Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Ede

Verordening klachtbehandeling Ede 2005

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Ede
Officiële naam regelingVerordening klachtbehandeling Ede 2005
CiteertitelVerordening klachtbehandeling Ede 2005
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De verordening regelt de interne klachtbehandeling door het gemeentebestuur en de externe klachtbehandeling door de onafhankelijke Lokale Ombudscommissie Ede.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 149, lid hoofdstuk IVc
  2. Algemene wet bestuursrecht, art. titel 9.1
  3. Algemene wet bestuursrecht, art. titel 9.2

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

  • 1.

    Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200614-11-2013nieuwe regeling

30-06-2005

Ede Stad 21-12-2005

SG 2004 201

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening klachtbehandeling Ede 2005

De raad van de gemeente Ede;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 24 mei 2005, nummer AJZ 2005/813;

gelet op hoofdstuk IVc en artikel 149 van de Gemeentewet en titel 9.1 en 9.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

gehoord de ondernemingsraad;

overwegende dat ten gevolge van de inwerkingtreding van de Wet extern klachtrecht per 1 januari 2006;

Hoofdstuk 1 De voorprocedure

Artikel 1 In ontvangstneming van een schriftelijke klacht

Elke schriftelijk ingediende klacht wordt geregistreerd en direct doorgezonden aan degene die de klacht op grond van het bepaalde in artikel 2 behandelt.

Artikel 2 Klachtbehandelaar

Een klacht wordt namens het bestuursorgaan behandeld door:

  • a.

    een directeur, indien het een gedraging van een medewerker van zijn sector betreft;

  • b.

    de secretaris, indien het een gedraging van een directeur betreft;

  • c.

    de burgemeester, indien het een gedraging van de secretaris betreft;

  • d.

    de raadsgriffier, indien het een gedraging van een griffiemedewerker betreft;

  • e.

    de burgemeester, indien het een gedraging van de raadsgriffier betreft;

  • f.

    de burgemeester, indien het een gedraging van de raad, een commissie of van burgemeester en wethouders betreft;

  • g.

    de loco-burgemeester indien het een gedraging van de burgemeester betreft.

Artikel 3 Ontvangstbevestiging

  • 1. De klachtbehandelaar bevestigt terstond schriftelijk namens het bestuursorgaan de ontvangst van de klacht aan de klager.

  • 2. In de ontvangstbevestiging wordt meegedeeld wie de klacht zal behandelen en welke procedure daarbij wordt gevolgd.

  • 3. Degene, op wiens gedraging de klacht betrekking heeft, en de secretaris van de ombudscommissie ontvangen een afschrift van de klacht en de daarbij meegezonden stukken.

Artikel 4 Instelling Lokale ombudscommissie Ede

Er is een Lokale ombudscommissie Ede

Artikel 5 Zittingsduur

De leden van de Lokale ombudscommissie Ede kunnen eenmaal worden herbenoemd.

Artikel 6 Financiële middelen

  • 1. De leden van de Lokale Ombudscommissie Ede ontvangen per vergadering voor hun werkzaamheden de maximumvergoeding, die genoemd is in het eerste lid van artikel 14 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 2. De raad verschaft de Lokale Ombudscommissie Ede voldoende financiële middelen voor een goede uitoefening van zijn werkzaamheden.

Artikel 7 Bemiddeling

  • 1. De Lokale Ombudscommissie Ede kan gedurende een onderzoek de verzoeker en het bestuursorgaan voorstellen doen teneinde onderling tot een oplossing van de klacht te komen.

  • 2. De Lokale Ombudscommissie Ede brengt ook na een geslaagde bemiddeling een verslag uit.

Artikel 8 Werkinstructie

Voor zover de Lokale Ombudscommissie Ede dit nodig acht, maakt zij een werkinstructie voor haar werkzaamheden.

Artikel 9 Ontvangstbevestiging en toezending verzoekschrift

  • 1. De Lokale Ombudscommissie Ede bevestigt de ontvangst van het verzoekschrift schriftelijk aan de verzoeker.

  • 2. Indien zij een onderzoek als bedoeld in artikel 9:18 van de Algemene wet bestuursrecht instelt, zendt zij tevens een afschrift van het verzoekschrift aan het bestuursorgaan en aan degene over wiens gedragingen wordt geklaagd.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2006.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening klachtbehandeling Ede 2005.

Vastgesteld bij raadsbesluit van 27 juni 2005, nr. VR 2006/50a.

Artikelsgewijze toelichting op de Verordening klachtbehandeling Ede 2005

Artikel 1

Ingevolge het bepaalde in artikel 9:12a Algemene wet bestuursrecht dient elke schriftelijk, dan wel elektronisch ingediende klacht te worden geregistreerd. Deze registratie is onder meer van belang met het oog op de termijn van artikel 9:24 lid 1 Awb. Na registratie vindt doorzending plaats aan degene die de klacht op grond van artikel 2 behandelt.

