Organisatie | Bernheze |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Centrumregeling Jeugdhulp Noordoost Brabant 2015 |
Citeertitel | Centrumregeling Jeugdhulp Noordoost Brabant 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | Nieuwe regeling | 30-10-2014 www.officielebekendmakingen.nl | Onbekend |
Hoofdstuk 2 Centrumconstructie: belangen, taken en bevoegdheden
De regeling is aangegaan met als doel het behartigen van de belangen van de gemeenten op het gebied van de doelmatige inkoop van de individuele voorzieningen en in ieder geval voor 2015 de flexibele jeugdhulp, volgens het systeem van bestuurlijk aanbesteden.
De gemeente ’s-Hertogenbosch wordt aangewezen als centrumgemeente.
De centrumgemeente wordt belast met:
aanbesteding van de individuele voorzieningen en jeugdbescherming, zoals omschreven in het Functioneel Ontwerp, volgens de methodiek van het bestuurlijk aanbesteden, evenals omschreven in het Functioneel Ontwerp en alle activiteiten die daarvoor noodzakelijk zijn, waaronder in ieder geval de organisatie/het uitvoeren van de overlegtafel, het opstellen van conceptcontracten en het bepalen van tarieven/budgetten per instelling (binnen het financiële kader van de regio);
In opdracht van de centrumgemeente verzorgt de gemeente Oss een deel van de in het eerste lid genoemde taken, waaronder in ieder geval het voorbereiden en organiseren van de aanbesteding van de individuele voorzieningen en jeugdbescherming, zoals omschreven in het Functioneel Ontwerp en alle activiteiten die daarvoor noodzakelijk zijn, zoals de organisatie/het uitvoeren van de overlegtafel.
Met het oog op een goede uitvoering van de taken en opdracht zorgt de centrumgemeente vóór 1 april voor een jaarplan Inkoop met uitgangspunten en doelstellingen voor het komende jaar. Dit jaarplan wordt aan alle colleges ter accordering voorgelegd. Als de meerderheid – op basis van de inwoneraantallen van minimaal vijf gemeenten – instemt, dan is dat het kader waarbinnen de centrumgemeente mandaat heeft in de onderhandelingen. Wordt de meerderheid niet gehaald, dan vindt verder overleg plaats over de inhoud van het jaarplan Inkoop. De jaarlijkse cyclus is in bijlage 2 opgenomen.
De gemeenten voorzien in een overlegstructuur door middel van het Regionaal Bestuurlijk Overleg Jeugd, zoals beschreven in bijlage 1 om te borgen dat de taken en opdracht zoals beschreven in de artikelen 4 en 5 goed worden uitgevoerd.
De gemeenten gaan niet over tot inkoop bij en onderhandeling met jeugdhulpaanbieders anders dan op basis van de gesloten Basisovereenkomst, met in achtneming van de afspraken zoals opgenomen in het Regionaal Transitiearrangement Jeugdzorg en het Functioneel Ontwerp voor 2015 en daarna het jaarplan Inkoop.
Hoofdstuk 3 Financiële bepalingen
Artikel 10 Kosten inkooporganisatie en wijze van risicoverdeling
De kosten van de inkooporganisatie en wijze van risicoverdeling van inzet van jeugdzorgmiddelen maken geen deel uit van deze regeling. De centrumgemeente zal ze, na advies van het Regionaal Bestuurlijk Overleg Jeugd, voorlopig jaarlijks door de colleges van de gemeenten laten vaststellen.
Hoofdstuk 4 Informatie en verantwoording
Artikel 11 Bestuurlijk overleg
Artikel 12 Ambtelijk overleg/fysieke overlegtafel
Artikel 13 Informatievoorziening gastgemeenten – centrumgemeente
De gastgemeenten leveren op aanvraag van de centrumgemeente alle informatie aan die de centrumgemeente voor de uitoefening van haar taken en opdracht als bedoeld in deze regeling nodig heeft.
Artikel 14 Informatievoorziening centrumgemeente – gastgemeenten
De centrumgemeente is het aanspreekpunt voor de aanbieders van de individuele voorzieningen en de flexibele jeugdhulp met betrekking tot alle contractuele afspraken en vraagstukken over de uitgevoerde inkoop en aanbesteding.
Hoofdstuk 5 Tussentijds toetreden, uittreden, wijzigen en opheffen
Artikel 16 Tussentijdse toetreding
Artikel 17 Tussentijdse uittreding
De centrumgemeente regelt in overleg met de gastgemeenten de financiële gevolgen en de overige gevolgen van de uittreding. Daarbij geldt als uitgangspunt dat de uittredende gemeente de kosten draagt die het rechtstreeks gevolg zijn van de uittreding en dat de overige gemeenten geen financieel nadeel van de uittreding ondervinden.
