Organisatie | Binnenmaas |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Binnenmaas 2013 3e herziening januari 2015 |
Citeertitel | Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Binnenmaas 2010 3e herziening december 2014. |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Binnenmaas 2010 3e herziening december 2014. |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-12-2014 | 30-03-2015 | Onbekend | 11-12-2014 Onbekend | Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Binnenmaas 2010 3e herziening december 2014. |
Hoofdstuk 3 Seksinrichtingen, sekswinkels, straatprostitutie e.d.
Afdeling 1 Begripsbepalingen …………………………………………………………………… 29
Artikel 3:2 Bevoegd bestuursorgaan
Afdeling 2 Seksinrichtingen, straatprostitutie, sekswinkels en dergelijke… 30
Artikel 3:5 Gedragseisen exploitant en beheerder
Artikel 3:7 Tijdelijke afwijking sluitingstijden; (tijdelijke) sluiting
Artikel 3:8 Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder
Artikel 3:11 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch-pornografische goederen, afbeeldingen en dergelijke
Afdeling 3 Beslissingstermijn: weigeringsgronden…………………………………… 32
Artikel 3:12 Beslissingstermijn
Artikel 3:13 Weigeringsgronden
Afdeling 4 Beëindiging exploitatie; wijziging beheer………………………………… 33
Hoofdstuk 4 Bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de gemeente
Afdeling 1 Geluidhinder en verlichting…………………………………………………….. 34
Artikel 4:2 Aanwijzing collectieve festiviteiten
Artikel 4:3 Kennisgeving incidentele festiviteiten
Artikel 4:4 Verboden incidentele festiviteiten
Artikel 4:5 Onversterkte muziek
Artikel 4:6 Overige geluidhinder
Afdeling 2 Bodem-, weg- en milieuverontreiniging…………………………………… 36
Artikel 4:8 Natuurlijke behoefte doen
Artikel 4:9 Toestand van sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten gebouwen
Afdeling 3 Het bewaren van houtopstanden…………………………………………….. 37
Artikel 4:10A Begripsbepalingen
Artikel 4:10B Kapverbod monumentale bomen
Artikel 4:10C Kapverbod houtopstand
Artikel 4:10D Monumentale bomen
Artikel 4:10G Beperking geldigheidsduur
Artikel 4:10I Herplant-/ instandhoudingsplicht
Artikel 4:10J Schadevergoeding
Artikel 4:10K Bestrijding boomziekten
Artikel 4:10L Bescherming gemeentelijke houtopstand
Afdeling 4 Maatregelen tegen ontsiering en stankoverlast………………………. 41
Artikel 4:13 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen enz.
Artikel 4:14 Stankoverlast door gebruik van meststoffen
Artikel 4:16 Vergunningsplicht lichtreclame
Afdeling 5 Kamperen buiten kampeerterreinen………………………………………… 42
Artikel 4:18 Recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen
Hoofdstuk 5 Andere onderwerpen betreffende de huishouding der gemeente
Afdeling 1 Parkeerexcessen……………………………………………………………………….. 43
Artikel 5:2 Parkeren van voertuigen van autobedrijf e.d.
Artikel 5:3 Te koop aanbieden van voertuigen
Artikel 5:4 Defecte voertuigen
Artikel 5:6 Kampeermiddelen e.a
Artikel 5.6A Overnachten in voertuigen.
Artikel 5:7 Parkeren van reclamevoertuigen
Artikel 5:8 Parkeren van grote voertuigen
Artikel 5:9 Parkeren van uitzichtbelemmerende voertuigen
Artikel 5:10 Parkeren van voertuigen met stankverspreidende stoffen
Artikel 5:11 Aantasting groenvoorzieningen door voertuigen
Artikel 5:12 Overlast van fiets of bromfiets
Afdeling 2 Collecteren…………………………………………………………………………………. 46
Artikel 5:13 Inzameling van geld of goederen
Afdeling 3 Venten……………………………………………………………………………………….. 46
Artikel 5:16 Vrijheid van meningsuiting
Afdeling 4 Standplaatsen……………………………………………………………………………. 46
Artikel 5:18 Standplaatsvergunning en weigeringsgronden
Artikel 5:19 Toestemming rechthebbende
Artikel 5:20 Afbakeningsbepalingen
Artikel 5:21 Aanhoudingsplicht
Afdeling 5 Snuffelmarkten…………………………………………………………………………. 47
Artikel 5:23 Organiseren van een snuffelmarkt
Afdeling 6 Openbaar water……………………………………………………………………….. 47
Artikel 5:24 Voorwerpen op, in of boven openbaar water
Artikel 5:25 Ligplaats woonschepen en overige vaartuigen
Artikel 5:26 Aanwijzingen ligplaats
Artikel 5:27 Verbod innemen ligplaats
Artikel 5:28 Beschadigen van waterstaatswerken
Artikel 5:30 Veiligheid op het water
Artikel 5:31 Overlast aan vaartuigen
Afdeling 7 Crossterreinen en gemotoriseerd en ruiterverkeer in natuurgebieden………………………………………………………………………… 49
Artikel 5:33 Beperking verkeer in natuurgebieden
Afdeling 8 Verbod vuur te stoken………………………………………………………………. 50
Artikel 5:34 Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken
Afdeling 9 Verstrooiing van as……………………………………………………………………. 51
Artikel 5:36 Verboden plaatsen
Artikel 5:37 Hinder of overlast
Hoofdstuk 6 Straf-, overgangs- en slotbepalingen…………………….. 51
Artikel 6:3 Binnentreden woningen
Artikel 6:4 Inwerkingtreding nieuwe en intrekking oude verordening
Bijlagen …………………………………………………………………………………………………….52
Bijlage 1 Aangewezen gebied verbod op alcoholgebruik
Bijlage 2 Aangewezen uitlaat- en uitrengebieden
Bijlage 3 Aangewezen gebied verbod (hinderlijke) dieren.
Bijlage 4 Aangewezen gebied parkeerverbod recreatievoertuigen langer dan
drie dagen op de openbare weg.
Bijlage 5 Aangewezen gebied parkeerverbod grote voertuigen.