Artikel 2

Met dit artikel is beoogd invulling te geven aan artikel 9:7 Algemene wet bestuursrecht. Daarin is bepaald dat de behandeling van een klacht dient te geschieden door een persoon die niet betrokken is geweest bij de gedraging waarop de klacht betrekking heeft.

De in artikel 2 weergegeven competentieverdeling vormt een waarborg voor deze eis van onpartijdigheid.

Artikel 3

Eerste lid

Op grond van het bepaalde in artikel 9:6 Algemene wet bestuursrecht dient het bestuursorgaan de ontvangst van het klaagschrift schriftelijk te bevestigen. Deze bevestiging vindt namens het bestuursorgaan plaats door de klachtbehandelaar, op basis van de in artikel 2 vermelde competentieverdeling.

Tweede lid

De klager wordt in de ontvangstbevestiging geïnformeerd over de procedure die zal worden doorlopen bij de behandeling van de klacht. Tevens wordt vermeld wie de klacht – op grond van de verdeling als vermeld in artikel 2 – in behandeling zal nemen.

Derde lid

Aangezien een klacht ingediend moet worden bij het bestuursorgaan en vervolgens afgehandeld wordt door een klachtbehandelaar, zal degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft op de hoogte gesteld moeten worden van het feit dat er een klacht tegen hem is ingediend. Dit is ook vereist op grond van artikel 9:9 Algemene wet bestuursrecht.

Gelet op het feit dat de interne klachtbehandeling de verplichte voorprocedure vormt voor een eventueel daarop volgende externe behandeling van de klacht door de ombudscommissie en het feit dat deze ombudscommissie ook over eigen onderzoeksbevoegdheden beschikt (zie artikel 9:26 Awb), wordt er ook een afschrift van de klacht verzonden aan de secretaris van de ombudscommissie.

Artikel 4

Met dit artikel wordt de verordening tevens een instellingsbesluit, dat wil zeggen dat bij vaststelling van deze verordening de ombudscommissie in het leven is geroepen. Er hoeft dus geen apart instellingsbesluit te worden genomen.

Artikel 5

De leden van de ombudscommissie worden voor de duur van 6 jaar door de raad benoemd. Deze termijn is wettelijk voorgeschreven in artikel 81w Gemeentewet en daarom niet in de verordening zelf opgenomen.

Gekozen is voor de mogelijkheid waarbij de leden voor een één periode kunnen worden herbenoemd. De bedoeling van een beperking van de zittingsduur van de leden van de ombudscommisise is om de gemeenteraad periodiek de gelegenheid te bieden om een lid van de ombudscommissie te (her) benoemen.

Artikel 7, eerste lid

Voorafgaand aan een onderzoek kan de ombudscommissie een poging doen om via bemiddeling tot een bevredigende oplossing voor de verzoeker te komen. Deze bemiddeling kan een meer of minder zware vorm aannemen.

Indien deze bemiddeling inderdaad tot een bevredigende oplossing leidt, hoeft de ombudscommissie op grond van het bepaalde in artikel 9:23, onder k Algemene wet bestuursrecht geen nader onderzoek uit te voeren.

De ombudscommissie in haar jaarverslag een overzicht van deze bemiddelingen publiceren. Aldus ontstaat er inzicht in de verhouding tussen het aantal bemiddelingen en het aantal onderzoeken en de aard van de bemiddelingen.

De ombudscommissie kan uitsluitend tot interventie overgaan indien zij bevoegd is om de gedraging te onderzoeken.

Artikel 7, tweede lid

Het oordeel over het handelen en de hieruit voortvloeiende aanbevelingen voor de organisatie legt de ombudscommissie neer in een rapport (nieuwe artikel 9:36 Awb) indien zij haar onderzoek voltooit. In het geval van een geslaagde bemiddelng zal de ombudscommissie doorgaans reden hebben om het onderzoek niet voort te zetten en komt zij aan het uitbrengen van een rapport en het geven van een oordeel niet toe. Het is echter wel gewenst dat de ombudscommissie ook in geval van een geslaagde bemiddeling haar bemoeienis afsluit met een schriftelijk stuk waarin zij verslag doet van het onderzoek en de bevindingen en van de resultaten van de bemiddeling.

Artikel 9

In dit artikel wordt bepaald dat er ten behoeve van een zorgvuldige behandeling van het verzoek een ontvangstbevestiging plaatsvindt waarin de te doorlopen procedure wordt vermeld.

Artikel 10

De wetgever heeft bepaald, dat de Wet extern klachtrecht op 1 januari 2006 in werking treedt.