd veilig bij de bushaltes, in het centrum, bij sportvoorzieningen, openbare evenementen en bij de dorps- en buurthuizen.

3.3.3.1. Indicatoren

Zoals hierboven is aangegeven zijn voor een aantal aspecten met betrekking tot het wonen en leven in de buurt indicatoren opgesteld op basis van samengenomen gegevens uit de enquête. De indicatoren laten zich, na herberekening, lezen als een rapportcijfer. De belangrijkste waarde van de indicatoren zit vooral in de vergelijkbaarheid tussen de indicatoren onderling, in de tijd of tussen gemeenten. De vergelijking tussen gemeenten is op dit moment mogelijk met Nieuwegein (2004) en Breukelen (2005), die beiden een vergelijkbaar inwonersonderzoek door Dimensus hebben uit laten voeren.

Bij vergelijking van de indicatoren valt op dat de gemeente Breukelen over het algemeen hoger scoort dan De Ronde Venen en de gemeente Nieuwegein lager. Hieruit kan worden afgeleid dat de leefbaarheid en veiligheid van een meer stedelijke gemeente door inwoners lager wordt gewaardeerd. Het gemiddelde totaalcijfer van de indicatoren is: Breukelen 7,8, Nieuwegein 6,9 en De Ronde Venen 7,4. In de toekomst moet deze vergelijking met meer gemeentes mogelijk zijn.

Op basis van berekening van de indicatoren kan worden aangegeven dat de gemeente goed scoort als het gaat om de (beperkte) mate van dreiging en overlast in de buurt. Dit ondanks het feit dat een deel van de mensen aangeeft dat zich vaak of soms dergelijke voorvallen voordoen. Ook de (sociale) veiligheid en de buurt als geheel krijgen gemiddeld een ruime voldoende. De laagste waarde heeft betrekking op de sociale kwaliteit en de mate van verloedering. Het gemiddelde van deze waarden resulteert in een totaalcijfer, een royale voldoende van 7,4. De beoordeling van voorzieningen en onderhoud zijn hierbij overigens niet meegenomen.

 

 

 

Als per wijk een gemiddeld totaalcijfer voor de indicatoren wordt berekend blijkt dat over het geheel genomen de score voor de meeste wijken rondom het gemiddelde ligt. Het Buitengebied en Waverveen springt er in positieve zin uit. Afgezien van de verkeersproblematiek (en ook het voorzieningenniveau) is de situatie op de meeste punten in het Buitengebied en Waverveen wat beter dan gemiddeld. Proostdijland en Mijdrecht Centrum zijn de wijken die als geheel een fractie minder scoren dan gemiddeld.

3.3.4. Veiligheidsthema’s

De bewoners is een lijst met 25 veiligheidsthema’s voorgelegd, verdeeld over 5 veiligheidsvelden: veilige woon- en leefomgeving, bedrijvigheid en veiligheid, jeugd en veiligheid, fysieke veiligheid en integriteit en veiligheid. Gevraagd is om aan te geven welke drie thema’s de hoogste prioriteit zouden moeten krijgen. Ook nu blijkt dat verkeersveiligheid de hoogste prioriteit verdient in het beleid van de gemeente: meer dan 40% heeft dit onderwerp op de top 3 gezet en een kwart (23%) geeft dit onderwerp de hoogste prioriteit. Overlast door jongeren komt op de tweede plaats: 40% zet dit thema in de top 3 en 17% geeft dit de hoogste prioriteit. Een derde (35%) van de bewoners vindt dat inbraak in woningen en / of voertuigen prioriteit moet krijgen, waarvan 15% vindt dat dit thema de hoogste prioriteit moet krijgen. Als de veiligheidsthema’s worden gegroepeerd blijkt dat de toegekende prioriteiten gelijkmatig verdeeld zijn over de 5 veiligheidsvelden.

De prioriteiten verschillen per wijk. De bewoners van het plassengebied en Buitengebied en Waverveen leggen meer de nadruk op de verkeersveiligheid. In Mijdrecht Centrum, Hofland, Proostdijland en Molenland en ook in de woonwijken van Wilnis staat overlast van jongeren bovenaan de lijst. Inbraak in woningen en voertuigen is meer genoemd door bewoners van Hofland, Wilnis, Proostdijland, Molenland en het plassengebied.

3.3.5. Politie en gemeente

De mening van de bewoners over de politie en de gemeente, in relatie tot leefbaarheid en veiligheid, is verdeeld. Een groot deel van de respondenten heeft hierover geen mening gegeven. Daarnaast is een kwart van de bewoners positief over de aandacht van de politie en de gemeente. Daar tegenover zegt ongeveer een derde van de bewoners dat de aandacht van zowel de gemeente als de politie tekort schiet. Over de gemeente zegt men dat met name de problemen niet worden opgelost, dat er geen toezicht is, dat het onderhoud te wensen overlaat en / of dat er niet naar bewoners wordt geluisterd. Het tekort aan aandacht van de politie wordt vooral beargumenteerd met de opmerking dat men de politie te weinig ziet en / of dat de problemen niet worden opgelost.

De bewoners van het plassengebied, het Buitengebied en Waverveen en de dorpskernen zijn het meest negatief over de aandacht van de gemeente en de politie. De bewoners van Mijdrecht Centrum en Proostdijland zijn meer dan gemiddeld ontevreden over de aandacht van de politie maar zijn positiever over de gemeente.

Meldingen van overlast

Ongeveer 14% van de bewoners heeft het afgelopen jaar wel eens een melding of aangifte van overlast in de buurt gedaan. De meeste meldingen komen uit Mijdrecht Centrum en het plassengebied. De meldingen komen vooral terecht bij de politie en in mindere mate bij de gemeente.

Contact met de politie

Bijna de helft van de bewoners heeft het afgelopen jaar wel eens contact gehad met de politie, door aangifte te doen of telefonisch iets te melden, door verkeerscontroles of men heeft een bekeuring of waarschuwing gekregen. De meningen over het contact met de politie zijn verdeeld.

3.3.6. De wijken

Plassengebied

In totaliteit krijgt het plassengebied een gemiddelde waarde als het gaat om leefbaarheid en veiligheid. De beoordeling van het wonen in de buurt is zeer goed (7,8). Veel bewoners zijn aan de buurt gehecht (80%) en ook de sociale kwaliteit is in dit gebied boven gemiddeld. Ook als het gaat om overlast, vermogensdelicten, verloedering en de mate van veiligheid is de situatie in dit gebied beter dan gemiddeld. Over de voorzieningen en over het onderhoud is men juist minder tevreden. Het feit dat het plassengebied een gemiddelde eindwaarde krijgt heeft echter vooral te maken met de verkeersoverlast. De verkeerssituatie komt hier als slechtste uit de bus. Dit is ook veruit het belangrijkste probleem dat volgens de geënquêteerden moet worden aangepakt en staat boven aan de lijst met beleidsprioriteiten. In de lijst van belangrijkste problemen wordt geluidsoverlast nog genoemd. De inwoners van het plassengebied zijn het meest negatief over aandacht van de gemeente en de politie voor problemen in hun buurt. Ook hebben in verhouding veel bewoners in 2005 wel eens melding of aangifte van overlast gedaan.

Buitengebied en Waverveen

Het buitengebied in de gemeente krijgt de hoogste gemiddelde indicatorwaarde. Het wonen in het buitengebied stemt tot grote tevredenheid, het gemiddelde rapportcijfer ligt zelfs boven de 8. Het merendeel is ook zeer gehecht aan deze buurt. Ook de sociale kwaliteit krijgt in het buitengebied de hoogste waarde. Over de voorzieningen en het onderhoud is men het buitengebied minder tevreden. De mate van overlast is zeer beperkt en voor wat betreft de mate van verloedering en het voorkomen van vermogensdelicten scoort het buitengebied ook het best. Ook het aandeel bewoners dat een melding van overlast heeft gedaan is in dit gebied het kleinst.