Bijlage 7 Formulier melding evenement
Bijlage 8 Kennisgevingformulier incidentele festiviteit
Bijlage 9 Aanvraagformulier Exploitatievergunning
Bijlage 10 Aanvraagformulier vrijstelling sluitingsuur
Bijlage 10A Bijlage bij formulier vrijstelling sluitingsuur (veiligheidsplan)
Bijlage 11 Aanvraagformulier standplaatsvergunning
Bijlage 12 Waardevolle bomenkaarten
tekening Bomenkaart Heinenoord d.d. 01-11-11
tekening Bomenkaart Mijnsheerenland d.d. 01-11-11
tekening Bomenkaart Blaaksedijk d.d. 01-11-11
tekening Bomenkaart Blauwe Steenweg & Smidsweg d.d. 01-11-11
tekening Bomenkaart Westmaas d.d. 01-11-11
tekening Bomenkaart Maasdam d.d. 01-11-11
tekening Bomenkaart Polderdijk & Zwanegatsedijk d.d. 01-11-11 tekening Bomenkaart Puttershoek d.d. 01-11-11
tekening Bomenkaart ’s-Gravendeel d.d. 01-11-11
tekening Bomenkaart ’s-Gravendeel (Schenkeldijk) d.d. 01-11-11
tekening Bomenkaart ’s-Gravendeel (Strijenseweg) d.d. 01-11-11
Bijlage 13 Kaarten Boswetgrens
tekening Boswetgrens Heinenoord d.d. 22-11-2011
tekening Boswetgrens Mollekade Heinenoord
tekening Boswetgrens Mijnsheerenland
tekening Boswetgrens Recreatieoord Mijnheerenland
tekening Boswetgrens Puttershoek
tekening Boswetgrens ’s-Gravendeel
tekening Boswetgrens ’s-Gravendeel Schenkeldijk
Bijlage 14 Checklist in- en uitrit aanleggen
hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
c.bevoegd gezag: bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van
de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
d.bouwwerk: bouwwerk als bedoeld in artikel 1 van de Bouwverordening
e.deugdelijk opruimmiddel: een middel dat gezien de vorm en constructie
als zodanig geschikt is voor het verwijderen van uitwerpselen;
Artikel 1:3 Indiening aanvraag
Artikel 1:4 Voorschriften en beperkingen
Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing
Elke vergunning of ontheffing is persoonsgebonden, tenzij bij wet of krachtens deze verordening anders is bepaald of de aard van de vergunning zich daartegen verzet.
Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd:
e.indien de houder dit verzoekt.
De vergunning of ontheffing geldt voor onbepaalde tijd, tenzij bij de vergunning of ontheffing anders is bepaald of de aard van de vergunning of ontheffing zich daartegen verzet.
De vergunning of ontheffing kan door het bevoegd gezag of het bevoegde bestuursorgaan worden geweigerd in het belang van:
Artikel: 1:9 Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is van toepassing voor de volgende artikelen in deze verordening:
Artikel 1:10 Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing voor de volgende artikelen in deze verordening:
Afdeling 1 Bestrijding van ongeregeldheden
Artikel 2:1 Samenscholing en ongeregeldheden
Hij die op een openbare plaats aanwezig is bij een voorval waardoor ongeregeldheden ontstaan of dreigen te ontstaan, of hij een tot toeloop van publiek aanleiding gevende gebeurtenis waardoor ongeregeldheden ontstaan of dreigen te ontstaan, dan wel zich bevindt in of aanwezig is bij een samenscholing, is verplicht op bevel van een buitengewoon opsporingsambtenaar of een ambtenaar van politie zijn weg te vervolgen of zich in de door hem aangewezen richting te verwijderen.
Afdeling 5 Bruikbaarheid en aanzien van de weg
Artikel 2:10 A Het plaatsen van voorwerpen op, aan of in de weg in strijd met de publieke functie van de weg
Artikel 2:10 B Afbakeningsbepalingen en uitzonderingen
Artikel 2:11 Aanleggen, opbreken, beschadigen en veranderen van een weg
activiteiten zijn verboden bij een bestemmingsplan, exploitatieplan,
beheersverordening of voorbereidingsbesluit;
Artikel 2:12 Maken, veranderen van een uitweg
1.Het is verboden een uitweg te maken naar de openbare weg of veranderingen aan te brengen in een bestaande uitweg naar de openbare weg.
De gemeente heeft als eigenaar en beheerder van de openbare wegen beleidsregels vastgesteld en op de gebruikelijke wijze bekend gemaakt, die betrekking hebben op het maken van een in- en uitrit. Deze regels zijn nader uitgewerkt in een
a.Checklist in- en uitritten (is er een meldingsplicht of vergunningsplicht)
Afdeling 6 Veiligheid op de weg
Artikel 2:13 Veroorzaken van gladheid [vervallen]
De rechthebbende op een bedrijf die winkelwagentjes ter beschikking stelt, mede ten behoeve van het vervoer van winkelwaren over de weg, is verplicht ze te voorzien van de naam van het bedrijf of een ander herkenningsteken, en de in de omgeving van dat bedrijf door het publiek op een openbare plaats achtergelaten winkelwagentjes terstond te verwijderen of te doen verwijderen.
Het is verboden zich met een winkelwagentje op de weg te bevinden buiten onmiddellijke omgeving van het bedrijf als bedoeld in het eerste lid of, indien het bedrijf is gelegen in een winkelcentrum, buiten de onmiddellijke omgeving van dat winkelcentrum. Als onmiddellijke omgeving wordt aangemerkt de weg of het weggedeelte, grenzende aan dat bedrijf of dat winkelcomplex en tevens een aan die weg of dat weggedeelte aansluitende parkeerplaats.
Artikel 2:15 Hinderlijke beplanting
Het is verboden beplanting aan te brengen of te hebben op zodanige wijze dat aan het wegverkeer het vrije uitzicht wordt belemmerd of daaraan op andere wijze hinder of gevaar oplevert dan wel op enige wijze hinder voor beheer-werkzaamheden oplevert. Dit is onlosmakelijk van toepassing op de wortels van de beplanting.
Artikel 2:15 A Hinder of gevaar voor het wegverkeer
Artikel 2:15 B Hinder voor beheerwerkzaamheden
a.geen beplanting of delen van beplanting over gemeentegrond
overhangt op geringere hoogte dan 4 m;
b.deze de beheerwerkzaamheden door de gemeente uit te voeren
niet belemmert op enige andere wijze;
4.De eigenaar of beheerder van overhangende beplanting is derhalve
gehouden zijn beplanting(en) tot op de erfgrens zodanig terug te snoeien
dat hinderlijke situaties worden vermeden.
Artikel 2:16 Openen straatkolken e.d.
Het is aan degene die daartoe niet bevoegd is verboden een straatkolk, rioolput, brandkraan of een andere afsluiting die behoort tot een openbare nutsvoorziening, te openen, onzichtbaar te maken of af te dekken.
Artikel 2:17 Kelderingangen e.d.
Artikel 2:18 Rookverbod in bossen en natuurterreinen
Artikel 2:19 Gevaarlijk of hinderlijk voorwerp
Artikel 2:20 Vallende voorwerpen [vervallen]
Artikel 2:20 A Gevaarlijke voorwerpen
Artikel 2:21 Voorzieningen voor verkeer en verlichting
Artikel 2:22 Objecten onder hoogspanningslijn
Artikel 2:23 Veiligheid op het ijs
het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr,LT), gemeten en beoordeeld buiten voor de gevel van de meest nabijgelegen gevoelige gebouwen mag niet meer bedragen dan 70 dB(A). De metingen, berekeningen en beoordeling van dit geluidniveau dient plaats te vinden overeenkomstig de “Handleiding meten en rekenen industrielawaai” (HMRI). Voor de beoordeling van het geluidniveau is, in afwijking van de genoemde Handleiding, géén strafcorrectie voor muziekgeluid van toepassing. Voor de beoordeling van het geluidniveau wordt geen bedrijfsduurcorrectie of gevelcorrectie toegepast;
Indien het vermoeden bestaat dat een evenement de openbare orde of de openbare veiligheid kan verstoren of het milieu of de volksgezondheid in gevaar komt kan de burgemeester, in afwijking van het eerst lid, bepalen dat het in artikel 2:25, eerste lid, gestelde verbod, onverkort geldt. De burgemeester zendt dit tegenbericht, als bedoeld in onderdeel j van het tweede lid, binnen een week na ontvangst van het kennisgevingsformulier.
