Organisatie | Ede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Kwaliteitseisen Peuterspeelzaalwerk gemeente Ede |
Citeertitel | Verordening Kwaliteitsregels Peuterspeelzaalwerk gemeente Ede |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | peuterspeelzaalwerk |
Samenvatting:
Tot 2005 was er een gecombineerde 'Verordening kinderopvang en peuterspeelzaalwerk'. Per 1 januari 2005 is de kinderopvang geprivatiseerd (Wet Kinderopvang). Daarom is alleen voor het peuterspeelzaalwerk de "Verordening Kwaliteitseisen Peuterspeelzaalwerk gemeente Ede" opgesteld.
In deze verordening staan algemene bepalingen zoals b.v. het feit dat er een gemeentelijke vergunning nodig is om een peuterspeelzaal te mogen beginnen en open te houden. Onder de noemer algemene "Kwaliteitsregels" vallen zaken waaraan de peuterspeelzaal, de houder, de beroepskrachten en begeleiders moeten voldoen. Bij specifieke "Kwaliteitsregels" moet gedacht worden aan de groepsomvang van de peuters bij een reguliere- en Voor en Vroegschoolse peuterspeelzaal, de minimale oppervlakte van de peuterspeelzaal per kind en bijvoorbeeld hoe te handelen ter voorkoming van verspreiding van infectieziekten.
Bij de verordening is tevens een "toelichting" geschreven, die gezien kan worden als een samenvatting. Ten slotte is er een bijlage waar nadere regels heel gedetailleerd zijn uitegewerkt.
Het gaat hierbij bijvoobeeld om de juiste hoogte van veiligheidsglas, of het aantal minimale lux kunstlicht in de verblijfsruimten.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2005 | 12-05-2011 | nieuwe regeling | 16-12-2004 Ede-Stad | SG 2005 104 |
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regels wordt verstaan onder:
Project Voorschoolse en Vroegschoolse Educatie
een project dat gebruik maakt van de voorzieningen van een peuterspeelzaal met als doel het scheppen van voorwaarden en structuren die de aansluiting en de start in het basisonderwijs verbeteren, met als beoogd resultaat het opheffen van achterstandssituatie waarin kinderen verkeren;
In afwijking van het bepaalde in artikel 6 nemen burgemeester en wethouders, voor zover de aanhouding bedoeld in het eerste lid langer duurt dan de in artikel 6 gestelde termijnen, de beslissing op een aanvraag om vergunning of een verzoek tot ontheffing zo spoedig mogelijk na afloop van de in artikel 6 bedoelde termijnen.
Artikel 8 Duur van de vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing wordt verleend voor maximaal vijf jaar.
Artikel 12 Invloed van beroepskrachten en begeleiders op het beleid van de houder
De houder zorgt er voor, dat de invloed van beroepskrachten en begeleiders op het beleid van de houder gewaarborgd is.
Overtreding van artikel 2 en 9 en van de kwaliteitsregels in hoofdstuk 2 wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie en bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.
Artikel 20 Toezicht en opsporing
De opsporing van de in artikel 19 strafbaar gestelde feiten is, naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door burgemeester en wethouders met het toezicht op de naleving van deze verordening zijn belast, voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.
Burgemeester en wethouders controleren ten minste één maal per 2 jaar de houders op naleving van de verordening.
Te bepalen, dat deze verordening in werking treedt op1 januari 2005.
Vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 16 december 2004, nr. VR 2004/95.
Vast te stellen de hiernavolgende
Nadere regels peuterspeelzalen
Artikel 1 Situering en toegankelijkheid van peuterspeelzalen
De peuterspeelzaal is geschikt voor in hun beweging gehandicapten.
Artikel 2 Algemene voorschriften
Artikel 3 Verblijfsruimten voor kinderen
De houder stelt regels vast omtrent de handelswijze van beroepskrachten en begeleiders, wanneer deze bij zichzelf, kinderen of gezinsleden ziekten constateren of veronderstellen die voor de persoon zelf of voor andere aanwezigen risico’s kunnen opleveren.
Artikel 10 Aanwezigheid gegevens
Dit besluit kan worden aangehaald als “ Nadere regels peuterspeelzalen”
Toelichtingen op de Verordening Kwaliteitsregels Peuterspeelzaalwerk gemeente
Deze artikelen zijn van toepassing op de in de gemeente gevestigde gesubsidieerde en niet-gesubsidieerde peuterspeelzalen. Dat wil zeggen dat er sprake is van formeel geregelde kinderopvang waarop een natuurlijk of privaatrechtelijk rechtspersoon worden aangesproken.
Op de grond van het eerste lid is een ieder die een peuterspeelzaal houdt verplicht hiervoor bij de burgemeester en wethouders een vergunning aan te vragen. De in de verordening opgenomen eisen zijn minimumeisen. Het staat de houder uiteraard vrij hoge kwaliteitseisen te hanteren.
Op basis van het tweede lid dienen ook houders van al dan niet door de gemeente gesubsidieerde voorzieningen een vergunningen aan te vragen.