De verkeerssituatie wordt gemiddeld beoordeeld. Desalniettemin staat ook in dit gebied verkeersveiligheid bovenaan de lijst van problemen. Straatverlichting wordt in dit gebied ook als aan te pakken probleem naar voren geschoven. De belangrijkste veiligheidsitems zijn verkeersveiligheid, inbraken en overlast door jongeren.

De dorpskernen: De Hoef, Amstelhoek, Wilnis centrum, Vinkeveen centrum

Naast het plassengebied en het buitengebied komen deze dorpskernen in het algemeen ook goed uit de bus. Voor de buurt wordt gemiddeld een 7,7 gegeven, iets hoger dan gemiddeld en ook de sociale kwaliteit wordt bovengemiddeld gewaardeerd. Over de voorzieningen en het onderhoud is men iets minder dan gemiddeld tevreden. De verkeerssituatie en de mate van overlast scoren iets beneden het gemiddelde, wat betreft vermogensdelicten en verloedering is de situatie hier juist iets gunstiger. Zoals ook in het buitengebied en het plassengebied staan ook in de dorpskernen de verkeersveiligheid, de overlast van jongeren, en inbraken in woningen en voertuigen bovenaan de prioriteitenlijst.

Woonwijken in Wilnis

De algemene waardering voor de woonwijken in Wilnis ligt rond het gemiddelde voor de gemeente. Op veel punten scoort deze wijk gemiddeld. Dat geldt bijvoorbeeld voor het rapportcijfer voor de buurt (7,6) en de indicator voor de sociale kwaliteit. De waardering van de voorzieningen is in deze wijk het hoogst. Ook op het gebied van overlast en verkeer scoort de wijk iets beter dan gemiddeld. Wat betreft het voorkomen van vermogensdelicten en verloedering is de situatie iets onder het gemiddelde. Vandalisme komt iets vaker voor dan in andere wijken.

De prioriteitenvolgorde van de veiligheidsthema’s wijkt iets af van het totaalbeeld: op de eerste plaats staat 1. overlast door jongeren, gevolgd door 2. verkeersveiligheid en 3. inbraken woningen en voertuigen. De inwoners van deze wijk zijn het minst negatief over de aandacht van de gemeente en de politie voor problemen in hun buurt

Woonwijken in Vinkeveen

De situatie in de woonwijken van Vinkeveen komt op heel veel punten overeen met die in de woonwijken van Wilnis. Zo ligt het rapportcijfer voor de buurt ook op het gemiddelde niveau (7,6) en ligt de indicator voor sociale kwaliteit rond het gemiddelde. Dat geldt ook voor de gehechtheid aan de buurt, de mate van verloedering en het voorkomen van vermogensdelicten. De waardering van het voorzieningenpakket is beter dan gemiddeld en ook de verkeerssituatie en de mate van overlast laten een gunstig beeld zien. De mate van dreiging is net als in de woonwijken van Wilnis, de dorpskernen, het buitengebied en het plassengebied heel beperkt. De genoemde veiligheidsthema’s zijn achtereenvolgens 1. verkeersveiligheid, 2. overlast door jongeren en 3. inbraken woningen en voertuigen.

Hofland

Van de woonwijken van Mijdrecht scoort Hofland in totaal rond het gemiddelde. Voor het wonen in de buurt geven de bewoners gemiddeld een 7,5. De mate van gehechtheid aan de buurt is in verhouding laag en ook de sociale kwaliteit is in deze wijk in verhouding het laagst. De waardering van het voorzieningenniveau is gemiddeld. De verkeerssituatie is goed in Hofland en de mate van overlast ligt rond het gemiddelde. Er komt iets meer vandalisme voor in deze wijk dan gemiddeld en ook inbraken komen hier wat vaker voor. De indicatoren voor verloedering en vermogensdelicten liggen ook onder het gemiddelde. Dreiging komt echter in deze buurt nauwelijks voor. Ondanks de relatief gunstige verkeerssituatie vormen de verkeersveiligheid en de parkeerproblematiek toch de belangrijkste problemen in de buurt. Als wordt gevraagd naar de veiligheidsthema’s wordt aan achtereenvolgens 1. overlast van jongeren, 2. verkeersveiligheid en 3. inbraken in woningen en voertuigen de hoogste prioriteit gegeven.

Molenland, Twistvlied en Wickelhof

Evenals Hofland vormt deze wijk een gemiddelde wijk als het gaat om de woonbeleving, leefbaarheid en veiligheid. Beide wijken komen wat waardering betreft sterk overeen. De bewoners waarderen de buurt gemiddeld met een 7,4. De gehechtheid aan de buurt en de sociale kwaliteit scoren wat lager dan gemiddeld. Het voorzieningenniveau wordt hier gemiddeld gewaardeerd. Ook als het gaat om de mate van overlast en verloedering, het voorkomen van vermogensdelicten en de verkeerssituatie scoort deze wijk gemiddeld. De parkeerproblematiek is het belangrijkste probleem in deze wijk. De belangrijkste veiligheidsthema’s zijn 1. overlast van jongeren, 2. verkeersveiligheid en 3. inbraken in woningen en voertuigen.

Proostdijland

De wijk Proostdijland scoort van de woonwijken in Mijdrecht het minst. Op veel punten wordt deze wijk wat minder gewaardeerd dan gemiddeld. Het gemiddelde rapportcijfer voor de buurt is een 7,3 en ook de gehechtheid aan de buurt en de sociale kwaliteit zijn wat minder dan gemiddeld. Over de voorzieningen is men gemiddeld tevreden. Ook op het punt van overlast en verloedering, vermogensdelicten en de verkeerssituatie komt deze wijk er iets onder het gemiddelde uit. Rommel op straat en vandalisme komen hier vaker voor en de indicator voor de mate van dreiging ligt hoger dan gemiddeld. De inwoners van Proostdijland voelen zich in de buurt wat minder veilig dan gemiddeld. Desondanks zijn de verkeersproblematiek en de parkeersituatie de belangrijkste problemen in de buurt. De veiligheidsthema’s die de hoogste prioriteit krijgen zijn achtereenvolgens: 1. overlast door jongeren, 2. verkeersveiligheid en 3. inbraak in woningen en voertuigen.

Mijdrecht Centrum

Mijdrecht Centrum wijkt op veel punten af van de andere wijken in de gemeente. Dit heeft vooral te maken met de centrumfunctie die deze wijk vervult en de hieraan gekoppelde voorzieningen en problemen. De waardering van de bewoners voor deze wijk is echter goed (7,5) en ook wat betreft de gehechtheid aan de buurt, de sociale kwaliteit en de waardering van de voorzieningen scoort deze wijk rond of boven het gemiddelde. Daartegenover is de mate van overlast en verloedering in deze wijk groter dan gemiddeld en komen er in verhouding meer vermogensdelicten voor. Zo komen rommel op straat en vandalisme vaker dan gemiddeld voor. Ook de mate van dreiging is in deze wijk het hoogst. De inwoners van het centrum voelen zich het minst veilig in hun eigen buurt. Overlast door jongeren en criminaliteit en vandalisme worden als belangrijkste problemen gezien, maar ook de verkeerssituatie is een punt van zorg. Het onderhoud van het groen wordt niet als probleem genoemd. De hoogste prioriteit wordt toegekend aan het aanpakken van 1. overlast door jongeren, daarna 2. verkeersveiligheid en 3. inbraken in woningen en voertuigen. Een in verhouding hoog aantal bewoners heeft het afgelopen jaar wel eens een melding gedaan van overlast. Over de afhandeling daarvan is men over het algemeen meer dan gemiddeld tevreden.

De wijken samengevat

Alles overziend kan grofweg een driedeling worden gemaakt als het gaat om de waardering van het wonen en de leefbaarheid en veiligheid. Het buitengebied en het plassengebied en ook de dorpskernen worden als woongebied het hoogst gewaardeerd. Het sociale klimaat is er goed en met de overlast valt het mee. Logischerwijs is men wat minder tevreden over de voorzieningen. De verkeersveiligheid vormt in deze wijken het belangrijkste probleem.