Het is verboden bij een evenement de orde te verstoren.
Afdeling 8 Toezicht op openbare inrichtingen
Artikel 2:27 Begripsbepalingen
In deze afdeling wordt verstaan onder:
a.openbare inrichting: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden verstrekt of bereid danwel gelegenheid wordt gegeven anders dan om niet enigerlei eet- of drinkwaar te verkrijgen, af te halen of te verbruiken.
Onder een openbare inrichting wordt in ieder geval verstaan: een hotel, restaurant, afhaalgelegenheid, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis. Onder openbare inrichting wordt tevens verstaan een bij deze inrichting behorend terras en andere aanhorigheden;
b.terras: een buiten de besloten ruimte van de openbare inrichting liggend deel daarvan waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt.
Artikel 2:28 Exploitatie openbare inrichting
In afwijking van het bepaalde in artikel 2:10 A beslist de burgemeester in geval van een vergunningsaanvraag die ook betrekking heeft op een of meer bij de openbare inrichting behorende terrassen voorzover deze zich op de weg of een openbare plaats bevinden over de ingebruikneming van die weg of die openbare plaats ten behoeve van het terras.
De burgemeester kan aan de exploitant van een openbare inrichting vrijstelling verlenen van het in het eerste lid vervatte verbod, voor een openstelling voor bezoekers op vrijdagavond en zaterdagavond - en als naar zijn oordeel sprake is van een bijzonder geval op andere dagen - tot uiterlijk 03.00 uur de dag daarop volgend. Bij de beslissing op een aanvraag betreffende een vrijstelling let de burgemeester in het bijzonder op de woon- en leefsituatie in de omgeving van de openbare inrichting en/of de openbare orde. Alvorens de burgemeester overgaat tot verlening van een vrijstelling dient allereerst een veiligheidsplan ter beoordeling te worden overlegd aan de politie. Aan een vrijstelling worden voorschriften verbonden. Deze voorschriften hebben in elk geval betrekking op het tijdstip tot wanneer nieuwe bezoekers mogen worden toegelaten, het tijdstip waarop geen alcohol meer verstrekt mag worden, het omlaag brengen van het geluidsniveau en op het ontsteken van alle verlichting. Een vrijstelling wordt verleend voor de periode van maximaal 3 jaar.
De burgemeester kan aan de houder van een openbare inrichting, zijnde een discotheek, vrijstelling verlenen van het in het eerste lid vervatte verbod voor een openstelling voor bezoekers op vrijdagavond en zaterdagavond tot uiterlijk 05.00 uur de dag daarop volgend.
Bij de beslissing op een aanvraag betreffende een vrijstelling let de burgemeester in het bijzonder op de woon- en leefsituatie in de omgeving van de openbare inrichting en/of de openbare orde.
Voordat de burgemeester overgaat tot verlening van een vrijstelling dient allereerst een veiligheidsplan ter beoordeling te worden overlegd aan de politie. Aan een vrijstelling worden voorschriften verbonden.
Deze voorschriften hebben in elk geval betrekking op het tijdstip tot wanneer nieuwe bezoekers mogen worden toegelaten, het tijdstip waarop geen alcohol meer verstrekt mag worden, op het omlaag brengen van het geluidsniveau en op het ontsteken van alle verlichting. Een vrijstelling wordt verleend voor de periode van maximaal 3 jaar.
Artikel 2:30 Afwijking sluitingstijd; tijdelijke sluiting
Artikel 2:31 Verboden gedragingen
Artikel 2:32 Handel binnen openbare inrichtingen
Artikel 2:33 Ordeverstoring [vervallen – is opgenomen in artikel 2:31]
Artikel 2:34 Het college als bevoegd bestuursorgaan
Indien een openbare inrichting geen voor het publiek openstaand gebouw of bijbehorend erf is in de zin van artikel 174 van de Gemeentewet, treedt het college bij de toepassing van artikel 2:28 tot en met 2:30 op als bevoegd bestuursorgaan.
Afdeling 9 Toezicht op inrichtingen tot het verschaffen van
In deze afdeling wordt verstaan onder inrichting: elke al dan niet besloten ruimte waarin, in de uitoefening van beroep of bedrijf, aan personen de mogelijkheid van nachtverblijf of gelegenheid tot kamperen wordt verschaft
Artikel 2:36 Kennisgeving exploitatie
Degene die een inrichting opricht, overneemt, verplaatst of de exploitatie of feitelijke leiding van een inrichting staakt, is verplicht binnen drie dagen daarna daarvan schriftelijk kennis te geven aan de burgemeester.
1.De houder van een inrichting is verplicht een nachtregister, als bedoeld in
artikel 438 van het Wetboek van Strafrecht, bij te houden. In het
nachtregister worden tenminste de in artikel 2:38 van deze verordening
2.Het college kan van lid 1 ontheffing verlenen.
Artikel 2:38 Verschaffing gegevens nachtregister
Degene die in een inrichting nachtverblijf houdt, of de kampeerder, is verplicht de exploitant of feitelijk leidinggevende van die inrichting, volledig en naar waarheid naam, adres, woonplaats, geboortedatum, geboorteplaats, betrekking, type en nummer van het legitimatiebewijs, de dag van aankomst en de dag van vertrek te verstrekken.
Afdeling 10 Toezicht op speelgelegenheden
Artikel 2:39 Speelgelegenheden
speelgelegenheden waar de mogelijkheid wordt geboden om het kleine kansspel als bedoeld in artikel 7c van de Wet op de kansspelen te beoefenen, of te spelen op speelautomaten als bedoeld in artikel 30 van de Wet op de kansspelen, of de handeling als bedoeld in artikel 1, onder a, van de Wet op de kansspelen te verrichten.
Artikel 2:40 Kansspelautomaten
Afdeling 10A Recreatieterreinen
Artikel 2:40A Recreatieterreinen
Het is verboden een speeltoestel of andere voorziening op een recreatieterrein te gebruiken, anders dan met in achtneming van de daarbij aangegeven leeftijdsgrenzen en/of gebruiksvoorschriften, of anderszins te gebruiken op wijze die klaarblijkelijk niet overeenstemt met de bestemming van het speeltoestel.
Afdeling 11 Maatregelen tegen overlast en baldadigheid
Artikel 2:41 Betreden gesloten woning of lokaal
Artikel 2:42 Plakken en kladden
te plakken, te doen aanplakken, op andere wijze aan te brengen of
b.met kalk, krijt, teer of een kleur of verfstof een afbeelding, letter,
cijfer of teken aan te brengen of te doen aanbrengen.
3 Op dit lid 1 en 2 van dit artikel blijft artikel 4:15 van deze APV
Artikel 2:43 Vervoer plakgereedschap e.d.