Artikel 18 Tussentijdse wijziging
Artikel 19 Tussentijdse opheffing
Hoofdstuk 6 Overige bepalingen
Artikel 20 Calamiteiten en geschillen
In geval van een geschil over de inhoud, strekking of uitvoering van deze regeling wordt eerst en vooral getracht dit op ambtelijk niveau tot een oplossing te brengen. Mocht dat niet slagen, dan wordt de kwestie aan het Regionaal Bestuurlijk Overleg Jeugd voorgelegd. Als dat niet leidt tot een oplossing, wordt het geschil voorgelegd aan de bevoegde rechter.
Artikel 21 Aansprakelijkheid centrumgemeente
De aansprakelijkheid van de centrumgemeente voor schade veroorzaakt door een toerekenbare tekortkoming bij de uitvoering van de in deze regeling opgenomen taken, wordt beperkt tot het bedrag dat de centrumgemeente voor haar werkzaamheden heeft ontvangen, tenzij haar grove schuld of opzet kan worden verweten.
Artikel 22 Aansprakelijkheid gemeente
Elke gemeente is individueel aansprakelijk voor alle schade veroorzaakt door een toerekenbare tekortkoming van de betreffende gemeente.
Artikel 24 Inwerkingtreding en duur van de regeling
Artikel 25 Onvoorziene omstandigheden
In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, treedt de centrumgemeente en de betreffende gastgemeente(n) in overleg. Dit wordt gemeld en/of geagendeerd tijdens de eerstvolgende bijeenkomst van het Regionaal Bestuurlijk Overleg Jeugd.
Artikel 26 Bekendmaking en toezending
Deze regeling wordt aangehaald als: Centrumregeling Jeugdhulp Noordoost Brabant 2015.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bernheze d.d.
Na verkregen toestemming van de gemeenteraad van ….. d.d.
Namens de gemeente ’s-Hertogenbosch
Namens de gemeente Mill en Sint Hubert
Namens de gemeente Sint Anthonis
Namens de gemeente Sint-Michielsgestel
Namens de gemeente Sint-Oedenrode
Bijlage 1 bij regeling centrumgemeente: voorstel voor de overlegstructuur
De centrumgemeente voert overleg met de gastgemeenten over de voortgang en te nemen besluiten. We sluiten daarbij aan bij bestaande overleggen.
We kennen al het regionaal bestuurlijk overleg (RBO Jeugd) waar de portefeuillehouders jeugd van de 19 gemeenten bijeenkomen voor (tot nu toe) beleidsmatige afstemming. Dit RBO wordt ook het bestuurlijk platform voor de centrumgemeente. Zo is gemakkelijk een verbinding te leggen tussen de werkzaamheden van de centrumgemeente en het jeugd- en jeugdhulpbeleid in de regio.
Het RBO Jeugd komt minimaal 3 keer per jaar bij elkaar, of vaker als gemeenten dat nodig vinden.
Het RBO bespreekt het jaarplan Inkoop (zie bijlage 2 over de jaarlijkse cyclus) alvorens dit door de centrumgemeente aan alle deelnemende gemeente ter vaststelling wordt toegezonden.
Ambtelijk overleg ter voorbereiding van het RBO
Het RBO wordt door de centrumgemeente voorbereid met alle gemeenten. Dat gebeurt in een ambtelijk overleg waarin alle deelnemende gemeenten zijn vertegenwoordigd. Dit ambtelijk overleg komt eveneens minimaal drie keer per jaar bij elkaar, maar zo nodig vaker.
Ambtelijke betrokkenheid bij de overlegtafel
In het bestuurlijk aanbesteden waarvoor is gekozen is er maandelijks overleg met een vertegenwoordiging van de aanbieders (de overlegtafel). In dit overleg zijn de regiogemeenten vertegenwoordigd middels een ambtelijke vertegenwoordiger per subregio. Deze ambtelijke vertegenwoordigers zijn eveneens betrokken bij de voorbereiding van de overlegtafels. In deze voorbereiding wordt de agenda voor het overleg bepaald en spreken gemeenten af welke koers ze kiezen m.b.t. de verschillende agendapunten.