Een tweede groep vormen de woonwijken in Mijdrecht, Wilnis en Vinkeveen. Deze wijken laten een gemiddeld beeld zien, waarbij de woonwijken van Wilnis en Vinkeveen iets beter scoren en Proostdijland iets slechter.

Mijdrecht Centrum vormt tenslotte een aparte wijk, met een eigen karakter en met eigen problemen, gerelateerd aan de centrumfunctie. Overlast en verloedering komen er vaker voor dan gemiddeld en het gevoel van onveiligheid is groter dan in de andere wijken. Desondanks wordt het wonen in de wijk door de bewoners goed gewaardeerd.

Als de inwoners wordt gevraagd zelf de belangrijkste problemen in de buurt te noemen, dan noemt men eerst verkeersproblemen en parkeerproblematiek en vervolgens onderhoud van wijk / woningen of het groen, overlast van jongeren, criminaliteit / vandalisme, voorzieningen voor jongeren, hondenpoep / loslopende honden, geluidsoverlast en verlichting.

Als de inwoners wordt gevraagd 3 prioriteiten aan te geven van 25 genoemde veiligheidsthema’s dan staat verkeersveiligheid op de eerste plaatst, op de voet gevolgd door overlast door jongeren en daarna inbraken in woningen en auto’s.

HOOFDSTUK 4. DEEL III: SPEERPUNTEN INTEGRALE VEILIGHEID

4.1. Inleiding

De gemeente De Ronde Venen zet de inwoner centraal. Dit wil zeggen dat de gemeente de mening van de inwoners meeneemt in haar beleidsvoering. Het leefbaarheids- en veiligheidsonderzoek onder inwoners vormt dan ook een belangrijk onderdeel van de veiligheidsanalyse. Daarnaast zijn de cijfers van de politie over aangiftes en veel voorkomende criminaliteit belangrijk voor het bepalen van de speerpunten voor integrale veiligheid. Naast speer-punten, die direct uit de analyse naar voren komen en onder enkele veiligheidsthema’s ondergebracht kunnen worden, zijn er andere veiligheids speerpunten waar al acties op worden genomen en / of hiervoor in de planning staan. Zonder volledig te kunnen zijn wordt dit in kaart gebracht in bijlage II.

Uit de analyse blijkt dat de inwoners in de 9 ‘veiligheids’wijken prioriteit gegeven aan de volgende drie veiligheidsthema’s:

  • 1.

    Verkeersveiligheid - te hard rijden en parkeerproblemen

  • 2.

    Overlast door jongeren

  • 3.

    Inbraken in woningen en / of voertuigen

Veel voorkomende criminaliteit is een speerpunt dat uit analyse van de politiecijfers naar voren komt en tevens één van de speerpunten van de politie is. Deze criminaliteit bestaat uit vernielingen, diefstal aan / uit auto en fietsendiefstal. De laatste twee vallen onder speerpunt 3 van de inwoners: inbraken in woningen en / of voertuigen. Vernielingen is een apart speerpunt dat behoort bij overige criminaliteit:

4.Vernielingen

Twee andere speerpunten die niet goed uit de analyse naar voren komen, maar wel landelijk erkend worden en daarmee ook voor De Ronde Venen gelden, zijn:

  • 5.

    Alcohol & drugs

  • 6.

    Huiselijk geweld

Uit het inwoners onderzoek blijkt dat 35% van de inwoners zich wel eens ’s avonds onveilig voelt in de gemeente en 4% van de inwoners zowel ’s avonds als overdag. Men voelt zich het meest onveilig in het centrum van Mijdrecht en enkele woonwijken in Mijdrecht. Dit valt onder het veiligheidsthema onveiligheidsgevoelens en is één van de speerpunten:

7.Onveiligheidsgevoelens van inwoners

Enkele belangrijke punten die ook uit de analyse naar voren komen, maar niet bij één van de veiligheidsthema’s zijn onder te brengen zijn het hoge verantwoordelijkheidsgevoel van inwoners, de aangiftebereidheid van inwoners en de gemiddelde indicatorwaarde per wijk. Deze punten zijn van belang bij de uitwerking van genoemde speerpunten. Hieronder is het model ‘Kernbeleid Veiligheid’, waarbij vijf veiligheidsvelden met 24 veiligheidsthema’s worden onderscheiden. De 7 speerpunten van het integraal veiligheidsbeleid zijn ondergebracht bij 7 veiligheidsthema’s. Het is niet zo dat er op het gebied van de overige veiligheidsthema’s geen activiteiten en maatregelen worden genomen, Maar ze komen hier niet als specifiek speerpunt naar voren. Vaak wil dit juist zeggen dat er al specifieke maatregelen worden genomen, zoals het convenant Veilig Uitgaan dat als recent ingezet middel past onder het veiligheidthema ‘Uitgaan en overlast’. Zie ook bijlage II.

Financiën

Het integraal veiligheidsplan is een middel om invulling en uitvoering te geven aan het integrale veiligheidsbeleid. Hierin worden de speerpunten met actiepunten en bijbehorende beleidskaders uitgewerkt. De financiële gevolgen voor ontwikkeling en uitvoering van genoemde actiepunten zullen ten laste komen van de aanwezige budgetten van integrale veiligheid en / of relevante beleidskaders. Voor integrale veiligheid is voor 2006 een budget van € 37.000 opgenomen. Daarnaast is er in de begroting van 2006 een ‘jaarlijks’ budget gereserveerd voor politiesurveillanten van € 100.750. Mocht blijken dat de kosten van voorgestelde acties niet uit deze budgetten kunnen worden betaald dan zullen de financiële implicaties via de daarvoor gebruikelijke procedures in beeld worden gebracht.

Veiligheidsvelden

 

Veiligheidsthema’s

A. Veilige woon- en leefomgeving

1.

Overlast in de woonomgeving

2.

Onveiligheidsgevoelens

3.

Leefbaarheid en sociale weerbaarheid

4.

Veiligheid in en om de woning / huiselijk geweld

5.

Geweld

6.

Inbraken in woningen en / of in / van voertuigen

7.

Overige criminaliteit

B. Bedrijvigheid en veiligheid

8.

Veiligheid op bedrijventerrein en in winkelcentra

9.

Uitgaan en overlast

10.

Toerisme en onveiligheid

11.

Grootschalige evenementen

C. Jeugd en veiligheid

12.

Overlast van jongeren

13.

12-minners (kinderen onder de 12 jaar)

14.

Allochtone jongeren

15.

Harde kern

16.

Alcohol en drugs

D. Fysieke veiligheid

17.

Verkeersveiligheid (bv. snelheid,overzichtelijkheid)

18.

Veilige infrastructuur (bv. wegen of drempels)

19.

Brandveiligheid van gebouwen

20.

Risico’s van aanwezige bedrijvigheid

21.

Risico’s van natuurrampen

E. Integriteit en veiligheid

22.

Organisatiecriminaliteit (bv. fraude, concurrentievervalsing

23.

Georganiseerde criminaliteit

24.

Integriteit van het lokaal bestuur (bv. corruptie)

4.2. Veilige woon- en leefomgeving

Een veilige woon- en leefomgeving betekent dat inwoners zich veilig voelen in de wijken en buurten waarin ze wonen of zich begeven. Het gaat om de fundamentele kwaliteit van het wonen in de wijk en de gemeente. Dus om thema’s zoals overlast, sociale weerbaarheid, inbraken, voertuigcriminaliteit en overige criminaliteit. Uit de veiligheidsanalyse van De Ronde Venen komen prioriteiten naar voren die onder te brengen zijn bij vier veiligheidsthema’s: onveiligheidsgevoelens, leefbaarheid en sociale weerbaarheid, huiselijk geweld en inbraken en voertuigcriminaliteit.

4.2.1. Onveiligheidsgevoelens

Speerpunt – Onveiligheidsgevoelens

Aandachtspunten die op het gebied van leefbaarheid en onveiligheidsgevoelens in de wijken naar voren komen zijn verloedering, onderhoud van woningen, groen en de buurt, hondenpoep / loslopende honden en voorzieningen voor jongeren. Uit onderzoek onder inwoners komt een gemiddeld rapportcijfer voor De Ronde Venen van een 7,4 naar voren. Het gemiddelde cijfer per wijk ligt voor de meeste wijken boven of rondom dit gemiddelde. Alleen voor Mijdrecht Centrum 6,3 en Proostdijland 6,9 ligt dit cijfer eronder.