Artikel 2:44 Vervoer inbrekerswerktuigen
Het is verboden op een openbare plaats te vervoeren of bij zich te hebben: lopers, valse sleutels, touwladders, lantaarns of enig ander gereedschap, voorwerp of middel, dat ertoe kan dienen zich onrechtmatig de toegang tot een gebouw of erf te verschaffen, onrechtmatig sluitingen te openen of te verbreken, diefstal door middel van braak te vergemakkelijken of het maken van sporen te voorkomen.
Artikel 2:45 Betreden van plantsoenen e.d.
1 Het is aan verboden zich te bevinden of vernielingen aan te richten in, aan of op bij de gemeente in onderhoud zijnde plantsoenen, bomen, bossages en groenstroken of in aanleg zijnde grasperken.
2 Het verbod in het eerste lid geldt niet voor het betreden van grasvelden.
Artikel 2:46 Rijden over bermen e.d.
Artikel 2:47 Hinderlijk gedrag op openbare plaatsen
beeld, monument, overkapping, constructie, openbare
toiletgelegenheid, voertuig, hekheining of andere afsluiting,
verkeersmeubilair en daarvoor niet bestemd straatmeubilair;
b.zich op een openbare plaats zodanig op te houden dat aan
weggebruikers of bewoners van nabij de weg gelegen woningen
onnodig overlast of hinder wordt veroorzaakt.
2.Het verbod geldt niet voorzover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 424, 426 bis of 431 van het Wetboek van Strafrecht of artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994.
Artikel 2:47 A Verplichte route
Artikel 2:48 Verboden drankgebruik
Artikel 2:49 Verboden gedrag bij of in gebouwen
Artikel 2:50 Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten
Het is verboden zich zonder redelijk doel op een voor anderen hinderlijke wijze op te houden in of op een voor het publiek toegankelijk portaal, telefooncel, wachtlokaal voor een openbaar vervoermiddel, parkeergarage, rijwielstalling of een andere soortgelijke, voor het publiek toegankelijke ruimte dan wel deze te verontreinigen of te bezigen voor een ander doel dan waarvoor de desbetreffende ruimte is bestemd.
Artikel 2:51 Neerzetten van fietsen e.d.
Het is verboden op een openbare plaats een fiets of een bromfiets te plaatsen of te laten staan tegen een raam, een raamkozijn, een deur, de gevel van een gebouw dan wel in de ingang van een portiek indien:
Artikel 2:52 Overlast van fiets of bromfiets op markt en kermisterrein e.d.
Het is verboden op de door het college of de burgemeester aangewezen uren en plaatsen zich met een fiets of bromfiets te bevinden op een door het college of de burgemeester aangewezen terrein waar een markt, kermis, uitvoering, bijeenkomst of plechtigheid gehouden wordt die publiek trekt, mits dit verbod kenbaar is aan de bezoekers van het terrein.
Artikel 2:53 Bespieden van personen
Artikel 2:54 Bewakingsapparatuur [vervallen]
Artikel 2:55 Nodeloos alarmeren [vervallen]
Artikel 2:56 Alarminstallaties [vervallen]
Artikel 2:57 Loslopende honden
Artikel 2:58 Verontreiniging door honden
Artikel 2:59 Gevaarlijke honden
Onverminderd het bepaalde in artikel 2:57, eerste lid onder c, geldt voor het bepaalde in het eerste lid bovendien dat de hond voorzien moet zijn van een elektronisch uitleesbare chip in bijvoorbeeld de nek, of een optisch leesbaar, niet- verwijderbaar identificatiekenmerk in bijvoorbeeld het oor of de buikwand.
muilkorf: een muilkorf vervaardigd van stevige kunststof, of van stevig leer of van beide stoffen, die door middel van een stevige leren riem rond de hals zondanig is aangebracht dat verwijdering zonder toedoen van de mens niet mogelijk is en die zondanig is ingericht dat de drager geen mens of dier kan bijten, dat de afgesloten ruimte binnen de korf een geringe opening van de bek toelaat en dat geen scherpe delen binnen de korf aanwezig zijn;
Artikel 2:60 Houden van hinderlijke of schadelijke dieren
Het is verboden op een krachtens het eerste lid aangewezen plaats daarbij aangeduide dieren aanwezig te hebben, dan wel aanwezig te hebben anders dan met inachtneming van de door het college gestelde regels, dan wel aanwezig te hebben in een groter aantal dan door het college is aangegeven. Aangewezen gebieden zijn vermeld in bijlage 3.
Artikel 2:61 Wilde dieren [vervallen]
De rechthebbende op vee dat zich bevindt in een aan een weg liggend weiland of terrein dat niet van die weg is afgescheiden door een deugdelijke veekering, is verplicht ervoor te zorgen dat zodanige maatregelen getroffen worden dat dit vee die weg niet kan bereiken.
Het is verboden in door het college aangewezen gebieden op of aan de weg of in een voor het publiek toegankelijk gebouw te bedelen om geld of andere zaken.
Afdeling 12 Bepalingen ter bestrijding van heling van goederen
In deze afdeling wordt verstaan onder handelaar: de handelaar als bedoeld in artikel 1 van de algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
Artikel 2:67 Verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister
Artikel 2:68 Voorschriften als bedoeld in artikel 437ter van het Wetboek van Strafrecht
De handelaar of een voor hem handelend persoon is verplicht:
a.de burgemeester binnen drie dagen schriftelijk in kennis te stellen:
1° dat hij het beroep van handelaar uitoefent met vermelding van zijn woonadres en het adres van de bij zijn onderneming behorende vestiging;
2° van een verandering van de onder a, sub l°, bedoelde adressen;
3° als hij het beroep van handelaar niet langer uitoefent;
4° dat hij enig goed kan verkrijgen dat redelijkerwijs van een misdrijf afkomstig is of voor de rechthebbende verloren is gegaan;
Artikel 2:69 Vervreemding van door opkoop verkregen goederen [vervallen]
Artikel 2:71 Begripsbepalingen
In deze afdeling wordt verstaan onder consumentenvuurwerk: Consumentenvuurwerk waarop het Besluit van 22 januari 2002, houdende nieuwe regels met betrekking tot consumenten- en professioneel vuurwerk (Vuurwerkbesluit) van toepassing is.
Artikel 2:72 Ter beschikking stellen van consumentenvuurwerk tijdens de verkoopdagen.
Het is verboden in de uitoefening van een bedrijf of nevenbedrijf consumentenvuurwerk ter beschikking te stellen dan wel voor het ter beschikking stellen aanwezig te houden, zonder een vergunning van het college van de gemeente waar het bedrijf is of zal worden gevestigd.
Artikel 2:73 Bezigen van consumentenvuurwerk tijdens de jaarwisseling
Artikel 2:74 Drugshandel op straat
Onverminderd het bepaalde in de Opiumwet is het verboden op of aan de weg post te vatten of zich daar heen en weer te bewegen en zich op of aan wegen in of op een voertuig te bevinden of daarmee heen en weer of rond te rijden, met het kennelijke doel om middelen als bedoeld in artikel 2 en 3 van de Opiumwet, of daarop gelijkende waar, al dan niet tegen betaling af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen.
artikel 2:74 A Openlijk gebruik van drugs
Het is verboden op of aan de weg, op een voor publiek toegankelijke plaats of in een voor publiek toegankelijk gebouw, middelen als bedoeld in de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet te gebruiken, toe te dienen, dan wel voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen en/of stoffen voorhanden te hebben.