Er ontstaan twee cycli in het intergemeentelijk overleg:
Bijlage 2 bij de regeling centrumgemeente: de jaarlijkse cyclus
Dit voorstel is erop gericht dat gemeenten (colleges en raden) invloed kunnen hebben op de regionale besluitvorming en tegelijkertijd aanbieders tijdig weten waar ze voor het komende kalenderjaar aan toe zijn. Hiervoor is aangesloten bij de planning van de bestaande gemeenschappelijke regelingen, waarbij gemeenten voor de zomer beslissen over de opdracht en het budget van het komende jaar. Mede omdat is besloten om de komende drie jaar het rijksbudget voor de jeugdzorg ook daadwerkelijk aan de jeugdzorg te besteden, legt dit de gemeenten geen onnodige beperkingen op. Wel van belang is om te onderkennen dat gemeenten in dit voorstel vooruitlopend op de eigen begroting al voor de zomer de verdeling van dit budget vaststellen (welk deel gaat naar de regionale inkoop, welk deel wordt bestemd voor lokale uitgaven voor bijvoorbeeld de basisteams en op termijn inkoop van de flexibele schil).
Het kader waarbinnen de centrumgemeente werkt wordt bepaald in het regionale beleid. Dit beleid ligt vast in het Functioneel Ontwerp en het (komende) beleidsplan 2015/2018. Gemeenten in de regio maken vierjaarlijks een nieuw beleidsplan. Daarbij zal een deel van het brede jeugdhulpbeleid regionaal van karakter blijven, maar een deel ook lokaal. We stellen voor om de samenwerking waarbinnen het gezamenlijke regionale beleid wordt ontwikkeld en bepaald niet te veranderen (dat wil zeggen: niet in een formele constructie en met de besluitvorming binnen alle afzonderlijke gemeenten). Gezien de intentie om samen te werken en de ervaring die we inmiddels hebben lijkt het niet nodig om deze gezamenlijke beleidsvorming te formaliseren. Immers gemeenten zien het als een gezamenlijke verantwoordelijkheid om t.a.v. de individuele voorzieningen tot gezamenlijk beleid te komen en dit laat onverlet dat er lokaal beleid mogelijk blijft. Door de beleidsvorming c.q. de besluitvorming over een kader voor de inkoop niet in de centrumregeling op te nemen of anderszins te formaliseren, blijft er optimale (lokale) ruimte voor lokaal beleid én voor de keuzes t.a.v. de grens tussen lokaal en regionaal beleid.
Andere gemeenschappelijke regelingen
Er is regionaal een afspraak gemaakt over de jaarlijkse besluitvorming m.b.t. gemeenschappelijke regelingen. Daarbij wordt in maart een kadernota voorgelegd en in juni een jaarplan Inkoop + begroting. Deze regeling wijkt af in die zin dat het kader (de kadernota) niet binnen de gemeenschappelijke regeling wordt opgesteld maar tot stand komt via het RBO en lokale besluitvorming. In dit proces is dus een stap minder te zetten en gaan we uit van het jaarplan Inkoop en jaarverslag als officiële documenten aan de hand waarvan de gemeenten besluiten nemen over de regeling.
Jaarplan Inkoop en jaarverslag
Uitgangspunt is dat de centrumgemeente in overleg met de regio een jaarplan Inkoop opstelt, waarover vervolgens de afzonderlijke colleges en waar nodig gemeenteraden kunnen beslissen. Het jaarplan Inkoop is een uitwerking van het regionaal bepaalde beleid en als zodanig feitelijk een deel van het uitvoeringsprogramma in de regio, namelijk de uitvoering van de inkoop.
Het jaarplan Inkoop bevat in ieder geval:
Na afloop van het kalenderjaar doet de centrumgemeente verslag van de bereikte resultaten in het jaarverslag.
Het jaarverslag bevat in ieder geval:
N.B. Naast de jaarlijkse verantwoording is ook tussentijdse informatie nodig over voortgang en resultaten. Met aanbieders wordt afgesproken dat een aantal kerncijfers maandelijks beschikbaar komt ( aantal cliënten, aard van de verleende hulp enz.). We maken afspraken over bespreking van deze informatie in het ambtelijk overleg.
In onderstaande tabel is een voorstel opgenomen voor de jaarlijkse cyclus, waarbij onderscheid is gemaakt tussen regionale en lokale activiteiten. In de regionale kolom vindt u acties van de centrumgemeente en RBO. Ambtelijk overleg is niet opgenomen, maar maakt uiteraard wel deel uit van de cyclus. Ambtenaren uit de regio zijn in deze cyclus met name betrokken bij het opstellen van stukken en het voorbereiden van de RBO-overleggen. Daarnaast hebben aanbieders de mogelijkheid om inbreng te leveren via de (maandelijkse) overlegtafel.
Noot: deze planning is nog niet getoetst bij instellingen. Wanneer zij meer tijd nodig hebben om de jaargegevens over te leggen moet de planning worden aangepast.