Bestaande wijken zijn ontworpen in een tijd dat er minder aandacht was voor criminaliteit. Groen werd geïntegreerd in de bebouwing en verlichting en voorzieningen werden aangebracht gericht op functionaliteit en niet op sociale veiligheid. Vanuit de wijkplannen komen nauwelijks aan veiligheid te relateren verzoeken voor groen, verlichting of voorzieningen naar voren. Wanneer in de toekomst blijkt dat het wenselijk is om vanuit veiligheidsoogpunt dingen in de openbare ruimte aan te passen zal dit worden meegenomen in een apart voorstel.

Per 1 januari 2005 ligt de regie voor het implementeren van het Politie Keurmerk Veilig Wonen (PKVW) in de werkprocessen bij de gemeente. In mei 2005 heeft het bestuur besloten dat bij de ontwikkeling en uitvoering van nieuwe woningbouwlocaties dient te worden voldaan aan de inrichtingsnormen van het PKVW. Dus dat er zoveel mogelijk bouwplannen volgens dit keurmerk worden ontworpen, ingericht en gebouwd. Dat wil zeggen dat ze voldoen aan de toetsingseisen van dit keurmerk. De algemene doelstelling hierbij is het bevorderen van de inbraakpreventie. Zie hiervoor ook het speerpunt: Inbraak in woningen.

Maar liefst 88% van de inwoners zegt zich (mede) verantwoordelijk te voelen voor de leefbaarheid en veiligheid in de buurt. Hiervan is 24% actief (geweest) op dit gebied en zegt 52% wel actief te willen worden. Dus 46% van de inwoners wil zelf een bijdrage leveren aan de veiligheid en leefbaarheid in de buurt. Het initiatief hiertoe ligt bij de inwoner en er zijn in de gemeente al 7 wijkcomités. Naast de activiteiten die deze wijkcomités ondernemen worden er in diverse wijken bijvoorbeeld buurtbarbeques, straatfeesten of kinderspeeldagen georganiseerd. De gemeente wil de betrokkenheid van inwoners stimuleren, door het ondersteunen van dit soort activiteiten en het betrekken van de inwoners als partner bij het ontwikkelen van wijkgerichte plannen. Een voorbeeld hiervan is dat er in de gemeente sinds 2000 wijkplannen worden ontwikkeld en uitgevoerd. Tot op heden zijn dit: Proostdijland-Noord, Vinkeveen-Dorp, Amstelhoek, Hofland en Wilnis. In 2005 is het wijkplan voor De Hoef opgestart en in 2006 wordt Veenzijde in Wilnis opgestart. Door dit proces ontstaan er zelfstandig opererende wijkcomités, die veel voor de leefbaarheid van een wijk kunnen betekenen.

Eén van de mogelijkheden om inwoners in de toekomst te betrekken is het project Burgernet. Dit is een concept dat inwoners in staat stelt om een actieve rol te vervullen voor de veiligheid in zijn woonomgeving. Dit project loopt sinds mei vorig jaar in de gemeente Nieuwegein van het district Lekstroom en de resultaten zijn positief. Het wordt geleid door een landelijke stuurgroep van diverse korpsen en de ministeries van Justitie en Binnenlandse Zaken.

Burgernet moet als concept nog verder ontwikkeld worden om het breed binnen het politieconcern in samenwerking met gemeenten toepasbaar te maken. Een eerstvolgende stap hiervoor is het houden van een 5-tal pilots met als doel het voorbereiden van een verdere en bredere beschikbaarheid van Burgernet als middel in het verbeteren van de veiligheid.

Doelstelling

Verbetering van het veiligheidsgevoel van de inwoners, weergegeven door een verbetering van de gemiddelde indicatorwaarde voor Mijdrecht Centrum en Proostdijland in de periode 2006-2007. De gemiddelde indicatorwaarden van de andere wijken moeten in deze periode minimaal gelijk blijven, waardoor de gemiddelde indicatorwaarde voor de gemeente zal stijgen.

Specifiek actiepunt

Omdat uit het inwonersonderzoek blijkt dat de inwoners uit de wijken Mijdrecht Centrum en Proostdijland hun buurt het laagste gemiddelde rapportcijfer geven zal er in 2006 / 2007 eerst verder onderzoek worden gedaan en plannen van aanpak worden ontwikkeld voor deze twee wijken. Vervolgens zal er na het bevolkingsonderzoek in 2007 worden bepaald of en wanneer er specifieke activiteiten gericht op fysieke en sociale veiligheid in andere wijken prioriteit krijgen.

  • 1.

    Uitvoeren van een gerichte analyse van de wijk Proostdijland gericht op de fysieke en sociale veiligheid. Op basis van deze analyse een voorstel uitwerken en na vaststelling door burgemeester en wethouders hieraan uitvoering geven. Hierbij zullen het wijkcomité Proostdijland en eventueel andere inwoners uit de wijk actief worden betrokken. Dit actiepunt is tevens gericht op het speerpunt vernielingen (paragraaf 4.2.4), dat wil zeggen vermindering van het aantal vernielingen in deze wijk.

  • 2.

    Onderzocht zal worden of en in hoeverre via een ‘centraal coördinatiepunt integrale veiligheid’ een bijdrage kan worden geleverd aan een betere dienstverlening naar en een grotere betrokkenheid van inwoners.

  • 3.

    De gemeente heeft te kennen gegeven deel te willen nemen aan een pilot Burgernet. Ook wanneer De Ronde Venen hier niet voor in aanmerking komt, zullen de resultaten van dit project nauwlettend worden gevolgd en zal er op termijn bepaald worden of er zich mogelijkheden voordoen om in De Ronde Venen Burgernet te ontwikkelen.

Specifieke maatregelen nemen voor het verbeteren van het veiligheidsgevoel in het centrum van Mijdrecht en Proostdijland. Onveiligheidsgevoelens worden in sterke mate beïnvloed door het aantal vernielingen in deze wijken. Zie daarom voor een verdere uitwerking van dit actiepunt het speerpunt: ‘Vernielingen’.

Resultaat meten

In de voorstellen voor het centrum van Mijdrecht en Proostdijland zal worden aangegeven hoe en wanneer de resultaten worden gemeten en geëvalueerd.

Onderzoek leefbaarheid en veiligheid onder inwoners 2007, rapport eerste kwartaal 2008.

Beleidskader

Nota Integraal Veiligheidsplan, 2006.

Instrumenten en voorzieningen

  • ·

    Buurtcomités

  • ·

    Burgernet

Interne projectpartners

Bestuurlijk

:

portefeuillehouder Openbare orde en Veiligheid

Ambtelijk

 

 

Kwaliteitsveld dienstverlening

:

projectleider ontwikkelen wijkplannen

CIB

:

coördinerende rol integraal veiligheidsbeleid

coördinerende rol wijkcomités

Welzijn

:

coördinatie ouderen en jeugd- en jongerenbeleid

BWT

:

PKVW

ROVM

:

PKVW

Externe projectpartners

Politie

Westhoek Wonen

Projectontwikkelaars

Aannemers

Huiseigenaren

Bewoners / inwoners

Wijkcomité’s

Speerpunt: Communicatie over veiligheid

Uit recent onderzoek in Rotterdam blijkt overduidelijk hoe belangrijk het is om goed over veiligheid te communiceren. Mensen gaan zich daardoor veiliger voelen. Tevens blijkt dat mensen in eerste instantie geïnteresseerd zijn in informatie over de veiligheid in hun directe omgeving. Een goed integraal veiligheidsbeleid bestaat niet zonder goede communicatie. Dat wil zeggen mondelinge en schriftelijke communicatie vanuit het rijk, de provincie, de gemeente, de politie en andere betrokken partijen over hun aandeel in veiligheid naar en van de inwoners en interne en externe partners. Het gaat om een goede communicatie, afstemming en afspraken tussen partners, die op het gebied van veiligheid een speler in het veld zijn.