Afdeling 15 Bestuurlijke ophouding, veiligheidsrisicogebieden en cameratoezicht op openbare plaatsen en gebiedsontzegging
Artikel 2:75 Bestuurlijke ophouding
De burgemeester kan overeenkomstig artikel 154a van de Gemeentewet besluiten tot het tijdelijk doen ophouden van door hem aangewezen groepen van personen op een door hem aangewezen plaats indien deze personen het bepaalde in artikel 2:1, 2:10A, 2:11, 2:16, 2:19, 2:47, 2:48, 2:49, 2:50, 2:73, 5:34 van deze verordening groepsgewijs niet naleven.
Artikel 2:76 Veiligheidsrisicogebieden
De burgemeester kan overeenkomstig artikel 151b van de Gemeentewet bij verstoring van de openbare orde door de aanwezigheid van wapens, dan wel bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, een gebied, met inbegrip van de daarin gelegen voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven, aanwijzen als veiligheidsrisicogebied.
Artikel 2:77 Cameratoezicht op openbare plaatsen
Artikel 2:78 Gebiedsontzeggingen
De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantastingen van het woon- of leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de gezondheid of de zedelijkheid aan een persoon die strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verrichten een bevel geven zich gedurende ten hoogste 48 uur niet in een of meer bepaalde delen van de gemeente op een openbare plaats op te houden.
In het geval van overtredingen als bedoeld in het eerste lid ofmet het oog op de in het eerste lid genoemde belangen kan de burgemeester aan een persoon aan wie tenminste eenmaal een bevel als bedoeld in dat lid is gegeven en die opnieuw één of meer van de bovengenoemde overtredingen begaat ofstrafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verricht, een bevel geven zich gedurende ten hoogste 4 weken niet in een of meer bepaalde delen van de gemeente op een openbare plaats op te houden.
Hoofdstuk 3 Seksinrichtingen, sekswinkels, straat-prostitutie e.d.
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
seksinrichting: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
Artikel 3:2 Bevoegd bestuursorgaan
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder bevoegd bestuursorgaan: het college of, voorzover het betreft voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven als bedoeld in artikel 174 van de Gemeentewet, de burgemeester.
Met het oog op de in artikel 3:13 genoemde belangen, kan het college over de uitoefening van de bevoegdheden zoals genoemd in dit hoofdstuk nadere regels vaststellen.
Afdeling 2 Seksinrichtingen, straatprostitutie, sekswinkels en dergelijke
Artikel 3:5 Gedragseisen exploitant en beheerder
binnen de laatste vijf jaar onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van zes maanden of meer door de rechter in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba, dan wel door een andere rechter wegens een misdrijf waarvoor naar Nederlands recht een bevel tot voorlopige hechtenis ingevolge artikel 67, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering is toegelaten;
binnen de laatste vijf jaar bij tenminste twee rechterlijke uitspraken onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke geldboete van 500 euro of meer of tot een andere hoofdstraf als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a van het Wetboek van Strafrecht, wegens dan wel mede wegens overtreding van:
De exploitant of de beheerder is binnen de laatste vijf jaar geen exploitant of beheerder geweest van een seksinrichting of escortbedrijf die voor ten minste een maand door het bevoegde bestuursorgaan is gesloten, of waarvan de vergunning bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, is ingetrokken, tenzij aannemelijk is dat hem terzake geen verwijt treft.
Artikel 3:7 Tijdelijke afwijking sluitingstijden; (tijdelijke) sluiting
Artikel 3:8 Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder
De exploitant en/of de beheerder zien er voortdurend op toe dat in, vanuit of via het escortbedrijf:
geen strafbare feiten plaatsvinden, waaronder in ieder geval de feiten genoemd in de titels XIV (misdrijven tegen de zeden), XVIII (misdrijven tegen de persoonlijke vrijheid), XX (mishandeling), XXII (diefstal) en XXX (heling) van het Tweede Boek van het Wetboek van Strafrecht, in de Opiumwet en in de Wet wapens en munitie; en
De burgemeester kan met het oog op de in artikel 3:13, tweede lid, genoemde belangen personen aan wie ten minste eenmaal een bevel is gegeven als bedoeld in het derde lid hij besluit verbieden zich gedurende een bepaalde termijn, anders dan in een openbaar middel van vervoer, te bevinden op of aan de wegen en op de tijden bedoeld in het eerste lid.
Het is de rechthebbende op een onroerende zaak verboden daarin een sekswinkel te exploiteren in door het college in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving aangewezen gebieden of delen van de gemeente.
Artikel 3:11 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch-pornografische goederen, afbeeldingen en dergelijke
Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op het tentoonstellen, aanbieden of aanbrengen van goederen, opschriften, aankondigingen, gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen, die dienen tot het openbaren van gedachten en gevoelens als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Grondwet.
Afdeling 4 Beëindiging exploitatie; wijziging beheer
Artikel 3:14 Beëindiging exploitatie
Het beheer kan worden uitgeoefend door een nieuwe beheerder, indien het bevoegd bestuursorgaan op aanvraag van de exploitant heeft besloten de verleende vergunning overeenkomstig de wijziging in het beheer te wijzigen. Het bepaalde in artikel 3:13, eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing.
Hoofdstuk 4 Bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de gemeente
Afdeling 1 Geluidhinder en verlichting
In deze afdeling wordt verstaan onder:
geluidsgevoelige terreinen met uitzondering
van terreinen behorende bij de betreffende
h.onversterkte muziek: muziek die niet elektronisch is versterkt;
Artikel 4:2 Aanwijzing collectieve festiviteiten
De voorwaarden met betrekking tot de verlichting ten behoeve van sportbeoefening in de buitenlucht als bedoeld in artikel 3.148, eerste lid, van het Besluit gelden niet voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen.
Artikel 4:3 Kennisgeving incidentele festiviteiten
Het is een inrichting toegestaan maximaal 12 incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden waarbij de geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit en artikel 4:5 van deze verordening met 20 dB worden verhoogd, mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld. .
Het is een inrichting toegestaan om tijdens maximaal 12 incidentele festiviteiten per kalenderjaar de verlichting langer aan te houden ten behoeve van sportactiviteiten waarbij artikel 4.113, eerste lid, van het Besluit niet van toepassing is, mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.
van extra muziek - hoger dan de geluidsnorm als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit en artikel 4:5 van deze verordening - uiterlijk om 23:00 uur beëindigd.
Artikel 4:4 Verboden incidentele festiviteiten
Het is verboden een incidentele festiviteit te organiseren, toe te laten, feitelijk te leiden of daaraan deel te nemen indien de burgemeester het organiseren van een incidentele festiviteit verboden heeft wanneer naar zijn oordeel de woon- en leefsituatie in de omgeving van de inrichting en/of openbare orde op ontoelaatbare wijze wordt beïnvloed.
