Organisatie | Terneuzen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2015 |
Citeertitel | Verordening parkeerbelastingen 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Tarieventabel parkeerbelastingen 2015 |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 31-07-2015 | Nieuwe regeling | 18-12-2014 | 129499 |
De raad van de gemeente Terneuzen;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders;
gelet op artikel 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening 2008;
de Verordening parkeerbelastingen 2014 in te trekken;
de volgende verordening vast te stellen:
Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2015
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar vervoer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorrijtuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;
3 De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruikredelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
4 De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.
Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
1 De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.
2 De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte.
Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld
1 De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren.
2 De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.
Artikel 7 Termijnen van betaling
1 De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij de aanvang van het parkeren.
2 De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.
Artikel 8 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.
Artikel 9 Bevoegdheid tot gebruik wielklem en wegsleepregeling
1 Tot zekerheid van de betaling van een naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, kan aan het voertuig ook een wielklem worden aangebracht, waardoor wordt verhinderd dat het voertuig wordt weggereden.
2 Het college van burgemeester en wethouders wijst bij openbaar te maken besluit in alle gevallen de terreinen en weggedeelten aan waar de wielklem wordt toegepast.
3 Indien na het aanbrengen van de wielklem 24 uren zijn verstreken kan het voertuignaar een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aangewezen plaats worden overgebracht en in bewaring worden gesteld.
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de parkeerbelasting.
De ‘Verordening parkeerbelastingen 2014’ van 12 december 2013 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
1 Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening parkeerbelastingen 2015.
Besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Terneuzen op 18 december 2014.
Bijlage 1 Tarieventabel behorende bij de verordening parkeerbelastingen 2015