Doelstelling

Verbetering van het veiligheidsgevoel van inwoners door een goede communicatie over veiligheid.

Specifieke actiepunten

  • 4.

    Het opzetten van een communicatieplan over veiligheid en meer specifiek over het veiligheidsbeleid van de gemeente. Het gaat hierbij om goede voorlichting en informatie verstrekking naar inwoners en veiligheidspartners.

Algemene actiepunten

  • ·

    De veiligheidswijzer wordt om het jaar huis aan huis verspreid. In dit boekje komen allerlei belangrijke aspecten op het brede gebied van veiligheid aan de orde.

  • ·

    Algemene voorlichting door het uitgeven van persberichten en het plaatsen van artikelen met betrekking tot het integrale veiligheidsbeleid van de gemeente op de gemeentepagina en de website van De Ronde Venen.

Resultaat meten

Onderzoek leefbaarheid en veiligheid onder inwoners 2007, rapport eerste kwartaal 2008.

Beleidskader

Nota Integraal Veiligheidsplan, 2006.

Instrumenten en voorzieningen

Veiligheidswijzer

Gemeentelijke website

Gemeentepagina

Lokale en regionale media

Interne projectpartners

Bestuurlijk

:

portefeuillehouder Openbare orde en Veiligheid

Ambtelijk

 

 

CIB

:

coördinerende rol integraal veiligheidsbeleid

communicatie

Brandweer

 

 

Externe projectpartners

Politie

Openbaar Ministerie

4.2.2. In en om de woning / huiselijk geweld

Speerpunt - Huiselijk geweld

Huiselijk geweld is een van de meest voorkomende vormen van geweld in onze samenleving. De omvang van de problematiek en de schade voor de gezondheid en het welzijn van volwassenen en kinderen vragen om een sluitende en samenhangende aanpak. Anders dan bij andere geweldsvormen maken slachtoffers, daders en getuigen deel uit van elkaars directe leefomgeving. Dit maakt de problematiek ingewikkeld en moeilijk te beïnvloeden. Tal van professionele partijen worden geconfronteerd met slachtoffers en daders, maar het is voor afzonderlijke partijen vrijwel onmogelijk om effectief op te treden tegen huiselijk geweld. In opdracht van het ministerie van VWS organiseert de gemeente Utrecht, in samenwerking met GGD Midden Nederland (GGD MN), de oprichting van een regionaal Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHG). De gemeente Utrecht heeft als centrum gemeente een trekkende rol in het project Huiselijk Geweld. Van de gemeente De Ronde Venen worden ondersteunde taken verwacht voor een goed functioneren van het ASHG. De gemeente moet ervoor zorgdragen dat betrokken partners, zoals het algemeen maatschappelijk werk (Zuwe) inwoners op de juiste manier adviseert en doorverwijst naar het ASHG.

Doelstelling

Het advies- en steunpunt moet inwoners, die vanuit de hele regio bellen voor informatie en advies over huiselijk geweld, kunnen doorverwijzen naar het meest passend hulpverleningsaanbod in de buurt. Hierdoor wordt huiselijk geweld (mogelijk) verder voorkomen of, wanneer dit niet mogelijk is, zo snel mogelijk gestopt en blijven de schadelijke gevolgen tot een minimum beperkt.

Specifieke actiepunten

Voor De Ronde Venen als regio gemeente geldt:

  • 5.

    Vormgeven van de hulpverlening en verantwoordelijkheid nemen voor de kwaliteit en capaciteit van de hulpverlening op lokaal niveau.

  • 6.

    Stimuleren dat instellingen, die op lokaal niveau bijdragen aan het hulpaanbod huiselijk geweld, aandachtsfunctionarissen aanstellen.

  • 7.

    Mede uitvoeren van een publiciteitsplan om het regionale Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld te promoten.

Algemene actiepunten

Activiteiten van de politie in dit kader, zoals het invoeren van deze geweldsdelicten onder projectcode thuisgeweld en afhandeling volgens het Protocol Veilig Huis. Daarnaast algemene landelijke en regionale voorlichting om de aangiftebereidheid van dit soort geweld te verhogen.

Resultaat meten

De regiogemeenten ontvangen ieder jaar een uitnodiging van de centrumgemeente Utrecht om geconsulteerd te worden over de volgende onderwerpen:

  • ·

    verslag over het voorgaande jaar van het huiselijk geweld in de stad en regio Utrecht (o.a. monitorgegevens);

  • ·

    nieuwe ontwikkelingen over Huiselijk Geweld;

  • ·

    het formuleren van aandachtspunten voor de werkwijze van het ASHG stad en regio Utrecht en voor de werkwijze van de samenwerkingspartners;

  • ·

    toezien op de naleving van het convenant en evaluatie door betrokken partijen.

Beleidskader

  • ·

    Nota Gezondheidsbeleid 2004-2007, mei 2003

  • ·

    WMO (Wet Maatschappelijk Ondersteuning - Prestatievelden 7, 8 en 9)

Instrumenten en voorzieningen

Niets specifieks van toepassing.

Interne projectpartners

Bestuurlijk

:

portefeuillehouder Gezondheid

CIB

:

coördinatie integraal veiligheidsplan

communicatie

Welzijn

:

coördinatie / uitvoering nota gezondheidsbeleid

Externe projectpartners

Politie

Openbaar Ministerie

Centrum gemeente stad Utrecht

Algemeen Maatschappelijk werk – Zuwe

GGD-Midden Nederland

Bureau Jeugdzorg / AMK

4.2.3. Inbraken en voertuigcriminaliteit

Speerpunt - Inbraak in woningen

Inbraak in woningen komt samen met voertuigcriminaliteit naar voren uit de veiligheidsanalyse als één van de aandachtspunten. Het aantal aangiftes van inbraken is de laatste jaren aanzienlijk gedaald. Bij woninginbraken of poging hiertoe is een aangifte bewijs altijd nodig voor de verzekering. De politie heeft het Politiekeurmerk Veilig Wonen (PKVW) ontwikkeld en haar taak overgedragen aan marktpartijen en haar regierol per 1 januari 2005 overgedragen aan de gemeente. In mei 2005 heeft de gemeente het beleidsplan van het PKVW vastgesteld. Hiermee is bepaald dat alle nieuwbouwprojecten volgens dit keurmerk zullen worden gebouwd. Het is voor particulieren ook mogelijk om een keurmerk veilige woning te verkrijgen voor een bestaande woning. De ervaringen die in andere gemeenten zijn opgedaan geven aan dat de kans op kleine criminaliteit, waaronder vandalisme, overlast, inbraak en andere misdrijven aanzienlijk dalen.

Doelstelling

Afname van het aantal woninginbraken met 15% van 2002 naar 2007, dat wil zeggen een afnamen van 142 inbraken in 2002 naar maximaal 120 inbraken in 2007.

Specifieke actiepunten

  • 8.

    Algemene voorlichting en publiciteit voor inwoners over het PKVW opnemen in het communicatieplan veiligheid.

Algemene actiepunten

  • ·

    Het PKVW verder implementeren in nieuwbouwwoningen en –projecten.

  • ·

    Het repressief optreden van de politie, waaronder opsporing, onderzoek, doorverwijzing slachtoffers.

Resultaat meten

  • ·

    Vier-maandelijkse rapportage geregistreerde criminaliteit 2006, jaarrapport 2006 beschikbaar in februari 2007.

  • ·

    Twee-jaarlijks onderzoek leefbaarheid en veiligheid onder inwoners, rapport 2006–2007 in eerste kwartaal 2008.

Beleidskader

  • ·

    Beleidsnotitie: Implementeren van het Politiekeurmerk Veilig Wonen in de werkprocessen van de gemeentelijke organisatie (mei 2005).

  • ·

    Beleidsplan 2002-2006 Naar de kern: thema 4 In de kernen en de wijken.