Artikel 4:5 Onversterkte muziek
2.Voor de duur van 4 uur in de week is onversterkte muziek, vanwege het
oefenen door muziekgezelschappen zoals orkesten, harmonie- en fanfare-
gezelschappen, in een inrichting gedurende de dag- en avondperiode
uitgezonderd van de genoemde geluidsniveaus in het eerste lid.
Artikel 4:6 Overige geluidhinder
Afdeling 2 Bodem-, weg- en milieuverontreiniging
Het is verboden op een door het college ten behoeve van de werkzaamheden van de gemeentelijke reinigingsdienst aangewezen weggedeelte, een voertuig te parkeren of enig ander voorwerp te laten staan gedurende een daarbij aangeduide tijdsperiode.
Artikel 4:8 Natuurlijke behoefte doen
Het is verboden binnen de bebouwde kom op een openbare plaats zijn natuurlijke behoefte te doen buiten daarvoor bestemde plaatsen.
Artikel 4:9 Toestand van sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten gebouwen
Sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten gebouwen mogen zich niet bevinden in een toestand die gevaar oplevert voor de veiligheid, nadeel voor de gezondheid of hinder voor de gebruikers van de gebouwen of voor anderen.
Afdeling 3 Het bewaren van houtopstanden
Artikel 4:10 A Begripsomschrijvingen
In deze afdeling wordt verstaan onder:
vellen: rooien; kappen; verplanten; het snoeien van meer dan 20 procent van de kroon of het wortelgestel, met inbegrip van kandelaberen; het verrichten van handelingen, zowel boven- als ondergronds, die de dood, de ernstige beschadiging of de ernstige ontsiering van de houtopstand ten gevolge kunnen hebben.
Artikel 4:10 B Kapverbod monumentale bomen
Artikel 4:10 C Kapverbod houtopstand
Artikel 4:10 D Monumentale bomen
De omgevingsvergunning voor het vellen van een houtopstand moet schriftelijk en gemotiveerd worden aangevraagd door of namens, dan wel met toestemming van degene die krachtens zakelijk recht of door degene die krachtens publiekrechtelijke bevoegdheid gerechtigd is over de houtopstand te beschikken, onder overlegging van een overzicht van de overige vergunningen, ontheffingen of toestemmingen die nodig zijn voor de realisatie van een project.
Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de vergunning voor het vellen van een houtopstand als bedoeld in artikel 4:10 C, onder verwijzing naar beleid worden geweigerd indien de belangen van verlening niet opwegen tegen de belangen van behoud van de houtopstand op basis van één of meer van de volgende waarden van de houtopstand:
Artikel 4:10 G Beperking geldigheidsduur
In het geval het een omgevingsvergunning voor het vellen van meer dan één boom betreft, is de omgevingsvergunning voor alle bomen slechts één jaar geldig, ook als in fasen geveld wordt of één boom of enkele bomen al geveld zijn, behoudens de in het eerste lid gestelde bevoegdheid tot het gunnen van een langere termijn.
Tot aan de omgevingsvergunning te verbinden voorschriften kan het voorschrift behoren dat pas tot vellen van houtopstand op en bij bouw- en aanlegwerken of andere ruimtelijke herinrichting of reconstructie mag worden overgegaan indien andere vergunningen, ontheffingen, toestemmingen of ruimtelijke ordeningsprocedures onherroepelijk geworden zijn en de feitelijke en financiële voortgang van de werken voldoende gewaarborgd is.
Artikel 4:10 I Herplant /instandhoudingplicht
Indien houtopstand waarop het verbod tot vellen van toepassing is, zonder vergunning of ontheffing van het bevoegd gezag is geveld, dan wel op andere wijze teniet is gegaan, kan het bevoegd gezag aan de zakelijk gerechtigde tot de grond waarop zich de houtopstand bevond dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen te herplanten overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn.
Indien houtopstand waarop het verbod tot vellen van toepassing is in het voortbestaan ernstig worden bedreigd, kan het bevoegd gezag aan de zakelijk gerechtigde tot de grond waarop zich de houtopstand bevindt dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen om:
Artikel 4:10 J Schadevergoeding
Burgemeester en wethouders beslissen op grond van artikel 17 Boswet op een verzoek tot schadevergoeding bij weigering van vergunning of ontheffing tot vellen.
Artikel 4:10 K Bestrijding van boomziekten
Indien zich op een terrein één of meer bomen bevinden die naar het oordeel van het bevoegd gezag gevaar opleveren van verspreiding van een boomziekte of voor vermeerdering van de ziekteverspreiders zoals insecten, is de rechthebbende, indien hij daartoe door het bevoegd gezag is aangeschreven, verplicht binnen de bij aanschrijving vast te stellen termijn:
Artikel 4:10 L Bescherming gemeentelijke houtopstand
Afdeling 4 Maatregelen tegen ontsiering en stankoverlast
Artikel 4:13 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen enz.
Het is verboden op een door het college aangewezen plaats buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, in de openlucht en buiten de weg gelegen in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast dan wel voorkoming van schade aan de openbare gezondheid, de volgende voorwerpen of stoffen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben:
Artikel 4:14 Stankoverlast door gebruik van meststoffen [vervallen]
1.Het is verboden op of aan een onroerende zaak handelsreclame te maken
of te voeren met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in
welke vorm dan ook, die vanaf de weg zichtbaar is indien:
d.overlast voor gebruikers van een in de nabijheid gelegen
gedeelte van een onroerende zaak, die niet kennelijk gericht zijn op
zichtbaarheid vanaf de openbare weg;
b.opschriften of aankondigingen op of aan onroerende zaken, daartoe
c.opschriften of aankondigingen kleiner dan 0,5 m2 en waarvan de
langste zijde korter dan 1 meter is, die betrekking hebben op:
deze opschriften zijn aangebracht op borden bij of op de in
uitvoering zijnde bouwwerken zelf, zulks voor zolang zij feitelijk
e.opschriften, aankondigingen of afbeeldingen die betrekking hebben
op het aanbieden van binnen onze gemeente door agrariërs
3.Het verbod in het eerste lid geldt niet voor opschriften of aankondigingen
van lokale evenementen zonder winstoogmerk en van kennelijk tijdelijke
aard, voor zolang zij feitelijk betekenis hebben, mits:
a.van het aanbrengen ervan tevoren schriftelijk ter kennisgeving is
b.het college niet binnen twee weken na ontvangst van die
kennisgeving van enig bezwaar heeft doen blijken;
Afdeling 5 Kamperen buiten kampeerterreinen
In deze afdeling wordt onder kampeermiddel verstaan: Een onderkomen of voertuig waarvoor geen omgevingsvergunning is vereist voor de activiteit Bouwen in de zin van artikel 2.1 lid a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en wordt gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
Artikel 4:18 Recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen
Artikel 4:19 Aanwijzing kampeerplaatsen
artikel 4:20 Ontheffing nachtvissen
Nachtvissen is uitsluitend toegestaan in de Binnenbedijkte Maas (de Binnenmaas) en de Boezemvliet (gedeelte Maasdam tot scheiding Puttershoek bij de trambrug) en onder de navolgende voorwaarden.
