Organisatie | Hulst |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening rioolheffing 2010 |
Citeertitel | Verordening rioolheffing 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Financiën / Belastingen / Leges |
Geen
Artikel 228a van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | 01-01-2014 | art. 6 | 08-11-2012 | Rb2012/63 | |
01-01-2012 | 01-01-2013 | Aanpassen tarieven | 22-12-2011 | Rb2011/108 | |
01-01-2011 | 01-01-2012 | Aampassen tarieven | 11-11-2010 | Rb2010/75 | |
01-01-2010 | 01-01-2011 | Nieuwe regeling | 17-12-2009 | Rb2009/94 |
De raad van de gemeente Hulst;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van ;
gelet op artikel 228a van de Gemeentewet;;
vast te stellen de volgende verordening:
VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN RIOOLHEFFING 2010
VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN RIOOLHEFFING 2010
Artikel 2: Aard van de belasting
Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
Artikel 4: Zelfstandige gedeelten
Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, worden de rechten geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als een geheel worden gebruikt, deze als één eigendom worden aangemerkt.
Artikel 5: Maatstaf van heffing
Het aantal kubieke meters afvalwater wordt gesteld op het aantal kubieke meters water dat in de laatste aan het begin van het belastingjaar voorafgaande verbruiksperiode naar het eigendom is toegevoerd of is opgepompt. Ingeval de verbruiksperiode niet gelijk is aan een periode van twaalf maanden, wordt de hoeveelheid water door herleiding naar tijdsgelang bepaald. Bij die herleiding wordt een gedeelte van een kalendermaand voor een volle maand gerekend.
Artikel 9: Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel voor het gebruikersdeel in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde gebruikersdeel als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel voor het gebruikersdeel in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde gebruikersdeel als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,00.
Artikel 10: Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in vier gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen een maand later.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, ingeval de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen minder bedraagt dan € 2.000,00 en aan de gemeente een machtiging tot automatische incasso is afgegeven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van de dagtekening van het aanslagbiljet nog kalendermaanden overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste zes bedraagt. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Artikel 11: Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rioolheffing.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Hulst van 17 december 2009.
De gemeenteraad van de gemeente Hulst,
De Raadsgriffier, De Raadsvoorzitter,
Bovenstaande verordening is gewijzigd bij raadsbesluit (RB2011/108) van 22 december 2011. De wijzigingen zijn in deze verordening verwerkt.