  • ·

    Activiteitenplan 2006 Wijkteam De Ronde Venen.

Instrumenten en voorzieningen

Politie Keurmerk Veilig Wonen (PKVW):

Certificaat Veilige woning

 

Certificaat veilige omgeving

 

Certificaat veilig complex

Interne projectpartners

Bestuurlijk

:

portefeuillehouder Openbare Orde en Integrale Veiligheid

Ambtelijk

 

 

Kwaliteitsveld dienstverlening

:

ontwikkelen wijkplannen

CIB

:

coördinerende rol integraal veiligheidsbeleid

coördinerende rol wijkcomités

Welzijn

:

coördinatie ouderen en jeugd- en jongerenbeleid

BWT

:

PKVW

ROVM

:

PKVW

Externe projectpartners

Politie

Westhoek Wonen

Projectontwikkelaars

Aannemers

Huiseigenaren

Bewoners / inwoners

Wijkcomités

Speerpunt - Voertuigcriminaliteit

Auto-inbraken en vernielingen van auto’s komen ook als aandachtspunten uit de veiligheidsanalyse naar voren. Uit de gebiedsmonitor van de politie blijkt dat autocriminaliteit mede bepalend is voor de veiligheidsgevoelens van inwoners. Het aantal aangiftes hiervan is de laatste jaren aanzienlijk gedaald. Bij autocriminaliteit wordt meestal wel aangifte gedaan in verband met de verzekering. Uit de politiecijfers van 2005 blijkt dat er bij autocriminaliteit geen echte hot spots zijn aan te wijzen. In Mijdrecht komen vernielingen van auto’s het meest voor in het centrum, in Proostdijland Noord en in Hofland Zuid.

Veelvuldig voorkomende criminaliteit beslaat 50% van de aangiften en bestaat uit: vernielingen in het algemeen, diefstal van / uit auto en fietsendiefstal (VAF). In De Ronde Venen is de diefstal van fietsen in 2005 iets gestegen. Hierbij valt op dat de meeste fietsendiefstallen worden gepleegd bij de fietsenstallingen die buiten de woonwijken liggen, zoals Hofland, de Rondweg, de Industrieweg en de Veenweg.

Doelstelling

Afname van autokraken en fietsendiefstal met 30% tussen 2002 en 2007. Dus diefstal aan / uit auto’s van 291 in 2002 naar maximaal 204 in 2007 en fietsendiefstal van 162 in 2002 naar maximaal 114 in 2007.

Specifiek actiepunten

  • 9.

    Onderzocht moet worden welke aanpassingen er voor de fietsenstallingen aan de Hoofdweg, Rondweg, Industrieweg en Veenweg nodig zijn. Te denken valt aan betere verlichting, aanpassing beplanting en een ander soort fietsenbeugels. Hiervoor dient een apart advies uitgebracht te worden.

Algemene actiepunten

  • ·

    Het samen met interne en externe partners stimuleren van aangiften door inwoners, door voorlichtingscampagnes.

  • ·

    Preventieve voorlichtings- en flyeracties door de politie gericht op voertuigcriminaliteit.

  • ·

    Continue monitor van autocriminaliteit door de politie.

  • ·

    De werkzaamheden van het wijkteam zoals weergegeven in het activiteitenplan.

Resultaat meten

  • ·

    Viermaandelijkse rapportage geregistreerde criminaliteit 2006, jaarrapport 2006 beschikbaar in februari 2007;

  • ·

    Tweejaarlijks onderzoek leefbaarheid en veiligheid onder inwoners, rapport 2006 – 2007 in eerste kwartaal 2008.

Beleidskader

  • ·

    Beleidsplan 2002-2006 Naar de kern: thema 4 In de kernen en de wijken?

  • ·

    Activiteitenplan 2006 Wijkteam De Ronde Venen.

Instrumenten en voorzieningen

  • ·

    Stichting aanpak voertuigcriminaliteit (AVc)

  • ·

    Praktijkvoorbeelden aanpak voertuigcriminaliteit – Informatiepunt lokale veiligheid

  • ·

    Veiligheidswijzer

Interne projectpartners

Bestuurlijk

:

portefeuillehouder Openbare Orde en Integrale Veiligheid

Ambtelijk

 

 

Kwaliteitsveld dienstverlening

:

projectleider ontwikkelen wijkplannen

CIB

:

coördinerende rol integraal veiligheidsbeleid

coördinatie wijkcomités

Welzijn

:

coördinatie ouderen en jeugd- en jongerenbeleid

BWT

:

PKVW

ROVM

:

PKVW

Externe projectpartners

Politie

Westhoek Wonen

Inwoners

4.2.4. Overige criminaliteit

Speerpunt – Vernielingen

Vernielingen aan auto’s (45%) en overige vernielingen / beschadigingen (42%) komen in de gemeente het meest voor. Andere soorten, zoals vernielingen openbaar vervoer of gebouw, vandalisme / baldadigheid, dierenmishandeling, graffiti, overige vernielingen / beschadigingen en openlijk geweld goederen komen in verhouding veel minder voor (13%). In 2003 is de meeste aangifte / melding gedaan van vernielingen in Mijdrecht centrum en in 2004 en 2005 in Proostdijland. Het totale aantal vernielingen is het afgelopen jaar met 26% gedaald. Het is algemeen bekend dat een groot deel van de vernielingen wordt gepleegd door jongeren, gerelateerd aan het weekend en horecabezoek. Het terugdringen van deze vernielingen is ook één van de doelstellingen van het convenant veilig uitgaan.. Zie hierover meer onder het speerpunt ‘Alcohol en drugs’.

Doelstelling

Afname van vernielingen met 30% tussen 2002 en 2007. Dus van 295 vernielingen in 2002 naar maximaal 207 in 2007.

Specifieke actiepunten

  • 10.

    Momenteel wordt onderzocht of cameratoezicht in het centrum van Mijdrecht een middel is om vernielingen te verminderen en het veiligheidsgevoel te verbeteren. Hiervoor is een startnotitie gemaakt, waarin alle relevante aspecten op een rij zijn gezet. Uitwerking vindt plaats van de te onderzoeken aspecten, mede op basis van de juridisch gestelde eisen op grond van de per 1 februari 2006 veranderde wetgeving.

Algemene actiepunten

De werkzaamheden van het wijkteam zoals weergegeven in het activiteitenplan.

Resultaat meten

  • ·

    Viermaandelijkse rapportage geregistreerde criminaliteit 2006, jaarrapport 2006 beschikbaar in februari 2007.

  • ·

    Tweejaarlijks onderzoek leefbaarheid en veiligheid onder inwoners, rapport 2006 – 2007 in eerste kwartaal 2008.

Beleidskader

  • ·

    Het afgelopen beleidsplan 2002-2006 Naar de kern: thema 4 In de kernen en de wijken.

  • ·

    Activiteitenplan 2006 Wijkteam De Ronde Venen.

Instrumenten en voorzieningen

Horecaconvenant

Interne projectpartners

Bestuurlijk

:

portefeuillehouder Openbare Orde en Integrale Veiligheid

Ambtelijk

 

 

Kwaliteitsveld dienstverlening

:

ontwikkelen wijkplannen

CIB

:

coördinatie horecaconvenant

coördinatie wijkcomités

Welzijn

:

coördinatie / uitvoering jeugd- en jongerenbeleid

Externe projectpartners

Wijkcomité Centrum Mijdrecht en Proostdijland

Politie

Stichting Leefbaarheid (o.a. begeleiding wijkcomités)

Algemeen jongerenwerk

Handelsvereniging Mijdrecht

Middenstand Proostdijland

Koninklijke Horeca Nederland, afdeling DRV

Jongeren Advies Commissie (adviesfunctie)

4.3. Jeugd en veiligheid

4.3.1. Overlast door jongeren

Speerpunt – Overlast door jongeren

Jongeren moeten zich vrij kunnen bewegen in de openbare ruimte, zonder dat er sprake is van overlast. Ondanks dat meldingen van overlast door / van jongeren het afgelopen jaar met 18% is gedaald, staat bij de inwoners vermindering van overlast van jongeren nog hoog op de prioriteitenlijst. Onder overlast wordt de overlast verstaan die jongeren veroorzaken door bij elkaar te ‘hangen’. Dit is geen probleem zolang het geen negatieve invloed heeft op de veiligheidsbeleving van inwoners. Dus zolang het niet resulteert in hinderlijk gedrag, vervuiling, openbaar dronkenschap, geluidsoverlast, drugshandel, graffiti, hangjongeren. Inwoners kunnen een groep als dreigend ervaren omdat ze bij elkaar ‘hangen’, zonder dat ze iets doen. Deze vormen van overlast of asociaal gedrag worden volgens uitkomsten uit slachtofferenquêtes, soms nog meer belastend ervaren dan 'criminaliteit' zelf.