1.De visser dient naast de landelijke Vispas te beschikken over een
vergunning voor het nachtvissen welke wordt uitgegeven door de
hengelsportverenigingen HSV Binnenmaas.
2.Het is niet toegestaan te nachtvissen in de kern Maasdam aan de
Polderdijk achter de manege en de tennisbaan vanwege kwetsbare
oevervegetatie en op het eiland achter de bungalows aan de Binnenmaasoever.
3.Het is eveneens niet toegestaan te nachtvissen vanaf het recreatieoord
Binnenmaas en vanaf het openbaar gebied achter de Munnikenweg ter
hoogte van de woningen aan de Grote Riethure 1 t/m 3 in Westmaas.
Daarnaast is het verboden zowel overdag als ’s nachts te vissen vanaf de
strandjes van Mijnsheerenland en Westmaas.
4.De visser en zijn gezelschap veroorzaken geen nachtelijk lawaai en laten
neutrale groene, bruine of camouflagekleur hebben.
7.De afstand tussen de paraplu en de waterkant mag groter zijn dan
3 meter. Als waterkant wordt gerekend daar waar het water de oever
Hoofdstuk 5 Andere onderwerpen betreffende de huishouding der gemeente
In deze afdeling wordt verstaan onder:
Artikel 5:2 Parkeren van voertuigen van autobedrijf e.d.
Artikel 5:3 Te koop aanbieden van voertuigen
Artikel 5:4 Defecte voertuigen
Het is verboden een voertuig waarmee als gevolg van andere dan eenvoudig te verhelpen gebreken niet kan of mag worden gereden, langer dan op drie achtereenvolgende dagen op de weg te parkeren.
Artikel 5:5 Voertuigwrakken en weesfietsen
Artikel 5:6 Kampeermiddelen e.a.
3.Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voorzover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Provinciaal wegenreglement of de Provinciale landschapsverordening.
Artikel 5:6a Overnachten in voertuigen
Artikel 5:7 Parkeren van reclamevoertuigen
Artikel 5:8 Parkeren van grote voertuigen
niet langer dan drie achtereenvolgende dagen op de weg worden geplaatst of gehouden.
Artikel 5:9 Parkeren van uitzichtbelemmerende voertuigen
Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter, op de weg te parkeren bij een voor bewoning of ander dagelijks gebruik bestemd gebouw op zodanige wijze dat daardoor het uitzicht van bewoners of gebruikers vanuit dat gebouw op hinderlijke wijze wordt belemmerd of hen anderszins hinder of overlast wordt aangedaan.
b gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt voor het
uitvoeren van werkzaamheden waarvoor de aanwezigheid van het
voertuig ter plaatse noodzakelijk is.
Artikel 5:10 Parkeren van voertuigen met stankverspreidende stoffen
Artikel 5:11 Aantasting groenvoorzieningen door voertuigen
Artikel 5:13 Inzameling van geld of goederen
Onder een inzameling van geld of goederen wordt mede verstaan: het bij het aanbieden van goederen, waartoe ook worden gerekend geschreven of gedrukte stukken, dan wel bij het aanbieden van diensten aanvaarden van geld of goederen, indien daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd.
Artikel 5:24 Voorwerpen op, in of boven openbaar water
Het is in verband met de veiligheid op het openbaar water verboden een voorwerp, niet zijnde een vaartuig, op, in of boven openbaar water te plaatsen, aan te brengen of te hebben, indien dit door zijn omvang of vormgeving, constructie of plaats van bevestiging gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van het openbaar water of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan dan wel een belemmering vormt voor het doelmatig beheer en onderhoud van het openbaar water.
Het verbod in het eerste lid geldt niet voorzover in de daarin geregelde onderwerpen wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, Vaarwegenverordening Zuid-Holland, de Telecommunicatiewet of de daarop gebaseerde Telecommunicatie-verordening.
Artikel 5:25 Ligplaats woonschepen en overige vaartuigen
Het verbod in het eerste lid geldt niet voorzover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door Woonbotenverordening voor de gemeente Binnenmaas 2009, de Wet milieubeheer, het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de Vaarwegenverordening Zuid-Holland of de Verordening Bescherming Landschap en Natuur Zuid-Holland.
Artikel 5:26 Aanwijzingen ligplaats
Onverminderd het krachtens het tweede lid van artikel 5:25 bepaalde kan het college aan de rechthebbende op een vaartuig aanwijzingen geven met betrekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, de milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente.
Artikel 5:27 Verbod innemen ligplaats
Het is verboden een ligplaats in te nemen, te hebben of beschikbaar te stellen in strijd met het krachtens artikel 5:26, tweede lid bepaalde.
Artikel 5:28 Beschadigen van waterstaatswerken
Het is verboden schade toe te brengen aan of veranderingen aan te brengen in de toestand van bij de gemeente in beheer zijnde openbare wateren, havens, dijken, wallen, kaden, trekpaden, beschoeiingen, oeverbegroeiing, bruggen, zetten, duikers, pompen, waterleidingen, gordingen, aanlegpalen, stootpalen, bakens of sluizen.
Het is verboden een voor het redden van drenkelingen bestemd en daartoe bij het water aangebracht voorwerp te gebruiken voor een ander doel dan wel voor dadelijk gebruik ongeschikt te maken.
Artikel 5:30 Veiligheid op het water
Artikel 5:31 Overlast aan vaartuigen
Afdeling 7 Crossterreinen en gemotoriseerd en ruiterverkeer in natuurgebieden
Het is verboden op enig terrein, geen weg zijnde, met een motorvoertuig artikel 1, onderdeel z, en een bromfiets als bedoeld in artikel 1, onderdeel i van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 een wedstrijd dan wel, ter voorbereiding van een wedstrijd, een trainings- of proefrit te houden of te doen houden dan wel daaraan deel te nemen, dan wel een motorvoertuig of een bromfiets met het kennelijke doel daartoe aanwezig te hebben.
Artikel 5:33 Beperking verkeer in natuurgebieden
Het is verboden binnen voor publiek toegankelijke natuurgebieden, parken, plantsoenen of voor recreatief gebruik beschikbare terreinen te rijden of zich te bevinden met een motorvoertuig als bedoeld in artikel 1, onder z, Reglement Verkeersregels en verkeerstekens 1990, een bromfiets als bedoeld in artikel 1, onder i, Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 of met een fiets of een paard.
en van andere krachtens artikel 29, eerste lid, Reglement
verkeersregels en verkeerstekens 1990 door de minister van Verkeer
en Waterstaat aangewezen hulpverleningsdiensten;
b.die worden gebruikt in verband met beheer, onderhoud of exploitatie
van de terreinen als in het eerste lid bedoeld;
c.die worden gebruikt in verband met werken die krachtens wettelijk
voorschrift moeten worden uitgevoerd;
d.van de zakelijk gerechtigden, huurders en pachters van percelen die
gelegen zijn binnen de terreinen als in het eerste lid bedoeld;
e.voor het verkeer ten behoeve van bezoek en van de verzorging van de
b.binnen de bij of krachtens de Verordening Bescherming Landschap en
Natuur Zuid-Holland aangewezen stiltegebieden ten aanzien van
motorrijtuigen die bij of krachtens die verordening zijn aangewezen als
5.Het college kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.
