Organisatie | Gilze en Rijen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening verrekening bestuurlijke boete en handhaving Participatiewet Gilze en Rijen 2015 |
Citeertitel | Verordening verrekening bestuurlijke boete en handhaving Participatiewet Gilze en Rijen 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2017 | Onbekend | 15-12-2014 Gemeenteblad, nr. 77649, 19 december 2014 | Onbekend |
DE RAAD VAN DE GEMEENTE GILZE EN RIJEN;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 december 2014;
gelet op het bepaalde in artikel 8, eerste lid, onderdeel i, van de Participatiewet en gelet op artikel 8b van de Participatiewet, artikel 35 lid 1 sub c van de Wet inkomensvoorziening ouderen gedeeltelijke arbeidsongeschikte werknemers en artikel 35 lid 1 sub c van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;
Verordening verrekening bestuurlijke boete en handhaving Participatiewet Gilze en Rijen 2015
Hoofdstuk 2. Bestuurlijke boete
Hoofdstuk 2.1 Schending inlichtingenplicht
Artikel 2. Niet nakomen van de inlichtingenverplichting en bestuurlijke boete
De boete wegens schending van de inlichtingenplicht wordt niet opgelegd zolang de gedraging wordt onderzocht door het Openbaar Ministerie en blijft definitief achterwege indien ter zake strafvervolging is ingesteld en het onderzoek ter terechtzitting een aanvang heeft genomen, of het recht tot strafvervolging is vervallen ingevolge artikel 74 van het Wetboek van Strafrecht.
Hoofdstuk 2.2 Bescherming beslagvrije voet bij verrekening wegens recidive (alleen P-wet)
Artikel 5. Verrekenen bij geen of onvoldoende bezit
Indien het bezit van een belanghebbende niet ten minste driemaal de toepasselijke bijstandsnorm bedraagt, verrekent het college de recidiveboete gedurende één maand zonder inachtneming van de beslagvrije voet. De verrekening geschiedt vanaf de eerste van de maand volgend op de dagtekening waarop de bestuurlijke boete is opgelegd.
Hoofdstuk 3. Handhaving: Bestrijden misbruik en oneigenlijk gebruik
Het college doet onderzoek naar de rechtmatigheid van de uitkering en kan daarbij gebruikmaken van controlemiddelen zoals een heronderzoeksplan, huisbezoeken, risicoprofielen, bestandsvergelijkingen en de samenloopsignalen die daaruit voortkomen. Het college onderzoekt daarnaast overige signalen en tips die relevant zijn voor het recht op bijstand.
Artikel 10. Aangifte bij het Openbaar Ministerie
Indien een schending van de inlichtingenplicht leidt tot benadeling van de gemeenten, doet het college aangifte bij het Openbaar Ministerie, in overeenstemming met de door het Openbaar Ministerie op dit punt gehanteerde uitgangspunten in de Aanwijzing Sociale Zekerheidsfraude.
Artikel 11. Terugvorderen opgespoorde fraudebedragen
Het college stelt regels met betrekking tot herziening, terug- en invordering waarbij tenminste wordt geregeld:
Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.