Doelstelling

Vermindering van overlast door jongeren in de hele gemeente met 10% in 2006 ten opzichte van 2005.

Algemene actiepunten

Voortzetten en verder ontwikkelen van huidig beleid, bestaande uit:

  • 11.

    Continue in kaart brengen van vaste en wisselende overlast plekken;

  • 12.

    Projectmatige aanpak per probleemlocatie;

  • 13.

    Jongeren straatwerk;

  • 14.

    Sport Tegen Overlast Projecten (STOMP) opstarten en uitvoeren.

Algemene actiepunten

De werkzaamheden van het wijkteam zoals weergegeven in het activiteitenplan.

Resultaat meten

  • ·

    Continue signalering van overlast meldingen bij de politie en andere partijen.

  • ·

    Tweejaarlijks onderzoek leefbaarheid en veiligheid onder inwoners, rapport 2006 – 2007 in eerste kwartaal 2008.

Beleidskader

  • ·

    Nota Jeugd- en Jongerenbeleid, juni 2004

  • ·

    Activiteitenplan 2006 Wijkteam De Ronde Venen

Instrumenten en voorzieningen

  • ·

    Horecaconvenant

  • ·

    JOS overleg

  • ·

    Jongerenwerk

  • ·

    HALT

  • ·

    STOMP

Interne projectpartners

Bestuurlijk

:

portefeuillehouder Welzijn

Ambtelijk

 

 

CIB

:

coördinator integraal veiligheidsbeleid

Welzijn

:

coördinatie / uitvoering jeugd- en jongerenbeleid

ONA

:

leerplichtambtenaar

Externe projectpartners

Inwoners

Jongeren Advies Commissie

Politie

Openbaar Ministerie

Bureau Halt

Bureau Jeugdzorg

Stichting Leefbaarheid

Algemeen jongerenwerk

Veenlanden College / Zorg Advies Team

Koninklijke Horeca Nederland, afdeling DRV

GGD

4.3.2. Alcohol en drugs

Speerpunt – Alcohol & drugs

Het alcohol- en drugsgebruik onder jongeren is de afgelopen jaren sterk gestegen. Niet alleen begint het drankgebruik op jongere leeftijd, de hoeveelheid drank neemt ook toe. Dit geldt ook voor het drugsgebruik. Hiervan is de mate en het soort gebruik moeilijker in kaart te brengen dan bij alcoholgebruik. Door algemene voorlichting, maar ook door middel van wetgeving en andere instrumenten kan het alcohol- en drugsgebruik onder jongeren worden aangepakt. Een voorbeeld hiervan is dat per 1 januari 2006 de alcohollimiet voor beginnende bestuurders is aangescherpt van 0,5 naar 0,2 promille. De maatregel geldt voor elke automobilist of motorrijder die zijn rijbewijs nog niet langer dan vijf jaar heeft, gerekend vanaf 30 maart 2002. Daarnaast vallen ook alle brom- en snorfietsers van 16 tot 24 jaar onder de maatregel.

Maatschappelijke problemen zoals criminaliteit, geweld op straat, vandalisme en baldadigheid in de nachtelijke uren en andere vormen van overlast vragen om een integrale aanpak. In dit kader is op 27 februari 2006 het convenant Veilig Uitgaan De Ronde Venen getekend en hebben betrokken partijen afspraken gemaakt over huisregels, toelatings- en ontzeggingsbeleid, drugs uit de horeca, alcoholgebruik, glasovelast, sluitingstijden (verruimde openstelling), brandveiligheid horeca-inrichtingen en toezicht en uiterlijk aanzien van de omgeving. Het convenant is per 1 maart van 2006 van kracht geworden en de evaluatie zal na een jaar plaatsvinden.

In zijn vergadering van 18 mei 2004 heeft het college van burgemeester en wethouders op grond van artikel 2.4.8. van de Algemene plaatselijke verordening De Ronde Venen 2001 (APV) besloten het hele gebied van de gemeente De Ronde Venen aan te wijzen als een gebied waar het verboden is op de weg alcoholhoudende drank te nuttigen of aangebroken flessen, blikjes en dergelijke met alcoholhoudende drank bij zich te hebben. Het komt regelmatig voor dat er hinder op straat en voor omwonenden ontstaat ten gevolge van mensen die op straat alcoholhoudende drank nuttigen. In het kader van de handhaving van de openbare orde kan door middel van dit aanwijzingsbesluit hiertegen worden opgetreden. Het verbod geldt niet voor terrassen behorende bij horecabedrijven.

In het kader van alcoholgebruik op sportverenigingen en verenigingsondersteuning biedt Sportservice Midden Nederland een cursus ‘Instructie Verantwoord Alcoholgebruik’ (IVA) aan elke verenigingen die hiervoor belangstelling heeft aan. Het doel van deze instructie is barvrijwilligers te leren hoe zij op verantwoorde wijze met het schenken van alcohol in sportkantines kunnen omgaan. Sportservice Midden Nederland heeft de cursus al bij voetbalvereniging CSW gehouden en de club heeft hiervoor een certificaat ontvangen. Argon is ook benaderd en deze club staat er positief tegenover. Naar aanleiding van de cursus is de gemeente van plan om in 2006 een convenant met deze verenigingen af te sluiten over het verantwoord schenken van alcohol. Daarna zal de gemeente proberen meer verenigingen hiervoor enthousiast te maken.

In De Ronde Venen is het coffeeshopbeleid uit 1998 met de 1-optie nog steeds van kracht, waarbij er één coffeeshop in de gemeente is toegestaan. In augustus 2003 heeft coffeeshop de Variant haar deuren gesloten en sindsdien is er geen coffeeshop meer. In november 2004 heeft het college een selectiecommissie softdrugs ingesteld, met de opdracht uit een aantal potentiële kandidaten een bedrijf te selecteren voor een coffeeshop c.q. verkooppunt voor softdrugs. Hieraan ten grondslag lag de motie van de raad van 1 juli 2003, waarmee bestuurlijke ruimte is gecreëerd voor de invulling van het softdrugsbeleid met een commerciële onderneming. De selectiecommissie heeft op 18 maart 2005 zijn rapport uitgebracht, waarin de voorkeur is uitgesproken voor één bedrijf. Tot op heden is het deze onderneming niet gelukt om een geschikte en toegestane locatie te vinden. De onderneming is nog steeds op zoek.

Nadat bleek dat er een groot drugsprobleem in de gemeente Uithoorn bestond hebben de gemeente Uithoorn en haar partners vorig jaar een plan van aanpak opgesteld om het drugsgebruik door jongeren aanzienlijk terug te dringen en het voor aanbieders onaantrekkelijk te maken om zich in Uithoorn op te houden. Omdat drugsproblemen niet stoppen bij de gemeentegrenzen heeft Uithoorn contact opgenomen met haar buurgemeenten, waaronder De Ronde Venen. Afgesproken is om elkaar te informeren over het gemeentelijk drugsbeleid en om specifieke voorlichtingscampagnes en andere acties zoveel mogelijk op elkaar te stemmen.

Doelstelling

Terugdringen van het alcohol- en drugsgebruik door jongeren.

Specifieke actiepunten

  • 15.

    In afstemming met partners het opzetten van voorlichtingscampagne over drugs en alcohol gericht op jongeren in het voortgezet onderwijs en hun ouders.