Afdeling 9 Verstrooiing van as
In deze afdeling wordt verstaan onder incidentele asverstrooiing: het verstrooien van as als bedoeld in de Wet op de lijkbezorging op een door de overledene of nabestaande(n) gewenste plek buiten een permanent daartoe bestemd terrein.
Artikel 5:36 Verboden plaatsen
1.Incidentele asverstrooiing is verboden op alle plaatsen die daartoe niet
2.De verboden plaatsen als bedoeld in het voorgaande lid zijn alle andere
plaatsen dan de door het college aangewezen strooivelden.
3.Het college kan op verzoek van de nabestaande die zorgdraagt voor de asbus op grond van bijzondere omstandigheden ontheffing verlenen van het verbod uit het eerste lid, behoudens de gemeentelijke begraafplaatsen en crematoriumterreinen.
Artikel 5:37 Verbod om as te verstrooien als dit overlast veroorzaakt.
Wanneer ontheffing is verleend door het college van het verbod in artikel 5:36 lid
1, is het verboden as te verstrooien indien daardoor hinder of overlast voor
Hoofdstuk 6 Straf-, overgangs- en slotbepalingen
Overtreding van een artikel in deze verordening en krachtens deze artikelen
gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten
hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie en kan bovendien
bestraft worden met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze
verordening zijn belast de bij besluit van het college dan wel de burgemeester
Artikel 6:3 Binnentreden woningen
Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften welke strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner.
Artikel 6:4 Inwerkingtreding 2e herziening verordening
Algemene plaatselijke verordening gemeente Binnenmaas 2010 3e herziening
december 2014 treedt in werking op 1 januari 2015.
Besluiten, genomen krachtens de verordening bedoeld in artikel 6:4, eerste lid, die golden op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening en waarvoor deze verordening overeenkomstige besluiten kent, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.
Deze verordening wordt aangehaald als: Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Binnenmaas 2010 3e herziening december 2014.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 11 december 2014.
Gepubliceerd op 19 december 2014 en in werking op 1 januari 2015.
drs. M.J.W. Tobeas mr. drs. A.J. Borgdorff
Bijlage 1Aangewezen gebieden verbod alcoholgebruik
Op 5 juni 2009 hebben burgemeester en wethouders besloten om met betrekking tot artikel 2:48 lid 2 de onderstaande gebieden aan te wijzen waar het verboden is alcoholhoudende dranken te gebruiken. Op grond van artikel 6:5 van de APV blijft deze aanwijzing van kracht:
Het gebied in de kern ’s-Gravendeel afgebakend door de volgende straten:
Vanuit noordelijke richting: Molendijk.
Vanuit oostelijke richting: Beneden Strijensedijk, Achterdijk en Frisostraat.
Vanuit westelijke richting: Alexanderstraat, Van Groningenstraat en Hendrik
Vanuit westelijke richting: Nieuw Bonaventuraseweg (N217), Boezembaan,
Het gebied in de kern Puttershoek afgebakend door de volgende straten:
Vanuit noordelijke richting: Weverseinde.
Vanuit oostelijke richting: Schouteneinde, Kastanjelaan en de Sportlaan.
Vanuit westelijke richting: Nassaulaan.
Vanuit westelijke richting: Groeneweg, Eikenlaan en de Gerrit de Voslaan.
Bijlage 2Aangewezen uitlaat- en uitrengebieden voor honden
Op 3 augustus 2010 hebben burgemeester en wethouders besloten om de onderstaande gebieden aan te wijzen. Op grond van artikel 6:5 van de APV blijft deze aanwijzing van kracht:
Raadhuisstraat (tevens uitrengebied).
Bijlage 3 Aangewezen gebied verbod (hinderlijke) dieren.
Op 21 juni 2011 hebben burgemeester en wethouders het perceel Munnikendijk
46D te Westmaas aangewezen als gebied waar het per 1 september 2011 niet is
toegestaan om meer dan twee katten aanwezig te hebben.
Op grond van artikel 6:5 van de APV blijft deze aanwijzing van kracht.
Bijlage 4Aangewezen gebiedenparkeerverbod recreatievoertuigen
langer dandrie achtereenvolgende dagen op de openbare
Op 31 maart 2009 hebben burgemeester en wethouders voor alle zes de kernen de bebouwde kom aangewezen waar het verboden is om op de openbare weg voertuigen dat voor recreatie of anderszins voor andere dan verkeersdoeleinden gebruikt wordt, langer dan drie dagen achtereenvolgend te parkeren.
Op grond van artikel 6:5 van de APV blijft deze aanwijzing gehandhaafd.
Bijlage 5 Aangewezen gebieden verbod grote voertuigen
Burgemeester en wethouders hebben voor alle zes de kernen de bebouwde kom
aangewezen (met uitzondering van de vrachtwagenparkeerplaatsen) waar het
gelet op het uiterlijk aanzien en de verdeling van de parkeerruimte verboden is
om een voertuig dat, met inbegrip van de lading, een lengte heeft van meer dan
6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter te parkeren.
Bijlage 7Formulier melding evenement
Bijlage 8Kennisgevingsformulier incidentele festiviteit
Bijlage 9Aanvraagformulier exploitatievergunning
Bijlage 10Aanvraagformuliervrijstelling sluitingsuur
Bijlage 10A Bijlage bij aanvraag vrijstelling sluitingsuur (veiligheidsplan)
Bijlage 11Aanvraagformulier standplaatsvergunning
Bijlage 12 Waardevolle bomenkaarten
tekening Bomenkaart Heinenoord d.d. 01-11-11
tekening Bomenkaart Mijnsheerenland d.d. 01-11-11
tekening Bomenkaart Blaaksedijk d.d. 01-11-11
tekening Bomenkaart Blauwe Steenweg & Smidsweg d.d. 01-11-11
tekening Bomenkaart Westmaas d.d. 01-11-11
tekening Bomenkaart Maasdam d.d. 01-11-11
tekening Bomenkaart Polderdijk & Zwanegatsedijk d.d. 01-11-11 tekening Bomenkaart Puttershoek d.d. 01-11-11
tekening Bomenkaart ’s-Gravendeel d.d. 01-11-11
tekening Bomenkaart ’s-Gravendeel (Schenkeldijk) d.d. 01-11-11
tekening Bomenkaart ’s-Gravendeel (Strijenseweg) d.d. 01-11-11
Bijlage 13 Kaarten Boswetgrens
tekening Boswetgrens Heinenoord d.d. 22-11-2011
tekening Boswetgrens Mollekade Heinenoord
tekening Boswetgrens Mijnsheerenland
tekening Boswetgrens Recreatieoord Mijnheerenland
tekening Boswetgrens Puttershoek
tekening Boswetgrens ’s-Gravendeel
tekening Boswetgrens ’s-Gravendeel Schenkeldijk
Checklist in- en uitritten aanleggen