Afdeling 4.1.1 Awb regelt de aanvraag van beschikkingen. Art. 4:1 Awb bepaalt dat de aanvraag tot het geven van een beschikking schriftelijk moet worden ingediend bij het bestuursorgaan dat bevoegd is op de aanvraag te beslissen (in deze verordening het college van burgemeester en wethouders).
Artikel 3 Weigering en ontheffing
In het eerste lid wordt aangegeven dat burgemeester en wethouders uiteraard de vergunning weigeren als niet wordt voldaan aan de voor een vergunning noodzakelijke voorschriften. Art. 4:5, eerste en derde lid Awb, geeft de regeling met betrekking tot het aanvullen van ontbrekende gegevens.
De bepaling in het tweede lid is opgenomen om in bijzondere omstandigheden toch een vergunning te kunnen afgeven. Het verlenen van een ontheffing is echter niet mogelijk voor de kwaliteitsvoorschriften.
Artikel 4 Voorschriften en beperkingen
Artikel 5 Behandeling aanvragen
Deze artikelen bevatten regels voor een goede afhandeling van een aanvraag voor een vergunning
Artikel 8 Duur van de vergunning of ontheffing
Gekozen is voor een termijn van vijf jaar. 1 maal per 2 jaar vindt controle plaats
Artikel 9 Verplichtingen van de houder
Dit artikel voorkomt dat onduidelijkheid ontstaat over de persoon van de houder en de omstandigheden waaronder de vergunning is verleend.
Artikel 10 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing
Het eerste lid, sub d, beoogt te voorkomen dat vergunningen ongebruikt worden gelaten. Men mag ervan uitgaan dat de houder binnen een jaar na het verlenen van de vergunning van start gaan met de peuterspeelzaal.
Het tweede lid omschrijft een bijzondere sluitingsbevoegdheid. Daarnaast zijn burgemeester en wethouders bevoegd bestuursdwang uit te oefenen krachtens artikel 125 van de Gemeentewet.
Dit artikel gaat in op de eisen die worden gesteld aan hygiëne en veiligheid Deze voorschriften worden nader geconcretiseerd in nadere regels. Zie hiervoor de bijlage. Voor de kwaliteitseisen van de genoemde materialen zijn de NEN-normen van toepassing.
In het tweede lid wordt de delegatiebevoegdheid van de gemeenteraad aan de burgemeester en wethouders geregeld, voor wat betreft de uitwerking van voorschriften voor kindercentra.
Artikel 12 Invloed van beroepskrachten en begeleiders op het beleid van de houder
Artikel 13 Informatie aan ouders/verzorgers
Deze artikelen gaan in op de inspraak die ouders/ verzorgers hebben op het beleid. Ook het verplicht informeren van de ouders/verzorgers is hierin geregeld.
Artikel 14 De aansprakelijkheids- en ongevallenverzekering
De aansprakelijkheid en wie hiervoor verantwoordelijk is, is in dit artikel geregeld.
Artikel 15 Groepsgrootte en aantallen beroepskrachten
De groepsgrootte voor peuterspeelzalen is zoals vermeld in het eerste lid.
Het aantal beroepskrachten wordt vermeld in lid 2.
Artikel 16 Groepsgrootte en aantallen beroepskrachten per groep bij een project Voor Vroegschoolse Educatie
Dit project maakt gebruik van de voorzieningen van een peuterspeelzaal of is hierbij aangesloten. Hierbij ligt de nadruk op het scheppen van voorwaarden en structuren die de aansluiting en de start bij het basisonderwijs verbeteren. De groepsgrootte is daarom maximaal 15 met minimaal 2 beroepskrachten.
Artikel 17 Oppervlakte peuterspeelzalen
Artikel 18 Voorkoming verspreiding infectieziekten
De Wet bestrijding infectieziekten en ziekten oorzaken (WBI), cq de opvolger van deze wet, bepaalt dat ouders/verzorgers hun kinderen thuis moeten houden als deze een gevaarlijke infectie ziekte hebben of wanneer zij vermoeden dat dit het geval is. De WBI bepaalt ook dat de burgemeester een voorziening laten sluiten, wanneer dat in het belang van de volksgezondheid is vereist. Dit artikel is in feite een uitbreiding van die wet. Een uitbreiding in die zin, dat naast ouders/verzorgers, die een besmet kind niet naar een peuterspeelzaal mogen sturen, deze verordening bepaalt dat ook de houders verplicht zijn deze kinderen en andere besmette personen de toegang te weigeren.
Artikel 20 Toezicht en opsporing
Artikel 22 Bijzondere bepalingen
Deze artikelen bevatten straf-, overgangs- en slotbepalingen alsmede enkele invoeringsbepalingen die voor een goede werking van de verordening van belang zijn.
Burgemeester en Wethouders van Ede;
gelet op artikel 11 lid 2 van de verordening Kwaliteitsregels Peuterspeelzaalwerk gemeente , vastgesteld door de raad in zijn vergadering van 16 december 2004