Algemene actiepunten

  • ·

    Uitvoering geven aan het softdrugsbeleid. Dit betekent het coördineren en begeleiden van de gekozen onderneming voor het vinden van een geschikte locatie.

  • ·

    De werkzaamheden van het wijkteam zoals weergegeven in het activiteitenplan.

  • ·

    In groep 8 van alle basisscholen in de gemeente wordt ieder jaar door de GGD een voorlichtingsles gegeven over genotsmiddelen: tabak, alcohol en drugs

Resultaat meten

  • ·

    Terugkerend onderzoek van de GGD onder scholieren, volwassenen, ouderen etc.

  • ·

    Evaluatie horecaconvenant, maart 2007.

  • ·

    Tweejaarlijks onderzoek leefbaarheid en veiligheid onder inwoners, rapport 2006 – 2007 in eerste kwartaal 2008.

Beleidskader

  • ·

    Coffeeshop beleid De Ronde Venen

  • ·

    Nota Gezondheidsbeleid 2004 – 2007, mei 2003

  • ·

    Activiteitenplan 2006 Wijkteam De Ronde Venen

Instrumenten

  • ·

    Convenant Veilig Uitgaan De Ronde Venen

  • ·

    JOS overleg

  • ·

    Algemeen en Plaatselijke Verordening, vb. aanwijzingsbesluit gebied alcoholverbod

  • ·

    Opvoedkundig inloopspreekuur

  • ·

    Convenant sportverenigingen

  • ·

    Wet Maatschappelijke Ondersteuning

  • ·

    Drank- en Horecawet

  • ·

    GGD onderzoeken

Interne projectpartners

Bestuurlijk

:

portefeuillehouder Welzijn

Ambtelijk

 

 

CIB

:

coördinatie horecaconvenant

Welzijn

:

coördinatie nota gezondheidszorg

ONA

:

coördinatie alcoholbeleid sportverenigingen

Externe projectpartners

Jongeren en ouders

Jongeren Advies Commissie

Politie

Openbaar Ministerie

Stichting Leefbaarheid

Jongerenwerk

Veenlanden College / Zorg Advies Team

Koninklijke Horeca Nederland, afdeling DRV

Buurgemeenten

Preventiebureaus alcohol en drugs

GGD-Midden Nederland

Voedselwarenautoriteit

4.4. Fysieke veiligheid

4.4.1. Verkeersveiligheid

Bij het betreden van het publieke domein en gebouwen, bij deelname aan het verkeer en in de woonomgeving lopen inwoners fysieke risico’s. Brandveiligheid en milieurisico’s zijn thema’s die in dit kader de laatste jaren vaak in het nieuws zijn gekomen. Maar ook het thema verkeersveiligheid neemt hierin een belangrijke plaats en staat bij de inwoners van De Ronde Venen hoog op de prioriteitenlijst.

Veiligheidsthema: Verkeersveiligheid

Uit het inwonersonderzoek komt een gemiddelde indicatorwaarde van de verkeerssituatie in de gemeente van 6,9 naar voren. De inwoners waarderen de verkeerssituatie dus als een voldoende. Toch ligt het 0,5 punten onder de gemiddelde indicatorwaarde voor de leefbaarheid in de gemeente. Voor wat betreft verkeersveiligheid geven de inwoners specifiek prioriteit aan te hard rijden en parkeerproblemen.

Doelstelling

Verkeersveiligheid is een belangrijk onderdeel van zowel het landelijk, provinciaal als gemeentelijk beleid. Met het in 2006 vast te stellen beleidsplan Verkeer en Vervoer wordt het gemeentelijk veiligheidsbeleid uit 1998 geactualiseerd. Een onderdeel hiervan is de doorvertaling van de reductiedoelstelling uit het Strategisch Mobiliteitsplan Provincie Utrecht. Dit betekent:

  • a.

    verbeteren van de objectieve verkeersveiligheid;

  • b.

    verbeteren van de subjectieve verkeersveiligheid.

Speerpunt: te hard rijden

Uit het inwonersonderzoek blijkt dat in alle wijken te hard rijden binnen en buiten de bebouwde kom voor de inwoners hoge prioriteit heeft.

Doelstelling

Verbeteren van de objectieve veiligheid door een vermindering van het aantal verkeersgewonden van gemiddeld 114 per jaar in de periode 1997-1999 naar 98 in 2010.

Speerpunt: parkeerproblemen

Uit het inwonersonderzoek komen parkeerproblemen als tweede punt op het gebied van verkeersveiligheid naar voren. De gemeente heeft in het recente verleden onderzoek laten uitvoeren naar deze problematiek en op grond daarvan beleidsregels opgesteld. Deze bestaan uit beleidsregels voor parkeren in parkeerschijfzones en een parkeerverordening. Voor parkeren in nieuwe woonwijken is een ‘notitie parkeernormen’ opgesteld.

Doelstelling

Verbeteren van de subjectieve veiligheid door het bevorderen van het verkeersveiligheidsgevoel van alle weggebruikers.

Specifieke actiepunten:

  • 16.

    Realiseren van verblijfsgebieden en gebiedsontsluitingswegen (conform het verkeersveiligheidsplan De Ronde Venen).

  • 17.

    Realiseren van nieuwe fietspaden.

  • 18.

    Uitvoeren van verkeersveiligheidsmaatregelen op ad-hoc basis, zoals het aanpassen van snelheidsremmende voorzieningen, het aanpassen van blackspots (locaties waar relatief gezien veel ongevallen plaatsvinden) of het creëren van een veilige fiets- en / of voetgangersoversteek in een gebiedsontsluitingsweg.

  • 19.

    Oplossen van aantoonbare parkeerproblemen binnen de huidige fysieke ruimte (tijdens grootschalig onderhoud of de herinrichting van een gebied).

  • 20.

    Hanteren van geactualiseerde parkeernormen bij nieuwbouwprojecten.

  • 21.

    Verkeersvoorlichting voor alle doelgroepen in De Ronde Venen.

  • 22.

    Verkeerscontrole en -handhaving door het wijkteam en andere partners, zoals het Bureau Verkeer Onder Controle van de regiopolitie.

Resultaat meten

  • ·

    Jaarlijkse verkeerstellingen

  • ·

    Jaarlijkse verkeersongevallengegevens

  • ·

    Tweejaarlijks onderzoek leefbaarheid en veiligheid onder inwoners, rapport 2006 – 2007 in eerste kwartaal 2008.

Beleidskader

  • ·

    Verkeerseducatie, -voorlichting en –handhaving

  • ·

    Parkeernormen De Ronde Venen 2004

  • ·

    Verkeersmonitor De Ronde Venen

  • ·

    Fietspadenplan De Ronde Venen

  • ·

    Verkeersveiligheidsplan De Ronde Venen

  • ·

    Beleidsplan Verkeer en Vervoer

Instrumenten en voorzieningen

  • ·

    Convenant Duurzaam Veilig

  • ·

    Aanbeveiligen voor verkeersvoorzieningen binnen de bebouwde kom (ASVV 2004).

  • ·

    Programma van eisen voor de inrichting van de openbare ruimte.

Interne projectpartners

Bestuurlijk

:

portefeuille Verkeer en vervoer

Ambtelijk

 

 

CIB

:

coördinerende rol integraal veiligheidsbeleid

Verkeer

:

coördinerende, strategische en tactische operationele rol in verkeer(veiligheids)beleid

Weg en Waterbouw

:

operationele rol in uitvoering, beheer en onderhoud van de openbare ruimte, waaronder wegen

Externe projectpartners

Politie

:

district Rijn en Venen, wijkteam De Ronde Venen

Belangenorganisaties

:

o.a. 3VO, hulpdiensten, ROV Utrecht

Inwoners

:

vergaderingen met wijkcomités en inloopavonden

Voetnoten:

1 Nota Integrale Veiligheid, gemeente De Ronde Venen, januari 2003

2 Bron: www.hetccv.nl

3 Bron: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, Integraal Veiligheidsprogramma, Den Haag, September 1999